NL1002439C2 - Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan. - Google Patents

Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan. Download PDF

Info

Publication number
NL1002439C2
NL1002439C2 NL1002439A NL1002439A NL1002439C2 NL 1002439 C2 NL1002439 C2 NL 1002439C2 NL 1002439 A NL1002439 A NL 1002439A NL 1002439 A NL1002439 A NL 1002439A NL 1002439 C2 NL1002439 C2 NL 1002439C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tubular member
tubular
member according
plant
bent
Prior art date
Application number
NL1002439A
Other languages
English (en)
Inventor
Hermanus Johannes Van Rijn
Original Assignee
Hermanus Johannes Van Rijn
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hermanus Johannes Van Rijn filed Critical Hermanus Johannes Van Rijn
Priority to NL1002439A priority Critical patent/NL1002439C2/nl
Priority to EP97904659A priority patent/EP0883335B1/en
Priority to DE69713289T priority patent/DE69713289D1/de
Priority to AU17369/97A priority patent/AU1736997A/en
Priority to PCT/NL1997/000083 priority patent/WO1997030577A1/en
Priority to PL97328464A priority patent/PL328464A1/xx
Application granted granted Critical
Publication of NL1002439C2 publication Critical patent/NL1002439C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G7/00Botany in general

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Ecology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

*
Titel: Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten, waarvan de stengels en takken in het algemeen in opwaartse richting groeien, waarbij een aantal plantdelen, zoals ten minste een 5 griffel en een aantal scheuten, in hun geheel zijdelings worden ongebogen, zodat nabij de buigplaats verdere scheuten ontstaan, die de te telen produkten, in het bijzonder snijbloemen, vormen, die na een gewenste lengte en ontwikkeling te hebben bereikt worden afgesneden. De 10 uitvinding heeft tevens betrekking op een kokervormig orgaan te gébruiken bij een teelwerkwijze volgens de uitvinding.
Bij een teelwerkwijze als bedoeld in de vorige alinea worden de planten bij voorkeur rijvormig in bedden geplaatst en de griffel (of, indien aanwezig, de griffels) en een 15 aantal scheuten, in het algemeen de eerste grondscheuten en eventueel andere, niet verkoopbare takken, in de richting van en tot op het bed ongebogen, waarbij de buigplaats vrijwel op het punt ligt waar de planten uit de grond komen, oftewel vlak boven het wortelstelsel. Bij een aldus 20 behandelde plant zullen zich in de op zij ongebogen plantdelen in het algemeen geen bloemen ontwikkelen, maar ontstaan er op en nabij de oiibuigplaats scheuten die in opwaartse richting groeien. De ongebogen plantdelen blijven bladdragend en zodoende assimileren, waarbij de daarbij 25 gevormde suikers worden doorgegeven aan de nieuw gevormde scheuten die hierdoor uiterst voorspoedig groeien en weelderige bloemen gaan vormen.
Met de uitvinding wordt beoogd de boven omschreven teelwerkwijze nog verder te verbeteren en te optimaliseren. 30 Verdere doelen van de uitvinding zijn het verbeteren van de werkomstandigheden voor de kweker en het scheppen van voorwaarden om milieu-vriendelijker te kunnen werken.
1002439 2
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat elke plant wordt geplaatst in een afzonderlijk kokervormig orgaan, dat gevuld wordt met teelaarde of teelsubstraat, zoals onder andere cocosstof of lavakorrels, waarbij elk 5 kokervormig orgaan op afstand van verdere kokervormige organen wordt geplaatst en wordt uitgevoerd met een zodanige lengte/diameter-verhouding dat de omgebogen plantdelen over het grootste deel van hun lengte uitkragen voorbij althans het bovenste deel van de omtrekswand van het kokervormige 10 orgaan in een dit omgevende vrije ruimte.
Door deze maatregelen komen de omgebogen plantdelen vrij in de ruimte te hangen. Dit in tegenstelling tot bij de bekende werkwijze waar die plantdelen zich op of vlak boven het bed bevinden. Gebleken is dat omgebogen vrij hangende 15 plantdelen aanzienlijk beter bladdragend blijven dan met het bed contact makende of zich daar vlak boven bevindende plantdelen. Door meer en gezonder blad aan de omgebogen vrijhangende plantdelen wordt het assimilatieproces en dientengevolge het groeiproces van de nieuw gevormde 20 scheuten en de bloemknopontwikkeling in die scheuten bevorderd. Daarenboven wordt het assimilatieproces nog bevorderd doordat de lucht veel beter en gemakkelijker rond de vrijhangende omgebogen plantdelen kan circuleren. Aldus wordt als het ware een tweedelige plant met effectief 25 gescheiden funkties verkregen: enerzijds een omlaaghangend omgebogen voedingsdeel waar optimale voorwaarden voor het assimilatieproces zijn geschapen en anderzijds een omhoogreikend produktiedeel waar optimale groei-, knopvormen oogstomstandigheden zijn gecreëerd.
