NL1002659C2

NL1002659C2 - Wasbaar absorptie-element, geschikt voor hergebruik, werkwijze voor de vervaardiging hiervan, alsmede voorwerpen die een dergelijk absorptie- element omvatten, in het bijzonder een luier.

Info

Publication number: NL1002659C2
Application number: NL1002659A
Authority: NL
Inventors: Gregorius Maria Hubert Goyarts
Original assignee: Gregorius Maria Hubertus Goyar
Priority date: 1996-03-20
Filing date: 1996-03-20
Publication date: 1997-09-23
Also published as: EP0959839A1; AU1947097A; US20020032422A1; CA2249381A1; WO1997034554A1

Description

Korte aanduiding: wasbaar absorptie-element, geschikt voor hergebruik, werkwijze voor de vervaardiging hiervan, alsmede voorwerpen die een dergelijk absorptie-element omvatten, in het bijzonder een luier.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een wasbaar absorptie-element, geschikt voor hergebruik, tenminste omvattende een vloeistof-absorberende laag die een mengsel van chemische en synthetische vezels omvat.

5 Een dergelijk absorptie-element is bekend uit de internationale aanvrage WO 93/18728. Deze laatstgenoemde publikatie beschrijft een wasbare luier die geschikt is voor hergebruik en die een wegwerplaag voor (vaste) faecaliën omvat. De luier omvat tevens een zuiglichaam dat bestaat uit chemische en synthetische vezels, 10 namelijk viscose en polyester, en dat geplaatst is tussen de buitenlaag van de luier en een afdeklaag aan de binnenzijde van de luier. Het zuiglichaam is verbonden met de afdeklaag door middel van stiknaden.

Het Duitse Gebrauchsmuster G 9201050.4 openbaart eveneens een 15 luier met een absorptielaag waarin chemische en synthetische vezels, viscose en polyester, aanwezig zijn. In dit geval echter worden de viscose/polyester-lagen telkens omgeven door een katoenweef sel. Een nadeel van de toepassing van katoen in een absorptielichaam is dat katoen een vrij geringe absorptiecapactiteit heeft. Hierdoor 20 zal bij toepassing van het absorptie-element in bijvoorbeeld een luier bewerkstelligd worden dat vloeistoffen (d.w.z. urine) doorlopend met de huid in aanraking blijven, hetgeen ongewenst is.

In de luier volgens WO 93/18728 wordt het gebruik van katoen in het absorptie-element vermeden om aldus een betere absorptie 25 van vloeistoffen plaats te doen vinden in vergelijking met luiers waarin katoen wordt verwerkt. Gebleken is echter dat de spreiden rewetcapaciteit, alsmede de absorptiesnelheid en -capaciteit van het absorptie-element volgens WO 93/18728 nog onvoldoende zijn om te kunnen concurreren met de populaire wegwerpluiers. 30 Laatstgenoemden hebben zeer goede eigenschappen wat betreft absorptiecapaciteit, absorptiesnelheid, spreidcapaciteit en rewetcapaciteit, maar zijn zeer belastend voor het milieu en dragen in grote mate bij tot de totale hoeveelheid afval.

1002659 2

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een wasbaar absorptie-element volgens de aanhef te verschaffen dat voor vele doeleinden toepasbaar is en dat opnieuw gebruikt kan worden, welk absorptie-element een zeer goede spreid- en rewetcapaciteit heeft, 5 alsmede een zeer hoge absorptie-snelheid en -capaciteit.

Hiertoe wordt het wasbare absorptie-element volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de vloeistof-absorberende laag van het absorptie-element 80-20% chemische vezels en 20-80% synthetische vezels omvat en aan de bovenzijde, respektievelijk 10 de onderzijde hiervan verbonden is met een of meer vloeistof-transporterende lagen van "non-woven"-materiaal dat in hoofdzaak synthetische vezels omvat.

