NL1003068C2 - Koffiefiltreerinrichting met bypass. - Google Patents

Description

Titel: Koffiefiltreerinrichting met bypass

De uitvinding heeft betrekking op een koffiefiltreerinrichting voorzien van een waterreservoir, een verwarmings-orgaan voor het verwarmen van water uit het waterreservoir, een heetwaterafgiftekanaal waaraan door het verwarmingsorgaan 5 verwarmd water wordt toegevoerd, een bypass-filterhouder omvattende een extractiekamer waarin gemalen koffie kan worden opgenomen en een van de kamer gescheiden bypass-kanaal met een inlaat en een uitlaat, een stroomafwaarts met een uitlaat van het heetwaterafgiftekanaal verbonden leidingsysteem voor het 10 respectievelijk, althans in hoofdzaak, gelijktijdig toevoeren van door het verwarmingsorgaan verwarmd water aan de extractiekamer en de inlaat van het bypass-kanaal waarbij de uitlaat van het bypass-kanaal dusdanig is gepositioneerd dat koffie-extract afkomstig uit de extractiekamer en water uit het 15 bypass-kanaal in een koffiereservoir kunnen stromen die, in gebruik, onder de bypass-filterhouder is gepositioneerd en waarbij het leidingsysteem verder is voorzien van instelmid-delen voor het instellen van de verhouding tussen de grootte van de vloeistofstromen die respectievelijk aan de extractie-20 kamer en de inlaat van het bypass-kanaal worden toegevoerd.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel voor het modificeren van een bestaande koffiefiltreerinrichting opdat deze geschikt wordt voor het bereiden van koffie volgens een bypass-methode waarbij de koffiefiltreerinrichting 25 is voorzien van een waterreservoir, een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van water uit het waterreservoir, een heetwaterafgif tekanaal waaraan door het verwarmingsorgaan verwarmd water wordt toegevoerd, een filterhouder omvattende een extractiekamer waarin gemalen koffie kan worden opgenomen en 30 een met een uitlaat van het heetwaterafgiftekanaal losmakelijk verbonden leidingsysteem voor het toevoeren van door het verwarmingsorgaan verwarmd water aan de extractiekamer.

Een bypass-systeem wordt gebruikt wanneer het gewenst is niet al te sterke koffie te bereiden. Dit kan natuurlijk 2 worden gerealiseerd door meer water en minder gemalen koffie te gebruiken. Dit heeft echter als nadeel dat er relatief veel water door het koffiebed bestaande uit de gemalen koffie stroomt, met als gevolg dat het koffie-extract een bittere 5 smaak krijgt. Dit wordt veroorzaakt doordat het koffiebed in een te grote mate wordt geëxtraheerd. Een oplossing voor dit probleem is het toevoegen van heet water aan het bereide koffie-extract. Met andere woorden, het koffie-extract wordt verdund met heet water. Om dit te realiseren kan men bijvoor-10 beeld allereerst een aanvang maken met het op conventionele wijze koffie bereiden. Hierbij wordt heet water aan het koffiebed toegevoerd en wordt het koffie-extract in een houder opgevangen. Wanneer bijvoorbeeld 60% van het hete water door het koffiebed is gestroomd, kan de gehele houder worden ver-15 wijderd zodat de resterende hoeveelheid heet water direct aan het koffie-extract wordt toegevoerd. Het koffie-extract bevindt zich hierbij bijvoorbeeld in een conventionele koffiepot. Een nadeel van deze methode is echter dat de contacttijd tussen het hete water en het koffiebed wordt verkleind. Het 20 gevolg is dat een krater in het koffiebed ontstaat zodat het koffiebed op inefficiënte wordt geëxtraheerd. Dit probleem wordt opgelost bij de inrichting volgens de in de aanhef omschreven soort doordat gelijktijdig een gedeelte van het water aan de extractiekamer wordt toegevoerd en een gedeelte van het 25 water direct aan het koffie-extract wordt toegevoerd. Dit brengt met zich dat de contacttijd tussen het hete water en het koffiebed onveranderd blijft gehandhaafd en onafhankelijk is van het percentage van de totale hoeveelheid water die in het waterreservoir aanwezig is dat via het bypass-kanaal 30 rechtstreeks aan het koffie-extract wordt toegevoerd.

