NL1003955C1 - Tube. - Google Patents

Tube. Download PDF

Info

Publication number
NL1003955C1
NL1003955C1 NL1003955A NL1003955A NL1003955C1 NL 1003955 C1 NL1003955 C1 NL 1003955C1 NL 1003955 A NL1003955 A NL 1003955A NL 1003955 A NL1003955 A NL 1003955A NL 1003955 C1 NL1003955 C1 NL 1003955C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
shoulder
apron
shoulder part
shaped
Prior art date
Application number
NL1003955A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Toex V O F
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Toex V O F filed Critical Toex V O F
Priority to NL1003955A priority Critical patent/NL1003955C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1003955C1 publication Critical patent/NL1003955C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D35/00Pliable tubular containers adapted to be permanently or temporarily deformed to expel contents, e.g. collapsible tubes for toothpaste or other plastic or semi-liquid material; Holders therefor
    • B65D35/02Body construction
    • B65D35/04Body construction made in one piece
    • B65D35/08Body construction made in one piece from plastics material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D2231/00Means for facilitating the complete expelling of the contents

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Tubes (AREA)

Description

Titel: Tube
De uitvinding heeft betrekking op een tube volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke tube heeft het voordeel dat deze volledig is vervaardigd uit kunststof, zodat, wanneer de 5 tube leeg is, de afvalverwerking van de tube eenvoudig is. Voordat de volledig uit kunststof vervaardigde tubes in gebruik werden genomen, waren tubes veelal vervaardigd uit een plastisch vervormbare metaalfolie of uit een plastisch vervormbaar laminaat van metaalfolie en kunststof. De volledig 10 uit metaal vervaardigde tube had tot bezwaar dat deze moeilijk is te voorzien van een opdruk en dat tijdens het gebruik van de tube de opdruk van de tube loslaat. Bovendien is de volledig uit metaal vervaardigde tube uit milieutechnisch oogpunt bijzonder ongunstig. De uit een 15 laminaat van metaalfolie en kunststof vervaardigde tube kan weliswaar op geschikte wijze van een opdruk worden voorzien, echter, de afvalverwerking van een dergelijke tube is rampzalig aangezien de kunststof- en de metaallaag van het laminaat nauwelijks van elkaar zijn te scheiden.
20 Steeds strengere milieu-eisen hebben er toe geleid dat de tubes tegenwoordig meestal geheel uit kunststof worden vervaardigd.
Dergelijke kunststof tubes hebben echter het bijzonder grote bezwaar dat deze niet op eenvoudige wijze volledig 25 kunnen worden geleegd. In de eerste plaats is de kunststof van het schouderdeel in het algemeen van een zeer stijve kwaliteit, hetgeen de vervorming van de tube bemoeilijkt. Bovendien beschikt de kunststof, in het bijzonder het uit kunststof vervaardigde schouderdeel, over een aanzienlijke 30 elasticiteit, welke elasticiteit de plastische deformatie van de tube in de weg staat. Voor zover de tube in een samengevouwen stand kan worden gebracht is er, in verband met de elasticiteit, een aanzienlijke kracht noodzakelijk om de tube in deze samengevouwen stand te houden. In de 10 0 3 9 5 9 2 praktijk, blijkt het niet mogelijk te zijn de tube in een samengevouwen stand te houden tenzij de tube met beide handen wordt samengeknepen. Een derde hand om het object vast te houden waarop de inhoud van de tube moet worden 5 opgebracht, zoals bijvoorbeeld een tandenborstel, ontbreekt echter, zodat er meestal van wordt afgezien de tube volledig leeg te knijpen. Wanneer toch wordt getracht de tube volledig te ledigen, leidt dit meestal tot mors van de zich in de tube bevindende substantie. Indien de tube eerst met 10 twee handen wordt samengeknepen tot de samengevouwen toestand en vervolgens deze tube wordt overgepakt in één hand, veert de tube, als gevolg van de elasticiteit van de kunststof, weg uit de samengevouwen stand waarbij tevens althans een deel van de, in de samengevouwen stand uit het 15 afgiftekanaal geperste substantie weer in de tube wordt opgezogen.
De uitvinding beoogt een tube waarbij de hierboven beschreven problematiek zich niet voordoet.
De tube van het in de aanhef vermelde type wordt 20 hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
De aanwezigheid van de vervormingszone maakt het mogelijk dat de tube eenvoudig in een samengevouwen stand kan worden gebracht en eenvoudig in deze samengevouwen stand 25 kan worden gehouden met behulp van één hand. Hierdoor houdt men de andere hand vrij om een object vast te houden waarop de zich in de tube bevindende substantie moet worden opgebracht. De tube volgens de uitvinding kan derhalve op eenvoudige wijze met één hand althans nagenoeg volledig 30 worden geleegd met een minimale kans op morsen.