Bovengenoemde vloeistof-transporterende lagen hebben, naast hun funktie als transport laag, ook een funktie als vl oestof versprei-15 dingslaag en rewet-laag. Bij afwezigheid van de een of meer vloeistof-transporterende lagen komt vloeistof direct met de vloeistof-absorberende laag in aanraking. In het algemeen zal de vloeistof in hoofdzaak op één bepaald punt in aanraking komen met de absorptielaag. Het is dan van belang dat de absorptielaag de 20 vloeistof zo veel mogelijk verspreid opdat een maximale absorptie van de vloeistof over de gehele laag plaatsvindt en er geen "doorlekking" optreedt. Dit laatste blijkt vrijwel onmogelijk, tenzij de absorberende laag zeer dik is uitgevoerd. De onderhavige uitvinding verschaft echter een oplossing voor dit probleem door 25 de vloeistof-absorberende laag aan beide zijden te voorzien van een of meer vloeistof-transporterende lagen. Door de spreidfunktie van de vloeistof-transporterende la(a)g(en) wordt vloeistof zo optimaal mogelijk over het gehele oppervlak van de vloeistof-absorberende laag verdeeld, opdat de vloeistof niet in hoofdzaak 30 op één punt in aanraking komt met de absorptielaag, maar de absorptielaag maximaal wordt benut. Door de zeer goede spreidcapaci-teit van het absorptie-element volgens de uitvinding worden niet alleen de absorptie-snelheid, maar ook de absorptie-capaciteit alsmede de rewet-capaciteit van het absorptie-element verhoogd. 35 Doordat zowel de bovenzijde als de onderzijde van de vloeistof-absorberende laag verbonden zijn met een of meer vloeistof -transporterende lagen, wordt zowel vloeistof vanaf de bovenzijde, als vloeistof die aan de onderzijde van het absorptie-element terecht 1002659 3 is gekomen, door de vloeistof-transporterende laag in de vloeistof-absorberende laag gevoerd. In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm van het absorptie-element is de vloeistof-absorberende laag aan beide zijden omgeven door een enkele vloeistof-transporterende laag.

5 Het is echter ook mogelijk dat de vloeistof-transporterende laag meerdere afzonderlijke lagen omvat die onderling wat betreft vezelsamenstelling en -afmeting kunnen verschillen.

In het bijzonder wordt de synthetische vezel gekozen uit de groep die bestaat uit polyester, polyamide, polyacrylaat en 10 polypropeen of gemodificeerde vormen hiervan en met de meeste voorkeur omvat het synthetische vezel polyester. Gemodificeerde vormen van de synthetische vezel omvatten bijvoorbeeld bi-componenet vezels, waarbij meerdere bestanddelen in een vezel aanwezig zijn.

Bij voorkeur omvat de chemische vezel al dan niet gemodificeerd 15 viscose.

De toepassing van synthetische en chemische vezels in een absorptie-element is bijvoorbeeld bekend uit WO 93/18728. Een absorptie-element met een vloeistof-absorberende laag van chemische en synthetische vezels die aan beide zijden omgeven is door een 2 0 of meer vloeistof-transporterende lagen van "non-woven" materiaal dat in hoofdzaak synthetische vezels, zoals polyestervezels, omvat is echter tot nu toe niet bekend.

Om het transport van vloeistof alsmede de spreiding hiervan optimaal te laten verlopen omvatten de vloeistof-transporterende 25 lagen polyestervezels met een dikte van 2-10 dTex en een lengte van 30-100 mm.

In een bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de vloeistof-transporterende lagen tevens polyester dat een dikte heeft van minder dan 1 dTex en een lengte van 30-80 mm zodat het materiaal zachter 3 0 en soepeler aanvoelt. Bovendien heeft de toepassing van een dergelijk polyester als voordeel dat de was- en droogtijd van het absorptie-element aanzienlijk kan worden beperkt.

Om een optimale absorptie-capaciteit van het absorptie-element te bewerkstelligen omvat het viscose in de vloeistof-absorberende 35 laag bij voorkeur vezels met een dikte van 2,5-6 dTex en een lengte van 30-100 mm en omvat het polyester in de vloeistof-absorberende laag vezels met een dikte van 2-10 dTex en een lengte van 30-100 mm.

10 0 ü 6 a 9 4

In een voordelige uitvoeringsvorm omvat het polyester in de vloeistof-absorberende laag tevens polyester dat een dikte heeft van minder dan 1 dTex en een lengte van 30-80 mm opdat kortere was-en droogtijden van het absorptie-element bewerkstelligd kunnen 5 worden.

In het bijzonder omvat de vloeistof-absorberende laag van het absorptie-element 60-80% viscose en 40-20% polyester en bij voorkeur 65-75% viscose en 35-25% polyester.

Doordat de vezels in de vloeistof-transporterende lagen en 10 in de vloeistof-absorberende laag bij voorkeur verschillende lengtes en verschillende profielen hebben kan de ondulatie en amplitude van het materiaal, welke bepalend is voor de transport-, spreiden absorptiecapaciteit, geoptimaliseerd worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de vloeistof-transporteren-15 de laag en de vloeistof-absorberende laag van het absorptie-element door middel van doordringing van de vezels van de ene in de andere laag, en andersom, met elkaar verbonden. Bij voorkeur zijn de vloeistof-transporterende laag en de vloeistof-absorberende laag met behulp van een naaldbewerking met elkaar verbonden. Door de 20 onderlinge lagen op deze wijze met elkaar te verbinden worden de optimale transport-, absorptie- en verspreidingseigenschappen van de onderlinge lagen behouden. Het is vanzelfsprekend ook mogel ijk om de onderlinge lagen met behulp van een chemisch kleef (net)materiaal met elkaar te verbinden. Een meer nadere beschrijving van een 25 dergelijke verbindingswijze volgt in het onderstaande.

