NL1004680C1

NL1004680C1 - Wheel clamp.

Info

Publication number: NL1004680C1
Application number: NL1004680A
Authority: NL
Inventors: Jan Smeitink
Original assignee: Mitchico International B V
Priority date: 1996-12-03
Filing date: 1996-12-03
Publication date: 1998-06-05
Also published as: WO1998024663A1; AU5416398A

Description

Korte aanduiding: Wielklem.Short designation: Wheel clamp.

De uitvinding heeft betrekking op een wielklem voor het blokkeren van een voertuig, omvattende een bevesti-gingslichaam, drie stijve armen die bestemd zijn om om een wiel van het voertuig heen te grijpen en daartoe aan één 5 einde U-vormig gebogen zijn uitgevoerd, een borgelement dat zich in een om een wiel aangebrachte beveiligingsstand van de wielklem in de richting van de wielas tot binnenin het velglichaam van het wiel uitstrekt, waarbij het bevesti-gingslichaam, de drie armen en het borgelement met elkaar 10 kunnen worden verbonden en vergrendeld, en waarbij de wielklem in de beveiligingsstand ten minste één wielmoer afdekt.The invention relates to a wheel clamp for locking a vehicle, comprising a mounting body, three rigid arms which are intended to grip around a wheel of the vehicle and for this purpose are U-shaped at one end, a locking element extending in a wheel clamp securing position from the wheel clamp in the direction of the wheel axis to the inside of the rim body of the wheel, whereby the mounting body, the three arms and the locking element can be connected and locked together, and the wheel clamp in the safety position covering at least one wheel nut.

Een dergelijke wielklem is bekend uit US-A-5 437 171. Bij deze bekende drie-armige wielklem strekt een langwerpig 15 bevestigingslichaam zich uit over de gehele diameter van het wiel. Op beide uiteinden van het bevestigingslichaam zijn twee vast met het bevestigingslichaam verbonden armen gevormd. Bovenop het bevestigingslichaam is een derde arm scharnierend aangebracht. De derde arm kan scharnieren 20 tussen een open en een gesloten stand. In de gesloten stand kan de derde arm met behulp van een hangslot op het bevestigingslichaam worden vergrendeld. Verder heeft deze bekende wielklem als borgelement een komvormig afdekelement dat bestemd is om in de beveiligingsstand alle wielmoeren van 25 het wiel af te dekken. Het komvormige afdekelement is voorzien van twee pennen die in de gesloten stand van de derde arm vastgeklemd worden tussen het bevestigingslichaam en twee inkepingen in de onderzijde van de derde arm. De bekende wielklem is verder uitgerust met een anti-verdraai-30 ingsvoorziening die er voor zorgt dat de drie armen als het ware in de wielband worden getrokken indien getracht wordt het voertuig ongeoorloofd te verrijden. Hierdoor ontstaat een vormvaste verbinding tussen de wielklem en het wiel, oftewel het wiel kan dan niet meer verdraaid worden ten - 2 - opzichte van de wielklem. Hiertoe is het bevestigingsli-chaam nabij één armeinde in twee ten opzichte van elkaar over een beperkte hoek scharnierbare delen uitgevoerd. Omdat de anti-verdraaiingsvoorziening werkt op het principe 5 van hefboomwerking is één van de twee scharnierbare delen voorzien van een zich voorbij het betreffende armeinde uitstrekkend verlengstuk. Dit verlengstuk dient voor een goede werking van de anti-verdraaiingsvoorziening in de beveiligingsstand op de grond te rusten.Such a wheel clamp is known from US-A-5 437 171. In this known three-arm wheel clamp, an elongated fastening body extends over the entire diameter of the wheel. Two arms fixedly connected to the mounting body are formed on both ends of the mounting body. A third arm is hinged on top of the mounting body. The third arm can pivot between an open and a closed position. In the closed position, the third arm can be locked to the mounting body using a padlock. Furthermore, this known wheel clamp has a cup-shaped cover element as a locking element, which is intended to cover all wheel nuts of the wheel in the safety position. The cup-shaped cover element is provided with two pins which are clamped in the closed position of the third arm between the fixing body and two notches in the bottom of the third arm. The known wheel clamp is further equipped with an anti-twisting device which ensures that the three arms are, as it were, pulled into the wheel tire if an attempt is made to move the vehicle unauthorizedly. This creates a rigid connection between the wheel clamp and the wheel, i.e. the wheel can then no longer be rotated relative to the wheel clamp. For this purpose, the fastening body is formed near two arm ends in two parts which can pivot at a limited angle relative to each other. Since the anti-twist device operates on the principle of leverage, one of the two hinged parts is provided with an extension extending beyond the relevant arm end. This extension must rest on the ground in the protection position for the anti-rotation device to function properly.