Onder eenvoudig met één hand in de samengevouwen stand te brengen en te houden dient in deze te worden begrepen dat het merendeel van de beoogde gebruikers, waaronder ook kinderen en ouderen, zonder excessieve krachtsuitoefening, 35 dat wil zeggen op ergonomisch verantwoorden wijze, de tube in de samengevouwen stand kan brengen en houden. Op deze wijze kan de tube in tegenstelling tot de bekende tubes op 1003955 3 eenvoudige wijze althans nagenoeg geheel worden geleegd, hetgeen minder verspilling oplevert, economisch en ergonomisch voordelig is en bovendien tot minder ergernis leidt bij de gebruikers. Een verder voordeel van een tube 5 volgens de uitvinding is dat bij het leegknijpen van de tube de inhoud niet, zoals bij de bekende tube, met kracht wordt gelanceerd uit de tube door de achter de massa in de tube gevangen lucht, aangezien de druk op de massa in hoofdzaak door de delen van het schoudervlak en/of de flexibele wand 10 wordt geleverd.
Een tube volgens de uitvinding kan voor het verpakken van allerlei verschillende soorten goederen worden gebruikt, zoals pasta- en gelvormige producten en andere relatief visceuse substanties.
15 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding wordt de tube gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 2.
Met name het stijvere schouderdeel wordt door deze maatregelen eenvoudig vervormbaar, zodat de tube eenvoudig met één hand in de samengevouwen stand kan worden gebracht 20 en gehouden. Door slechts een gedeelte van het schouderdeel relatief dun of althans flexibel uit te voeren, wordt het voordeel behouden dat de tube tijdens normaal gebruik zijn aangename uiterlijk behoudt. Immers, het schouderdeel behoudt zijn oorspronkelijke vorm totdat dit met opzet wordt 25 s amengevouwen.
Eventueel beschikt de tube volgens de uitvinding tevens over de in conclusie 3 aangegeven maatregelen. Met een dergelijke constructie wordt bereikt, dat bij het in de samengevouwen toestand brengen van de tube, de zich in de 30 tube bevindende substantie naar het afgiftekanaal wordt geperst in plaats van naar de door de flexibele, hulsvormige wand ingesloten ruimte van de tube. Aangezien in het algemeen de tubes zijn voorzien van een dop waarop de tube wordt geplaatst wanneer deze niet in gebruik is, zal de zich 35 in de tube bevindende substantie zich bij het openen van de tube in het algemeen nabij het schouderdeel bevinden. Door de maatregelen van conclusie 3 wordt, wanneer de tube bijna 10 0 3 955 4 leeg is, het laatste restje substantie, in de samengevouwen stand van de tube, ingesloten in de geïsoleerde ruimte die volledig wordt begrensd door het schouderdeel. Uit deze geïsoleerde ruimte kan de substantie slechts ontsnappen via 5 het afgiftekanaal.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.
10 Fig. 1 is een doorgesneden voor-aanzicht van een tube volgens de stand van de techniek, volgens de lijn I-I in fig. 2;
Fig. 2 is een doorgesneden zij-aanzicht van een tube volgens fig. 1, in normale toestand, volgens de lijn II-II 15 in fig. 1;
Fig. 3 is een doorgesneden zij-aanzicht van een tube volgens fig. 1, in nagenoeg leeggeknepen toestand, volgens de lijn II-II in fig. 1;
Fig. 4 is een doorgesneden zij-aanzicht van een tube 20 volgens de lijn IV-IV in fig. 5, in normale, volle toestand;
Fig. 5 is een vooraanzicht van een tube volgens fig. 4, in althans nagenoeg leeggeknepen toestand;
Fig. 6 is een doorgesneden zij-aanzicht van een tweetal tubes volgens de lijn IV-IV in fig. 5, in althans nagenoeg 25 leeggeknepen toestand;
Fig. 7-10 zijn doorgesneden aanzichten van een tube volgens de lijn VII-VII in fig. 4, in een aantal verschillende uitvoeringsvormen;
Fig. 11 is een doorgesneden zij-aanzicht van een tube 30 in een alternatieve uitvoeringsvorm;
Fig. 12 toont in zij-aanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een tube volgens de uitvinding
Fig. 13 is een zij-aanzicht van een samenstel van een tube van de bekende soort of volgens de uitvinding en een 3 5 vervormingsmiddel.
Een tube volgens de stand van de techniek en volgens de uitvinding zullen ter vereenvoudiging slechts worden 10 0 3 9 55 5 beschreven aan de hand van een tandpasta-tube, waarbij aan de inhoud van de tube zal worden gerefereerd als tandpasta. Het zal duidelijk zijn dat vele verschillende toepassingen van een tube volgens de uitvinding mogelijk zijn, zoals 5 stylinggel, anti-zonnebrandmiddelen en andere middelen voor de lichaamsverzorging, medicinale middelen en voor producten die bijvoorbeeld in het huishouden, de voedselvoorziening of in de hobbysfeer worden toegepast.