30 Het resultaat van de overeenkomstig de uitvinding voorgestelde maatregelen is dan ook zowel een hogere opbrengst per plant als een sterk verbeterde kwaliteit ten opzichte van de thans bekende teelwerkwijzen.
Als gevolg van het in de vrije ruimte hangen van de 35 omgebogen plantdelen is het overeenkomstig een verdere uitvoeringswijze van de uitvinding mogelijk, dat de omgebogen plantdelen over een hoek groter dan 90° worden 10 0 2 A 3 9 3 omgebogen, meer in het bijzonder tot in een relatief steil tot verticaal omlaag hangende stand, dat wil zeggen een ombuighoek van 135° of meer. Bij op deze wijze omgebogen plantdelen kan het in bovenaanzicht door een plant in beslag 5 genomen oppervlak rendabeler worden benut. Tevens wordt dan bevorderd, dat de planten zich optimaal kunnen ontwikkelen en zodoende groter en massaler kunnen uitgroeien. Hierbij verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verder de voorkeur, dat een aantal 10 kokervozmige organen op zodanige onderlinge afstanden wordt opgesteld dat de omgebogen plantdelen van de ene plant die van een andere plant niet of nauwelijks raken. Hierbij zijn al de planten niet alleen overzichtelijk gegroepeerd en afzonderlijk te bekijken en te behandelen, maar is, zonodig, 15 ook elke plant zonder de overige planten te beïnvloeden weg te halen en door een andere te vervangen.
Door het toepassen van de kokervormige organen, die bij voorkeur een lengte hebben die ten minste gelijk is aan de maximale lengte van de omgebogen plantdelen, wordt de plant 20 als het ware omhoog gebracht. Dit nu heeft het aanvullende voordeel dat daardoor de plant automatisch een hogere positie inneemt en zodoende voor de kweker zonder diep bukken bereikbaar wordt oftewel meer op werkhoogte komt. Zodoende zijn niet alleen de te oogsten plantdelen door het 25 omhoog brengen van de plant en het weg en omlaag buigen van de overige plantdelen snel en eenvoudig bereikbaar, maar is de plant ook voor de overige te verrichten handelingen gemakkelijker opgesteld.
Een kokervormig orgaan kan op of deels in een bed 30 worden geplaatst, waarbij dan de lengte van het kokervormige orgaan boven het bed zodanig is, dat de neerwaarts omgebogen plantdelen vrij blijven van het bed. Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt er echter een voorkeur voor uitgesproken, dat elk kokervormig orgaan 35 aan de onderzijde wordt voorzien van een afsluiting en in of nabij die afsluiting drainage-openingen worden aangébracht, waarbij een aantal van dergelijke kokervormige organen boven 1002 439 4 een waterafvoergoot wordt opgesteld. Door deze maatregelen is een aantal aanvullende, doch belangrijk voordelen te verkrijgen. Een teveel aan water of afvalwater is op bijzonder milieu-vriendelijke wijze centraal op te vangen en 5 af te voeren, zodat daarin aanwezige verontreinigingen efficiënt kunnen worden afgescheiden, hetgeen de waarborg dat schadelijke stoffen niet in het milieu terecht kunnen komen aanzienlijk vergroot. Verder is door middel van het plaatsen van de kokervormige organen boven de goot, en meer 10 in het bijzonder door het creëren van een open ruimte tussen de afsluiting van het kokervormige orgaan met zijn afvoeropeningen en de bodem van de goot, op effectieve wijze een wortelstop te verkrijgen, omdat wortels die vanuit een donkere, vochtige omgeving in een lichte, relatief droge 15 omgeving terecht komen, ophouden met groeien. Hierbij zij nog aanvullend opgemerkt, dat de drainage-openingen wortelrot voorkomen. Aldus is ook een gezond onderuiteinde van het wortelstelsel te verkrijgen, dat geheel binnen het kokervormige orgaan blijft. Dit laatste nu heeft het verdere 20 voordeel, dat het wortelstelsel van de ene plant geheel buiten contact blijft met dat van een andere plant, waardoor contactinfecties tussen de planten worden voorkomen. Verder heeft het afsluiten van een kokervormig orgaan en het plaatsen daarvan boven een goot, die ook de vorm van een 25 afvoerbuis dan wel een bak of emmer al dan niet voorzien van een afwatermogelijkheid kan hebben, nog het voordeel dat een of een aantal planten gemakkelijk is te verwijderen en te vervangen door nieuwe en/of andere planten, bijvoorbeeld in geval van zieke planten of niet goed of niet regelmatig 30 groeiende planten.
