NL1004488C2

NL1004488C2 - Waterig voedingsmiddel hoofdzakelijk op basis van een zuur en/of derivaten hiervan.

Info

Publication number: NL1004488C2
Application number: NL1004488A
Authority: NL
Inventors: Adrianus Wilhelmus Joh Kanters
Original assignee: Minotara Corp N V
Priority date: 1996-11-11
Filing date: 1996-11-11
Publication date: 1998-05-14
Also published as: WO1998020749A1; AU4969997A

Description

Korte aanduiding: Waterig voedingsmiddel hoofdzakelijk op basis van een zuur en/of derivaten hiervan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 waterig voedingsmiddel hoofdzakelijk op basis van een zuur en/of derivaten hiervan, een werkwijze voor het bereiden van een dergelijke voedingsmiddel en de toepassing van een dergelijk voedingsmiddel in drinkwater of brijvoer in de intensieve veehouderij en het aldus verkregen drinkwater of brijvoer.

Een dergelijk waterig voedingsmiddel dat als 10 desinfecteringsmiddel voor bijvoorbeeld drinkwater wordt toegepast, is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 711 253. Als geschikte verbindingen voor het verlagen van het kiemgetal en het stabiliseren van drinkwater worden benzoëzuur, sorbinezuur, propionzuur, mierezuur, citroenzuur, wijnsteenzuur, melkzuur, appelzuur, azijnzuur, ascorbinezuur, 15 zoutzuur, zwavelzuur alsook de zouten, derivaten en esterverbindingen en mengsels genoemd. Een bij voorkeur toegepast middel bestaat uit 0,1-10 g natriumbenzoaat en 0,1-10 g sorbinezuur per liter water.

De onderhavige uitvinding zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt door het waterige voedingsmiddel 1-85 gew.% melkzuur en/of 20 derivaten hiervan bevat. Onder derivaten moeten volgens de onderhavige uitvinding worden verstaan meikzuurverbindingen die zijn afgeleid van melkzuur, te weten zouten, esterverbinding, alsook mengsels hiervan. Indien de hoeveelheid melkzuur en/of derivaten hiervan minder dan 1 gew.% bedraagt, dan is de bacteriënremmende werking hiervan onvoldoende. Indien 25 de hoeveelheid meer dan 85 gew.% bedraagt, dan zal het verkregen voedingsmiddel een ongename geur vertonen. Bovendien is de viscositeit van het middel hoog, waardoor de verwerking hiervan problemen oplevert.

Uit onderzoek is gebleken dat melkzuur toegevoegd aan drinkwater de groei van schimmels, gisten, salmonellabacteriën, 30 streptococcen, stafilococcen, coli, pseudo mona’s en andere ziekteverwekkers voorkomt. Daarnaast is melkzuur een zeer geschikte drager gebleken voor het conserveren van een vloeibaar mengsel van mineralen, vitaminen, aminozuren en dergelijke. Bovendien is gebleken dat melkzuur een bijzonder gunstige invloed op het maag-darmkanaal bij dieren heeft. Het toevoegen 35 van melkzuur aan drinkwater in de intensieve veehouderij heeft namelijk niet geleid tot diarreevorming bij de dieren terwijl het bijvoorbeeld toevoegen van zwavelzuur tot ernstige nadelen heeft geleid. Melkzuur verkregen door gisting van melkzuurbacteriën is een natuurlijk product 1004488 2 en zorgt voor een optimale darmflora, in het bijzonder in de dunne darm. Een ander opmerkelijk aspect is dat melkzuur een positieve invloed heeft op de uitscheiding van fosfaat- en stikstofverbindingen bij dieren. Een afname van deze verbindingen is gunstig voor het milieu.

5 Het waterige voedingsmiddel bevat verder bij voorkeur 1-19 gew.% hydroxyazijnzuur, 0,5-5 gew.% citroenzuur en 0,1-5 gew.% sorbinezuur. Het naast melkzuur toepassen van andere organische zuren heeft een gunstige werking op het voorkomen van schadelijke micro-organismen in het drinkwater of brijvoer. Bovendien zorgt het toevoegen van 10 hydroxyazijnzuur voor het verlagen van de door melkzuur ontstane onaangename geur. Het toevoegen van citroenzuur en sorbinezuur heeft een conserverende werking op het waterige voedingsmiddel. Daarnaast is gebleken dat het in combinatie toevoegen van organische zuren een betere synergetische werking vertoont dan het alleen toepassen van melkzuur en/of 15 derivaten hiervan.

Verder bevat het voedingsmiddel bij voorkeur 0,1-1,0 gew.% isopropanol, 0,01-0,5 gew.% kwaternair ammoniumchloride, 0,1-5 gew.% dodecyl dimethyl ammoniumchloride, 0,01-0,5 gew.% polydimethyl-siloxaan. Het toevoegen van mineralen aan het drinkwater zorgt ervoor dat 20 het voedingsmiddel alle voor de dieren noodzakelijke bestanddelen bevat.