Fig. 1 toont een doorgesneden voor-aanzicht van een 10 tube 1 volgens de stand van de techniek, bestaande uit een schouder 2, een zich centraal vanaf de schouder uitstrekkend afgiftekanaal 3, een relatief ten opzichte van de schouder 2 flexibele wand 4 en een dop 5. De schouder 2 heeft een cirkelvormige, enigszins conische vorm, toelopend in de 15 richting van het afgiftekanaal 3. Vanaf de buitenste rand 6 van de schouder 2 strekt zich in de van het afgiftekanaal 3 afgekeerde richting een schort 7 uit. De wand 4 strekt zich cilindervormig uit vanaf de buitenrand 6 van de schouder 2 langs het schort 7 in een van het afgiftekanaal 3 afgekeerde 20 richting. Het van de schouder 2 afgekeerde einde van de wand 4 is samengeknepen en afgedicht tot een lijnvormig, afgesloten einde 8. De dop 5 is schroefbaar op het afgiftekanaal 3 voor afsluiting daarvan. Tijdens gebruik wordt de tube 1 in een wachtpositie opgesteld op het 25 eindvlak 9 van de dop 5, zodanig dat de inhoud van de tube 1 in de richting van het afgiftekanaal 3 wordt gedwongen onder invloed van de zwaartekracht. Voor het afgeven van de inhoud wordt de dop 5 verwijderd en de wand 4 enigszins samengeknepen, zodanig dat een gedeelte van de inhoud naar 30 buiten wordt gedwongen via het afgiftekanaal 3. Een dergelijke tube is bekend als sta-tube.
De tube 1 is bij voorkeur uit slechts één materiaal vervaardigd, waardoor de verwerking daarvan ook na gebruik eenvoudig is. De schouder 2 en de wand 4 zijn bij voorkeur 35 vervaardigd door spuitgieten, waarbij deze tijdens het spuitgietproces van ten minste één der delen met elkaar verbonden kunnen worden. Overigens zijn ook andere 10 0 3 955 6 vervaardigingsmethoden mogelijk, zoals bijvoorbeeld een geheel of gedeeltelijk geëxtrudeerde wand, waarbij de schouder binnen de wand wordt aangebracht door spuitgieten, verlijmen, lassen of dergelijke. Allerlei variaties daarop 5 zijn mogelijk.
In fig. 2 is de tube 1 in een volle toestand weergegeven, in fig. 3 in nagenoeg leeggeknepen toestand. Zoals duidelijk uit de figuren blijkt kan deze tube 1 vanuit de in fig. 3 getoonde stand niet of slechts met ongewenst 10 veel moeite en kracht verder leeg worden geknepen. Daardoor blijft een relatief grote hoeveelheid in de tube 1 achter, welke met de tube 1 zal worden weggegooid. Bovendien levert het gebruik van een dergelijke bekende tube 1, ondanks de voordelen daarvan bij de afvalverwerking, voor de gebruikers 15 veel ergernis op.
Fig. 4 toont een zij-aanzicht van een langs een middenlangsvlak V doorgesneden tube 11. Gelijke delen hebben gelijke verwijzingscijfers, vermeerderd met 10. Fig. 7 toont een doorsnedeaanzicht van de tube 11.
20 De schouder 12 is aan de binnenzijde, dat wil zeggen de holle, naar de binnenruimte 10 van de tube 11 gekeerde zijde voorzien van een tweetal zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekkende vouwlijnen 20 (fig. 4 en 7), welke aan weerszijden, ongeveer tegen het afgiftekanaal 13 aanliggen. 25 De vouwlijnen 20 worden gevormd door in de schouder aangebrachte, rechte sleufvormige verdiepingen, welke aan beide einden 21 aanliggen tegen het schort 16. In het schort 16 is ter hoogte van de einden 21 van de vouwlijnen 20 steeds een uitsparing 22 aangebracht die zich ook tussen de 30 vouwlijnen 20 uitstrekt, over althans nagenoeg de volle hoogte van het schort 16. De wanddikte D van het schort 16 ter hoogte van de uitsparingen 22 is derhalve aanmerkelijk kleiner dan de wanddikte D' van de rest van het schort 16. Overigens kunnen de uitsparingen 22 zich ook volledig door 35 het schort 16 uitstrekken, dat wil zeggen dat het schort 16 ter plaatse geheel is weggenomen. Bovendien kan de uitsparing 22 zich over minder dan de gehele hoogte van het 10 0 3 955 7 schort 16 uitstrekken of gedeeltelijk in de schouder 12 voorzetten. De vormgeving van de uitsparing 22 bepaalt in aanmerkelijke mate de vervormbaarheid van de schouder, en daarmee van de tube 11. De uitsparingen 22 hebben bij 5 voorkeur een breedte die ten minste overeenkomt met de dubbele hoogte van het schort 16 en/of de langsranden 25 van de uitsparingen divergeren in de van de schouder 12 afgekeerde richting. De voordelen daarvan worden nog nader toegelicht.