10 Nadelig bij de bekende wielklem is dat de anti-ver draaiingsvoorziening slechts in werking treedt indien het armeinde met het verlengstuk rechtstreeks op de grond steunt. Verder werkt de anti-verdraaiingsvoorziening slechts in één rijrichting van het voertuig, namelijk in 15 die richting waarin het verlengstuk zich bevindt. Dit maakt het dan ook nog steeds roogelijk het voertuig ongeoorloofd te verrijden ondanks het feit dat de bekende wielklem om één van de wielen is aangebracht.A drawback of the known wheel clamp is that the anti-rotation device only comes into effect if the arm end with the extension piece rests directly on the ground. Furthermore, the anti-twist device operates only in one direction of travel of the vehicle, namely in that direction in which the extension is located. This still makes it reasonable to drive the vehicle unauthorized, despite the fact that the known wheel clamp is fitted around one of the wheels.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een wielklem 20 te verschaffen waarbij deze nadelen worden ondervangen.The object of the present invention is to provide a wheel clamp 20 in which these drawbacks are obviated.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een wielklem volgens de aanhef die is gekenmerkt, doordat ten minste een deel van het borgelement op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt en aldus in de aangebrachte 2 5 toestand van de wielklem een verdraaiing van het wiel ten opzichte van de wielklem begrenst. Een ongeoorloofd verdraaien van het wiel ten opzichte van de wielklem wordt nu te allen tijde voorkomen doordat het deel van het borgelement dat op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt bij 30 een eventuele verdraaiing tegen één van de wielmoeren zal stuiten. Aldus is volgens de uitvinding een zeer goedkope, eenvoudige en efficiënte voorziening verschaft die voorkomt dat het wiel ongeoorloofd ten opzichte van de wielklem kan worden verdraaid. De grenzen waarbinnen het wiel nog ten 35 opzichte van de wielklem kan worden verdraaid worden bepaald door de afstand tussen twee naast elkaar liggende wielmoeren, en de vorm van het borgelement.According to the invention, this object is achieved by a wheel clamp according to the preamble, characterized in that at least a part of the locking element lies on the pitch circle between the wheel nuts and thus, in the fitted condition of the wheel clamp, a rotation of the wheel relative to of the wheel clamp. An unauthorized rotation of the wheel relative to the wheel clamp is now prevented at all times because the part of the locking element which lies on the insertion circle between the wheel nuts will collide with one of the wheel nuts at a possible rotation. Thus, according to the invention, a very inexpensive, simple and efficient provision is provided which prevents the wheel from being unauthorized to rotate relative to the wheel clamp. The limits within which the wheel can still be turned relative to the wheel clamp are determined by the distance between two adjacent wheel nuts and the shape of the locking element.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het borgelement een - 3 - penvormig borgelement dat in de beveiligingsstand met één einde op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt, terwijl het bevestigingslichaam ten minste één wielmoer afdekt. Doordat het penvormige borgelement de verdraaiing van het 5 wiel begrenst kan het bevestigingslichaam met voordeel zeer klein worden uitgevoerd omdat het slechts één wielmoer hoeft af te dekken. Het ongeoorloofd verwijderen van een wiel wordt aldus voorkomen omdat in ieder geval één wielmoer niet kan worden losgedraaid. Aldus kan een zeer com-10 pacte wielklem worden vervaardigd.In a preferred embodiment, the locking element is a pin-shaped locking element which, in the safety position with one end, lies on the pitch circle between the wheel nuts, while the fixing body covers at least one wheel nut. Because the pin-shaped locking element limits the rotation of the wheel, the fixing body can advantageously be made very small because it only has to cover one wheel nut. The unauthorized removal of a wheel is thus prevented because at least one wheel nut cannot be loosened. Thus, a very compact wheel clamp can be manufactured.

In een andere uitvoeringsvorm is het borgelement een penvormig borgelement dat aan één einde een uitsparing heeft, welke uitsparing in de beveiligingsstand één wielmoer omsluit. Omdat het borgelement één wielmoer omsluit 15 hoeft geen enkel ander deel van de wielklem er nog zorg voor te dragen dat één of meerdere wielmoeren worden afgedekt. Op deze wijze kan dus eveneens een zeer compacte wielklem worden vervaardigd.In another embodiment, the locking element is a pin-shaped locking element which has a recess at one end, which recess encloses one wheel nut in the safety position. Since the locking element encloses one wheel nut, no other part of the wheel clamp need yet ensure that one or more wheel nuts are covered. A very compact wheel clamp can thus also be manufactured in this way.