Een koffiefiltreerinrichting van de in de aanhef omschreven soort is onder meer bekend uit het Amerikaanse octrooi 4.064.795. Het leidingsysteem bestaat hier uit een eerste leidingstuk dat met een eerste zijde met de uitlaat van het 35 heetwaterafgiftekanaal is verbonden en met een tweede zijde met de inlaat vein een T-stuk is verbonden. Voorts zijn een tweede en derde leidingstuk respectievelijk met een eerste en 1003068 3 tweede uitlaat van het T-stuk verbonden. Het tweede en derde leidingstuk strekken zich vanaf het T-stuk in eerste instantie in een horizontale richting uit om vervolgens naar beneden af te buigen. De uiteinden van het tweede en derde leidingstuk 5 monden uit in respectievelijk de inlaat van de bypass en de extractiekamer. Tenslotte is in het T-stuk een instelschroef opgenomen waarmee de uitlaat van het T-stuk, die naar de inlaat van het bypass-kanaal leidt, gedeeltelijk of geheel kan worden afgesloten. Het nadeel van dit bekende leidingsysteem 10 is dat het een technisch ingewikkeld en daarmee kostbare constructie is voor het doel wat ermee dient te worden gerealiseerd. Bovendien heeft het gebruik van een T-stuk als nadeel dat deze gemakkelijk verstopt kan raken door kalkafzetting.

De uitvinding beoogt aan deze bezwaren tegemoet te komen 15 en is gekenmerkt in dat, het leidingsysteem een enkele buis omvat met een buisinlaat en twee buisuitlaatopeningen waarbij de buisinlaat van de buis met de uitlaat van het heetwateraf-giftekanaal is verbonden, één van de buisuitlaatopeningen zich stroomafwaarts van een andere buisuitlaatopening bevindt, één 20 van de buisuitlaatopeningen dusdanig is gepositioneerd dat deze, in gebruik, heet water afgeeft aan de bypass-inlaat en een andere van de buisuitlaatopeningen dusdanig is gepositioneerd dat deze heet water afgeeft aan de extractiekamer.

Doordat het leidingsysteem slechts een enkele buis omvat 25 betreft het een relatief eenvoudige constructie die tegen geringe kosten kan worden gerealiseerd. Bovendien behoeft de buis geen scherpe bochten te omvatten zodat het risico van kalkafzetting is geminimaliseerd. In het stromingsprofiel zullen immers geen "dode hoeken" aanwezig zijn waarin de stro-30 mingssnelheid relatief laag is zodat een verhoogd risico op kalkafzetting aanwezig is.

In het bijzonder voert de buisuitlaatopening die stroomafwaarts is gelegen van de andere buisuitlaatopening, in gebruik, water toe aan de inlaat van het bypass-kanaal. Voorts 35 kunnen de regelmiddelen bijvoorbeeld een regelklep omvatten, die zich in een vloeistoftraject tussen de beide buisuitlaatopeningen bevindt, voor het regelen van de grootte van de 1003068 4 vloeistofstroom langs het genoemde vloeistoftraject. Een dergelijke constructie heeft als voordeel dat de regelbare klep bijzonder eenvoudig kan worden gerealiseerd; bijvoorbeeld door een plaatje dat roteerbaar in de buis is bevestigd.

5 Bovendien heeft de locatie van de regelbare klep als voordeel dat deze gemakkelijk bereikbaar is voor een gebruiker. Met andere woorden, een gebruiker kan naar believen de hoeveelheid heet water, die rechtstreeks aan het koffie-extract dient te worden toegevoerd, gemakkelijk regelen. Dit is niet mogelijk 10 bij de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi 4.064.795 omdat de instelschroef moeilijk bereikbaar is voor een gebruiker en bedoeld is om eenmalig te worden ingesteld. Het is overeenkomstig de uitvinding echter mogelijk met een simpele handeling de gehele bypass af te sluiten zodat op conventio-15 nele wijze koffie kan worden bereid.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen het samenstel van de enkele buis en de bypass-houder tevens worden toegepast om respectievelijk het originele leidingsysteem en de originele filterhouder van een conventionele koffiefil-20 treerinrichting te vervangen. Het samenstel, dat bestaat uit de enkele buis en de bypass-houder overeenkomstig de uitvinding, kan dan als één pakket op de markt worden gebracht om de genoemde conventionele koffiefiltreerinrichtingen te verbeteren. Juist omdat veel conventionele koffiefiltreerinrichtingen 25 een leidingsysteem omvatten dat bestaat uit een enkele buis met slechts één uitstroomopening heeft de enkele buis van het samenstel overeenkomstig de uitvinding bovendien als voordeel dat deze gemakkelijk bij dergelijke koffiefiltreerinrichtingen kan worden aangebracht zonder dat bovendien het design van de 30 koffiefiltreerinrichting noemenswaardig wordt veranderd.