Het afsluiten van het kokervormige orgaan kan geschieden door dat orgaan aan de onderzijde dicht te knijpen; de voorkeur zal echter het aanbrengen van een bodenplaat verdienen. Om dergelijke organen boven een goot 35 op te stellen, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat elk kokervormig orgaan wordt voorzien van voetmiddelen en een 1002439 5 aantal van dergelijke kokervormige organen steun nemend op een afvoergoot worden opgesteld. Als daarbij de voetmiddelen zich uitstrekken tot voorbij de onderzijde van het kokervormige orgaan, wordt door het vergroten van de open 5 ruimte onder het kokervormige orgaan het optreden van het wortelstop-effect, en de daardoor verkregen voordelen zoals hierboven besproken, nog verbeterd.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het ook mogelijk, dat een aantal kokervormige 10 organen boven een afvoergoot worden opgehangen. Hierbij zouden als ophangmiddelen bij voorbeeld verwarmingsbuizen dienst kunnen doen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een kokervormig orgaan te gebruiken bij een werkwijze zoals 15 bovenstaand besproken. Het kokervormige orgaan kan van elk geschikt materiaal met een zekere eigen stijfheid zijn vervaardigd, bij voorbeeld uit kunststof, keramiek, metaal, beton, glas, en dergelijke, verder kan de kokervorm elke gewenste dwarsdoorsnede hebben, die bovendien over de hoogte 20 van het kokervormige orgaan kan variëren, bij voorbeeld aan het ene uiteinde cirkelvormig en aan het andere uiteinde veelhoekig. Zoals reeds vermeld, verdient het in het bijzonder de voorkeur, dat de omgebogen plantdelen niet in contact kernen met het bed, een andersoortige bodem of een 25 afvoergoot, opdat de omgebogen plantdelen zoveel mogelijk vrij hangen. Om dit effect te bevorderen, derhalve om zoveel en zo gezond mogelijk blad aan de omgêbogen plantdelen te houden, verdient het verder de voorkeur, dat die plantdelen zo snel mogelijk vrij kanen van het kokervormige orgaan, dat 30 wil zeggen de omtrek van het kokervormige orgaan in het bovengebied wordt zo klein als mogelijk gehouden. Uitgaande van het voorgaande verdient het overeenkomstig de uitvinding de voorkeur, dat de lengte van het kokervormige orgaan ten minste twee maal zo groot is als de dwarsafmeting van het 35 kokervormige orgaan nabij zijn bovenuiteinde, dan wel de kleinste dwarsafmeting indien het kokervormige orgaan een langgerekte dwarsdoorsnede heeft. Gezien de groeiwijze van 1002439 6 de meeste planten verdient het daarbij volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat het kokervormige orgaan althans in zijn bovengebied een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.
5 Bij het zo klein mogelijk houden van het bovenrand gebied van het kokervormige orgaan, zal het bovenvlak van dat orgaan vrijwel geheel in beslag kunnen worden genomen door uit de grond of een ander voedingssubstraat komende plantdelen. Daarom verdient het overeenkomstig een verdere 10 uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat in het bovenuiteinde gebied van het kokervormige orgaan één of een aantal bevloeiings- en grondbeluchtingsgaten is aangebracht. Op deze wijze is tevens het bewateren en voeden van een plant op optimale wijze te regelen.
15 Om beschadigingen aan de omgebogen plantdelen te voorkomen verdient het verder de voorkeur, dat de bovenrand van het kokervormige orgaan afgerond of omgekraald is uitgevoerd.
Zoals reeds is vermeld, kan het kokervormige orgaan in 20 een bed worden gestoken. Dit kan ook een plaatselijk beperkt bed zijn, dat wil zeggen dat het kokervormige element over een deel van zijn lengte reikt tot in een met teelaarde of een ander voedingssubstraat gevulde potvormige container, waarbij er dan bij voorkeur in voorzien is, dat middelen 25 aanwezig zijn voor het vastzetten van het kokervormige orgaan in de potvomige container. De vastzetmiddelen zijn op velerlei wijzen uit te voeren, zo is het mogelijk, dat de vastzetmiddelen bestaan uit aan de buitenzijde van het kokervormige orgaan en/of de binnenzijde van de potvormige 30 container bevestigde ribben. Een andere mogelijkheid is, dat de vastzetmiddelen bestaan uit een op de potvormige container vast te zetten deksel voorzien van doorlaat- en/of vastzetmiddelen voor het kokervormige orgaan.
Ook is het mogelijk dat het kokervormige orgaan op dat bed 35 wordt geplaatst of boven dat bed, een afvoergoot of een andere bodem wordt opgesteld. Bij het in het bed steken kan het kokervormige orgaan aan zijn onderzijde open zijn.
10 0 2 A 3 9 7
Evenwel is het ook mogelijk en verdient het bij het boven het bed opstellen de voorkeur, dat het kokervormige orgaan is voorzien van een afsluiting aan zijn onderuiteinde. Deze afsluiting is op velerlei wijzen te verwezenlijken. Zo kan 5 het onderuiteinde van het kokervormige element zijn vervormd tot een min of meer afsluitende vorm. Evenzeer is het mogelijk de onderzijde af te sluiten met een al dan niet losmaakbaar plaat- of dekselvormig deel. In geval het kokervormige element aan zijn onderuiteinde is voorzien van 10 een afsluiting, verdient het, onder meer ter voorkoming van wortelrot de voorkeur, dat in of nabij het onderuiteinde van het kokervormige element drainage-openingen zijn aangebracht. Afhankelijk van de grootte van de drainage-openingen kunnen in het kokervormige orgaan desgewenst nog 15 grond- en/of wortelkeringmiddelen worden aangébracht.
