NL1004011C2 - Buffersamenstel en walsstraat. - Google Patents

Description

BUFFERSAMENSTEL EN WALSSTRAAT

—: : . . ----------

De uitvinding heeft betrekking op een buffersamenstel voor een draad zoals bijvoorbeeld een metaaldraad. De uitvinding heeft tevens betrekking op een walsstraat voor metaaldraad waarin achtereenvolgens de 5 volgende bewerkingsstations staan opgesteld: - afwikkelmiddelen voor het van een bos afwikkelen van metaaldraad, » - middelen voor het verwijderen van de walshuid van de metaaldraad, 10 - middelen voor het met behulp van zeep reinigen van de metaaldraad, en - middelen voor het walsen van de draad.

Bij de verwerking van metaaldraad tot bijvoorbeeld staalmatten voor betonwapening worden 15 achtereenvolgens de bovengenoemde bewerkingsstations doorlopen. Om de walsbewerking continu te kunnen laten plaatsvinden wordt het aan de onderzijde gelegen uiteinde van een bos metaaldraad vastgelast aan de bovenzijde van een volgende te verwerken bos metaaldraad gelegen 20 uiteinde. Op deze wijze kunnen de bossen metaaldraad op continue wijze "over de kop" worden afgewikkeld. De gewalste metaaldraad kan vervolgens aan een verdere verwerkingseenheid worden toegevoerd zoals bijvoorbeeld een lasmachine voor staaldraadmatten. Om stilstand van 25 deze verdere verwerkingsmachine vanwege kortdurende storingen in de walsstraat te voorkomen, kan tussen de walsstraat en de verdere verwerkingsmachine een buffer worden geplaatst. Een dergelijke buffer heeft bijvoorbeeld de vorm van een enigszins taps toelopende 30 trommel waarop met relatief grote spanning de gewalste staaldraad getrokken wordt. Door de spanning op de draad 1 o 0 s 0 i 1 2 schuift deze over de trommel van een deel met een relatief grote dwarsdoorsnede naar een deel met een kleinere dwarsdoorsnede. Nadeel van deze buffer is de relatief grote kans op storingen, de kans op vervorming 5 van de staaldraad vanwege de spanning waarmee de draad op de trommel gewonden dient te worden en toename van torsie in de draad.

De uitvinding heeft tot doel een verbeterde bufferinrichting te verschaffen waarmee draad gebufferd 10 kan worden zonder deze onder spanning te borgen en met beperkte toename van de torsie in de draad. De uitvinding heeft tevens tot doel het verschaffen van een walsstraat waarin een bufferinrichting is opgenomen waarmee onderbrekingen in de toevoer van te verwerken draad 15 makkelijker verwerkt kunnen worden dan in een tot op heden bekende walsstraat.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een buffersamenstel voor een draad, zoals bijvoorbeeld een metaaldraad, omvattende: 20 - een houderlichaam voor het bevatten van de rond het houderlichaam wikkelbare draad, - rond het houderlichaam geplaatste geleidingsmiddelen waarvan het geleidingsoppervlak op ten minste twee van elkaar verschillende niveaus is gelegen ten opzichte van 25 de as voor het houderlichaam, en - middelen voor het ten opzichte van elkaar rond de as door het houderlichaam roteren van het houderlichaam en de geleidingsmiddelen.

Bij voorkeur is het houderlichaam in hoofdzaak 30 cilindervormig en heeft de zijwand van het houderlichaam aan één van de uiteinden een grotere diameter dan de diameter van de overige, grootste, deel van het in hoofdzaak cilindervormige houderlichaam. Het deel van het cilindervormige lichaam met een grotere diameter gaat bij 35 voorkeur gelijkmatig over in het overige cilindervormige deel van het houderlichaam. In nabij de geleidingsmiddelen los op het houderlichaam gewikkelde draad zal door de onderliggende beweging van het 10 0 4 0' 1 3 geleidingsoppervlak en het houderlichaam door dat geleidingsoppervlak zo ten opzichte van het houderlichaam verplaatst worden dat er na één volledige onderlinge rotatie nabij de geleidingsmiddelen ten minste weer 5 ruimte op het houderlichaam is gecreëerd voor opname van een volgende draadwikkeling. De geleidingsmiddelen duwen daartoe tegen de laatste op het houderlichaam aangebrachte draadwikkeling zodanig dat het hele pakket ten minste voldoende verplaatst wordt om de volgende 10 draadwikkeling op te nemen. Bij dit buffersamenstel vindt de verplaatsing in langsrichting ten opzichte van het houderlichaam dus niet plaats door de spanning waarmee de draadwikkeling op het houderlichaam is aangebracht maar doordat de geleidingsmiddelen een kracht uitoefenen op de 15 laatst aangebrachte draadwikkeling. Door deze constructie is het onnodig de draadwikkelingen met grote spanning op het houderlichaam te wikkelen, hetgeen bij de bestaande buffersamenstellen wel noodzakelijk is. Dit verschaft de voordelen zoals nagestreeft; relatief weinig torsie in de 20 gebufferde draad, weinig storingsgevoelige buffering etcetera. Door het houderlichaam daar waar de laatste draadwikkeling steeds op het houderlichaam wordt aangebracht een iets grotere diameter te verschaffen dan op enige afstand van de geleidingsmiddelen wordt het nog 25 makkelijker de draadwikkelingen door het geleidingsoppervlak te laten verplaatsen. Tevens is het mogelijk op enige afstand van de geleidingsmiddelen de draadwikkelingen "gestapeld" op het houderlichaam te bufferen. Dit wil zeggen dat er meerdere draadwikkelingen 30 over elkaar heen gelegen kunnen zijn op enige afstand van de geleidingsmiddelen.

De geleidingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een helixvormig oppervlak vertonen. Een andere voorkeursuitvoering kent geleidingsmiddelen opgebouwd uit 35 een aantal losse geleidingselementen die ten opzichte van de as door het houderlichaam op uiteenlopende hoogten zijn aangebracht. In een zeer voordelige voorkeursuitvoering worden de geleidingsoppervlakken door 1 m 0 *i 0 1 1 4 op uiteenlopende hoogten rond het houderlichaam geplaatste roteerbare wielen waarvan de asrichtingen loodrecht staan op de as door het houderlichaam. Afhankelijk van de te verwerken draad om de afmetingen 5 van het houderlichaam kan gekozen worden voor de meest voordelige uitvoering van de geleidingsmiddelen. Een helixvormig geleidingsmiddel heeft als voordeel dat de draad over grote lengte, dat wil zeggen maximaal één draadwikkeling ondersteund kan worden. Een voordeel van 10 het gebruik van roteerbare wielen is dat de wrijving tussen geleidingsmiddelen en de laatste draadwikkeling beperkt blijft.

Het houderlichaam is bij voorkeur door middel van een motor roteerbaar rond de as van het houderlichaam.

15 Daarbij zijn de geleidingsmiddelen bij voorkeur stationair verbonden met de motor voor aandrijving van het houderlichaam. Het roterende houderlichaam maakt het mogelijk met minimale krachtuitoefening de draad op het houderlichaam te wikkelen. Bovendien zijn geen complexe 20 wikkelmiddelen benodigd.

Het buffersamenstel is in een andere voorkeursuitvoering voorzien van een afwikkelmechanisme voor het van de houder afwikkelen van de daarop gewonden draad. Dit afwikkelmechanisme kan in een 25 voorkeursuitvoering zo uitgevoerd zijn dat het een rond de as van de houdermiddelen roteerbare arm omvat met een op afstand van het rotatiepunt aangebrachte geleider voor het geleiden van de draad. Het afwikkelmechanisme wikkelt draad van de houdermiddelen op afstand van de 30 geleidingsmiddelen. Dit wil zeggen dat van de draadwikkelingen die zich op het houderlichaam bevinden de in tijd eerst aangebrachte draadwikkeling door het afwikkelmechanisme dient te worden afgewikkeld. De roteerbare arm met geleidingsmiddelen voorkomt dat bij 35 het van de houdermiddelen wikkelen van draad knopen of andere hinderlijke bij-effecten ontstaan waardoor het afwikkelen onderbroken dient te worden.

10 0 4 0 1 1 5

De uitvinding omvat tevens een walsstraat van het in aanhef genoemde type waarbij tussen de middelen voor het met zeep reinigen van de metaaldraad en de middelen voor het walsen van de metaaldraad een buffersamenstel is 5 opgesteld. Deze positie voor de buffermiddelen kan slechts worden gerealiseerd doordat het buffersamenstel de draad met weinig kracht op de houdermiddelen wikkelt. De relatief storingsgevoelige processen geplaatst voor het buffersamenstel kunnen tijdelijk onderbroken worden 10 zonder dat dit gevolgen heeft voor de walsmiddelen en eventueel daarna geplaatste vervolgbewerkingen. Dit is in het bijzonder voordelig omdat de walsmiddelen continu dienen te functioneren voor het verkrijgen van een gewalste draad met constante kwaliteit. In het bijzonder 15 de walsmiddelen kunnen door deze walsstraat meer constant functioneren dan in de walsstraat volgens de stand der techniek.

