NL1001735C2 - Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen. Download PDF

Info

Publication number
NL1001735C2
NL1001735C2 NL1001735A NL1001735A NL1001735C2 NL 1001735 C2 NL1001735 C2 NL 1001735C2 NL 1001735 A NL1001735 A NL 1001735A NL 1001735 A NL1001735 A NL 1001735A NL 1001735 C2 NL1001735 C2 NL 1001735C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cultivation
frame
carriers
fungi
thickness
Prior art date
Application number
NL1001735A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Petrus Cor Oostvogels
Original Assignee
Johannes Petrus Cornelis Oostv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Petrus Cornelis Oostv filed Critical Johannes Petrus Cornelis Oostv
Priority to NL1001735A priority Critical patent/NL1001735C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1001735C2 publication Critical patent/NL1001735C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G18/00Cultivation of mushrooms
    • A01G18/60Cultivation rooms; Equipment therefor
    • A01G18/62Racks; Trays
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G18/00Cultivation of mushrooms
    • A01G18/50Inoculation of spawn
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G18/00Cultivation of mushrooms
    • A01G18/70Harvesting

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Mushroom Cultivation (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het telen van zwammen, in het bijzonder eetbare paddestoelen, omvattende de stappen van: a) het in een teeltruimte aanbrengen van een 5 bodem, b) het in de bodem aanbrengen van mycelium, c) het tot zwammen opkweken van het mycelium, en d) het oogsten van de zwammen.
Een dergelijke werkwijze is bekend, en wordt 10 bijvoorbeeld algemeen toegepast in de champignonteelt. Bij de bekende werkwijze wordt een teeltbak, die in een rek opgenomen is, gevuld met een laag compost van bijvoorbeeld ongeveer 20 cm, waarin een kweekmateriaal, aangeduid als mycelium wordt aangebracht, waarna het geheel wordt afgedekt 15 met een laag aarde van enkele centimeters. Het rek met de teeltbakken bevindt zich in een geklimatiseerde teeltruimte. Na een periode van ongeveer 4 weken zijn uit het mycelium voldoende champignons gekweekt om een eerste oogst mogelijk te maken. Dit geschiedt machinaal of handmatig, afhankelijk 20 van de gewenste kwaliteit van de champignons. Doordat het mycelium in de compostlaag een zeer vruchtbare voedingsbodem heeft, heeft het na de eerste oogst nog voldoende groeikracht om één of meer extra oogsten mogelijk te maken. Deze oogsten vinden met een tussenruimte van ongeveer een week 25 plaats, en hebben een steeds afnemende opbrengst. De teeltbakken blijven tot na de laatste oogst in de teeltruimte, en het oogsten vindt dan ook plaats terwijl de teeltbakken zich in de rekken bevinden. Er dient derhalve tussen de teeltbakken voldoende ruimte geschapen te worden om de oogstwerk-30 zaamheden te kunnen uitvoeren. De totale opbrengst van de champignonteelt volgens de hierboven beschreven werkwijze bedraagt ongeveer 20 tot 40 kg/m2.
Bij een variant op de hiervoor beschreven teeltwijze worden de teeltbakken of -kisten los in een rek ge- 1 0 0 1 735 ’ 2 plaatst en voor elke oogst met behulp van bijvoorbeeld een vorkheftruck uit het rek genomen en het buiten de teeltruim-te gebracht. Daar worden de champignons geoogst, waarna de kisten weer in de teeltruimte gebracht en in het rek terug-5 geplaatst worden tot de volgende oogsten. Ook hier dient dus voldoende ruimte in de teeltruimte vrijgehouden te worden om met de teeltbakken te kunnen manoeuvreren, terwijl het herhaaldelijk verplaatsen van de teeltbakken bovendien tijdrovend is.