Een relatief klein bovenuiteinde van het kokervormige orgaan betekent bij een kokervormig orgaan met een cilindrische vorm tevens een relatief klein onderuiteinde. Dit nu zou stabilisatieproblemen kunnen veroorzaken. Om 20 dergelijke problemen te kruinen ondervangen, wordt overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorgesteld dat de buitenzijde van het kokervormige orgaan is voorzien van stabilisatiemiddelen, zoals bij voorbeeld vinvormig uitstekende delen, die velerlei vormen kunnen 25 hébben. Voor een in een bed te steken kokervormig orgaan kunnen die stabilisatiemiddelen bij voorbeeld de vorm hébben van verticaal geplaatste, driehoekige vinnen, waarbij een hoekpunt het onderuiteinde van het stabilisatiemiddel vormt. Daarmee is bereikt dat het kokervormige orgaan relatief 30 gemakkelijk in het bed is te drukken of te slaan, waarbij desondanks een stabiel rechtop staand kokervormig orgaan wordt verkregen.
Moet het kokervormige orgaan op of boven het bed, een afvoergoot of een andere bodem worden geplaatst, dan 35 verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de stabilisatiemiddelen een voet vormende middelen omvatten. Ook deze kunnen de vorm van 1002439 8 driehoekige, vinvormige uitsteeksels hebben, zij het dat voor het verkrijgen van een bodemsteunvlak de punt van de driehoek thans omhoog wijst. Verder kunnen de vinnen verbonden zijn met een bodemsteunplaat, terwijl er uiteraard 5 ook een ten opzichte van het kokervormige orgaan grotere bodemsteunplaat zonder vinvormige uitsteeksels aanwezig kan zijn. Bij voorbeeld in beton uitgevoerd kan die bodemsteunplaat deel uit maken van een blok.
Teneinde het wortelstop-effeet en de gecontroleerde 10 drainage- en waterafvoermogelijkheden te bevorderen verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de een voet vormende middelen zich uitstrekken tot voorbij het onderuiteinde van het kokervormige orgaan.
15 Om een stabiel staand kokervormig orgaan te verkrijgen is het ook mogelijk het onderuiteinde van het kokervormige orgaan een grotere dwarsdoorsnede te geven dan het zo klein mogelijk te houden bovenuiteinde. Dit is bij voorbeeld te realiseren door het kokervormige orgaan getrapt uit te 20 voeren. Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verdient het evenwel de voorkeur, dat het kokervormige orgaan van boven naar beneden konisch uitlopend is uitgevoerd. Voor bepaalde planten heeft deze uitvoering verder nog het voordeel dat ondanks een klein bovenvlak er 25 een ruim volume voor het wortelstelsel van de plant ter beschikking staat. Zou het in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn de plant uit het kokervormige orgaan te nemen, dan kan dat deelbaar worden uitgevoerd, bij voorbeeld door te zijn samengesteld uit twee schaalhelften. In bedoelde gevallen 30 kan natuurlijk ook gekozen worden voor een van boven naar beneden konisch toelopend kokervormig orgaan.
Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zullen de werkwijze volgens de uitvinding en daarbij te gebruiken kokervormige organen 35 thans nader worden toegelicht. Daarbij toont: 1002439 9
Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een kokervormig orgaan met een daarin overeenkomstig de uitvinding geteelde plant;
Fig. 2 een tweede uitvoeringsvorm van een kokervonnig 5 orgaan volgens de uitvinding geplaatst in een opvangbak;
Fig. 3 een doorsnede volgens lijn III-III in Fig. 2;
Fig. 4 een derde uitvoeringsvorm van een kokervormig orgaan volgens de uitvinding geplaatst in een container met deksel; 10 Fig. 5 een vierde uitvoeringsvorm van een kokervormig orgaan volgens de uitvinding opgehangen boven een afvoergoot;
Fig. 6 een vijfde uitvoeringsvorm van een kokervonnig orgaan volgens de uitvinding te plaatsen in een container; 15 Fig. 7 een zesde uitvoeringsvorm van een kokervonnig orgaan volgens de uitvinding;
Fig. 8 een zevende uitvoeringsvorm van een kokervonnig orgaan volgens de uitvinding;
Fig. 9 een achtste uitvoeringsvorm van een kokervonnig 20 orgaan volgens de uitvinding;
Fig. 10 een negende uitvoeringsvorm van een kokervormig orgaan volgens de uitvinding geplaatst op een afvoergoot; en
Fig. 11 een tiende uitvoeringsvorm van een kokervonnig orgaan volgens de uitvinding geplaatst op een afvoergoot.
25 In Fig. 1 is een kokervonnig orgaan l weergegeven bestaande uit een cilindrisch hulsdeel met constante cirkelvormige dwarsdoorsnede. Het hulsdeel l is aan zijn onderzijde afgesloten door een deksel 2 dat voorzien is van een viertal nokken 3 die dienst doen als poten, zodat het 30 deksel 2 en zodoende het kokervormige orgaan 1 in hoofdzaak vrij komen van een in Fig. 1 niet weergegeven opstelvlak.