In weer een andere uitvoeringsvorm wordt het borgele-20 ment gevormd door een komvormig afdekelement dat in de beveiligingsstand alle wielmoeren van het wiel omsluit. Het afdekelement heeft aan de binnenzijde van de komvorm een tussenschot, waarbij het tussenschot in de beveiligingsstand op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt. Aldus 2 5 zijn op voordelige wijze alle wielmoeren omsluitend af gedekt en is een doeltreffende en eenvoudige anti-verdraai-ingsvoorziening verschaft.In yet another embodiment, the locking element is formed by a cup-shaped cover element which, in the safety position, encloses all wheel nuts of the wheel. The cover element has a partition on the inside of the cup shape, the partition in the safety position on the insert circle between the wheel nuts. Thus, all the wheel nuts are advantageously enclosed and enclosed, and an effective and simple anti-twist feature is provided.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in conclusies en de navolgende beschrij-30 ving.Further advantageous embodiments of the invention are described in claims and the following description.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een vooraanzicht is van een om een wiel aangebrachte wielklem volgens de uitvinding; 35 fig. 2 een aanzicht is in doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 een vooraanzicht is van een uitvoeringsvariant van het in fig. 1 en 2 getoonde borgelement; 'i n. j 4 6 8 0 V v - 4 - fig. 4 een aanzicht is in doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3; fig. 5 een aanzicht is overeenkomstig fig. 2 met daarin een andere uitvoeringsvariant van het borgelement; 5 fig. 6 een achteraanzicht is van een variant van het in fig. 5 getoonde afdekelement van het borgelement; fig. 7 een zijaanzicht is van een variant van de in fig. 5 getoonde afstandhouder van het borgelement; fig. 8 een vooraanzicht is van een variant van het in 10 fig. 6 getoonde afdekelement; en fig. 9 een aanzicht is in doorsnede volgens de lijn IX-IX in fig. 8.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: fig. 1 is a front view of a wheel clamp according to the invention arranged around a wheel; Fig. 2 is a sectional view taken on the line II-II in Fig. 1; FIG. 3 is a front view of an embodiment of the locking element shown in FIGS. 1 and 2; 'in. 4 6 8 0 V v - 4 - Fig. 4 is a sectional view taken on the line IV-IV in Fig. 3; Fig. 5 is a view corresponding to Fig. 2 with another embodiment variant of the locking element therein; Fig. 6 is a rear view of a variant of the cover element of the locking element shown in Fig. 5; Fig. 7 is a side view of a variant of the spacer of the locking element shown in Fig. 5; Fig. 8 is a front view of a variant of the cover element shown in Fig. 6; and FIG. 9 is a sectional view taken along line IX-IX in FIG. 8.

De in fig. 1 en 2 weergegeven wielklem volgens de uitvinding omvat twee zwenkbare armen 2 die om een wiel 4 15 van een voertuig grijpen en die zwenkbaar aan een bevesti-gingslichaam 6 van de wielklem zijn aangebracht. Met voertuig wordt hier bijvoorbeeld een auto, aanhanger, caravan, vrachtwagen, enz. bedoeld. In plaats van twee zwenkbare armen kunnen ook één zwenkbare en één vaste arm worden 20 toegepast. De armen 2 zijn aan het van het bevestigingsli-chaam afgekeerde einde in hoofdzaak U-vormig gebogen uitgevoerd en strekken zich met het vrije einde uit tot over de achterzijde van het velglichaam 12, zodat de wielklem ook na het leeg laten lopen van de wielband niet ongeoorloofd 25 in axiale richting, dat wil zeggen in de richting van de wielhartlijn 14, kan worden verwijderd. De twee zwenkbare armen 2 steunen aan weerszijden van het wiel 4 af op de grond. Als gevolg van de wrijving tussen de grond en de armen 2 kan het samenstel van de twee armen 2 en het beves-30 tigingslichaaro 6 zelfstandig in diverse posities op de grond blijven staan.The wheel clamp according to the invention shown in Figs. 1 and 2 comprises two pivotable arms 2 which grip around a wheel 4 of a vehicle and which are pivotally mounted on an attachment body 6 of the wheel clamp. By vehicle here is meant, for example, a car, trailer, caravan, truck, etc. Instead of two pivoting arms, one pivoting and one fixed arm can also be used. The arms 2 have a substantially U-shaped bent shape at the end remote from the fastening body and extend with the free end over the rear of the rim body 12, so that the wheel clamp does not remain even after the wheel tire is deflated unauthorized removal in the axial direction, i.e. in the direction of the wheel centerline 14. The two pivotable arms 2 rest on the ground on either side of the wheel 4. As a result of the friction between the ground and the arms 2, the assembly of the two arms 2 and the mounting body 6 can remain independently on the ground in various positions.