De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren 20 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont:

Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspektivisch aanzicht op een buffersamenstel overeenkomstig de uitvinding, 25 Fig. 2a, 2b en 2c detailaanzichten van een dwarsdoorsnede door het buffersamenstel van fig. 1,

Fig. 3 een schematisch aanzicht op een walsstraat volgens de stand der techniek, en

Fig. 4 een schematisch aanzicht op een walsstraat 30 overeenkomstig de uitvinding.

Fig. 1 toont een buffersamenstel 1 waarop een staaldraad 2 gebufferd kan worden. In deze figuur is slechts één wikkeling van de staaldraad 2 weergegeven.

Het buffersamenstel 1 omvat een trommelvormig 35 houderlichaam 3 dat aan de onderzijde een breder uitlopend deel 4 bevat. Het trommelvormige houderlichaam 3 is door middel van een motor 5 roteerbaar. De motor 5 is star verbonden met een gestel 6. Op dit gestel 6 zijn 10 0 4u 1 1 6 opstaande steunen 7 aangebracht, welke steunen 7 roteerbare geleidingswielen 8,9,10,11,12,13 dragen. Het geleidingswiel 8 is daarbij het laagst opgesteld en de opvolgende geleidingswielen 9,10,11,12,13 zijn steeds een 5 weinig hoger opgesteld. Dit resulteert in een hoogteverschil van de geleidingswielen 8 en 13 dat ten minste even groot is als de dikte van de te bufferen staaldraad 2. Bij één volledige rotatie van het trommelvormige houderlichaam 3 zullen de geleidingswielen 10 8-13 de onderste winding van de staaldraad 2 ten minste zoveel naar boven schuiven over de zijwand van het houderlichaam 3 dat er ruimte is gecreëerd voor een volgende winding van de staaldraad 2. De geleidingswielen 8-13 duwen dus de onderste winding van de staaldraad 2 15 naar boven langs het houderlichaam 3. Dit zal verder worden verduidelijkt in de figuren 2a-c.

Aan de bovenzijde van het buffersamenstel 1 is een arm 14 aangebracht die vrij roteerbaar is rond een as 15. Deze as 15 is tevens de rotatie-as van het houderlichaam 20 3 en is star verbonden met het gestel 6. Een uiteinde van de arm 14 is voorzien van een geleidingswiel 16 waarmee de langs de gebufferde winding van de staaldraad 2 op de houder 3 van de houder genomen kan worden om via een tweede geleidingswiel 17 moet worden afgevoerd naar een 25 volgend bewerkingsstation. De arm 14 is vrij beweegbaar rond de as 15 en afhankelijk van de vraag van een volgend bewerkingsstation naar staaldraad 2 zal de arm 14 met grotere of kleinere snelheid staaldraad 2 van het houderlichaam 3 afwikkelen. Voor de duidelijkheid is in 30 deze figuur slechts één wikkeling van de staaldraad 2 weergegeven maar in de praktijk zal er een groot aantal wikkelingen staaldraad 2 om het houderlichaam 3 aanwezig zi jn.

Fig. 2a toont een dwarsdoorsnede door het laagste 35 geleidingswiel 8 en een deel van het houderlichaam 3.

Door middel van een onderbroken lijn is het hoogste geleidingswiel 13 weergegeven. Een onderste winding 18 van de staaldraad 2 wordt door een volledige rotatie van 1 o 0 'U1 ! 1 7 het houderlichaam 3 verplaatst naar het niveau waarop een voorgaande winding 19 van de staaldraad 2 zich bevindt. Het niveauverschil N tussen het laagste geleidingswiel 8 en het hoogste geleidingswiel 13 is ten minste even groot 5 als de dikte van de staaldraad 2.

Fig. 2b geeft de dwarsdoorsnede aan zoals getoond in fig. 2a, waarbij zich twee windingen 18,19 van de staaldraad rond het houderlichaam 3 bevinden, terwijl fig. 2c de situatie weergeeft waarin zich drie windingen 10 18,19,20 rond het houderlichaam 3 bevinden. Bij iedere volgende nieuw op te brengen winding worden de boven gelegen windingen 18,19,20 naar boven verplaatst. Aangezien het houderlichaam 3 aan de onderzijde is voorzien van een verbreed deel 4 zal na een aantal 15 windingen er meer ruimte aanwezig zijn voor een bepaalde winding 18,19,20 rond het houderlichaam 3 zodat de windingen 18,19,20 in verschillende lagen over elkaar kunnen gaan liggen.