Begrepen zal worden dat de verschillende lagen van het absorptie-element verschillende diktes kunnen hebben, afhankelijk van de toepassing. Daar bij het absorptie-element volgens de onderhavige uitvinding de vloeistof-absorberende laag zo maximaal 30 mogelijk wordt benut, behoeft deze laag niet onnodig dik te worden uitgevoerd om doorlekking te voorkomen. In het algemeen heeft de vloeistof-absorberende laag bij voorkeur een dikte tussen 0,5 en 25 mm, terwijl de vloeistif - transporterende lagen een dikte hebben tussen 0,25 en 10 mm.

35 De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een absorptie-element volgens de onderhavige uitvinding. Een dergelijke werkwijze omvat de stappen van: 1002659 5 - het verschaffen van tenminste een vloeistof-absorberende laag en tenminste twee vloeistof-transporterende lagen; - het met behulp van een naaldbewerking verbinden van een vloeistof-transporterende laag met de ene zijde van de vloeistof-absorberende 5 laag; en - het met behulp van een naaldbewerking verbinden van de.andere vloeistof-transporterende laag met de overliggende zijde van de vloeistof-absorberende laag; en - het al dan niet op de gewenste afmeting brengen van het absorptie- 10 element.

In het bijzonder worden de respektievelijke lagen aan een voorbehandeling onderworpen, alvorens ze onderling te verbinden.

Bij voorkeur omvat een dergelijke voorbehandeling een naaldbewerking van de respektievelijke lagen.

15 Bij een dergelijke voorbehandeling kan er voor worden gekozen om één van de lagen intensiever te behandelen dan de andere. Een dergelijke meer intensieve behandeling betekent dat er meer naaldinsteken per vierkante centimeter plaatsvinden. Bij het verbinden van de onderlinge lagen wordt in het algemeen gewerkt 20 met 60-70 naaldinsteken per vierkante centimeter. Daarnaast zijn de insteekdiepte van de afzonderlijke naalden en de naaldsoorten, met name de naalddiktes, van belang voor de eigenschappen van de behandelde lagen.

Om krimping van het absorptie-element zo veel mogelijk te 25 voorkomen wordt met voordeel het gevormde absorptie-element onderworpen aan een thermofixatiebehandeling, waarbij bij voorkeur de temperatuur stapsgewijs wordt verhoogd tot 185 °C.

Door een dergelijke behandeling wordt krimping van het absorptie-element gereduceerd van 5-15% tot 1-4%. De thermofixatie 30 voorkomt dat de onderlinge lagen van het absorptie-element ten opzichte van elkaar gaan schuiven door een verschil in krimping. Een tot nu toe gebruikelijke werkwijze voor het oplossen van een dergelijk probleem is het toepassen van het zogenaamde "steppen". Bij steppen worden verschillende lagen met elkaar verbonden met 35 behulp van stikpatronen of -punten. Het nadeel van steppen is echter dat op de plaatsen waar de stiknaden zijn aangebracht de absorptie-capaciteit in sterke mate verlaagd wordt.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een 1002659 6 hierboven beschreven absorptie-element dat aan de bovenzijde en de onderzijde omgeven is door een boven- respektievelijk onderlaag van vloeistofdoorlatend materiaal.

Deze boven- en onderlagen behoeven niet door middel van steppen 5 met het absorptie-element bevestigd te worden, hetgeen de absorptiecapaciteit van het absorptie-element ten goede komt. Bij de onderhavige uitvinding worden de boven- en onderlaag bij voorkeur met behulp van een al dan niet tijdelijke chemische binding gehecht aan het absorptie-element, waarna de boven- en onderlaag rondom 10 het absorptie-element, danwel tezamen met het absorptie-element, met elkaar worden verbonden. Dit kan plaatsvinden door middel van stikken, maar ook een thermische of chemische verbinding behoren tot de mogelijkheden. De -tijdelijke- chemische binding van de bovenen onderlaag aan het absorptie-element kan in een voordelige 15 uitvoeringsvorm bewerkstelligd worden door een hechtingsmiddel aan te brengen tussen de boven- en onderlaag en het absorptie-element. Na het verbinden van de boven- met de onderlaag kan dit hecht ingsmiddel eventueel worden verwijderd door het inleg-element te wassen. Geschikte hechtingsmiddelen zijn bijvoorbeeld een hot melt, 20 polyetheenpoeder en de zogenaamde kleefnetmaterialen, waaronder polyamide-vlies en geperforeerde polyetheen-folie. Zoals eerder beschreven kunnen dergelijke kleefmaterialen ook worden toegepast om de vloeistof-absorberende laag met de vloeistof-transporterende lagen te verbinden.