10 Het schort 16 heeft in deze uitvoeringsvorm bij voorkeur een enigszins driehoekige vorm, waarvan de top van de schouder 12 is afgekeerd. De vouwlijnen 20 kunnen bijvoorbeeld een gebogen, halfrond of V- of U-vormig profiel hebben en vloeiend overgaan in de rest van de schouder 12.
15 De wand 14 ligt met de binnenzijde aan tegen de buitenzijde van het schort 16 en is daarmee en/of met het bovenvlak van de schouder 12 verbonden. De vouwlijnen 20 strekken zich in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld uit evenwijdig aan de richting van het einde 18 van de tube 11, waardoor de tube 20 nagenoeg volledig vlak te vervormen is, zoals nog nader zal worden toegelicht.
Fig. 5 en 6 tonen een tube 11 volgens fig. 4 in geheel of gedeeltelijk samengeknepen toestand. Zoals duidelijk blijkt uit fig. 6 wordt bij het samenknijpen van de althans 25 nagenoeg lege tube 11 de schouder 12 samengevouwen langs de beide vouwlijnen 20, waarbij het daartussen gelegen deel 23, waaraan het afgiftekanaal 13 is bevestigd, zijn oorspronkelijke vorm en positie in hoofdzaak behoudt. De beide via de vouwlijnen 20 daaraan verbonden randdelen 24', 30 24" van de schouder 12 worden onder een hoek met het tussengelegen deel 23 gedwongen, zodanig het deel van het schort 16 op het ene randdeel 24' het deel van het schort 16 van het andere randdeel 24" nagenoeg of geheel raakt. Tussen de randdelen 24’, 24" en het tussengelegen deel 23 wordt 35 daardoor een in de richting van het afgiftekanaal 13 open ruimte 10A ingesloten. De delen van het schort 16 ter hoogte van de uitsparingen 22 worden daarbij binnen- of 100 3 955 8 buitenwaarts, eventueel onder medeneming van de wand 14 ter plaatse, vervormd ten einde de vervorming van de tube 11 mogeljk te maken zonder dat deze beschadigd op een wijze dat de inhoud van de tube op andere wijze dan via het 5 afgiftekanaal 13 de tube 11 kan verlaten. De langsranden 25 van de uitsparingen 22 bewegen daarbij in de uitsparingen 22, zodanig dat het relatief stijve gedeelte van het schort niet of althans nauwelijks vervormd hoeft te worden.
Daardoor is voor het samenvouwen van de schouder 12 relatief 10 weinig kracht nodig, hetgeen gebruikstechnisch, in het bijzonder ergonomisch voordelig is.
De schouder 12 is in een voordelige uitvoeringsvorm zodanig uitgevoerd dat bij het samenvouwen daarvan althans gedeeltelijk plastische vervormingen optreden en/of 15 vasthoudkrachten optreden voor het vasthouden van de randdelen 24 van de schouder in de samengevouwen toestand. Doordat de vouwlijnen 20 ten minste in één richting, evenwijdig aan het middenlangsvlak V van de tube, gebogen zijn zullen de randdelen 24 bij voldoende doorzetten daarvan 20 in de naar elkaar gekeerde richting, als gevolg van de vervormigskrachten in deze stand worden vastgehouden. Daardoor blijft de schouder 12 in de samengevouwen stand staan, waardoor slechts eenmaal de voor het samenvouwen benodigde kracht geleverd dient te worden en bovendien een 25 extra sterke invloed van de zwaartekracht wordt verkregen bij het op de dop plaatsen van de samengeknepen tube,. Immers, de hellingshoek van de randdelen 24 van de schouder 12 wordt daardoor vergroot. Het kan daarbij voordelig zijn het middendeel 23 van de schouder 12 in de richting van het 30 afgiftekanaal een sterkere hellingshoek te geven dan de randdelen 24 in onvervormde toestand van de schouder 12.