Het bevestigingslichaam 6 bestaat in hoofdzaak uit een met elkaar verbonden voor- en achterwand 6a respectievelijk 6b, waartussen een slotlichaam 7 is opgenomen. De achter-35 wand 6b strekt zich hierbij uit tot boven het bovenvlak van de voorwand 6a en het bovenvlak van het slotlichaam 7. In dit verhoogde deel van de achterwand 6b is een doorgaande opening 8 aangebracht waardoorheen zich een penvormig [).The fastening body 6 mainly consists of a mutually connected front and rear wall 6a and 6b, respectively, between which a lock body 7 is received. The rear wall 6b hereby extends above the top surface of the front wall 6a and the top surface of the lock body 7. In this elevated part of the rear wall 6b a through-opening 8 is arranged through which a pin-shaped [).

- 5 - borgelement 9 uitstrekt. Het penvormige borgelement 9 omvat aan zijn ene einde een aanslag in de vorm van een dikkere kop 9a en aan zijn andere einde een groef 9b met daarin een borgring 15. De borgring 15 zorgt ervoor dat het borgele-5 ment 9 niet onbedoeld uit de opening 8 kan worden getrokken. Het van het bevestigingslichaam 6 afgekeerde einde van het borgelement 9 strekt zich uit tot binnenin het velgli-chaam 12 en ligt op de steekcirkel 13 tussen de wielmoeren 10 van het wiel 4. De steekcirkel 13 waarop alle wielmoeren 10 10 van het wiel 4 liggen is in fig. 1 aangegeven met een streep-stippellijn. Aldus voorkomt het excentrisch ten opzichte van de wielhartlijn 14 binnenin het velglichaam 12 stekende borgelement 9 een ongeoorloofde verdraaiing van het wiel 4 ten opzichte van de wielklem doordat een wiel-15 moer 10 van het wiel 4 bij verdraaien van het wiel 4 tegen het borgelement 9 stuit. De opening 8 is bij voorkeur zodanig ruim dat het borgelement 9 daarin vrij kan draaien. Een zaag krijgt daardoor geen grip op het borgelement 9. In plaats van het vrij draaibare borgelement kan ook een 20 cilindrische bus (niet getoond) met ruime speling over het borgelement worden geschoven. Het borgelement 9 wordt met zijn kop 9a opgesloten tussen de achterwand 6b van het bevestigingslichaam 6 en een achterste wanddeel van de nog nader te beschrijven derde arm 20.- 5 - securing element 9 extends. The pin-shaped locking element 9 has a stop in the form of a thicker head 9a at one end and a groove 9b at its other end with a locking ring 15 therein. The locking ring 15 ensures that the locking element 9 does not unintentionally leave the opening. 8 can be drawn. The end of the locking element 9 remote from the fastening body 6 extends inside the rim body 12 and lies on the pitch circle 13 between the wheel nuts 10 of the wheel 4. The pitch circle 13 on which all the wheel nuts 10 of the wheel 4 lie in Fig. 1 indicated by a dotted line. Thus, the locking element 9 projecting eccentrically with respect to the wheel center line 14 inside the rim body 12 prevents an unauthorized rotation of the wheel 4 relative to the wheel clamp because a wheel-nut 10 of the wheel 4 when the wheel 4 is turned against the locking element 9 bounce. The opening 8 is preferably such that the locking element 9 can rotate freely therein. As a result, a saw does not get a grip on the locking element 9. Instead of the freely rotatable locking element, a cylindrical sleeve (not shown) can also be slid over the locking element with ample play. The locking element 9 is enclosed with its head 9a between the rear wall 6b of the mounting body 6 and a rear wall part of the third arm 20 to be further described.