25 Bij voorkeur omvatten de bovenlaag en de onderlaag polyester.

Bovendien kunnen de lagen in een voordelige uitvoeringsvorm naast het standaardpolyester ook polyester met een dikte van minder dan 1 dTex omvatten. Hierdoor en door een specifieke afwerking van tenminste de bovenlaag kan worden bereikt dat deze laag zachter 30 en soepeler aanvoelt, niet vochtig blijft en ventilerende eigenschappen vertoont. Bij voorkeur wordt, met name voor de bovenlaag, materiaal toegepast dat bacterie-dodende eigenschappen heeft.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op de 35 toepassing van het absorptie-element volgens de uitvinding in een voorwerp, om aan dit voorwerp absorberende eigenschappen te verlenen.

Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een voorwerp, omvattende een absorptie-element volgens de uitvinding, zoals dat 10 0 t 6 ï> 9 7 in het bovenstaande is omschreven.

Het absorptie-element volgens de onderhavige uitvinding kent een groot aantal toepassingen, waarbij de hierna genoemde toepassingen en de daaruit verkregen voorwerpen een bijzondere 5 voorkeur hebben. Dit zijn de toepassing in of voor de verpakkingsindustrie, meubelindustrie, autoindustrie, land- en tuinbouwvliezen, vliezen voor dakbedekking, isolatiematerialen, drainagemiddelen, filtermaterialen, afzuigkappen, branddekens, absorptiedekens, kleding, zoals sportkleding en -accesoires, alsmede bedrij f ski eding, 10 beschermingsmateriaal tegen bijvoorbeeld olie (hierbij kan tegen het absorptie-element een gelamineerde folie worden aangebracht) , paardedekens, sjabrakken, absorptiemateriaal voor dierenkooien en dergelijke, zoals bijvoorbeeld kattenbakvulling, schoonmaakartikelen, incontinentie- en decubitusmaterialen, matrashoezen of- afdekkingen, 15 verbandmaterialen en speel- en boxdekens voor kinderen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een luier die tenminste een wasbare buitenlaag omvat van vloeistofdicht materiaal alsmede een wasbaar absorptie-element volgens de onderhavige uitvinding dat bij voorkeur aan de bovenzijde en de onderzijde omgeven is door 20 een boven- respektievelijk onderlaag van vloeistof doorlatend materiaal, waarbij de wasbare buitenlaag in ongebruikte toestand in hoofdzaak langwerpig is en zodanig gevormd is dat bij toepassing hiervan een in hoofdzaak broekvormige luier ontstaat die voorzien is van twee beenopeningen. Een dergelijke luier kan bestemd zijn 25 voor baby's, dan wel voor incontinentie-patiênten.

Het absorptie-element volgens de uitvinding kan op enigerlei wijze, al dan niet losmakelijk, verbonden zijn met de luier of kan hierin los worden ingelegd. In het laatste geval zal de luier gewoonlijk elementen omvatten waaronder of waartegen het absorptie-30 element geschoven kan worden opdat verschuiving van het absorptie-element tijdens gebruik van de luier niet optreedt.

In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de wasbare buitenlaag van de luier een polyestersubstraat dat tenminste aan één zijde bekleed is met een vloeistofdichte, al dan niet lucht- en damp-35 doorlatende polyurethaanlaag.

Deze samenstelling van de buitenlaag van de luier zorgt aan de ene kant voor de gewenste vloeistofdichtheid van de buitenlaag, terwijl aan de andere kant het materiaal prettig aanvoelt en lucht 1002659 8 en damp doorlaat; dat wil zeggen, het materiaal kan "ademen".

Met voordeel bevindt zich aan de rand van de lange zijde van de buitenlaag van de luier een elastisch afsluit-element dat, gezien in de breedterichting, een naar de buitenlaag toe gerichte zijde 5 en een van de buitenlaag af gerichte zijde omvat.

Met de naar de buitenlaag toe gerichte zijde van het afsluit-element wordt die zijde van het afsluitelement bedoeld die zich het meest nabij de buitenlaag bevindt, terwijl met de van de buitenlaag af gerichte zijde die zijde wordt bedoeld die zich op 10 de grootste afstand van de buitenlaag bevindt.

Met voordeel omvat het afsluit-element een synthetische band die voorzien is van tenminste een elastische draad die parallel aan de lengterichting van de band geplaatst is. Het is echter ook mogelijk om andere textielconstructies toe te passen als afsluit-15 element.