Tijdens het naar elkaar toe bewegen van de randdelen 24', 24" wordt een zich daartussen bevindende hoeveelheid tandpasta onder druk gebracht. Doordat de delen van het 35 schort 16 tegen elkaar worden bewogen kan de tandpasta niet vrij in de richting van de binnenruimte 10 bewegen en zal daarom door het afgiftekanaal worden gedwongen. De 10 0 3 955 9 bewegingen van de tandpasta in en door het afgiftekanaal worden slechts gestuurd door de mate van samenknijpen van de randdelen 24 van de schouder, niet door eventueel in de binnenruimte 10 van de tube 11 samengeperste lucht, zoals 5 bij gebruik van de bekende tube 1. Bij de bekende tube 1 wordt een resthoeveelheid tandpasta door die samengeperste lucht met zoveel kracht en zodanig plotseling door het afgiftekanaal 13 gedwongen dat deze daaruit wordt gelanceerd en niet gedoseerd op een tandeborstel terechtkomt. Knoeien 10 van tandpasta is daardoor veelal het gevolg. Bij een tube 11 volgens de uitvinding kunnen de kracht waarmee en de richting waarin de tandpasta wordt afgegeven exact worden gedoseerd, ook wanneer de laatste hoeveelheid tandpasta uit de tube wordt geknepen.
15 Fig. 8 toont een doorgesneden aanzicht van een tube 111 in een alternatieve uitvoeringsvorm. In deze uitvoeringsvorm zijn de vouwlijnen 120 gebogen ten opzichte van het gesloten einde 8 van de tube, zodanig dat de einden 121 van de vouwlijnen 120 nabij het schort 116 althans nagenoeg tegen 20 elkaar liggen, terwijl het afgiftekanaal 113 tussen de vouwlijnen is opgenomen. De vouwlijnen 120 eindigen in of tegen uitsparingen 122 in het schort 116 en zijn dubbelgekromd. Het tussengelegen deel 123 is kleiner dan bij de eerder beschreven tube, waardoor bij vervorming van de 25 schouder 112 de ingesloten ruimte 110A kleiner is. Bovendien blijft de schouder 112 eenvoudiger in de samengevouwen stand staan. Voorts kan de vervorming van de wand 104 bij deze uitvoeringsvorm worden beperkt tijdens het samenvouwen van de schouder 112.
30 Fig. 9 toont een derde uitvoeringsvorm van een tube 211 volgens de uitvinding, waarbij het middendeel 223 in zijn geheel relatief flexibel is uitgevoerd, zodanig dat de langsranden 220 daarvan functioneren als vouwlijnen, terwijl tevens het middendeel 223 vervormbaar is. De uitsparingen 35 222 hebben ongeveer dezelfde breedte als het middendeel 223.
Daardoor is de tube 211 nog verder en eenvoudiger te legen.
10 0 3 9 5 5 10
Fig. 10 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een tube 311 volgens de uitvinding, waarbij de schouder 312 in hoofdzaak is opgebouwd uit een om het afgiftekanaal 313 aangebrachte middenring 330, een concentrisch ten 5 opzichte daarvan aangebrachte annulaire rand 331 en een aantal de annulaire rand 331 met de middenring verbindende spaken 332. Tussen de spaken 332, de middenring 331 en de annulaire rand 330 is een schoudervlak 312A gevormd dat een relatief geringe dikte heeft ten opzichte daarvan en 10 daardoor relatief eenvoudig vervormbaar is. Bij deze uitvoeringsvorm is geen afhangend schort opgenomen maar is de wand 304 direct aan de annulaire rand 330 bevestigd. Bij het samenvouwen van de op deze wijze uitgevoerde schouder worden de schoudervlakken 312A eenvoudig vervormd, waardoor 15 de schouder paraplu-vormig kan worden samengevouwen, onder vervorming van de annulaire rand 330. Overigens kan uiteraard ook deze schouder 312 worden dubbelgevouwen. Bovendien kan een ander aantal spaken zijn voorzien, terwijl de annulaire rand kan zijn voorzien van onderbrekingen en/of 20 verzwakkingen voor het vereenvoudigen van de vervorming daarvan.
Uiteraard kunnen bij een tube 11, 111, 211 volgens de uitvinding de uitsparingen 22, 122, 222 worden weggelaten, evenals het gehele schort 16, 116, 216, terwijl de 25 uitsparingen bovendien anders kunnen zijn uitgevoerd en/of geplaatst. Zo kan bijvoorbeeld aan elk uiteinde van elke vouwlijn een aparte uitsparing zijn aangebracht. Bovendien kunnen de vouwlijnen worden weggelaten, waarbij de vervormbaarheid van de schouder wordt verkregen door 30 uitsparingen in het schort en een relatief ten opzichte van het schort eenvoudig vervormbaar schouderbovenvlak. Verschillende combinaties zijn mogelijk.