Het deksel 2 is verder voorzien van drainage-openingen 4. Soortgelijke drainage-openingen 5 zijn aangébracht in het kokervormige orgaan l. verder is het kokervormige orgaan l 35 aan zijn bovenzijde open uitgevoerd en aldaar voorzien van een afgeronde bovenrand 6. Het kokervormige orgaan 1 is 1002439 10 vrijwel geheel gevuld met teelaarde 7 ofwel een ander teelsubstraat zoals bij voorbeeld cocosstof of lavakorrels.
Het kokervormige orgaan 1 en het deksel 2 zijn vervaardigd van kunststof. Dit materiaal had echter evenzeer 5 elk ander geschikt materiaal kunnen zijn, zoals beton, keramiek, glas, metaal een dergelijke. Thans zij reeds opgemerkt dat dit ook geldt voor de in het navolgende nog te bespreken uitvoeringsvormen van het kokervormige orgaan. Evenzo kunnen al die uitvoeringsvormen, buiten de reeds 10 genoemde cirkelvorm, elke gewenste dwarsdoorsnede hebben, zoals vierkant rechthoekig, veelhoekig, ovaal, etc.
in het kokervormige orgaan 1 gevuld met teelaarde 7 is een plant geplaatst, waarvan plantdelen 8, zoals een griffel, een eerste grondscheut en eventueel een niet 15 verkoopbare tak, opzij en omlaag zijn weggebogen. De diameter van het kokervormige orgaan 1 is daarbij zodanig gekozen, dat de omgebogen plantdelen 8 zo snel mogelijk buiten de afgeronde bovenrand 6 en zodoende in de vrije ruimte rondom het kokervormige orgaan 1 reiken. Aldus zullen 20 die omgebogen plantdelen 8 optimaal bladdragend zijn, zodat uiterst voordelige assimilatie-omstandigheden zijn geschapen, die bovendien nog worden bevorderd doordat de lucht de bladeren alzijdig kan omgeven en bestrijken. Om deze omstandigheden zo optimaal mogelijk te houden, dient de 25 hoogte van het kokervormige orgaan 1 zodanig te worden gekozen dat de omgebogen plantdelen 8 steeds in de vrije ruimte blijven hangen, dat wil zeggen niet of nauwelijks in contact komen met het opstelvlak van het kokervormige orgaan 1. De tijdens het assimilatieproces geproduceerde suikers 30 worden doorgegeven aan nieuw gevormde scheuten 9, die vlak bij de plaats waar de plant uit de teelaarde komt worden gevormd, dat wil zeggen in hoofdzaak vanuit het hart van de plant en het eerste ombuiggebied van de omgebogen plantdelen 8. Aldus worden optimale groeiomstandigheden voor de recht 35 omhoog groeiende scheuten 9 gecreëerd, waardoor deze relatief snel zullen groeien en weelderig bloemdragend 1002439 11 zullen zijn. De aldus gekweekte snijbloemen 10 worden op het gewenste tijdstip geoogst en verkocht.
In Fig. 2 is een kokervormig orgaan 11 weergegeven dat in benedenwaartse richting een groter wordende 5 dwarsdoorsnede heeft. Aldus kan bij minimaal bovenoppervlak, en derhalve maximaal vrij hangende, omgebogen plantdelen, een relatief groot wortelgroei-volume worden verkregen. Indien de plant zonder beschadiging uit het kokervormige orgaan 11 moet kunnen worden verwijderd, kan het 10 kokervormige orgaan 11 uit twee schalen lla en llb zijn vervaardigd, die bij het deelvlak elk zijn voorzien van een flensrand, waarbij twee naburige flensranden middels een klemelement 12 tegen elkaar aan kunnen worden vastgezet, zoals is getoond in Fig. 3. Verder is het kokervormige 15 orgaan 11 aan zijn bovenrand voorzien van een omgekraalde rand 13, die beschadiging van de omgebogen plantdelen tegengaat. Aan de onderzijde is het kokervormige orgaan 11 afgesloten door een bodem 14 met drainage-openingen 15 Teneinde het kokervormige orgaan 11 te kunnen losnemen van 20 de plant is de bodem 14 op niet weergegeven wijze losmaakbaar met het kokervormige orgaan 11 verbonden. Dit laatste is verder aan zijn buitenzijde voorzien van een aantal uitstekende vinnen 16 die tot op een zekere afstand onder de bodem 14 uitsteken. Aldus is voorzien in poten die 25 de bodem 14 vrij houden van het opstelvlak, dat in deze uitvoeringsvorm bestaat uit de bodem van een bak 17, die desgewenst verbonden kan zijn met een drainage-systeem.
Fig. 4 toont een kokervormig orgaan 21 geplaatst in een potvomige container 22 die althans deels is te vullen met 30 teelaarde en is afgesloten door een deksel 23 voorzien van grondbeluchtings- en bevloeiingsgaten 24. Het kokervormige orgaan 21 steunt op de bodem van de potvormige container 22 en wordt verder op zijn plaats gehouden door een op de doorsnede van het kokervormige orgaan 21 afgestemde centrale 35 opening 25 in het deksel 24. In zijn onderuiteinde gebied is het kokervormige orgaan 21 verder voorzien van sleufvormige openingen 26 waardoor het inwendige van het kokervormige 1 o o 2 a 3 9 12 orgaan 21 in verbinding staat met het inwendige van de potvormige container 22. Deze sleufvonmige openingen 26 dienen als wortelgaten en kunnen ook anderszins, bij voorbeeld rond, zijn uitgevoerd.