Bij voorkeur is de enkele buis dusdanig gedimensioneerd dat een vaste (ideale) bypass optreedt wanneer de genoemde instelmiddelen geheel zijn geopend. Naar keuze kan de bypass worden aangepast aan de individuele smaak. Bovendien is het 35 mogelijk de bypass geheel te sluiten zodat op conventionele wijze koffie wordt bereid.

1003068 5

Opgemerkt wordt dat uit de Britse octrooiaanvrage 2.167.652 eveneens een koffiefiltreerinrichting bekend is van de in de aanhef omschreven soort. Ook deze koffiefiltreerinrichting is echter voorzien van een leidingsysteem dat een T-5 stuk omvat die de waterstroom, die afkomstig is uit het heet-waterafgiftekanaal, splitst ter verkrijging van twee waterstromen die respectievelijk aan de extractiekamer en aan het bypass-kanaal worden toegevoerd. Een dergelijk leidingsysteem heeft dezelfde nadelen als besproken in relatie met het 10 Amerikaanse octrooi 4.064.795.

Een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Figuur 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een conventio-15 nele koffiefiltreerinrichting; figuur 2 in gedeeltelijk doorzicht een eerste uitvoeringsvorm van een koffiefiltreerinrichting en een samenstel overeenkomstig de uitvinding; figuur 3a een bovenaanzicht in gedeeltelijk doorzicht van 20 een buis van de koffiefiltreerinrichting en het samenstel volgens figuur 2, waarbij de instelmiddelen een eerste uiterste positie innemen; figuur 3b een bovenaanzicht in gedeeltelijk doorzicht van een buis van de koffiefiltreerinrichting en het samenstel 25 volgens figuur 2, waarbij de instelmiddelen een tweede uiterste positie innemen; figuur 3c een bovenaanzicht in gedeeltelijk doorzicht van een buis van de koffiefiltreerinrichting en het samenstel volgens figuur 2, waarbij de instelmiddelen een tussen de 30 eerste en tweede uiterste positie gelegen tussenpositie innemen; figuur 4 een tweede uitvoeringsvorm van een koffiefil-treerinrichting en een samenstel overeenkomstig de uitvinding; figuur 5a een bovenaanzicht in gedeeltelijk doorzicht van 35 een buis van de koffiefiltreerinrichting en het samenstel volgens figuur 4, waarbij de instelmiddelen een eerste uiterste positie innemen.

1003068 6 figuur 5b een bovenaanzicht in gedeeltelijk doorzicht van een buis van de koffiefiltreerinrichting en het samenstel volgens figuur 4, waarbij de instelmiddelen een tweede uiterste positie innemen.

5 figuur 5c een bovenaanzicht in gedeeltelijk doorzicht van een buis van de koffiefiltreerinrichting en het samenstel volgens figuur 4, waarbij de instelmiddelen een tussen de eerste en tweede uiterste positie gelegen tussenpositie innemen;

In figuur 1 is met referentienummer 1 een conventionele 10 koffiefiltreerinrichting aangeduid. De koffiefiltreerinrichting 1 is voorzien van een waterreservoir 2 waarin water kan worden opgenomen voor het bereiden van koffie-extract. Voorts omvat de inrichting een verwarmingsorgaan 4 voor het verwarmen van water uit het waterreservoir waarna het verwarmde water 15 via een stroomafwaarts van het verwarmingsorgaan 4 gelegen heetwaterafgiftekanaal 6 wordt verder gevoerd. Het heetwater-afgiftekanaal 6 eindigt in een schematisch getoonde uitlaat 8. Een met de uitlaat 8 van het heetwaterafgiftekanaal 6 losmakelijk verbonden leidingsysteem 10 voert het hete water toe 20 aan een filterhouder 11. Het leidingsysteem 10 bestaat in dit voorbeeld uit een enkele buis met een inlaatopening 12 die is verbonden met de uitlaat 8 van het heetwaterafgiftekanaal en met een uitlaatopening 14 die zich boven de filterhouder 11 bevindt. De filterhouder 11 is gepositioneerd op een koffie-25 extractreservoir in de vorm van een koffiepot 18 die op zijn beurt op een warmhoudplaatje 20 van de koffiefiltreerinrichting is geplaatst.

De bodem 22 en de schuinopstaande zijwanden van de filterhouder 11 omsluiten een extractiekamer 26 waarin, in 30 gebruik, gemalen koffie kan worden opgenomen. De filterhouder 11 kan hierbij van een type zijn waarbij gebruik wordt gemaakt van papieren filterzakjes. Tevens is het mogelijk dat de filterhouder 11 van een type is waarin een deel van de genoemde zijwand 24 een fijnmazig metaalfilter omvat.