Fig. 11 toont in doorgesneden zij-aanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een tube 411 volgens de 35 uitvinding. Hierbij omvat de schouder 412 een annulaire rand 430, welke slechts door relatief dunne, eenvoudig vervormbare spaken 432 met het afgiftekanaal 413 is 1003155 11 verbonden. De flexibele wand 404 is bij deze uitvoeringsvorm doorgezet over de annulaire rand 430 en is bevestigd tegen het afgiftekanaal 413. De relatief dunne spaken 432 bewerkstelligen dat de annulaire rand 430 tijdens normaal 5 gebruik op zijn plaats blijft ten opzichte van ten minste het afgiftekanaal 413. Bij vervorming van de tube 411, in het bijzonder de schouder 412 wordt de annulaire ring 430 samengeknepen, zodanig dat deze nagenoeg plat is, waarbij de flexibele wand 404 wordt meevervormd. Bij gebruik van een 10 dergelijke tube 411 kan nagenoeg de gehele inhoud van de tube worden afgegeven zonder dat veel kracht daartoe noodzakelijk is, terwijl de vervorming van de tube 411 eenvoudig met een hand te bewerkstelligen en te continueren is, ook voor bijvoorbeeld ouderen, kinderen en minder 15 validen.
Fig. 12 toont in zij-aanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een tube 511 volgens de uitvinding. De schouder 512 kan bij deze tube 511 op een eerder beschreven wijze volgens de uitvinding zijn uitgevoerd of zoals bij de 20 bekende tube. Bij deze tube 511 zijn twee vervormii.gszones 560 opgenomen in de flanken 561 van de tube 511, in de vorm van twee tegenover elkaar aangebrachte deuken 562. De wand van de deuk 562 kan enigszins dunner of althans flexibeler zijn uitgevoerd dan de rest van de wand 504 van de tube 511. 25 Deze tube 562 kan als volgt worden gebruikt.
Indien de tube 511 nagenoeg leeg is wordt de wand 504 van de tube 511 plat geknepen en dubbelgevouwen over een lijn ongeveer haaks op de lengterichting van de tube 511 tussen ongeveer de middens van de deuken 562. De wand van de 30 deuken 562 zal worden weggedrukt en de tube 511 beschadigt daarbij niet, terwijl bijvoorbeeld met de duim van een hand een deel van de wand 504 dat over de schouder is gelegen in de richting van of zelfs tegen het afgiftekanaal 513 kan worden gedrukt. Op deze wijze kam de tube 511 eenvoudig en 35 nagenoeg zonder kracht verder leeg worden gedrukt. De samengevouwen tube 511 is in fig. 12 door onderbroken lijnen schematisch weergegeven.
1003955 12
Een tube 11, 111, 211, 311, 411, 511 volgens de uitvinding biedt het voordeel boven de bekende tube 1 dat deze op ergonomisch voordelige en bovendien gecontroleerde wijze nagenoeg geheel te legen is, terwijl de tube tijdens 5 normaal gebruik zijn aantrekkelijke, strakke vorm behoudt. Immers, voor het samenvouwen van de tube dient op de schouder een.moment te worden uitgeoefend, terwijl tijdens gebruik optredende radiale krachten op de schouder geen vervoming van de tube tot gevolg hebben. Ook bij het 10 samenknijpen van alleen de wand zullen geen of slechts zeer geringe, ten minste in het elastisch bereik liggende vervormingen optreden.
Fig. 13 toont een samenstel S volgens de uitvinding van een tube 1, 11, 111, 211, 311, 411, 511 en een 15 vervormingsmiddel 50. Ter vereenvoudiging zal het samenstel S worden beschreven aan de hand van een tube in de eerste uitvoeringsvorm. Duidelijk zal zijn dat elke tube van de onderwerpelijke soort, derhalve ook de bekende tube, in een dergelijk samenstel S kan worden toegepast. Het 20 vervo_mingsmiddel 50 is ingericht voor het samenvouwen van ten minste de schouder 12 van de tube 11. Het vervormingsmiddel 50 is losneembaar van de tube 11 en omvat een middendeel 51 en in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een tweetal zich vanaf het middendeel 51 uitstrekkende 25 vleugels 52. Het middendeel 51 is ongeveer cirkelvormig en heeft een centrale opening 53 die passend over de buitenzijde van het afgiftekanaal 13 van de tube 11 kan worden geplaatst. Daartoe is bijvoorbeeld een tweetal tegenover elkaar geplaatste lippen 54 aangebracht die kunnen 30 aangrijpen op de niet getoonde schroefdraad op het afgiftekanaal 13, welke schroefdraad dienst doet voor het kunnen bevestigen van de dop 15 over het afgiftekanaal 13.
Bij een op de tube 11 bevestigde positie van het vervormingsmiddel 50 strekken de vleugels 52 zich langs het 35 buitenvlak van de schouder 12 tot buiten de schouder uit. De vleugels 52 zijn relatief stijf en zijn zwenkbaar met het middendeel 51 verbonden. Het vervormingsmiddel is relatief 10 0 3 9 55 13 plat, zodanig dat bij op het afgiftekanaal 13 geplaatste, afsluitende dop 15 het vervormingsmiddel tussen de schouder 12 en de dop 15 kan zijn opgenomen, in nagenoeg onvervormde toestand. Indien de tube 11 nagenoeg leeg is kan het 5 vervormingsmiddel over het afgiftekanaal worden geschroefd of geschoven of anderzins bevestigd, zodanig dat de vleugels op de schouder 12 liggen. Vervolgens worden de vrije einden 55 van de vleugels 52 aangegrepen en in de richting van het einde 18 van de tube 11 bewogen, naar elkaar toe. Daardoor 10 wordt de schouder tussen de vleugels 52 meevervormd en samengevouwen. Doordat de vleugels 52 zich buiten de schouder 12 uitstrekken is het moment dat met behulp van de vleugels 52 op de schouder 12 kan worden uitgeoefend groter dan bij aangrijping van de langsrand van de schouder 12.