10 De hiervoor beschreven werkwijzen hebben gemeen dat zij door het relatief hoge grondstof verbruik en het grote ruimtebeslag relatief kostbaar zijn. Daarnaast vergen deze werkwijzen in het algemeen het gebruik van bestrij-dingsmiddelen, hetgeen uit het oogpunt van de volksgezond-15 heid ongewenst is. Ten slotte is het met de bekende werkwij-ze slechts met grote inspanning mogelijk de temperatuur in de teeltruimte binnen een gewenst bereik te handhaven.
De uitvinding beoogt derhalve te voorzien in een verbeterde teeltwijze. Volgens de uitvinding wordt dit bij 20 een werkwijze van de hiervoor beschreven soort bereikt, doordat de in de teeltruimte aangebrachte bodem in hoofdzaak vrij is van compost. Door niet of nauwelijks gebruik te maken van compost is de opbrengst van de teelt per oppervlakte -eenheid weliswaar kleiner dan bij de conventionele 25 werkwijze, maar de grondstofkosten zijn ook aanzienlijk kleiner. Bovendien volstaat bij deze werkwijze een enkele oogst, die dus buiten de teeltruimte plaats kan hebben, waardoor het ruimtebeslag van de teeltbakken aanzienlijk kleiner is. Doordat de zwammen bovendien geoogst worden 30 voordat het voor een dergelijke teelt specifieke ongedierte volgroeid is, kan worden afgezien van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ten slotte is de temperatuur in de teeltruimte bij de werkwijze volgens de uitvinding beter beheersbaar, daar het met name de compost is die relatief 35 veel warmte opwekt. Door het beheersen van de temperatuur in de teeltruimte kan bovendien het moment van oogsten nauwkeurig geregeld worden, waardoor de werklast op een teeltbe-drijf goed gespreid kan worden.
!0- >5, 3
Bij voorkeur toegepaste varianten van de werkwijze volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies 2 tot 10.
De uitvinding betreft ook een inrichting voor het 5 telen van zwammen, waarmee de hiervoor beschreven werkwijze ten uitvoer gebracht kan worden. Ben dergelijke inrichting, welke een in een teeltruimte te plaatsen gestel omvat, dat voorzien is van een aantal boven elkaar geplaatste, in hoofdzaak horizontale dragers voor een bodem, wordt volgens 10 de uitvinding gekenmerkt doordat de dragers met een tussenruimte in verticale richting in het gestel zijn aangebracht, en de tussenruimte kleiner is dan 40 cm, en bij voorkeur kleiner dan 30 cm. Deze geringe tussenruimte is bereikbaar doordat voor de geringe dikte van de bodem geen kantplanken 15 langs de dragers nodig zijn. Door gebruik te maken van dragers die met geringe tussenruimte in een gestel zijn opgenomen, wordt de teeltruimte optimaal benut. Door bijvoorbeeld vier keer zoveel dragers boven elkaar te plaatsen als bij de conventionele teeltmethoden mogelijk zou zijn, 20 wordt de terugval in de opbrengst als gevolg van het weglaten van de compostvoedingslaag reeds gedeeltelijk gecompenseerd .
Voorkeursuitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclusies 12 tot 25 15.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een perspectivisch detailaanzicht is van 30 een op een drager aangebrachte bodem met daarin zwammen die geteeld worden volgens de werkwijze van de uitvinding, en fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van een deel van een teeltinrichting volgens de uitvinding.