25 De derde arm 20 is aan zijn naar het bevestigingsli chaam 6 gekeerde einde voorzien van een massief blok 17. Aan de onderzijde van het blok 17 zijn twee slotpennen 18 vast aangebracht die bestemd zijn om aan te grijpen in het slotlichaam 7. In de in fig. 1 en 2 weergegeven toestand 3 0 dient de derde arm 20 nog zover naar beneden te worden gebracht dat de slotpennen 18 aangrijpen in het slotlichaam 7. Het slotlichaam 7 is hierbij bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de slotpennen 18 daarin door insteken automatisch worden vergrendeld. Het is hierbij voordelig dat de onder-35 zijde van het blok 17 van de derde arm 20 aan komt te liggen tegen de bovenzijde van de voorwand 6a van het bevestigingslichaam 6, zodat er geen vreemd voorwerp tussen deze twee vlakken kan worden gestoken. Het tussen de derde / - 6 - arm 20 en het bevestigingslichaam 6 steken van bijvoorbeeld een breekijzer kan verder nog worden tegengegaan door de naad tussen beide onderdelen van buiten ontoegankelijk te maken, in het bijzonder door het bevestigingslichaam buiten 5 om de bovenrand te voorzien van een opstaande rand waar het blok 17 van de derde arm achter komt te liggen. Het sleutelgat van het slotlichaam 7 bevindt zich bij voorkeur aan de onderzijde daarvan, opdat de toegang daartoe met bijvoorbeeld een boor bemoeilijkt wordt. In de achterwand van 10 het blok 17 is een sleuf 19 aangebracht die ertoe dient de kop 9a van het borgelement 9 op te nemen. De kop 9a kan in een variant ook verzonken komen te liggen in de achterwand van het bevestigingslichaam, in dat geval is de sleuf 9 overbodig.The third arm 20 is provided at its end facing the fastening body 6 with a solid block 17. On the underside of the block 17, two locking pins 18 are fixed which are intended to engage in the lock body 7. In the 1 and 2, the third arm 20 has to be lowered so far that the lock pins 18 engage in the lock body 7. The lock body 7 is herein preferably designed such that the lock pins 18 are automatically locked therein by insertion . It is advantageous here that the bottom side of the block 17 of the third arm 20 bears against the top side of the front wall 6a of the mounting body 6, so that no foreign object can be inserted between these two surfaces. The insertion of, for example, a crowbar between the third / - 6 - arm 20 and the mounting body 6 can be further prevented by rendering the seam between the two parts inaccessible from the outside, in particular by providing the mounting body outside with 5 to the top edge. a raised edge behind which the block 17 of the third arm will lie. The keyhole of the lock body 7 is preferably located at the bottom thereof, so that access to it with, for example, a drill is made more difficult. A slot 19 is provided in the rear wall of the block 17, which serves to receive the head 9a of the locking element 9. In a variant, the head 9a can also be recessed in the rear wall of the mounting body, in which case the slot 9 is unnecessary.

15 Het om een wiel aanbrengen van de in fig. 1 en 2 getoonde wielklem volgens de uitvinding kan als volgt plaatsvinden. De zwenkbare armen 2 worden zodanig ten opzichte van elkaar verdraaid dat zij in eikaars verlengde komen te liggen. Dit samenstel van in eikaars verlengde 20 liggende armen 2 en bevestigingslichaam 6, zonder de derde arm 20, wordt vervolgens over de grond onder het wiel 4 doorgeschoven. Hiervoor is het noodzakelijk dat de vrije einden van de twee armen 2 zoveel ruimte vrijlaten dat zij aan weerszijden langs het op de grond rustende deel van het 25 wiel 4 kunnen schuiven. Het borgelement 9 wordt met zijn kop 9a naar voren toe uit het bevestigingslichaam 6 getrokken totdat de borgring 15 tegen de achterwand 6b aanligt. Het borgelement 9 kan nu dienen als handgreep. Het bevestigingslichaam 6 wordt vervolgens langs het wiel 4 omhoog 30 getild totdat het borgelement 9 in het verlengde van de steekcirkel 13 van de wielmoeren 10 ligt. Op dat moment kan het borgelement 9 naar binnen worden gedrukt zodat het met zijn vrije einde op de steekcirkel 13 tussen de wielmoeren 10 komt te liggen. Vervolgens wordt de derde arm 20 van 35 bovenaf om het wiel 4 gehangen en met zijn slotpennen 18 in het slotlichaam 7 vergrendeld.The wheel clamp according to the invention shown in Figs. 1 and 2 can be fitted around a wheel as follows. The pivotable arms 2 are rotated relative to each other so that they are in line with each other. This assembly of arms 2, which are in line with each other, are extended and fixing body 6, without the third arm 20, is then slid over the ground under the wheel 4. For this it is necessary that the free ends of the two arms 2 leave so much space that they can slide on either side along the part of the wheel 4 resting on the ground. The locking element 9 is pulled forward from the fastening body 6 with its head 9a until the locking ring 15 rests against the rear wall 6b. The locking element 9 can now serve as a handle. The fastening body 6 is then lifted upwards along the wheel 4 until the locking element 9 is in line with the pitch circle 13 of the wheel nuts 10. At that moment the locking element 9 can be pressed inwards so that it comes to rest with the free circle on the pitch circle 13 between the wheel nuts 10. Subsequently, the third arm 20 is suspended from above around the wheel 4 and locked with the lock pins 18 in the lock body 7.