Bij voorkeur is de synthetische band voorzien van tenminste twee elastische draden, waarbij de elastische draad die zich in hoofdzaak aan de van de buitenlaag afgerichte zijde bevindt een hogere spanning bezit dan de overige elastische draden.

20 Door een dergelijke verhoogde spanning wordt, zowel bij de toepassing van één als van meer elastische draden, bewerkstelligd dat de buitenrand van het elastische af sluitelement naar boven wordt bewogen zodat de buitenkant aansluit tegen het lichaam van de persoon door wie de luier wordt gedragen.

25 Om te voorkomen dat vocht en faecaliën door het weefsel van het elastische afsluitelement kunnen lekken is bij voorkeur de synthetische band tenminste aan één zijde tenminste gedeeltelijk voorzien van een vloeistofdichte kunststoflaag, in het bijzonder een polyvinylchloride- of polyurethaanlaag. Wanneer de van de 30 buitenlaag afgerichte zijde van het afsluit-element dat door de spanning van de elastische draad tegen het lichaam wordt gebracht voorzien is van een dergelijke polyvinylchloride- of polyurethaanlaag kan bovengenoemde lekkage voorkomen worden. Door de toepassing van de elastische draad met hogere spanning tezamen met het polyurethaan 35 of polyvinylchloride wordt een zogenaamd "anti-lekgootje" verkregen.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de band van het afsluitelement voorzien van tenminste drie parallel aan elkaar in de lengterichting geplaatste elastische draden, waarbij zich tussen 1 0 0 2 6 o a 9 tenminste twee van de elastische draden die zich aan de naar de buitenlaag toe gerichte zijde bevinden, in de lengterichting van het band toegevoegde draden bevinden. Dergelijke toegevoegde draden die in de lengterichting van het band lopen worden ook wel 5 kettingdraden genoemd.

Doordat zich tussen de elastische draden nabij de buitenlaag een aantal, bij voorkeur dicht ingestelde, kettingdraden bevinden wordt een boiling van de band ter plaatse bewerkstelligd. De huid van de persoon waarop de luier wordt toegepast, bijvoorbeeld een 10 baby, kan in deze boiling kruipen en aldus een barrière vormen tegen vochtlekkage. Bovendien zorgt de toepassing van dergelijke kettingdraden in combinatie met de hogere spanning van de buitenste elastische draad voor het naar de huid toe buigen van de zijden van het afsluitelement. Hierdoor wordt een optimale sluiting van 15 de luier tegen de huid gewaarborgd.

Met voordeel omvat de synthetische band een polyestergaren. Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een elastisch afsluit-element zoals beschreven in het bovenstaande.

De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 20 hand van bijgevoegde tekening waarin: - figuur 1 schematisch een doorsnede toont van een absorptie-element volgens de uitvinding,· - figuur 2 schematisch een doorsnede toont van een absorptie-element dat omgeven is door een boven- en onderlaag,· 25 - figuur 3 schematisch toont hoe de onderlinge lagen van het absorptie-element met elkaar zijn verbonden; - figuur 4 schematisch een luier volgens de uitvinding met daarin toegepast het absorptie-element volgens de uitvinding toont; en 30 - figuren 5A,B schematisch een elastisch afsluit-element volgens de onderhavige uitvinding tonen.

Figuur 1 toont een doorsnede van een absorptie-element 1 dat, in een zogenaamde "sandwich-struktuur", een vloeistof-absorberende laag 2 met aan weerszijde hiervan vloeistof-transporterende lagen 35 3 en 4 omvat. In het onderhavige geval omvat de vloeistof- absorberende laag 70% viscose en 30% polyester, waarbij 0,01-40% van het polyester polyester met een dikte van minder dan l dTex kan zijn. De standaard polyestervezels hebben een gemiddelde dikte n 0 2 6 b 9 10 van 7 dTex en een gemiddelde lengte van 60 mm, terwijl de viscosevezels een gemiddelde dikte hebben van 4,2 dTex en een lengte van 60 mm. De vloeistof transporterende boven- en onderlaag 3,4 omvatten in hoofdzaak polyester, waarbij een deel hiervan, 0,01-40%, kan 5 bestaan uit polyester met een dikte van minder dan l dTex. De polyestervezels hebben een gemiddelde dikte van 7 dTex en een lengte van 60 mm. Zoals reeds eerder opgemerkt is het ook mogelijk dat de vloeistof-transporterende boven- en onderlaag 3,4 ieder meerdere lagen omvatten die onderling wat betreft vezeldikte en -lengte kunnen 10 verschillen. Door het kiezen van de juiste verhoudingen kan worden bewerkstelligd dat een optimaal transport van vloeistof door de vloeistof-transporterende lagen plaatsvindt.

