NL1003178C2 - Buisvormige prothese van uithardbaar materiaal. - Google Patents

Description

5 BUISVORMIGE PROTHESE VAN UITHAROBAAR MATERIAAL

De uitvinding heeft betrekking op een buisvor-10 mige prothese, zoals bijv. bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9 101 159.

Een dergelijke buisvormige prothese wordt bijv. gebruikt als zogeheten stent, voor het inwendig steunen van een bloedvat na een angioplastische behandeling van 15 een stenose.

De uitvinding beoogt de bekende buisvormige prothese verder te verbeteren. Dit wordt bereikt met de maatregelen zoals gekenmerkt in conclusie 1.

Door de zich rondom uistrekkende ribbe wordt de 20 gewenste ringsterkte, dat wil zeggen de weerstand tegen indrukking van de prothese bereikt, terwijl tegelijkertijd de prothese axiaal buigzaam is. Hierdoor kan de prothese worden toegepast in situaties waar buiging van de prothese een fysiologische noodzaak is, zoals ten 25 gevolge van de beweging van organen en dergelijke.

Een zeer gunstige uitvoeringsvorm is daarbij gekenmerkt in conclusie 2. Met een relatief geringe doorsnede kunnen de ribben een zeer grote buigsterkte verkrijgen waardoor de ringsterkte van de prothese zeer 30 groot wordt.

Door de toepassing van de maatregel van conclusie 3 blijft de prothese in de niet-uitgeharde toestand van het uithardbare materiaal goed beweeglijk, in het bijzonder expandeerbaar. Na uitharding van het uithardba-35 re materiaal vormen de ribben een zich rondom het basislichaam uitstrekkend stijf element van de prothese.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 4 toegepast. De prothese kan dan met behulp van een van een 1 0 Π 31 78 a · «> 2 lichtgeleider voorziene katheter op een gewenste plaats in het lichaam van een patiënt worden aangebracht.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 5 verkrijgt het buitenoppervlak in zekere mate een ge-5 golfd oppervlak, waardoor een zeer goede verankering van de prothese in de wand van het lichaamsvat waarin deze is aangebracht, wordt bereikt.

De buigzaamheid van de prothese over de lengte kan worden gevarieerd door toepassing van de maatregel 10 van conclusie 6. Daar waar de versterkingsribben of delen daarvan zich dicht naastelkaar bevinden wordt een hoge buigstijfheid verkregen, terwijl in delen waar de versterkingsribben of delen daarvan op grotere afstand liggen een grotere buigzaamheid ontstaat. Hierdoor kan de 15 prothese volgens de uitvinding voor specifieke toepassingen geschikt worden gemaakt.

Een geschikte uitvoering in dit verband wordt gekenmerkt in conclusie 7. Door de grotere stijfheid aan de einden wordt een goede verankering van de prothese 20 verzekerd.

Met de maatregel van conclusie 8 wordt een maximale ringsterkte van de prothese bij een minimale doorsnede van de ribbe bereikt.

De in conclusie 9 gekenmerkte voorkeursuitvoe-25 ringsvorm van de uitvinding heeft de gunstige eigenschap dat deze goed expandeerbaar is.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

30 Fig. 1 toont een buisvormige prothese volgens de uitvinding aangebracht op een ballonkatheter, waarvan slechts het eindgedeelte is weergegeven.

Fig. 2 toont een met fig. 1 overeenkomend aanzicht waarbij het ballonorgaan met de daaromheen 35 aangebrachte buisvormige prothese is geëxpandeerd.

Fig. 3 toont een detailaanzicht volgens III in fig. 2.

10031 78 3

Fig. 4 en 5 tonen met fig. 3 overeenkomende uitvoeringsvarianten.

Fig. 6 toont een prothese volgens de uitvinding in perspektivisch aanzicht met ringvormige versterkings-5 ribben.

Fig. 7 toont een met fig. 6 overeenkomend aanzicht van een prothese volgens de uitvinding met een schroeflijnvormige ribbe.

Fig. 8 toont een met fig. 6 en 7 overeenkomend 10 aanzicht van een prothese volgens de uitvinding met weer anders gevormde ribben.

Fig. 9 toont een zijaanzicht van een prothese volgens de uitvinding met kruisende schroeflijnvormige ribben.

15 Fig. 10 toont een gedeeltelijk met fig. 9 overeenkomende uitvoeringsvorm, die verder voorzien is van ringvormige ribben.

Fig. 11 toont een zijaanzicht van een prothese volgens de uitvinding met ringvormige ribben met variabe-20 le onderlinge afstand.

Fig. 12 toont een verdere uitvoeringsvariant.

Fig. 1 toont een buisvormige prothese 1 volgens de uitvinding in een niet-geëxpandeerde toestand, waarin deze bij een patiënt kan worden ingebracht. De hier 25 getoonde buisvormige prothese 1 is uitgevoerd als stent en bestemd voor het steunen van een bloedvat op een plek waardoor een angioplastische behandeling een vernauwing is weggenomen.

