NL1003434C2 - Differentieelaandrijving voor een schip met twee scheepsschroeven. - Google Patents

Description

Titel: Differentieelaandrijving voor een schip met twee scheepsschroeven.

De uitvinding heeft betrekking op een schip met twee scheepsschroeven 5 waarvan de ene is bevestigd aan een eerste, hol uitgevoerde schroefas en de andere concentrische binnen de eerste schroefas loopt, een hoofdaandrijfmotor voor de schroefassen en een tussen de as van de motor en de schroefassen aangebracht differentieel dat de schroeven in tegengestelde richting kan doen roteren en het motorvermogen dynamisch 10 over de schroefassen kan verdelen.

Een dergelijk schip is bekend uit EP-A-0132220.

Met de uitvinding wordt beoogd deze inrichting zodanig aan te vullen 15 dat een te hoog of te laag koppel op één van de twee assen gecompenseerd kan worden door vermogen te kunnen toevoeren of aftappen.

Volgens de uitvinding is het in de aanhef genoemde schip hiertoe 20 gekenmerkt doordat het differentieel ·. .a een tandwieloverbrenging is verbonden met een tweede motor of met een power-take-off (PTO).

Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een uitvoering waarbij een op de as van de hoofdaandrijfmotor aangebracht rondsel in ingrijping is 25 met een aantal planeetwielen die middels een koppelorgaan met elkaar zijn verbonden en via assen zijn verbonden met hulpplaneetwielen die in een naar binnen gekeerde vertanding van een ringvormig tandwiel grijpen waarmee de holle schroefas een directe verbinding heeft, waarbij de andere schroefas een directe verbinding heeft met het 30 koppelorgaan en een op de as van een tweede motor of PTO aangebracht tandwiel ingrijpt in een vertanding op de buitenkant van het ringvormige tandwiel of van het koppelorgaan.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een differentieel voor een 35 bovengenoemd schip.

Bij toepassing van een tweede motor kan het gehele systeem door de tweede motor worden aangedreven, waarbij met laag vermogen kan worden 1003434 « 2 gevaren.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren worden toegelicht.

5 De figuren 1 en 2 tonen, gedeeltelijk in doorsnede, uitvoeringen van aandrijfmechanismen voor een schip volgens de uitvinding.

De in de figuren aangegeven aandrijving voor een schip omvat een motor 1, een uitgaande motoras 2, een holle schroefas 3 met op het 10 achtereinde een eerste scheepsschroef een zich door de holle as 3 uitstrekkende schroefas 5 met op het achtereinde een tweede scheepsschroef 6, en een differentieel 7 dat ervoor zorgt dat de schroeven bij draaiende motor in tegengestelde richting roteren en het vermogen van de motor zodanig dynamisch over de schroefassen wordt 15 verdeeld dat een groter koppel respectievelijk kleiner toerental van de ene schroefas correspondeert met een kleiner koppel respectievelijk grotere toerental van de andere schroefas.

Het differentieelmechanisme volgens figuur 1 is van het planetentype 20 en heeft een direct aan de motoras 2 bevestigd rondsel 17 dat in ten minste twee planeetwielen 18, 19 grijpt, die middels een koppelorgaan 11 met elkaar zijn verbonden. De holle as 3 is bevestigd aan een ringvormig wiel 20. De planeetwielen 18, 19 zijn via assen 42, 43 verbonden met planeethulpwielen l8a, 19a die in een naar binnen 25 gekeerde vertanding van het ringvormige wiel 20 grijpen. Er kunnen overigens ook drie of meer planeetwielen aanwezig zijn.

Aan de buitenrand van het ringvormige wiel 20 is een vertanding 48 aangebracht, waarin een tandwiel 49 grijpt dat via een as 50 hetzij 30 vermogen afneemt van de als tweede motor werkende eenheid 51 hetzij vermogen toevoert aan de als ΡΤ0 werkende eenheid 51·

Bij de uitvoering volgens figuur 2 grijpt het tandwiel 49 niet in een uitwendige vertanding van het ringvormige wiel 20 doch in een relatief 35 groot tandwiel 52, waar doorheen de verbindingsassen 4l en 42 tussen respectievelijk de tandwielen 19 en 19a en de tandwielen 18 en 18a steken.

1003434 ψ 3

Het tandwiel 42 verbindt dus de planeetwielen 18, 19 en heeft in dit opzicht dezelfde functie als de verbinding 11 in figuur 1. De as 5 is verbonden met het hart van het tandwiel 52.

5 Ook bij deze uitvoering kunnen de eenheden 1 en 51 zowel de functie als motor als van PTO hebben, waarbij uiteraard geldt, dat als de ene eenheid als motor werkt, de andere eenheid als PTO functioneert.

Wezenlijk voor de uitvinding is enerzijds dat het differentieel 10 zodanig is uitgevoerd dat geen van de aandrijfassen 3. 5 doorloopt naar de motor 1 en anderzijds dat een extra motor of PTO is geïntegreerd. Een positief of negatief surplus aan koppel op één van de twee assen kan gecompenseerd worden door vermogen toe te voeren of af te tappen.

15

Indien de eenheid 51 een extra motor is kan het gehele systeem worden aangedreven met die motor waarbij bijvoorbeeld met laag vermogen kan worden gevaren.

1003434

Claims (3)

1. Schip met twee scheepsschroeven waarvan de ene is bevestigd aan een eerste, hol uitgevoerde schroefas en de andere concentrische binnen de 5 eerste schroefas loopt, een hoofdaandrijfmotor voor de schroefassen en een tussen de as van de motor en de schroefassen aangebracht differentieel dat de schroeven in tegengestelde richting kan doen roteren en het motorvermogen dynamisch over de schroefassen kan verdelen, met het kenmerk, dat het differentieel via een 10 tandwieloverbrenging is verbonden met een tweede motor of met een power-take-off (PTO).

2. Schip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een op de as (2) van de hoofdaandrijfmotor (1) aangebracht rondsel (17) in ingrijping 15 is met een aantal planeetwielen (18, 19) die middels een koppelorgaan (11; 52) met elkaar zijn verbonden en via assen (42, 43) zijn verbonden met hulpplaneetwielen (18a, 19a) die een naar binnen gekeerde vertending van een ringvormig tandwiel (20) grijpen, waarmee de holle schroefas (3) een directe verbinding heeft, dat de andere 20 schroefas (5) een directe verbinding heeft met het koppelorgaan (11; 52) en dat op de as (50) van een tweede motor of PTO aangebracht tandwiel (50) ingrijpt in een vertanding op de buitenkant van een ringvormige tandwiel (20) of van het koppelorgaan (52). 25

3· Differentieel voor een schip volgens conclusie 2 omvattende een aan te drijven rondsel (17) dat in ingrijping is met een aantal planeetwielen (18, 19) die middels een koppelorgaan (11; 52) met elkaar zijn verbonden en via assen (42, 43) zijn verbonden met hulpplaneetwielen (18a, 19a) die in een naar binnen gekeerde 30 vertanding van een ringvormig tandwiel (20) grijpen, en een tandwiel (50) en een op een as van een tweede motor of PTO aangebracht tandwiel (49) dat ingrijpt in een vertanding op de buitenkant van het ringvormige tandwiel (20) van het koppelorgaan (52). 1003434