5 In Fig. 5 is een kokervormig orgaan 31 weergegeven dat vanaf zijn bovenrand in neerwaartse richting een licht toelopende gedaante heeft. Het onderuiteinde van het kokervomige orgaan 31 is binnenwaarts vervormd tot een tuitvormig uiteinde 32, dat in een opening 33 van een 10 drainage-leiding 34 reikt, in zijn bovengebied is het kokervormige orgaan 31 voorzien van een rondom zijn omtrek lopende ring 35, die dient voor het bevestigen van een draad 36 voor het hangend opstellen van het kokervormige orgaan 31, doordat de draad 36 over bij voorbeeld verwarmingsbuizen 15 37 heen loopt.
Fig. 6 toont een kokervormig orgaan 41 met omgezette bovenrand 42 boven een potvormige container 43, die inwendig is voorzien van kruisvormige ribben 44 waarin uitsparingen 45 zijn aangebracht voor het opnemen van het kokervormige 20 orgaan 41. De uitsparingen 45 zijn zodanig bemeten, dat een daarin geschoven kokervormig orgaan 41 een stabiele stand inneemt. In de vinnen 44 zijn verder nog uitsparingen 46 aangebracht waardoor de vier compartimenten van de potvormige container 43 onderling in contact staan.
25 Desgewenst kan de potvormige container 43 nog voorzien zien van drainage-voorzieningen.
in Fig. 7 is een kokervormig orgaan 51 met omgekraalde bovenrand 52 weergegeven, dat direct in of op een bed uit teelaarde of een ander teelsubstraat kan worden geplaatst.
30 Vanaf de bovenrand 52 heeft het kokervormige orgaan 51 een taps uitlopende vorm voor het realiseren van een zo klein mogelijk bovenvlak. Dit laatste kan betekenen dat een plant het bovenvlak geheel of nagenoeg geheel in beslag neemt.
Voor het bevloeien en voeden van de plant kan dan gebruik 35 worden gemaakt van een tuit 53 die zich vlak onder de omgekraalde bovenrand 52 bevindt. Wordt het kokervormige orgaan 51 deels in een bed gestoken, dan kunnen in dat in 1002439 13 het bed stekende deel desgewenst nog wortelgatdoorboringen worden aangebracht.
Fig. 8 toont een kokervormig orgaan 61 met omgezette bovenrand 62, dat in zijn onderuiteindegebied voorzien is 5 van vierhoekige stabilisatievinnen 63, waarmee het kokervormige orgaan 61 stabiel op een bed of een ander vlak kan worden opgesteld.
Fig. 9 toont een kokervormig orgaan 71 met omgezette bovenrand 72, dat in zijn onderuiteindegebied voorzien is 10 van driehoekige stabilisatievinnen 73, waarvan de punt naar beneden wijst. Dit kokervormige orgaan 71 is hierdoor bijzonder geschikt om in een bed teelaarde te worden gestoken of geslagen, waarbij de vinnen 73 gemakkelijk de grond in dringen en zorgen voor een stabiel blijven staan 15 van het kokervormige orgaan 71. Tussen de vinnen 73 is nog een aantal wortelgaten 74 aangebracht.
In Fig. 10 is een kokervormig orgaan 81 weergegeven, dat is vastgezet in een betonnen voetstuk 82, dat ondersteund wordt door twee L-vormige profielen, die op hun 20 beurt weer op een bodemplaat 84 steunen. Zoals uit Fig. 10 blijkt, vormen de delen 83 en 84 samen een afvoergoot, waarbij de bodem van het voetstuk 82 dat het kokervormige orgaan 81 draagt, zich op afstand boven het bovenoppervlak van de bodemplaat 84 bevindt. Hoewel niet aangegeven, zal 25 het duidelijk zijn dat het kokervormige orgaan 81 en het voetstuk 82 voorzien zijn van openingen waardoor afvalwater in de afvoergoot terecht kan komen.
Fig. 11 toont een kokervormig orgaan 91 dat in zijn ondergebied is voorzien van steunribben 92. De 30 onderuiteinden van het kokervormige orgaan 91 en de ribben 92 zijn in eenzelfde vlak gelegen en sluiten aldaar aan op een bodemplaat 93, die steun neemt op de opstaande zijranden van een u-vormige afvoergoot 94. Voor drainage-doeleinden is de bodemplaat 93 in het gebied dat het kokervormige orgaan 35 91 afsluit voorzien van in de tekening niet weergegeven openingen. Om een zo stabiel mogelijke opstelling van het kokervormige orgaan 91 te verkrijgen zal bij een 1002439 14 cirkelvormige of vierkante dwarsdoorsnede van het kokervormige orgaan 91 de bodemplaat 93 een vierkante vorm hebben met zodanige afmetingen dat twee tegenover elkaar gelegen zijranden over hun volle lengte op de bovenranden 5 van de afvoergoot 94 steun nemen.
Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding zoals neergelegd in de bijgaande conclusies nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kunnen bij de uitvoeringsvormen waarbij kokervormige organen in de 10 vorm van rechte cilinders zijn getoond ook taps toe- of uitlopende kokervormen worden gebruikt, en omgekeerd. Niet-rechte kokervormige organen kunnen ook een gebogen of trapvormig verspringend oppervlak hebben. De optimale vorm zal telkens bepaald kunnen worden aan de hand van de 15 groeiwijze van plant en wortelstelsel. Verder kunnen de kokervormige organen desgewenst van een licht reflecterende laag worden voorzien waar dat het groeiproces nog zou kunnen bevorderen.
1002439