Figuur 2 toont een absorptie-element 5, omvattende het absorptie-element volgens figuur l dat omgeven is door een boven-15 en onderlaag van vloeistofdoorlatend materiaal, respektievelijk aangegeven met 6 en 7. Deze boven- en onderlaag 6, 7 zijn in het onderhavige geval vervaardigd uit polyester. Deze lagen 6, 7 worden met behulp van een tijdelijke, dan wel permanente chemische binding, onder toepassing van bijvoorbeeld polyetheen, voorgehecht aan 20 respektievelijk bovenzijde 3 en onderzijde 4 van het absorptie-element, waarna de polyesterboven- en onderlaag rondom met elkaar worden verbonden langs rand 8. Het verbinden van de boven- en onderlaag 6,7 kan plaatsvinden door middel van stikken of door middel van een thermische of chemische verbinding, zoals bijvoorbeeld -25 ultrasoon - lassen of "sealen". Op deze wijze wordt een absorptie-element 5 verschaft waarbij in de absorberende delen geen stiknaden zijn toegepast, waardoor de absorberende en transporterende werking van de gebruikte materialen optimaal wordt benut. Het is ook mogelijk om de boven- en onderlaag 6,7 samen met het absorptie-element 1 30 met elkaar te verbinden.

Figuur 3 toont de wijze waarop de onderlingen lagen van het absorptie-element met elkaar zijn verbonden. In figuur 3 zijn alleen de lagen 3 en 2 van het absorptie-element vergroot getoond. Met pijlen is aangeduid op welke plaatsen de vezels van de ene laag 35 in de andere laag zijn doorgedrongen, en andersom, opdat een verbinding van de respektievelijke lagen bereikt wordt. Deze onderlinge doordringing van de vezels wordt bewerkstelligd door het naalden waarbij naalden in de lagen worden gestoken en worden 1002659 11 teruggetrokken opdat de vezels gedeeltelijk van de ene in de andere laag, en andersom, worden bewogen.

Figuur 4 toont schematisch een luier 9 volgens de onderhavige uitvinding. De buitenlaag 10 van deze luier is in ongebruikte 5 toestand in hoofdzaak langwerpig en is bij gebruik, als bijvoorbeeld babyluier, broekvormig. Verwijzingcijfer 11 toont elastische afsluit-elementen die aanwezig zijn langs de randen van de buitenlaag 10 van de luier aan de lange zijde. Deze elastische af sluit-elementen 11 zorgen voor een goede afsluiting van de luier tegen het lichaam 10 van bijvoorbeeld een baby. De schematische struktuur van het elastische afsluit-element wordt nader toegelicht in figuren 5A en 5B. Aan de binnenzijde van de buitenlaag 10 van luier 9 bevindt zich het absorptie-element 5 volgens de onderhavige uitvinding. Dit absorptie-element 5 kan, al dan niet losmakelijk, zijn verbonden 15 met de buitenlaag 10. Ook is het mogelijk om het absorptie-element 5 los in de buitenlaag 10 te leggen. Hiertoe kan de luier bijvoorbeeld voorzien zijn van overhangende randdelen langs de omtrek, waarin het absorptie-element kan worden opgenomen. Aldus kan het absorptie-element 5 na enige tijd worden verwisseld en 2 0 gewassen, terwijl de buitenlaag 10 gedurende langere tijd in gebruik blijft. In de in figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm van de buitenlaag 10 van de luier 9 is deze voorzien van een sluitingssysteem in de vorm van klitteband 13 voor het sluiten van de luier. Tevens kan de buitenlaag voorzien zijn van een rugelastiek 12 opdat een 25 volledige afsluiting van de luier tegen de huid van de baby wordt gewaarborgd. Daarbij kan het rugelastiek tevens de functie van het klitteband omvatten.