Bij voorkeur wordt aan het waterige voedingsmiddel 0,5-25 gew.% oligosacchariden toegevoegd. Onder oligosacchariden worden verbindingen verstaan die bestaan uit 2-10 monosaccharide-eenheden en via een glycoside-binding zijn verknoopt. Door het toevoegen van ol igosacchari-25 den wordt een voedingsmiddel verkregen waarin alle essentiële bouwstoffen voor de dieren zijn in opgenomen. Door het toepassen van ol igosacchariden, welke verbindingen als natuurlijke groeibevorderaars worden beschouwd, wordt bovendien de aanwezigheid van synthetische, groei bevorderende middelen overbodig. Recente wetgeving in de Scandinavische landen heeft 30 dergel i jke synthetische middelen in voedingsmiddelen voor dieren verboden.

Bij voorkeur bevat het waterige voedingsmiddel sporenelementen zoals koper, zink, fosfor, mangaan, magnesium, jodium, selenium en kobalt. Bovendien zijn natrium-, kalium- en calciumverbindin-gen, zoals chloriden, fosfaten en acetaaten bij voorkeur aanwezig. 35 Dergelijke sporenelementen zijn van belang voor de stofwisseling, met name voor de passage door de maagdarmwand.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bereiden van het waterige voedingsmiddel, welke 10 04 488 3 werkwijze wordt gekenmerkt doordat een waterig mengsel van melkzuur, hydroxyazijnzuur en sorbinezuur wordt gemengd met een waterig mengsel van citroenzuur, hydroxyazijnzuur, isopropanol, kwaternair ammoniumchloride, dodecyldimethylammoniumchloride, polydimethylsiloxaan waarna aan de 5 verkregen oplossing ol igosacchariden en sporenelementen worden toegevoegd. Indien ol igosacchariden direct aan het waterige melkzuur bevattende mengsel worden toegevoegd, dan treedt ongewenste neerslagvorming op. Bijvoorbeeld wordt het mengen van het melkzuur bevattende mengsel en het citroenzuur bevattende mengsel bij een temperatuur tussen 60-80 °C uitgevoerd. Het 10 voordeel van een dergelijke werkwijze is dat er geen neerslagvorming voortijdig optreedt. Bovendien is de houdbaarheid van de twee afzonderlijke mengsels langer in de uitvoeringsvorm waarbij alle bestanddelen zich in een mengsel bevinden.

Het aldus bereide waterige voedingsmiddel wordt in 15 drinkwater of brijvoer in de intensieve veehouderij toegepast, bij voorkeur in een hoeveelheid van 0,5-3 liter waterig voedingsmiddel per 1000 liter drinkwater of brijvoer. Indien de hoeveelheid waterig voedingsmiddel minder dan 0,5 liter per 1000 liter bedraagt, dan is de micro-organismen onderdrukkende werking te gering, en indien de hoeveelheid meer dan 3 liter 20 per 1000 liter bedraagt, dan wordt geen verhoogde werking ten aanzien van het onderdrukken van micro-organismen waargenomen. Het toevoegen van het waterige voedingsmiddel volgens de onderhavige uitvinding aan droogvoer vindt bij voorkeur plaats door het droogvoer te besproeien met het waterige voedingsmiddel. Door het besproeien heeft het waterige voedingsmiddel 25 tevens een conserverende werking voor het droogvoer.

Bij voorkeur is de pH- van het drinkwater of brijvoer na het toepassen van het waterige voedingsmiddel lager dan 6, bij voorkeur tussen 3,5-4,5. Indien de pH-waarde hoger dan 6 is, wordt geen voldoende werking voor het onderdrukken van de groei van micro-organismen 30 waargenomen. De onderhavige uitvinding wordt nu nader toegelicht onder verwijzing naar een voorbeeld.

Voorbeeld 1

Een waterige oplossing (A) van melkzuur werd bereid door 70 g vloeibaar melkzuur, 10 g vloeibaar hydroxyazijnzuur en 0,3 g 35 poedervormig sorbinezuur op te lossen in 29,7 g water. De verkregen oplossing (A) werd grondig geroerd en een heldere oplossing werd verkregen. Vervolgens werd een andere water bevattende oplossing (B) bereid door aan 49,2 g water de volgende verbindingen toe te voegen: 12,9 g citroenzuur, 10 04 4 88 4 8,7 g hydroxyazijnzuur, 0,66 g isopropanol, 0,02 g kwaternair ammoniumchlo-ride, 3,04 g dodecyldimethylammoniumchloride en 0,08 g polydimethyl-si loxaan. Nadat de hiervoor genoemde bestanddelen onder roeren aan het water werden toegevoegd, werd de heldere oplossing (B) verkregen. Het 5 uiteindel ijke waterige voedingsmiddel werd verkregen door 9 delen oplossing (A) te combineren met 1 deel oplossing (B). De aldus verkregen oplossing (C) werd in een hoeveelheid van 2 liter per 1000 liter drinkwater voor met salmonella besmette kippen toegevoegd. Het drinkwater werd gedurende een periode van 3 dagen toegepast. Vervolgens werd de hoeveelheid oplossing 10 (C) gedurende 4 dagen verlaagd van 2 liter naar 1 liter per 1000 1 drinkwater. Na deze periode bleek het maagdarmkanaal van de kippen vrij van salmonella te zijn.