De wielklem bestaat met voordeel uit slechts twee losse delen, en kan in de niet-aangebrachte toestand van de - 7 - wielklem eenvoudig worden teruggebracht tot een klein en handzaam pakket. De twee zwenkbaar aan het bevestigingsli-chaam bevestigde armen kunnen namelijk zodanig ten opzichte van elkaar worden verdraaid dat zij naast elkaar komen te 5 liggen. Verder kan de derde arm van het bevestigingslichaam worden losgemaakt en op de andere twee armen worden gelegd. De derde arm is hierbij in het bijzonder net zo lang uitgevoerd als de andere twee armen. Dit is mogelijk omdat de slotpennen 18 zich aan de onderzijde van de derde arm 20 10 bevinden. De wielklem is eenvoudig aan te brengen zoals hierboven beschreven en is bovendien zeer diefstalbesten-dig. In plaats van de beschreven slotmiddelen 7, 18 zijn natuurlijk nog vele andere op zich bekende slotmiddelen toepasbaar.The wheel clamp advantageously consists of only two separate parts, and in the unassembled condition of the wheel clamp can easily be reduced to a small and handy package. Namely, the two arms pivotally attached to the mounting body can be rotated relative to each other so that they come to lie side by side. Furthermore, the third arm can be detached from the mounting body and placed on the other two arms. In particular, the third arm is of the same length as the other two arms. This is possible because the lock pins 18 are located on the underside of the third arm 20. The wheel clamp is easy to install as described above and is also very resistant to theft. Of course, many other lock means known per se can be used instead of the described locking means 7, 18.

15 In fig. 3 en 4 is een variant van het borgelement 9 in figs. 1 en 2 weergegeven. Het eveneens penvormige borgelement 103 is aan zijn van het bevestigingslichaam afgekeerde einde dopvormig uitgevoerd. Het dopvormige einde is voorzien van een uitsparing 102. Deze uitsparing 102 is bestemd 20 om over één wielmoer heen te vallen. Het borgelement 103 is verder voor een groot deel voorzien van buitenschroefdraad. Het bevestigingslichaam 115 omvat een van binnenschroef-draad voorziene doorboring 116 voor het opnemen van het borgelement 103. In het van schroefdraad voorziene deel van 25 het borgelement 103 zijn aan diametraal tegenover elkaar liggende zijden afvlakkingen 104 aangebracht. De losse derde arm 111 omvat nu aan zijn onderzijde naast twee slotpennen 112 twee blokkeernokken 114 die bestemd zijn om aan te grijpen op de afvlakkingen 104 van het borgelement 30 103. Het borgelement 103 kan aldus in de vergrendelde stand van de derde arm 111 niet meer verdraaid worden. Hierdoor is de afstand tussen het velglichaam 117 en het bevestigingslichaam 115 gefixeerd. In de niet-vergrendelde stand van de derde arm 111 kan, door het verdraaien van het 35 borgelement 103, de lengte "1" waarmee het borgelement 103 uit het bevestigingslichaam 115 steekt naar wens worden ingesteld. Dit heeft als voordeel dat de wielklem nagenoeg spelingsvrij op een wiel kan worden aangebracht, hetgeen - 8 - een ongeoorloofd verwijderen nog verder bemoeilijkt. Bij het aanbrengen van de wielklem is het dan van belang het borgelement 103 zover aan te draaien dat de voorzijde van het borgelement 103 aanligt tegen de voorzijde van het 5 velglichaam 117, terwijl de vrije armeinden van de armen van de wielklem aanliggen tegen de achterzijde van het velglichaam 117. Aldus is de wielklem eenvoudig aanpasbaar aan verschillende wielbreedtes. In plaats van het schroef-draaddeel kan het borgelement ook zijn voorzien van meerde-10 re inkepingen die bestemd zijn om samen te werken met blokkeernokken. De afstand kan dan worden ingesteld door het in de niet-vergrendelde stand verschuiven van het borgelement in de doorboring in het bevestigingslichaam.In Figs. 3 and 4, a variant of the locking element 9 in Figs. 1 and 2 are shown. The also pin-shaped locking element 103 is cap-shaped at its end remote from the fastening body. The cap-shaped end is provided with a recess 102. This recess 102 is intended to fall over one wheel nut. The locking element 103 is furthermore largely provided with an external screw thread. The mounting body 115 includes a threaded bore 116 for receiving the locking member 103. Flanges 104 are provided in the threaded portion of the locking member 103 on diametrically opposed sides. The loose third arm 111 now comprises on its underside, in addition to two locking pins 112, two blocking cams 114 which are intended to engage on the flanges 104 of the locking element 30 103. The locking element 103 can thus no longer be in the locked position of the third arm 111 be twisted. As a result, the distance between the rim body 117 and the mounting body 115 is fixed. In the unlocked position of the third arm 111, by rotating the locking element 103, the length "1" with which the locking element 103 protrudes from the mounting body 115 can be adjusted as desired. This has the advantage that the wheel clamp can be mounted on a wheel practically without play, which further complicates unauthorized removal. When installing the wheel clamp, it is then important to tighten the locking element 103 so that the front of the locking element 103 rests against the front of the rim body 117, while the free arm ends of the arms of the wheel clamp lie against the rear of the rim body 117. Thus, the wheel clamp is easily adaptable to different wheel widths. Instead of the screw thread part, the locking element can also be provided with multiple notches intended to cooperate with blocking cams. The distance can then be adjusted by sliding the locking element into the hole in the mounting body in the unlocked position.