Figuren 5A en 5B tonen schematisch de struktuur van twee uitvoeringsvormen van het elastische afsluit-element ll volgens 30 de uitvinding dat zich bevindt aan de lange zijde van de buitenlaag van de luier. Verwijzingcijfer 14 in figuur 5A toont de niet elastsiche rand van de synthetische band 15. Deze rand bepaalt de naar de buitenlaag 10 toe gerichte zijde van het af sluit-element 11. De synthetische band 15 strekt zich in figuur 5A uit tot aan 35 de elastische rand 20 van de band. Deze elastische rand 20 bepaalt de van de buitenlaag 10 af gerichte zijde van het afsluit-element 11. De synthetische band 15 omvat in het onderhavige geval een polyester/polyamide band waarin een hoeveelheid elastomeer in de 10 0 2 6 5 9 12 vorm van lycra is verwerkt. Met verwijzingcijfers 16 en 17 zijn confectie-indikatiestrepen aangegeven. In dit geval bevinden zich in de synthetische band drie elastische draden die respektievelijk zijn aangeduid met 18, 19 en 20. Wanneer het afsluit-element volgens 5 figuur 5 wordt aangebracht tegen de buitenlaag van een luier, of hiermee in een geheel gevormd is, zal de zijde die is aangegeven met verwij zingci j f er 14 (rand van de band) zich nabij de zijde van de luier bevinden. Tussen de elastische draden 18 en 19 zijn in de lengterichting van het band geplaatste kettingdraden 21 10 aangebracht waardoor tussen de elastische draden 18 en 19 een holle struktuur ontstaat. Deze struktuur maakt het mogelijk dat, bij toepassing als bijvoorbeeld babyluier, de huid van de baby in de holte kruipt opdat een zogenaamde waterbarrière ontstaat. In het onderhavige geval is de synthetische band 15 tussen de elastische 15 draad 19 en de elastische draad 20, tenminste aan één zijde bekleed met een polyurethaanbekleding. Om het lycra dat aanwezig is in de band te beschermen wordt gewerkt met een primer bij de bekleding van de band. Aldus blijft, ondanks het aanbrengen van een polyurethaanlaag, de elasticiteit van het weefsel behouden. De 20 spanning van de elastische draden 18, 19 en 20 verschilt onderling en wel zodanig dat de spanning van elastische draad 20 aanzienlijk hoger is dan die van de elastische draden 18 en 19. Doordat de spanning van elastische draad 20 hoger is zal de buitenrand van het elastische afsluit-element ombuigen en tegen de huid van de 25 baby aan gaan liggen. De bescherming tegen lekkage is nu tweeërlei. Allereerst wordt een gootje gevormd tussen de elastische draden 18 en 19 en daarbij wordt vocht tegengehouden door de opstaande rand die gevormd wordt tussen elastische draden 19 en 20 en die bekleed is met vocht-tegenhoudend polyurethaan.

30 In figuur 5B is een volgende uitvoeringsvorm van het afsluit- element ll getoond. In dit geval is de synthetische band 15 aan de naar de buitenlaag 10 toe gerichte zijde verbonden met een elastische band 22 die aanligt tegen de huid van, bijvoorbeeld, de baby. Verwijzingscijfer 23 toont een confectie-indikatiestreep. 35 Aan de van de buitenlaag 10 af gerichte zijde wordt de band 15, evenals in het geval van figuur 5A, begrensd door elastische draad 20. Door de spanning van elastische draad 20 relatief hoog te maken buigt de buitenrand van het afsluit-element om en gaat deze tegen 1002659 13 de huid van de baby aan liggen. De rand die ontstaat tussen de elastische band 22 en de elastische draad 20 kan worden bekleed met polyurethaan om het tegenhouden van vocht te bewerkstelligen.