35 De werking van de koffiefiltreerinrichting is als volgt.

Allereerst wordt een hoeveelheid water in het waterreservoir gebracht. Tevens wordt de extractiekamer 26 van de filter- 1003068 7 houder gevuld met gemalen koffie al dan niet in combinatie met een papieren filterzakje. De filterhouder wordt op een koffiepot gepositioneerd, zoals getoond in figuur 1. Hierna wordt de koffiefiltreerinrichting ingeschakeld. Het water dat zich in 5 het waterreservoir 2 bevindt, wordt geleidelijk aan het ver-warmingsorgaan 4 toegevoerd. Hierin wordt het water verwarmd tot een voorafbepaalde temperatuur, bijvoorbeeld 70°C en wordt het water via het heetwaterafgiftekanaal in het leidingsysteem 10 op een zich in de extractiekamer 26 bevindend 10 koffiebed 28 van gemalen koffie gestort. In het koffiebed 28 wordt koffie-extract gevormd dat via (niet getoonde) openingen in de bodem 22 van de filterhouder 11 in de koffiepot kan stromen. Indien bijvoorbeeld zes koppen koffie worden bereid, zal na verloop van bijvoorbeeld ongeveer 5 minuten al het 15 water uit het waterreservoir 2 zijn verwarmd en geleidelijk in de tijd verspreid aan het koffiebed 28 zijn toegevoerd. Weer enige tijd later zal althans het meest gevormde koffie-extract in de koffiepot terecht zijn gekomen en is de koffie gereed voor consumptie.

20 Wanneer het met de conventionele koffiefiltreerinrichting van figuur 1 gewenst is minder sterke koffie te zetten, kan dit worden gerealiseerd door bijvoorbeeld minder gemalen koffie in de extractiekamer 26 van de filterhouder 11 op te nemen. De hoogte van het koffiebed 28 zal dan afnemen. Doordat 25 echter eenzelfde hoeveelheid water aan een kleinere hoeveelheid koffiepoeder wordt toegevoerd, heeft dit tot gevolg dat het koffie-extract weliswaar minder sterk wordt, maar wel een bittere enigszins verbrande smaak zal hebben. Wanneer bijvoorbeeld een hoeveelheid heet water, die overeenkomt met 60% van 30 de hoeveelheid koffie-extract die dient te worden bereid, op het koffiebed 28 wordt gestort, waarna vervolgens de filterhouder 11 wordt verwijderd zodat de resterende 40% van het hete water rechtstreeks aan de koffiepot 18 wordt toegevoerd, heeft dit als nadeel dat de tijdspanne waarin heet water aan 35 de filterhouder 11 wordt toegevoerd wordt verkleind. Bovendien zal een aanzienlijk deel van het hete water dat aan het kof- 1003068 8 fiebed 28 is toegevoegd nog niet geheel het koffiebed zijn doorlopen wanneer de filterhouder 11 wordt verwijderd.

Overeenkomstig de uitvinding wordt aan deze nadelen tegemoet gekomen door het leidingsysteem 10 en de filterhou-5 der 11 van de koffiefiltreerinrichting volgens figuur 1 te vervangen door een buis 30 en een filterhouder 32 overeenkomstig de uitvinding. Doordat de koffiefiltreerinrichting 1 volgens figuur 1 is voorzien van een leidingsysteem 10 dat losmakelijk met de uitlaat 12 van het heetwaterafgiftekanaal 6 10 is verbonden, kan deze op eenvoudige wijze worden verwijderd om vervolgens te worden vervangen door een enkele buis 30 overeenkomstig de uitvinding. Na vervanging van genoemde onderdelen door het samenstel, omvattende de filterhouder 32 en de enkele buis overeenkomstig de uitvinding, wordt een 15 koffiefiltreerinrichting 34 overeenkomstig de uitvinding verkregen waarvan een mogelijke uitvoeringsvorm in figuur 2 is getoond.