Voorbeeld 2

Aan het in voorbeeld 1 verkregen waterige voedingsmiddel 15 (C) werd 10 g oligosacchariden toegevoegd. Het aldus verkregen waterige voedingsmiddel (D) werd in dezelfde hoeveelheden als in voorbeeld 1 toegevoegd aan brijvoer voor varkens. Het toepassen van ol igosacchariden verhoogde de opname van de mineralen in het maag-darmkanaal. Hetzelfde voedingsmiddel (C) als bereid in voorbeeld 1 werd zonder oligosacchariden 20 toegediend aan brijvoer voor varkens. Uit analyse van de uitwerpselen van de varkens werd waargenomen dat grote delen voedsel onverteerd achterbleven. Het is duidelijk dat het toevoegen van ol igosacchariden de eiwitvertering verbetert en bijdraagt aan een gunstige natuurlijke flora in het darmkanaal.

25 Voorbeeld 3

Het in voorbeeld 2 bereide waterige voedingsmiddel (D) werd voorzien van de volgende sporenelementen: koper, zink, fosfor, mangaan, magnesium, jodium, selenium en kobalt. Door het toevoegen van deze sporenelementen werd een uitgebalanceerd voedingsmiddel (E) voor 30 kippen verkregen. Bovendien waren de met salmonella besmette kippen na een periode van 7 dagen vrij van salmonellabacteriën. Het middel werd in de hoeveelheden volgens voorbeeld 1 toegepast.

Voorbeeld 4

Een waterige oplossing van 50% melkzuur werd bereid 35 en in een hoeveelheid van 1,5 liter per 1000 1 drinwater aan met salmonella besmette kippen gevoerd. Na een periode van 12 dagen bleek het maagdarmkanaal van de kippen vrij van salmonella te zijn.

10 04 4 88

Claims

1. Waterig voedingsmiddel hoofdzakelijk op basis van een zuur en derivaten hiervan, met het kenmerk, dat het voedingsmiddel 1-85 5 gew.% melkzuur en/of derivaten hiervan bevat.

2. Waterig voedingsmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 1-19 gew.% hydroxyazijnzuur bevat.

3. Waterig voedingsmiddel volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het 0,5-5 gew.% citroenzuur bevat.

4. Waterig voedingsmiddel volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het 0,1-5 gew.% sorbinezuur bevat.

5. Waterig voedingsmiddel volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het 0,1-1,0 gew.% isopropanol bevat.

6. Waterig voedingsmiddel volgens conclusies 1-5, met het 15 kenmerk, dat het 0,01-0,5 gew.% kwaternair ammoniumchloride bevat.

7. Waterig voedingsmiddel volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het 0,1-5 gew.% dodecyldimethylammoniumchloride bevat.

8. Waterig voedingsmiddel volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het 0,01-0,5 gew.% polydimethylsiloxaan bevat.

9. Waterig voedingsmiddel volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het 0,5-25 gew.% oligosacchariden bevat.

10. Waterig voedingsmiddel volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat een of meer sporenelementen uit de groep bestaande uit koper, zink, fosfor, mangaan, magnesium, jodium, selenium en kobalt, in een 25 hoeveelheid minder dan 0,1 gew.% aanwezig is.

11. Werkwijze voor het bereiden van een waterig voedingsmiddel volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de een waterig mengsel van melkzuur, hydroxyazijnzuur en sorbinezuur wordt gemengd met een waterig mengsel van citroenzuur, hydroxyazijnzuur, 30 isopropanol, kwaternair ammoniumchloride, dodecyldimethylammoniumchloride, polydimethylsiloxaan, waarna aan de verkregen oplossing ol igosacchariden en sporenelementen worden toegevoegd.

12. Toepassing van het waterige voedingsmiddel volgens een van de voorafgaande conclusies in drinkwater of brijvoer in de intensieve 35 veehouderij, met het kenmerk, dat 0,5-3 liter waterig voedingsmiddel per 1000 liter drinkwater of brijvoer wordt toegevoegd.

13. Drinkwater of brijvoer verkregen volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de pH-waarde lager dan 6 is. 10 04 488