Fig. 3 toont een walsstraat 21. Daarin is een bos 20 draadmateriaal 22 op een doorn 23 geplaatst. Door een wiel 24 wordt metaaldraad 2 van de bos 22 onttrokken om via middelen 25 voor het verwijderen van de walshuid van de metaaldraad 2 aan een zeepinrichting 26 te worden toegevoerd alwaar de metaaldraad wordt gereinigd. Na de 25 zeepinrichting 26 is een walsinrichting 27 geplaatst. Na de walsinrichting 27 kan de gewalste metaaldraad 2 aan een volgende inrichting worden toegevoerd.

In de walsstraat 28 overeenkomstig de uitvinding is het aanvangstraject gelijk aan dat in de bestaande 30 walsstraat 21. Een belangrijk verschil is echter dat tussen de zeepinrichting 26 en de walsinrichting 27 het buffersamenstel 1 zoals getoond in figuur 1 is opgenomen. Bij storingen in het voortraject van de walsstraat 28, dat wil afzeggen bij het afwikkelen van de draadbos 22, 35 het verwijderen van de walshuid in de inrichting 25 of het reinigen van de draad 2 in de zeepinrichting 26 zal de walsbewerking 27 doorgaan kunnen vinden, ten minste voor zolang het buffersamenstel 1 daartoe is voorzien van U' ' . ! i 8 voldoende gebufferde draad 2. De rotatiesnelheid van de arm 14 van het buffersamenstel 1 is afhankelijk van de gevraagde hoeveelheid draad door de walsinrichting 27.

1 0 0 } o 1 1

Claims (11)

1. Buffersamenstel voor een draad, zoals bijvoorbeeld een metaaldraad, omvattende: - een houderlichaam voor het bevatten van de rond het houderlichaam wikkelbare draad, 5. rond het houderlichaam geplaatste geleidingsmiddelen waarvan het geleidingsoppervlak op ten minste twee van elkaar verschillende niveaus is gelegen ten opzichte van de as voor het houderlichaam, en - middelen voor het ten opzichte van elkaar rond de as 10 door het houderlichaam roteren van het houderlichaam en de geleidingsmiddelen.

2. Buffersamenstel volgens conclusie 1, waarbij het houderlichaam in hoofdzaak cilindervormig is en de zijwand van het houderlichaam aan één van de uiteinden 15 een grotere diameter heeft dan de diameter van het overige, grootste, deel van het in hoofdzaak cilindervormige houderlichaam.

3. Buffersamenstel volgens conclusie 2, waarbij het deel van het cilindervormige lichaam met de grotere 20 diameter gelijkmatig overgaat in het overige cilindervormige deel van het houderlichaam.

4. Buffersamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de geleidingsmiddel een helixvormig oppervlak vertonen.

5. Buffersamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de geleidingsmiddelen een aantal losse geleidingselementen omvat die ten opzichte van de as door het houderlichaam op uiteenlopende hoogte zijn aangebracht.

6. Buffersamenstel volgens conclusie 5, waarbij de geleidingsoppervlakken worden gevormd door op 1 0 0 · > 0 1 1 uiteenlopende hoogte rond het houderlichaam geplaatste roteerbare wielen en de asrichtingen van de wielen loodrecht staan op de as door het houderlichaam.

7. Buffersamenstel volgens één der voorgaande 5 conclusies, waarbij het houderlichaam door middel van een motor roteerbaar is rond de as van het houderlichaam.

8. Buffersamenstel volgens conclusie 7, waarbij de geleidingsmiddelen stationair zijn verbonden met de motor voor aandrijving van het houderlichaam.

9. Buffersamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het samenstel tevens is voorzien van een afwikkelmechanisme voor het van de houder afwikkelen van daarop gewonden draad.

10, Buffersamenstel volgens conclusie 9, 15 waarbij het afwikkelmechanisme een rond de as van de houdermiddelen roteerbare arm omvat met een op afstand van het rotatiepunt aangebrachte geleider voor het geleiden van de draad.

11. Walsstraat voor walsdraad waarin 20 achtereenvolgens de volgende bewerkingsstations staan opgesteld: - afwikkelmiddelen voor het van een bos afwikkelen van metaaldraad, - middelen voor het verwijderen van de walshuid van de 25 metaaldraad, - middelen voor het met behulp van zeep reinigen van de metaaldraad, en - middelen voor het walsen van de draad, waarbij tussen de middelen voor het met zeep reinigen van de metaaldraad 30 en de middelen voor het walsen van de metaaldraad een buffersamenstel volgens één der voorgaande conclusies is opgesteld. -Λ ' ^ i v - ' ’ J