In de figuren 1 en 2 zijn met elkaar overeenkomende onderdelen van eenzelfde referentienummer voorzien. Het 20 leidingsysteem bestaat in dit voorbeeld uit een enkele buis 30 met een buisinlaat 36 die met de uitlaat 8 van het heetwaterafgiftekanaal 6 is verbonden. Voorts omvat de buis 30 twee buisuitlaatopeningen 38 en 40. Rond de buisuitlaatopening 38 is aan de binnenzijde van de buis 30 een opstaande rand 41 25 aangebracht. De filterhouder 32 omvat wederom de extractie-kamer 26 waarin gemalen koffie kan worden opgenomen en bovendien een van deze kamer gescheiden bypass-kanaal 42 met een inlaat 44 en een uitlaat 46. De uitlaat van het bypass-kanaal is dusdanig gepositioneerd dat koffie-extract afkomstig uit de 30 extractiekamer en water uit het bypass-kanaal naar het koffie-reservoir in de vorm van de koffiepot 18 kunnen stromen. Hierbij is de buisuitlaatopening 38 dusdanig gepositioneerd dat vanuit deze opening heet water aan de extractiekamer 26 kan worden toegevoerd. De buisuitlaatopening 40 is daarentegen 35 dusdanig gepositioneerd dat vanuit deze opening water aan de inlaat 44 van het bypass-kanaal 42 kan worden toegevoerd. De buis 30 is voorts voorzien van instelmiddelen 48 voor het 1003068 9 instellen van de verhouding tussen de grootte van de vloeistofstromen die respectievelijk aan de extractiekamer en de inlaat van het bypass-kanaal worden toegevoerd. De instel-middelen 48 bestaan in dit voorbeeld uit een regelbare klep 5 die zich in een vloeistoftraject tussen de beide buisuitlaat-openingen 38 en 40 bevindt. Deze klep bestaat uit een plaatje 50 dat roteerbaar in de buis 30 is opgenomen. Het plaatje is hiertoe gelegerd in de zijwanden van de buis 30 waarbij een rotatie-as van het plaatje zich via een opening 52 in de 10 zijwand van de buis 30 tot buiten de buis 30 uitstrekt en voorzien is van een instelknop 54 waarmee het plaatje in de buis kan worden geroteerd.

De werking van de koffiefiltreerinrichting is als volgt. Wanneer heet water vanuit het heetwaterafgiftekanaal 6 aan de 15 buis 30 wordt toegevoerd zal dit in de richting van de buisuitlaatopeningen 38 en 40 stromen. Wanneer het water bij de buisuitlaatopening 38 aankomt, voorkomt de opstaande rand 41, dat al het water direct de buis via de buisuitlaatopening 38 zal verlaten zonder dat (een deel) van het water verder 20 stroomt in de richting van de buisuitlaatopening 40. Wanneer het water bij de buisuitlaatopening 40 is aangekomen, zal het waterniveau bij de buisuitlaatopening 38 verder zijn gestegen tot boven de opstaande rand 41. Het gevolg is dat het water via beide uitlaatopeningen 38, 40 uit de buis 30 zal stromen. 25 De opstaande rand 41 voorkomt derhalve dat het water de buisuitlaatopening 40 niet of niet in voldoende mate kan bereiken. In dit voorbeeld is de hoogte van de rand ongeveer 0,5 tot 1,5 mm.

Voor het verkrijgen van het ideale bypass-effect wordt 30 het plaatje met behulp van de instelknop 54 dusdanig gepositioneerd dat deze een vloeistofstroomtrajeet tussen de buisuitlaatopening 38 en de buisuitlaatopening 40 geheel vrijgeeft (zie figuur 3b). Dit brengt met zich dat, in gebruik, bijvoorbeeld 60% van het hete water via de buisuitlaatopening 38 aan 35 de extractiekamer 26 wordt toegevoerd terwijl de resterende 40% van het hete water via de buisuitlaatopening aan de inlaat 44 van het bypass-kanaal 42 wordt toegevoerd. Op deze wijze 1003068 10 wordt het koffie-extract dat zich in de koffiepot 18 bevindt verdund met heet water zonder dat de zettijd, dat wil zeggen de periode waarin heet water aan de extractiekamer 26 wordt toegevoerd, wordt verkort. Indien het niet gewenst is door 5 middel van een bypass koffie te bereiden, kan het plaatje 50 met behulp van de instelknop 54 dusdanig worden gemanipuleerd dat deze het stroomtraject tussen de buisuitlaatopening 38 en de buisuitlaatopening 34 afsluit (zie ook figuur 3a). In dat geval wordt op conventionele wijze al het water aan de extrac-10 tiekamer toegevoerd. Overeenkomstig de uitvinding kan een gebruiker op eenvoudige wijze eveneens het plaatje 50 dusdanig manipuleren dat deze een tussen de in figuur 3a en figuur 3b getoonde uiterste posities gelegen rotatiepositie inneemt waarbij een verlaagd bypass-effect wordt gerealiseerd. Bij 15 voorkeur strekt de buis zich, althans in hoofdzaak, in horizontale richting uit. Hierbij kan de buis eveneens in hoofdzaak recht zijn om op deze wijze de technische constructie zo eenvoudig mogelijk te houden. De buisuitlaatopeningen bevinden zich in dit voorbeeld in een zijwand van de buis en 20 zijn bovendien naar beneden gericht. Ook dit brengt met zich dat de technische constructie eenvoudig doch bijzonder doelmatig is. Dienovereenkomstig is stroomafwaarts van de buisuitlaatopeningen 38, 40 het einde 56 van de buis afgesloten.