Bij de teeltwijze volgens de uitvinding wordt in 35 een teeltruimte 1 (fig. 2) een bodem 2 aangebracht. In deze bodem wordt vervolgens een kweekmateriaal voor zwammen gebracht, dat bekend staat onder de naam mycelium. Dit mycelium wordt vervolgens tot zwammen 3 opgekweekt, welke i ; 7 λ Λ ' l W' sï* e 4 daarna geoogst kunnen worden. De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt daarbij van de conventionele werkwijzen, doordat voor de bodem 2 niet of nauwelijks gebruikt gemaakt wordt van compost. In het getoonde voorbeeld wordt 5 de bodem 2 gevormd door een zeer dunne compostlaag 4 van bijvoorbeeld 1 cm, waarop een dikkere laag, hier bijvoorbeeld ongeveer 2,5 cm, vochtopnemend en -vasthoudend materiaal 5, zoals bijvoorbeeld dekaarde is aangebracht (fig. 1). Volgens de uitvinding bedraagt de dikte van de vochtopnemen-10 de-laag ten minste de helft van de dikte van de compostlaag, maar is bij voorkeur gelijk aan de dikte van de compostlaag, of bedraagt zelfs meer bij voorkeur het dubbele daarvan. Het is zelfs mogelijk af te zien van toepassing van een compostlaag, en het mycelium rechtstreeks in de laag dekaarde 5 aan 15 te brengen. Door niet of nauwelijks gebruik te maken van compost, heeft het mycelium minder voeding ter beschikking, waardoor de opbrengst van de zwammen 3 per oppervlakte-eenheid relatief klein zal zijn. Verrassenderwijs is echter gebleken dat deze relatief kleine opbrengst kortere teeltcy-20 cli mogelijk maakt, waardoor dit nadeel reeds deels ondervangen wordt, terwijl bovendien het ruimtebeslag in de teeltruimte 1 geringer kan zijn. Daarnaast behoeft bij deze nieuwe teeltmethode niet of nauwelijks gebruik gemaakt te worden van bestrijdingsmiddelen.
25 Doordat de opbrengst per oppervlakte-eenheid bij de nieuwe teeltmethode relatief gering is, kan met een enkele oogst volstaan worden. Deze oogst, die ongeveer 3 tot 4 weken na het begin van de teeltcyclus kan plaatshebben, levert bijvoorbeeld een hoeveelheid zwammen van 5 kg/m2 30 bodemmateriaal. Doordat slechts één oogst nodig is, behoeft het oogsten niet in de teeltruimte l zelf plaats te vinden, maar kan daarbuiten geschieden. De bodem 2 kan daartoe aangebracht zijn op een verplaatsbare drager 6, bijvoorbeeld inde vorm van een op een blad 16 verschuifbaar doek 7, 35 bijvoorbeeld nylondoek. Deze dragers 6 kunnen, omdat de zwammen in de teeltruimte 1 niet bereikbaar hoeven te zijn voor het oogsten daarvan, met relatief kleine tussenruimte zijn aangebracht in een teeltinrichting 8. Deze teeltinrich- 5 ting 8 omvat daarbij een gestel 9, dat gevormd wordt door een aantal staanders 10, een aantal langsdragers 11 en een aantal dwarsverbindingen 12. In dit gestel 9 zijn de dragers 6 met tussenruimte boven elkaar geplaatst. Doordat op de 5 dragers 6 slechts een zeer dunne bodemlaag 2 wordt aangebracht, behoeft het gestel geen opstaande wanden of kant-planken te vertonen. Daardoor kan deze tussenruimte tussen twee boven elkaar geplaatste dragers 6 minder zijn dan 40 cm, en bij voorkeur minder dan 30 cm. Meer bij voorkeur 10 bedraagt de tussenruimte zelfs minder dan 20 cm, bijvoorbeeld 15 cm. Op deze wijze kan een groot aantal dragers 6 boven elkaar in het gestel 9 geplaatst worden, waardoor per oppervlakte-eenheid in de teeltruimte 1 toch een behoorlijke hoeveelheid zwammen 3 gekweekt en geoogst kan worden. Een 15 gestel dat bij toepassing van een conventionele teeltmethode bijvoorbeeld 5 lagen dragers kan bevatten, is bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding in staat 20 lagen dragers op te nemen. Bij de conventionele teeltmethode is verder relatief veel ruimte rondom de dragers nodig, tenein-20 de in de teeltruimte 1 tussentijds te kunnen oogsten, waardoor ook minder rekken met dragers naast elkaar geplaatst kunnen worden.