Claims (20)

1. Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten, waarvan de stengels en takken in het algemeen in opwaartse richting groeien, waarbij een aantal plantdelen, zoals ten minste een griffel en een aantal scheuten, in hun 5 geheel zijdelings worden ongebogen, zodat nabij de buigplaats verdere scheuten ontstaan, die de te telen produkten, in het bijzonder snijbloemen, vormen, die na een gewenste lengte en ontwikkeling te hebben bereikt worden afgesneden, met het kenmerk, dat elke plant wordt geplaatst 10 in een afzonderlijk kokervormig orgaan, dat gevuld wordt met teelaarde of teelsubstraat, zoals onder andere cocosstof of lavakorrels, waarbij elk kokervormig orgaan op afstand van verdere kokervormige organen wordt geplaatst en wordt uitgevoerd met een zodanige lengte/diameter-verhouding dat 15 de omgebogen plantdelen over het grootste deel van hun lengte uitkragen voorbij althans het bovenste deel van de omtrekswand van het kokervormige orgaan in een dit omgevende vrije ruimte.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 omgebogen plantdelen over een hoek groter dan 90° worden omgebogen.
3. Werkwijze volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat een aantal kokervormige organen op zodanige onderlinge afstanden wordt opgesteld dat de ongebogen plantdelen van de 25 ene plant die van een andere plant niet of nauwelijks raken.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk kokervormig orgaan aan de onderzijde wordt voorzien van een afsluiting en in of nabij die afsluiting drainage-openingen worden aangebracht, waarbij 30 een aantal van dergelijke kokervormige organen boven een waterafvoergoot wordt opgesteld.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk kokervormig orgaan wordt voorzien van voetmiddelen en een aantal van dergelijke kokervormige 35 organen steun nemend op een afvoergoot worden opgesteld. 1002439
6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een aantal kokervormige organen boven een afvoergoot worden opgehangen.
7. Kokervormig orgaan te gebruiken bij een werkwijze voor 5 het telen van bloem- en bladdragende planten volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van het kokervormige orgaan ten minste twee maal zo groot is als de dwarsafmeting van het kokervormige orgaan nabij zijn bovenuiteinde, dan wel de kleinste dwarsafmeting indien het 10 kokervormige orgaan een langgerekte dwarsdoorsnede heeft.
8. Kokervormig orgaan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat dit althans in zijn bovengebied een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.
9. Kokervormig orgaan volgens conclusie 7 of 8, met het 15 kenmerk, dat in het bovenuiteinde gebied daarvan één of een aantal bevloeiings- en grondbeluchtingsgaten is aangebracht.
10. Kokervormig orgaan volgens een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat zijn bovenrand afgerond of omgekraald is uitgevoerd.
11. Kokervormig orgaan volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat het kokervormige element over een deel van zijn lengte reikt tot in een met teelaarde of een ander voedingssubstraat gevulde potvormige container.
12. Kokervormig orgaan volgens conclusie 11, met het 25 kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het vastzetten van het kokervormige orgaan in de potvormige container.
13. Kokervormig orgaan volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de vastzetmiddelen bestaan uit aan de buitenzijde van het kokervormige orgaan en/of de binnenzijde 30 van de potvormige container bevestigde ribben.
14. Kokervormig orgaan volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de vastzetmiddelen bestaan uit een op de potvormige container vast te zetten deksel voorzien van doorlaat- en/of vastzetmiddelen voor het kokervormige 35 orgaan. 1002439
15. Kokervormig orgaan volgens een der conclusies 7-14, met het kenmerk, dat het kokervormige orgaan is voorzien van een afsluiting aan zijn onderuiteinde.
16. Kokervormig orgaan volgens een der conclusies 7-15, met 5 het kenmerk, dat in of nabij het onderuiteinde van het kokervormige element drainage-openingen zijn aangebracht.
17. Kokervormig orgaan volgens een der conclusies 7-16, met het kenmerk, dat de buitenzijde van het kokervormige orgaan is voorzien van stabilisatiemiddelen.
18. Kokervormig orgaan volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de stabilisatiemiddelen een voet vormende middelen omvatten.
19, Kokervormig orgaan volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de een voet vormende middelen zich uitstrekken 15 tot voorbij het onderuiteinde van het kokervormige orgaan.
20. Kokervormig orgaan volgens en der conclusies 7-19, met het kenmerk, dat het kokervormige orgaan van boven naar beneden konisch uitlopend is uitgevoerd. 100243·
NL1002439A 1996-02-23 1996-02-23 Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan. NL1002439C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002439A NL1002439C2 (nl) 1996-02-23 1996-02-23 Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan.
EP97904659A EP0883335B1 (en) 1996-02-23 1997-02-24 Method for cultivating flower-bearing and leaf-bearing plants and tubular element to be used therewith
DE69713289T DE69713289D1 (de) 1996-02-23 1997-02-24 Zuchtverfahren für blumen- end blätterpflanzen und tubulares element dafür
AU17369/97A AU1736997A (en) 1996-02-23 1997-02-24 Method for cultivating flower-bearing and leaf-bearing plants and tubular element to be used therewith
PCT/NL1997/000083 WO1997030577A1 (en) 1996-02-23 1997-02-24 Method for cultivating flower-bearing and leaf-bearing plants and tubular element to be used therewith
PL97328464A PL328464A1 (en) 1996-02-23 1997-02-24 Method of cultivating floriferous and deciduous palnts and tubular member for use in that method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002439A NL1002439C2 (nl) 1996-02-23 1996-02-23 Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan.
NL1002439 1996-02-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1002439C2 true NL1002439C2 (nl) 1997-08-26