In de in fig. 5 getoonde uitvoeringsvorm wordt het 15 borgelement gevormd door een komvormig afdekelement 203 en een daarmee verbonden penvormige afstandhouder 204. Het komvormige afdekelement 203 omsluit alle wielmoeren 10 van het wiel. In de voorwand van het komvormige afdekelement 203 is een uitsparing 205 aangebracht waarin een verjonging 20 204a van de penvormige afstandhouder 204 steekt. Teneinde het verdraaien van het wiel ten opzichte van de wielklem te voorkomen is binnenin het komvormige afdekelement 203 een tussenschot 206 aangebracht dat op de steekcirkel 13 tussen twee wielmoeren 10 ligt. De penvormige afstandhouder 204 is 25 in de getoonde uitvoeringsvorm niet vast verbonden met het komvormige afdekelement 203.In the embodiment shown in Fig. 5, the locking element is formed by a cup-shaped cover element 203 and a pin-shaped spacer 204 connected thereto. The cup-shaped cover element 203 encloses all wheel nuts 10 of the wheel. A recess 205 is provided in the front wall of the cup-shaped cover element 203, into which a rejuvenation 204a of the pin-shaped spacer 204 protrudes. In order to prevent the wheel from twisting relative to the wheel clamp, a partition 206 is arranged inside the cup-shaped cover element 203, which rests on the pitch circle 13 between two wheel nuts 10. In the embodiment shown, the pin-shaped spacer 204 is not fixedly connected to the cup-shaped cover element 203.

In fig. 6 en 7 zijn bijzondere uitvoeringsvormen van het komvormige afdekelement en de penvormige afstandhouder weergegeven. Deze bijzondere uitvoeringsvormen dienen er 30 wederom toe een instelbaarheid te verkrijgen van de afstand tussen de voorzijde van het komvormige afdekelement en de voorzijde van het velglichaam. In het afdekelement 303 zijn drie uitsparingen A, B en C met verschillende diameter of doorsnede aangebracht. De penvormige afstandhouder 304 35 omvat overeenkomstig drie trapvormige overgangen A, B en C. Door bij het aanbrengen van de wielklem de penvormige afstandhouder 304 naar keuze in de uitsparing A, B of C van het afdekelement 303 te steken wordt een bepaalde afstand - 9 - verkregen. Aldus kan de wielklem aan verschillende wiel-breedten worden aangepast.Fig. 6 and 7 show special embodiments of the cup-shaped cover element and the pin-shaped spacer. These special embodiments serve once again to obtain an adjustability of the distance between the front of the cup-shaped cover element and the front of the rim body. Three recesses A, B and C of different diameter or cross section are provided in the cover element 303. The pin-shaped spacer 304 35 correspondingly comprises three step-shaped transitions A, B and C. By inserting the pin-shaped spacer 304 optionally into the recess A, B or C of the cover element 303 when the wheel clamp is fitted, a specific distance is obtained - 9 - obtained. The wheel clamp can thus be adapted to different wheel widths.

Zowel bij de in fig. 1, 2 als bij de in fig. 5-7 getoonde uitvoeringsvormen kan een bepaalde gewenste af-5 stand ook worden verkregen door het toepassen van meerdere met de wielklem mee te leveren verwisselbare borgpennen c.g. penvormige afstandhouders die in lengte oplopen.In the embodiments shown in Figs. 1, 2 as well as in the embodiments shown in Figs. 5-7, a certain desired distance can also be obtained by using several interchangeable locking pins to be supplied with the wheel clamp, e.g. pen-shaped spacers that increase in length.

In fig. 8 en 9 is het in fig. 5-7 getoonde komvormige afdekelement als massief halvemaanvormig afdekelement 403 10 uitgevoerd. Het kan in het bijzonder in een diepe velg van bijvoorbeeld een vrachtauto worden aangebracht tussen de wielas en de velgrand. Een uitsparing 405 dient ertoe om het vrije einde van een penvormige afstandhouder op te nemen. In het massieve afdekelement 403 zijn verder twee 15 uitsparingen 406 aangebracht voor het omsluitend opnemen van twee wielmoeren, zodat voorkomen wordt dat het afdekelement 403 in een velglichaam rondom de wielhartlijn kan worden verdraaid, waardoor de wielmoeren één voor één toegankelijk zouden zijn.In Figs. 8 and 9, the cup-shaped cover element shown in Figs. 5-7 is designed as a solid crescent-shaped cover element 403. In particular, it can be arranged in a deep rim of, for example, a truck between the wheel axle and the rim flange. A recess 405 serves to receive the free end of a pin-shaped spacer. Furthermore, in the solid cover element 403, two recesses 406 are provided for enclosing two wheel nuts, so that the cover element 403 cannot be rotated in a rim body around the wheel center line, whereby the wheel nuts would be accessible one by one.