15 Daardoor is minder kracht nodig voor het vervormen en in de vervormde stand houden van de tube 11, althans de schouder 12 daarvan. De vleugels 52 kunnen daarbij zodanig zijn uitgevoerd dat deze bijvoorbeeld in elkaar kunnen grijpen bij de althans deels samengevouwen stand van de schouder, 20 zodanig dat de vleugels 52 de schouder 12 en daarmee de tube 11 in de deels samengevouwen stand vastzetten. Daardoor hoeft slechts één keer de voor het samenvouwen benodigde kracht te worden geleverd. Verdere vervorming van de schouder 12 is daarna relatief eenvoudig. Wanneer de tube 11 25 leeg is kan het vervormingsmiddel 50 worden losgenomen en worden hergebruikt bij een andere tube 11.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en de beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk.
30 Zo kan een tube volgens de uitvinding worden samengesteld uit een geëxtrudeerde wand en een gespuitgiete schouder of geheel zijn gespuitgiet, in één of meerdere delen. De vervormingszone of -zones kunnen op andere wijzen zijn uitgevoerd, waarbij bijvoorbeeld een schouder kan zijn 35 gevormd met slechts één vouwlijn of juist meerdere vouwlijnen, evenwijdig aan het einde van de tube of juist een hoek daarmee insluitend. Zoals gesteld kunnen allerlei 10 0 3 9 55 14 soorten inhoud in de tube worden opgenomen en de tube kan in allerlei formaten en buitenvormen worden uitgevoerd. Zo kan de schouder anders dan cirkelvormig zijn, bijvoorbeeld ovaal of veelhoekig, en bovendien kan de schouder bijvoorbeeld 5 meer of minder vlak zijn uitgevoerd. De dop kan losneembaar zijn of bijvoorbeeld via schamiermiddelen met de tube zijn verbonden of zelfs worden weggelaten wanneer een andere sluitinrichting is voorzien. Het vervormingsmiddel kan anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld vast met de tube zijn 10 verboden, als geïntegreerd deel van de schouder, van meer of minder vleugels zijn voorzien en op andere wijze aan of om de tube bevestigbaar zijn.
Deze en vele vergelijkbare aanpassingen en variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
10 0 3 955

Claims (10)

1. Tube voorzien vein een schouderdeel met een afgiftekanaal en een op het schouderdeel aansluitende, hulsvormige, flexibele wand, die aan de van het schouderdeel afgekeerde zijde is afgesloten, waarbij zowel het 5 schouderdeel.als de hulsvormige wand zijn vervaardigd uit kunststof, met het kenmerk, dat ten minste één vervormingszone is voorzien voor het in een samengevouwen stand brengen van de tube aan ten minste het schouderdeel gelegen einde en voor het verschaffen van de mogelijkheid de 10 tube met één hand in de samengevouwen stand te houden.
2. Tube volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één vervormingszone een aantal delen van het schouderdeel omvat, welke delen relatief dun of althans eenvoudig buigbaar zijn ten opzichte van overige delen van 15 het schouderdeel.
3. Tube volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de samengevouwen stand twee diametraal tegenover elkaar gelegen omtrekshelften van een naar de flexibele, hulsvormige wand toegekeerde buitenomtreksrand 20 van het schouderdeel in hoofdzaak tegen elkaar aanliggen, zodat het schouderdeel een ruimte insluit die is geïsoleerd ten opzichte van een, door de flexibele, hulsvormige wand ingesloten ruimte.
4. Tube volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het 25 schouderdeel is voorzien van een afgeknot konisch schoudervlak dat met een centraal afgeknot topdeel aansluit op het afgiftekanaal, waarbij op een buitenomtrek van het schoudervlak een schortvormige rand aansluit waaraan of althans waarover de flexibele wand is bevestigd, waarbij de 30 vervormingszone twee lijnvormige verdunningen van het schoudervlak omvatten die zich in hoofdzaak evenwijdig en aan weerszijden van het afgiftekanaal uitstrekken.