De prothese 1 is op verder op zichzelf bekende 30 wijze aangebracht op een ballonorgaan 5 van de katheter 2 welke verder een buitenste slangvormig lichaam 3 en een zich door een lumen daarvan uitstrekkend binnenste slangvormig lichaam 4 omvat. Het binnenste slangvormige lichaam 4 omvat eveneens een lumen, waardoorheen zich in 35 dit voorbeeld een leiddraad 6 uitstrekt.

In het binnenste slangvormige lichaam 4 is een lichtgeleider geïntegreerd, die in het zich in de ballon 5 uitstrekkende gedeelte 7 onbedekt is. Door deze licht- 1003178

• I

4 geleider kan vanaf het proximale einde van de katheter 2, dat buiten de patiënt blijft, licht naar het gedeelte 7 worden geleid, waar dit radiaal uitgestraald kan worden.

In het bijzonder wordt via de lichtgeleider UV 5 licht getransporteerd, voor het uitharden van het materiaal van de ribbe 11, die in dat geval een door UV uit-hardbare kunststof zal omvatten.

Fig. 2 laat de katheter met de prothese 1 van fig. 1 zien in de situatie waarin het ballonorgaan 5 is 10 geëxpandeerd, door via het centrale lumen van het buitenste slangvormige lichaam 3 een medium, in het bijzonder vloeistof onder druk toe te voeren. Door de expansie van het ballonorgaan 5 wordt tevens de prothese 1 geëxpandeerd zodat deze het, hier niet getoonde, bloedvat met de 15 gewenste doorlaat ondersteunt.

De prothese 1 volgens de uitvinding omvat een basislichaam 10 van buigzaam materiaal. Verder omvat de prothese 1 ribben 11 die de prothese 1 een relatief grote ringsterkte geven, dat wil zeggen een grote weerstand 20 tegen indrukking van de prothese l.

Fig. 3 laat meer in detail de doorsnede van de ribbe 11 zien. Zoals is weergegeven omvat in dit geval de ribbe 11 een aantal versterkingsvezels 12 die ingebed zijn in het uithardbare materiaal.

25 Na het expanderen op de wijze zoals getoond in fig. 2 kan het de vezels 12 opnemende uithardbare materiaal worden uitgehard, door dit materiaal met UV-licht te belichten.

Zoals de figuren laten zien, steken de ribben 30 11 gedeeltelijk buiten het oppervlak van het basislichaam 10 uit. Hierdoor heeft het buitenoppervlak van de prothese 1 een gegolfd of geribbeld uiterlijk, waardoor een goed houvast van de prothese 1 op de wand van het bloedvat wordt verkregen. Een verschuiving van de prothese 1 35 in langsrichting zal hierdoor op betrouwbare wijze worden voorkomen.

1003178 * 5

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 4 is de ribbe 13 in doorsnede hoekig uitgevoerd, waardoor er nog beter houvast op de vaatwand kan worden bereikt.

De ribbe 14 zoals getoond in fig. 5 strekt zich 5 gedeeltelijk buiten het buitenoppervlak van het basisli-chaam uit en gedeeltelijk daarbinnen. Hierdoor kan een ribbe 14 met een relatief grote doorsnede en dus een relatief grote stijfheid worden gevormd, zonder dat de buitenwand van de prothese te grote hoogteverschillen 10 verkrijgt.

Fig. 6 toont een buisvormige prothese 15 volgens de uitvinding waarbij duidelijk het buisvormige basislichaam 16 te zien is met de zich rondom het basislichaam 16 uitstrekkende ringvormige ribben 17. Bij deze 15 uitvoeringsvorm waarbij de ribben 17 ringvormig zijn, wordt een maximale ringstijfheid bereikt. In het geval dat de ribben 17 versterkingsvezels omvatten is de prothese 15 echter minder makkelijk expandeerbaar. Een betere expandeerbaarheid kan in dit geval worden bereikt 20 door de versterkingsvezels relatief kort te kiezen, waardoor deze tijdens het expanderen langs elkaar kunnen verschuiven.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 7 omvat de prothese 18 een zich schroeflijnvormig over het basisli-25 chaam 19 uitstrekkende ribbe 20. Een op een dergelijke wijze uitgevoerde prothese 18 expandeert gemakkelijker, bijv. doordat de einden enigszins ten opzichte van elkaar kunnen torderen. Zoals getoond gaat de schroeflijnvormige ribbe 20 aan de einden over in ringvormige ribben 21, 30 zodat een goede stijfheid tegen indrukking aan deze einden wordt bereikt.

De in fig. 8 weergegeven buisvormige prothese 25 volgens de uitvinding heeft in omtreksrichting zigzagvormige ribben 26 die goed uitgezet kunnen worden. In 35 de geëxpandeerde toestand zijn de zig-zagslagen gestrekt, waardoor deze een goede ringstijfheid verschaffen in de uitgeharde toestand. Het basislichaam is daarbij zodanig buigzaam materiaal dat de bij het oprekken van de 10031 78 6 versterkingsribben 26 veroorzaakte bewegingen in het materiaal kunnen worden opgenomen en het basislichaam daarbij uitvouwt.