De buis 30 kan bijvoorbeeld rond zijn uitgevoerd. In dat 25 geval zal het plaatje 50 bij voorkeur eveneens een hiermee corresponderende ronde vorm hebben. Het is echter eveneens mogelijk dat de buis 30 rechthoekig of vierkant is uitgevoerd waarbij het plaatje 50 een dienovereenkomstige rechthoekige of vierkante vorm heeft.

30 In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een samenstel en een koffiefiltreerinrichting overeenkomstig de uitvinding getoond waarbij met de figuren 1 en 2 overeenkomende onderdelen van dezelfde referentienummers zijn voorzien. Hieruit blijkt dat de filterhouder 32 hetzelfde is als de 35 filterhouder 32 volgens figuur 2 en slechts rond zijn axiale as 180° is gedraaid. Dit brengt met zich dat de inlaat 44 van de bypass 42 zich thans aan de rechter zijde in plaats van aan 1003068 11 de linker zijde van de koffiepot 18 bevindt. De koffiefil-treerinrichting volgens figuur 4 omvat thans een enkele buis 58 die de buis 10 volgens figuur 1 vervangt en een lengte heeft die, althans nagenoeg, overeenkomt met de buis 10 5 volgens figuur 1. Een voordeel is derhalve dat de buis 58 het uiterlijk van de koffiefiltreerinrichting in principe niet meer hoeft te veranderen en dat bovendien altijd plaats is voor de buis 58. De buis 58 omvat een eerste uitlaatopening 60 en een tweede uitlaatopening 62 die stroomafwaarts is gelegen 10 ten opzichte van de eerste uitlaat 60. Rond de eerste buis-uitlaatopening 60 is een opstaande rand 63 aangebracht die functioneel vergelijkbaar is met de opstaande rand 41. De buisuitlaatopening 62 die stroomafwaarts is gelegen van de buisuitlaatopening 60 voert, in gebruik, heet water toe aan de 15 extractiekamer 26. Daarentegen voert de buisuitlaatopening 60 in gebruik heet water toe aan de bypass-inlaat 44. De buisuitlaatopening 60 omvat in dit voorbeeld instelmiddelen in de vorm van een regelbaar diafragma 64 waarmee de grootte van de buisuitlaatopening 60 kan worden gevarieerd. Het diafragma 64 20 is op zich bekend en wordt derhalve niet nader toegelicht. Wel wordt opgemerkt dat zich aan de buitenzijde van de buis 58 een instelring 66 bevindt met behulp waarvan het diafragma kan worden geregeld. Indien het diafragma 64 geheel open staat, zoals getoond in figuur 5a, zal zowel heet water aan de inlaat 25 42 als aan de extractiekamer 26 worden toegevoerd. Wanneer daarentegen het diafragma 64 met behulp van de instelring 66 geheel wordt gesloten, zoals in figuur 5b is getoond, wordt al het hete water aan de extractiekamer 26 toegevoerd en wordt op conventionele wijze koffie-extract bereid. Tenslotte kan het 30 diafragma 64 dusdanig worden ingesteld dat de buisuitlaatopening 60 gedeeltelijk wordt vrijgegeven zodat een min of meer verkleind bypass-effect wordt gecreëerd. Met andere woorden, in dat geval wordt bijvoorbeeld 80% van het hete water aan de extractiekamer 26 toegevoerd en 20% van het hete 35 water wordt via de bypass 42 rechtstreeks aan de koffiepot 18 toegevoerd. Ook voor de buis 58, zoals deze in figuur 4 is getoond, geldt dat deze zowel een ronde, rechthoekige als 1003068 12 vierkante doorsnede kan hebben. Ook hierbij is de buis 58 bij voorkeur recht uitgevoerd en strekt zich in horizontale richting uit. Tevens zijn de buisuitlaatopeningen 60 en 62 in een zijwand van de buis 58 uitgevoerd en zijn bovendien naar 5 beneden gericht. Ook dit brengt enerzijds een eenvoudige technische constructie met zich, die anderzijds een optimaal resultaat garandeert.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven geschetste uitvoeringsvormen. Zo kan de buis 30 en de buis 58 10 bijvoorbeeld onlosmakelijk met de uitlaat 12 worden verbonden wanneer de koffiefiltreerinrichting van figuur 2 en figuur 4 als één geheel op de markt wordt gebracht. Alleen wanneer een conventionele koffiefiltreerinrichting, die is voorzien van een leidingsysteem zoals in figuur 1 getoond, dient te worden 15 omgebouwd tot een koffiefiltreerinrichting volgens figuur 2 of figuur 4 zullen de betreffende buizen in principe losmakelijk met de uitlaat 8 van het heetwaterafgiftekanaal zijn verbonden. Ook kunnen elk van de opstaande randen 41 respectievelijk 63 zich langs slechts een deel van de buisuitlaatopeningen 38 20 respectievelijk 60 uitstrekken.