20 De wielklem volgens de uitvinding kan door een gebrui ker ook om een wiel worden aangebracht zonder daarbij gebruik te maken van het borgelement. Het borgelement biedt extra bescherming en dus meer zekerheid tegen ongeoorloofd verwijderen van de wielklem volgens de uitvinding.The wheel clamp according to the invention can also be fitted around a wheel by a user without using the locking element. The locking element offers extra protection and thus more security against unauthorized removal of the wheel clamp according to the invention.

25 Opgemerkt wordt echter dat in het bijzonder de in fig.It should be noted, however, that in particular those shown in FIG.

1 en 2 duidelijk weergegeven wielklem ook met weglating van het borgelement een zeer gebruiksvriendelijke wielklem biedt. Doordat de derde arm door het in het slotlichaam steken van de slotpennen direct vergrendelt op het samen-3 0 stel van bevestigingslichaam en de andere twee armen, is een zeer eenvoudig aan te brengen wielklem verkregen die bovendien slechts uit twee losse delen bestaat, zeer licht kan worden uitgevoerd, goedkoop te vervaardigen is, en in de niet-aangebrachte toestand tot een zeer compact en 35 handzaam pakket kan worden teruggebracht.1 and 2 clearly shown wheel clamp also provides a very user-friendly wheel clamp with the locking element omitted. Because the third arm, by inserting the lock pins in the lock body, directly locks onto the assembly of mounting body and the other two arms, a wheel clamp which is very easy to apply and which consists of only two separate parts is obtained, very light can be constructed, is inexpensive to manufacture, and can be reduced in the unassembled state to a very compact and handy package.

1 π o a p o η1 π o a p o η

Claims

Wheel clamp for locking a vehicle, comprising a mounting body (6), three rigid arms (2, 20. intended to grip around a wheel (4) of the vehicle and to that end of the mounting line 5 The end turned away from the body is substantially U-shaped, a locking element (9) which is located in a protective position of the wheel clamp in a direction arranged around a wheel (4) in the direction of the wheel center line (14) and inside the rim body (12). of the wheel (4), whereby the mounting body (6), the three arms (2, 20) and the locking element (9) can be connected and locked, and in which the wheel clamp in the safety position is at least one wheel nut (10), which is characterized in that at least a part of the locking element (9) on the plug circle (13) lies between the wheel nuts (10) and thus in the safety position a rotation of the wheel (4) limited to the wheel clamp.

Wheel clamp according to claim 1, characterized in that the locking element is a pin-shaped locking element (9) which, in the safety position with one end, lies on the pitch circle (13) between the wheel nuts (10), while the fastening body (6) cover at least one wheel nut (10).

Wheel clamp according to claim 1, characterized in that the locking element is a pin-shaped locking element (103) which has a recess (102) at one end, which recess (102) encloses one wheel nut in the safety position.

Wheel clamp according to claim 1, wherein the locking element comprises a cup-shaped cover element (203, 303) which in the safety position encloses all wheel nuts of the wheel, characterized in that the cover element (203, 303) on the inside of the cup shape is a partition ( 206), wherein the septum (206) is in the safety position on the pitch circle between the wheel nuts. έ 0!>. - 11 -

Wheel clamp according to any one of the preceding claims, characterized in that two arms (2) are connected releasably and pivotally with respect to the mounting body (6), and the third (20) arm as a whole of 5 the fastening body (6) is detachable and can be locked to the fastening body (6) by means of lock means (7, 18).

Wheel clamp according to claim 5, characterized in that the lock means comprise a lock body (7) and at least one lock pin (18) lockable therein, one of which is fixedly connected to the fastening body (6) and the other is fixed is connected to the third arm (20).

Wheel clamp according to claim 5 or 6, characterized in that the locking element (9) is secured to the mounting body (6) by locking the third arm (20).

Wheel clamp according to claim 7, characterized in that the locking element (9) has a stop at one end, and in that the fixing body (6) has a through opening (8) for inserting therethrough during fitting of the wheel clamp the locking element (9), wherein the locking element (9) extends in the safety position through the opening (8) in the mounting body (6) and is enclosed with its stop between a wall part (6b) of the mounting body (6) and a wall section (19) of the locked third arm (20).