Het zal duidelijk zijn, dat bij de prothese 5 volgens de uitvinding door een geschikte keuze van de vorm van de ribbe een gewenste ringsterkte en een gewenste axiale buigsterkte van de prothese kan worden verkregen. Daarbij kan ook de materiaalkeuze bijdragen aan de gewenste eigenschappen. Hierdoor wordt enerzijds de 10 gewenste hoge weerstand tegen indrukking verkregen terwijl toch de prothese in langsrichting buigbaar is ter aanpassing aan bewegingen van het lichaamsvat, in het bijzonder het bloedvat waarin de prothese is opgenomen.

Als versterkingsvezels voor de ribben komen, al 15 naar gelang de beoogde toepassing, alle bekende vezels in aanmerking. Zo kunnen glas- of kwartsvezels maar ook synthetische vezels van bijvoorbeeld nylon, polycarbonaat, polyetheenterefthalaat of polyester worden gebruikt. In bepaalde gevallen kunnen ook aramide of 20 koolstofvezels worden toegepast. Om een goede radiale rekbaarheid te krijgen kunnen de vezels in de ribben zelf zich schroeflijnvormig uitstrekken. Ook kunnen relatief korte vezels worden toegepast, zodat deze bij het expanderen langs elkaar kunnen verschuiven om de gewenste 25 radiale verlenging te bereiken. Behalve gerichte vezels kunnen ook niet gerichte vezels worden toegepast zoals in niet-geweven vezelmateriaal.

De fig. 9-12 tonen verdere uitvoeringsvarian-ten. Zo zijn bij de prothese 28 van fig. 9 de twee 30 schroeflijnvormige ribben 29, 30 toegepast, die elkaar op een aantal plaatsen kruisen.

Bij fig. 10 is een dergelijke configuratie, waarbij de prothese 32 de elkaar kruisende schroeflijnvormige ribben 33 en 34 omvat, nog een aantal ringvormige 35 versterkingsribben 35 toegevoegd.

Bij de prothese 37 volgens fig. 11 zijn de ribben 39 nabij de einden met een relatief kleine onderlinge afstand aan het basislichaam aangebracht. In de 10031 78 7 ruimte tussen de groepen versterkingsribben 39 is verder één ribbe 40 aangebracht, die dus een grotere afstand tot de aanliggende ribbe heeft. Hierdoor wordt de buigstijf-heid van de prothese 37 in langsrichting op een gewenste 5 wijze aangepast. Nabij de einden, waar de ribben op relatief kleine onderlinge afstand liggen wordt een hoge buigstijfheid bereikt, terwijl in het tussenliggende gebied een geringere buigstijfheid en dus een betere meegevendheid van de prothese 37 wordt bereikt.

10 Fig. 12 tenslotte toont een prothese 42 met een basislichaam 43 waaromheen zich een enkele schroeflijnvormige ribbe 44 uitstrekt, die in de einden uitloopt in een ringvormige ribbe 45. In de uitgeharde toestand van de ribbe 44 vormt deze als het ware een schroefveer die 15 een zeer grote buigzaamheid van het basislichaam 43 toelaat, terwijl deze toch een behoorlijke weerstand tegen indrukking verschaft.

De prothese volgens de uitvinding kan voor een grote verscheidenheid aan toepassingen in een grote 20 verscheidenheid aan uitvoeringsvormen worden gerealiseerd. De uitvinding is dan ook niet beperkt tot de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen, die slechts als verduidelijking van de uitvinding zijn weergegeven.

1003178

Claims (9)

5

1. Buisvormige prothese omvattende een in hoofdzaak buisvormig basislichaam van ten minste in radiale richting expandeerbaar materiaal, dat voorzien is van ten minste één zich rondom uitstrekkende ribbe van 10 rekbaar en uithardbaar materiaal.

2. Buisvormige prothese volgens conclusie 1, waarbij de ribbe zich in de langsrichting van de ribbe uitstrekkende versterkingsvezels omvat.

3. Buisvormige prothese volgens conclusie 2, 15 waarbij de versterkingsvezels ingebed zijn in uithardbaar materiaal.

4. Buisvormige prothese volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het uithardbare materiaal onder invloed van straling, zoals UV-licht, uithardt.

5. Buisvormige prothese volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ribbe ten minste gedeeltelijk ten opzichte van het buitenoppervlak van het basislichaam uitsteekt.

6. Buisvormige prothese volgens één van de 25 voorgaande conclusies, waarbij de onderlinge axiale afstand van delen van de zich rondom uitstrekkende ribbe resp. zich rondom uitstrekkende ribben over de lengte van het basislichaam varieert.

7. Buisvormige prothese volgens conclusie 6, 30 waarbij de onderlinge axiale afstand nabij de einden van het basislichaam kleiner is dan in het tussenliggende gebied.

8. Buisvormige prothese volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een aantal ringvormi- 35 ge ribben.

9. Buisvormige prothese volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende ten minste één zich schroeflijnvormig uitstrekkende ribbe. 1003178