Deze en andere voor de hand liggende varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

1003068

Claims (19)

1. Koffiefiltreerinrichting voorzien van een waterreservoir, een verwarmingsorgaan voor het verwannen van water uit het waterreservoir, een heetwaterafgifte kanaal waaraan door het verwarmingsorgaan verwarmd water wordt toegevoerd, een bypass-5 filterhouder omvattende een extractiekamer waarin gemalen koffie kan worden opgenomen en een van de kamer gescheiden bypass-kanaal met een inlaat en een uitlaat, een stroomafwaarts met een uitlaat van het heetwaterafgiftekanaal verbonden leidingsysteem voor het respectievelijk, althans in 10 hoofdzaak, gelijktijdig toevoeren van door het verwarmingsorgaan verwarmd water aan de extractiekamer en de inlaat van het bypass-kanaal waarbij de uitlaat van het bypass-kanaal dusdanig is gepositioneerd dat koffie-extract afkomstig uit de extractiekamer en water uit het bypass-kanaal in een 15 koffiereservoir kunnen stromen die, in gebruik, onder de bypass-filterhouder is gepositioneerd en waarbij het leidingsysteem verder is voorzien van instelmiddelen voor het instellen van de verhouding tussen de grootte van de vloeistofstromen die respectievelijk aan de extractiekamer en 20 de inlaat van het bypass-kanaal worden toegevoerd, met het kenmerk, dat het leidingsysteem een enkele buis omvat met een buisinlaat en twee buisuitlaatopening waarbij de buisinlaat van de buis met de uitlaat van het heetwaterafgiftekanaal is verbonden, een van de buisuitlaatopeningen zich stroomafwaarts 25 van de andere buisuitlaatopening bevindt en waarbij een van de buisuitlaatopeningen dusdanig is gepositioneerd dat deze, in gebruik, heet water afgeeft aan de bypass-inlaat waarbij de andere van de buisuitlaatopeningen dusdanig is gepositioneerd dat deze heet water afgeeft aan de extractiekamer.

2. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buisuitlaatopening die stroomafwaarts is gelegen van de andere buisuitlaatopening, in gebruik, heet water toevoert aan de inlaat van het bypass-kanaal.

3. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 1, met het 35 kenmerk, dat de buisuitlaatopening die stroomafwaarts is 1003068 gelegen van de andere buisuitlaatopening, in gebruik, heet water toevoert aan de extractiekamer.

4. Koffiefiltreerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met de instelmiddelen de 5 grootte van een doorstroomoppervlak van tenminste één van de buisuitlaatopeningen kan worden ingesteld.

5. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een diafragma omvatten met een opening waarvan de grootte van het oppervlak van voor het 10 regelen van de grootte kan worden ingesteld,

6. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een regelbare klep omvatten die zich in een vloeistofstroomtraject tussen de beide buisuitlaatopeningen bevindt voor het regelen van de grootte van de 15 vloeistofstroom langs het genoemde vloeistoftraject.

7. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de regelbare klep bestaat uit een plaatje dat roteerbaar in de buis is bevestigd.

8. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 7, met het 20 kenmerk, dat het plaatje tenminste roteerbaar is tussen een eerste en tweede rotatiepositie waarbij de normaal van het plaatje in de eerste rotatiepositie zich eenwijdig aan de axiale richting van de buis uitstrekt en in de tweede rotatiepositie zich loodrecht op de axiale richting van de 25 buis uitstrekt.

9. Koffiefiltreerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met als kenmerk, dat de buis zich, althans in hoofdzaak, in een horizontale richting uitstrekt.

10. Koffiefiltreerinrichting volgens een der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de buis, althans in hoofdzaak, recht is.

11. Koffiefiltreerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buisuitlaatopeningen in een zijwand van de buis zijn aangebracht.

12. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de buisuitlaatopeningen naar beneden zijn gericht. 10 0 ?0 BB

13. Koffiefiltreerinrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat een stroomafwaarts van de buisuitlaatope-ningen gelegen einde van de buis is afgesloten.

14. Koffiefiltreerinrichting volgens een der conclusies 7-9, 5 met het kenmerk, dat het plaatje is bevestigd aan een rotatie-as waarvan tenminste een vrij uiteinde zich door een opening in de wand van de buis tot buiten de buis uitstrekt voor het instellen van de rotatiepositie van het plaatje.

15. Koffiefiltreerinrichting volgens een der voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de buisinlaat van de buis losmakelijk met de uitlaat van het heetwaterafgiftekanaal is verbonden.

16. Koffiefiltreerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat rond althans een deel van de 15 buisuitlaatopening die stroomopwaarts is gelegen van de andere buisuitlaatopening aan de binnenzijde van de buis een opstaande rand is aangebracht.

17. Samenstel voor het modificeren van een bestaande koffiefiltreerinrichting opdat deze geschikt wordt voor het 20 bereiden van koffie volgens een bypass-methode waarbij de koffiefiltreerinrichting is voorzien van een waterreservoir, een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van water uit het waterreservoir, een heetwaterafgiftekanaal waaraan door het verwarmingsorgaan verwarmd water wordt toegevoerd, een 25 filterhouder omvattende een extractiekamer waarin gemalen koffie kan worden opgenomen en een met een uitlaat van het heetwaterafgiftekanaal losmakelijk verbonden leidingsysteem voor het toevoeren van door het verwarmingsorgaan verwarmd water aan de extractiekamer, met het kenmerk, dat het 30 samenstel een enkele buis en een bypass-houder omvat ter vervanging van respectievelijk het originele leidingsysteem en de originele filterhouder van de koffiefiltreerinrichting, waarbij de buis en de bypass-houder overeenkomen met de buis en de bypass-houder van de koffiefiltreerinrichting volgens 35 conclusies 15.

18. Buis geschikt voor gebruik in een koffiefiltreerinrichting volgens een der conclusies 1-17. 1003068

19. Samenstel voor het modificeren van een bestaande koffiefiltreerinrichting opdat deze geschikt wordt voor het bereiden van koffie volgens een bypass-methode waarbij de koffiefiltreerinrichting is voorzien van een waterreservoir, 5 een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van water uit het waterreservoir, een heetwaterafgiftekanaal waaraan door het verwarmingsorgaan verwarmd water wordt toegevoerd, een filterhouder omvattende een extractiekamer waarin gemalen koffie kan worden opgenomen en een met een uitlaat van het 10 heetwaterafgiftekanaal losmakelijk verbonden leidingsysteem voor het toevoeren van door het verwarmingsorgaan verwarmd water aan de extractiekamer, met het kenmerk, dat het samenstel een enkele buis en een bypass-houder omvat ter vervanging van respectievelijk het originele leidingsysteem en 15 de originele filterhouder van de koffiefiltreerinrichting waarbij: de buis een buisinlaat en twee buisuitlaatopeningen omvat waarbij de buisinlaat van de buis geschikt is om, in gebruik, losmakelijk met de uitlaat van het heetwaterafgiftekanaal te 20 worden verbonden en waarbij de buis een vloeistofstroomtrajeet omvat dat zich uitstrekt tussen de inlaat en een van de buisuitlaatopeningen en waarbij de andere buisuitlaatopening zich in hetzelfde vloeistofstroomtrajeet bevindt; de bypass-filterhouder een extractiekamer omvat waarin 25 gemalen koffie kan worden opgenomen en een van de kamer gescheiden bypass-kanaal met een inlaat en een uitlaat; de posities van de buisuitlaatopeningen in de buis dusdanig zijn dat, in gebruik, met één van de buisuitlaatopeningen heet water kan worden afgegeven aan de bypass-inlaat 30 terwijl met de andere buisuitlaatopening water kan worden afgegeven aan de extractiekamer; en de buis verder is voorzien van instelmiddelen voor het instellen van de verhouding tussen de grootte van vloeistofstromen uit de respectieve uitlaatopeningen van de 35 buis. 1003068