Family

ID=19762378

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002439A NL1002439C2 (nl) 1996-02-23 1996-02-23 Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0883335B1 (nl)
AU (1) AU1736997A (nl)
DE (1) DE69713289D1 (nl)
NL (1) NL1002439C2 (nl)
PL (1) PL328464A1 (nl)
WO (1) WO1997030577A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1019560C2 (nl) 2001-12-13 2003-06-18 Johannes Petrus Jozef Van Os Kweken van snijbloemen.
NL1021180C2 (nl) * 2001-12-13 2003-06-17 Johannes Petrus Jozef Van Os Kweken van snijbloemen.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH639241A5 (en) * 1981-01-26 1983-11-15 James Maillefer Assembly comprising a container in which horticultural pots are arranged
EP0145353A2 (en) * 1983-11-21 1985-06-19 Wynton Murray Daniell Espalier system and vine management programme suitable for kiwi fruit
EP0452217A1 (fr) * 1990-04-10 1991-10-16 Michel Kunstmann Agencement de serre pour la culture hors sol, notamment la culture des rosiers
EP0460812A1 (en) * 1990-06-07 1991-12-11 Chozo Takasuka Method of cultivating cut flower of rose and system for achieving same

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH639241A5 (en) * 1981-01-26 1983-11-15 James Maillefer Assembly comprising a container in which horticultural pots are arranged
EP0145353A2 (en) * 1983-11-21 1985-06-19 Wynton Murray Daniell Espalier system and vine management programme suitable for kiwi fruit
EP0452217A1 (fr) * 1990-04-10 1991-10-16 Michel Kunstmann Agencement de serre pour la culture hors sol, notamment la culture des rosiers
EP0460812A1 (en) * 1990-06-07 1991-12-11 Chozo Takasuka Method of cultivating cut flower of rose and system for achieving same

Also Published As

Publication number Publication date
PL328464A1 (en) 1999-02-01
WO1997030577A1 (en) 1997-08-28
EP0883335A1 (en) 1998-12-16
DE69713289D1 (de) 2002-07-18
AU1736997A (en) 1997-09-10
EP0883335B1 (en) 2002-06-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1018112C2 (nl) Plantenkweekapparaat.
US20080190022A1 (en) Plant container and method
US10932422B2 (en) Irrigation device
JP2019050733A (ja) 灌漑装置
AU753330B2 (en) Plant container assembly
US6357180B1 (en) Push-pull root air-prunting tray and container systems
NL1002439C2 (nl) Werkwijze voor het telen van bloem- en bladdragende planten alsmede een daarbij te gebruiken kokervormig orgaan.
BE1023221A1 (nl) Teelsysteem
NL2011041C2 (nl) Plantenpot.
CN207340665U (zh) 苗木培育装置
GB2527150A (en) A propagator
US10098288B1 (en) Plant pots with stabilizing stakes and related methods
US20110289837A1 (en) Inverted Planter With Support
EP3238530A2 (en) An irrigation device
NL1016413C2 (nl) Plantgeleidezuil, alsmede een samenstel omvattende een aantal dergelijke zuilen, en een afdak.
KR20140004927U (ko) 식물 재배용기
NL1016637C2 (nl) Bloempot alsmede bloempot-steunstoksamenstel.
KR200466148Y1 (ko) 채소 재배용 용기
NL2013977B1 (nl) Ingepotte epifyt, werkwijze voor het telen daarvan en daarbij gebruikte pot.
KR200493718Y1 (ko) 식물 재배용 파이프형 화분
NL1010633C2 (nl) Bloempot en/of plantenbak voor de versiering van een parasolstandaard.
CN216219011U (zh) 一种仿生石斛种植装置
NL2019194B1 (nl) "Pot voor het kweken van een epifyt en daarin ingepotte epifyt"
KR200466079Y1 (ko) 덩굴류 조경수 재배 용기
JP3128680U (ja) イチゴ育苗用ポット

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: MARIA CLASINA VAN RIJN-SCHRAMA

Owner name: VAN RIJN GROEISYSTEMEN B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020901