5. Tube volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het schouderdeel is voorzien van een afgeknot konisch 35 schoudervlak dat met een centraal afgeknot topdeel aansluit 1003955 op het afgiftekanaal, waarbij op een buitenomtrek van het schoudervlak een schortvormige rand aansluit waaraan of althans waarover de flexibele wand is bevestigd, waarbij de vervormingszone plaatselijke verdunningen in de 5 schortvormige rand van het schouderdeel omvatten.
6. Tube volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk, dat de beide lijnvormige verdunningen zich over het gehele schoudervlak uitstrekken en bij de buitenomtrek van het schoudervlak overgaan in de plaatselijke verdunningen in de 10 schortvormige rand.
7. Tube volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de schortvormige rand is voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen plaatselijke verdunningen, waarbij de beide lijnvormige verdunningen enigszins gebogen zijn uitgevoerd 15 en bij de buitenomtrek van het schoudervlak overgaan in de beide diametraal tegenover elkaar gelegen plaatselijke verdunningen in de schortvormige rand.
8. Tube volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het schouderdeel is voorzien van een afgeknot konisch 20 schoudervlak dat met een centraal afgeknot topdeel aansluit op het afgiftekanaal, waarbij op een buitenomtrek van het schoudervlak een schortvormige rand aansluit waaraan of althans waarover de flexibele wand is bevestigd, waarbij de vervormingszone ten minste één paar diametraal tegenover 25 elkaar gelegen, cirkelsegmenten in het schoudervlak omvat, van welke cirkelsegmenten de wanddikte kleiner is dan de wanddikte van de overige delen van het schoudervlak.
9. Tube volgens conclusie 5 en 8, met het kenmerk, dat de plaatselijk verdunningen in de schortvormige rand zich uit- 30 strekken in die omtreksgedeelten van de schortvormige rand die aansluiten op de cirkelsegmenten.
10. Tube volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de vervormingszone twee paar van de genoemde cirkelsegmenten omvat, waarbij een eerste van de twee paren cirkelsegmenten 35 90 graden versprongen is aangebracht ten opzichte van een tweede van de twee paren cirkelsegmenten. 100 3 955
NL1003955A 1996-09-04 1996-09-04 Tube. NL1003955C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003955A NL1003955C1 (nl) 1996-09-04 1996-09-04 Tube.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003955A NL1003955C1 (nl) 1996-09-04 1996-09-04 Tube.
NL1003955 1996-09-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003955C1 true NL1003955C1 (nl) 1998-03-06

Family

ID=19763461

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003955A NL1003955C1 (nl) 1996-09-04 1996-09-04 Tube.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1003955C1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006089434A1 (en) * 2005-02-22 2006-08-31 Hoffmann Neopac Ag Tube with flexible shoulder
WO2016156122A1 (en) * 2015-03-30 2016-10-06 L'oreal Container head having inclined faces

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006089434A1 (en) * 2005-02-22 2006-08-31 Hoffmann Neopac Ag Tube with flexible shoulder
WO2016156122A1 (en) * 2015-03-30 2016-10-06 L'oreal Container head having inclined faces
FR3034407A1 (fr) * 2015-03-30 2016-10-07 Oreal Tete de recipient a faces inclinees

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3174655A (en) Drop or spray dispenser
US3179300A (en) Dispensing valve for squeezable tubes
JP2825504B2 (ja) 弾性絞りチューブ分与パッケージ
US3669323A (en) One-way valve insert for collapsible dispensing containers
US5924605A (en) Dispensing head for a product of liquid to viscous consistency, comprising an elastic closing element and a dispensing unit thus equipped
US20030047570A1 (en) Tube-type container
US3552605A (en) Drop dispenser with vent
JPH07502239A (ja) 一体成形された大きな取り付け部分を持つ交換自在の内容器を備えたパッケージ
EP0503324B2 (en) Dispenser for flowable materials
EP0758615A1 (fr) Dispositif de conditionnement et de distribution
US8770449B2 (en) Dispenser
US20080061089A1 (en) Dispensing Fluids From Containers Using Self Closing Valve, Typically Duckbill Type Valve
EP0804367A1 (en) Deformable container for injecting medicinal or cosmetic substances
US20060289568A1 (en) Collapsible tube for containing and dispensing paste
NL1003955C1 (nl) Tube.
EP0055954B1 (fr) Flacon à partie(s) pliante(s) ou souple(s)
CA1200785A (en) Dispenser with self-sealing applicator
US4580701A (en) Automatic closure nozzle for collapsible containers
GB2260535A (en) Valved dispensing closure
EP0743099A1 (fr) Ensemble de distribution pour un produit liquide ou pulvérulent, et procédé de fabrication de cet ensemble
IL43968A (en) A closing device that opens and closes automatically for a container
US20120085786A1 (en) Pinch tube with internal piston dispensing extractor
JPS6133927A (ja) 可撓性パツケ−ジ
JPH10194308A (ja) 押出し容器
JP6442793B1 (ja) チューブ容器及びその口頸体

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010401