1002659

Claims

5 l. Wasbaar absorptie-element (l), geschikt voor hergebruik, tenminste omvattende een vloeistof-absorberende laag (2) die een mengsel van chemische en synthetische vezels omvat, met het kenmerk, dat de vloeistof-absorberende laag (2) 80-20% chemische vezels en 20-80% synthetische vezels omvat en aan de bovenzijde, respectievelijk 10 de onderzijde hiervan verbonden is met een of meer vloeistof -transporterende lagen (3,4) van "non-woven" materiaal dat in hoofdzaak synthetische vezels omvat.
2. Absorptie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 vloeistof-absorberende laag (2) van het absorptie-element 80-60% chemische vezels en 20-40% synthetische vezels omvat.
3. Absorptie-element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de synthetische vezel gekozen wordt uit de groep die bestaat 20 uit polyester, polyamide, polyacrylaat en polypropeen of gemodificeerde vormen hiervan.
4. Absorptie-element volgens een of meer der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de synthetische vezel polyester omvat. 25
5. Absorptie-element volgens een of meer der conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de chemische vezel, al dan niet gemodificeerd viscose omvat.
6. Absorptie-element volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de vloeistof-transporterende lagen (3,4) polyestervezels omvatten met een dikte van 2-10 dTex en een lengte van 30-100 mm.
7. Absorptie-element volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 35 vloeistof-transporterende lagen (3,4) tevens polyester omvatten dat een dikte heeft van minder dan l dTex en een lengte van 31-80 mm. 10 o ü 6 o »
8. Absorptie-element volgens een of meer der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de vloeistof-absorberende laag (2) viscose vezels omvat met een dikte van 2,5-6 dTex en een lengte van 30-100 mm en polyester vezels omvat met een dikte van 2-10 dTex en een lengte 5 van 30-100 mm.
9. Absorptie-element volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het polyester tevens polyester omvat dat een dikte heeft van minder dan 1 dTex en een lengte van 30-80 mm. 10
10. Absorptie-element volgens een of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de vloeistof-transporterende lagen (3,4) en de vloeistof absorberende laag (2) door middel van doordringing van de vezels van de ene in de andere laag, en andersom, met elkaar 15 zijn verbonden.
11. Absorptie-element volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de vloeistof-transporterende lagen (3,4) en de vloeistof-absorberende laag (2) met behulp van een naaldbewerking met elkaar zijn verbonden. 20
12. Absorptie-element volgens één of meer van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de vloeistof-absorberende laag (2) een dikte heeft tussen 0,5 en 25 mm en de vloeistof-transporterende lagen (3,4) een dikte hebben tussen 0,25 en 10 mm. 25
13. Werkwijze voor het vervaardigen van een absorptie-element volgens een of meer van de conclusies 1-12, omvattende: - het verschaffen van tenminste een vloeistof-absorberende laag (2) en tenminste twee vloeistof-transporterende lagen (3,4); 30. het met behulp van een naaldbewerking verbinden van een vloeistof- transporterende laag (3,4) met de ene zijde van de vloeistof-absorberende laag (2); - het met behulp van een naaldbewerking verbinden van de andere vloeistof-transporterende laag (3,4) met de overliggende zijde 35 van de vloeistof-absorberende laag (2); en - het al dan niet op de gewenste afmeting brengen van het absorptie-element . 1002659
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de respectievelijke lagen aan een voorbehandeling worden onderworpen, alvorens ze onderling te verbinden.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de voorbehandeling een naaldbewerking omvat.
16. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 13-15, met het kenmerk, dat het gevormde absorptie-element (1) onderworpen wordt 10 aan een thermofixatie-behandeling.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat gedurende de thermof ixatie-behandeling de temperatuur wordt verhoogd tot 185 °C.
18. Absorptie-element volgens een of meer van de conclusies 1-12 dat aan de bovenzijde en de onderzijde omgeven is door een boven-respectievelijk onderlaag (6,7) van vloeistof doorlatend materiaal.
19. Absorptie-element (5) volgens conclusie 18, met het kenmerk, 20 dat de bovenlaag en de onderlaag (6,7) polyester omvatten.
20. Toepassing van het absorptie-element volgens een of meer der conclusies 1-12, 18 of 19 in een voorwerp, om aan dit voorwerp absorberende eigenschappen te verlenen. 25
21. Voorwerp, omvattende een absorptie-element volgens een of meer der conclusies 1-12, 18 of 19.
22. Luier (9), tenminste omvattende een wasbare buitenlaag (10) 30 van vloeistofdicht materiaal, alsmede een absorptie-element (5) volgens conclusie 18 of 19, waarbij de wasbare buitenlaag in ongebruikte toestand in hoofdzaak langwerpig is en zodanig gevormd is dat bij toepassing hiervan een in hoofdzaak broekvormige luier ontstaat die voorzien is van twee beenopeningen. 35
23. Luier volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de wasbare buitenlaag (10) een polyester substraat omvat dat tenminste aan één zijde bekleed is met een vloeistofdichte, al dan niet lucht- 1002659 en damp-doorlatende polyurethaanlaag.
24. Luier volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat zich aan de rand van de lange zijde van de buitenlaag een elastisch 5 af sluit-element (11) bevindt dat, gezien in de breedterichting een naar de buitenlaag toe gerichte zijde en een van de buitenlaag af gerichte zijde omvat.
25. Luier volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het afsluit-10 element (11) een synthetische band omvat, die voorzien is van tenminste een elastische draad (18,19,20) die parallel aan de lengterichting van de band geplaatst is.
26. Luier volgens conclusie 25, met het kenmerk dat de synthetische 15 band voorzien is van tenminste twee elastische draden (18,19,20), waarbij tenminste de elastische draad die zich in hoofdzaak aan de van de buitenlaag af gerichte zijde bevindt een hogere spanning bezit dan de overige elastische draden.
27. Luier volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat de synthetische band tenminste aan één zijde tenminste gedeeltelijk voorzien is van een vloeistofdichte kunststoflaag.
28. Luier volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de vloeistof-25 dichte kunststoflaag polyurethaan of polyvinylchloride omvat.
29. Luier volgens één of meer der conclusies 25-28, met het kenmerk, dat de synthetische band voorzien is van tenminste drie parallel aan elkaar in de lengterichting geplaatste elastische draden 30 (18,19,20), waarbij zich tussen tenminste twee van de elastische draden (18,19) die zich aan de naar de buitenlaag toe gerichte zijde bevinden in de lengterichting van het band toegevoegde draden (21) bevinden.
30. Luier volgens conclusies 25-29, met het kenmerk, dat de synthetische band een polyesterband omvat.
31. Elastisch afsluitelement (11) volgens een of meer van de 7002659 conclusies 23-29. 1002659