De beweegbare dragers 6 worden in het getoonde voorbeeld gevormd door stroken nylondoek 7, die over de 25 bladen 16 van het gestel 9 verschuifbaar zijn. Voor het oogsten wordt daarbij gebruik gemaakt van een oogstinrich-ting 13, die bestaat uit een portaal 14 dat in de richting van de pijl D verplaatsbaar is tussen geleiderails 15. Het portaal 14 vertoont een tafel 23 met een wikkelrol 21 die 30 aangedreven wordt door een motor 22. Het portaal kan omhoog en omlaag verplaatst worden door middel van een wikkelmotor 18, waardoor een tweetal ophangkabels 17 worden uitgevierd of ingehaald. In het portaal 14 zijn verder elk tezamen door een motor 19 aangedreven roterende messen 20 opgehangen. Het 35 is ook mogelijk translerende messen toe te passen. Ook andere messen zijn uiteraard denkbaar, zoals bijvoorbeeld twee boven elkaar geplaatste, tegengesteld heen en weer beweegbare vlakke messen die zich over de gehele breedte van 1 0 0 1 7 3 5 ; 6 het doek uitstrekken. Voor het oogsten wordt het portaal 14 zodanig verplaatst, dat de tafel 23 in het verlengde ligt van één van de dragers 6, waarna het daarop aanwezige doek 7 verbonden wordt met een op de trommel 21 bevestigde voor-5 loopbaan, en vervolgens de trommel 21 geroteerd wordt door de motor 22, waardoor het doek 7 van het blad 16 op de tafel 23 getrokken wordt. Daarbij wordt het mes 20 in dwarsrich-ting van de foliebaan heen en weer bewogen, waardoor de boven de bodem 2 uitstekende volgroeide zwammen 3 afgesneden 10 worden. Deze worden vervolgens afgevoerd via een zich in de dwarsrichting uitstrekkende, van meenemers voorziene band 26 en een dwarstransporteur 24. Het bodemmateriaal 2 valt bij het opwikkelen van de folie op een dwars geplaatste transportbaan 25, en wordt afgevoerd in de richting van de pijl 15 S, teneinde ontsmet en voor hergebruik geschikt gemaakt te worden of afgevoerd te worden. Op deze wijze kunnen de bodems 2 met zwammen 3 van alle dragers 6 achtereenvolgens verwijderd worden, en de zwammen 3 daarvan geoogst worden.
Overigens kan de inrichting ook geschikt gemaakt 20 worden voor het handmatig oogsten van de zwammen 3. Daartoe wordt dan de tafel 23 met enkele meters verlengd, terwijl het mes 20 kan komen te vervallen. Langs de tot een pluk-straat verlengde tafel 23 kunnen dan één of meer looppaden of banken geplaatst worden, waarop meerdere plukkers kunnen 25 staan of zitten. Aan het eind van de plukstraat is dan wederom een dwarstransporteur 25 geplaatst voor het afvoeren van het bodemmateriaal.
Het gereedmaken van de inrichting 8 voor een volgende teeltcyclus gebeurt op overeenkomstige wijze. Ook 30 daarbij wordt een voorloopbaan verbonden met een verse strook nylondeel, waarop dan bodemmateriaal en mycelium gestrooid wordt, voordat het doek 7 in het gestel 9 getrokken wordt. Zowel het oogsten als het met nieuw teeltmateriaal vullen van de inrichting 8 gebeurt dus vanaf de einden 35 van het gestel 9, waardoor het ruimtebeslag minimaal is. De teeltruimte 1 kan dus zeer dicht bezet worden met dragers met teeltmateriaal. In vergelijking met de conventionele teeltmethode kunnen, zoals gezegd ongeveer vier maal zoveel \ I _ ‘ T? w * > V :y ? 7 dragers boven elkaar geplaatst worden. Bovendien kunnen de rekken 9 met geringere tussenruimte geplaatst worden, waardoor de totale opbrengst van de teeltruimte 1, ondanks het feit dat niet of nauwelijks van compost gebruik gemaakt 5 wordt, toch nagenoeg hetzelfde is als bij een conventionele teeltmethode.
Bovendien zijn de grondstofkosten aanzienlijk lager, doordat minder of helemaal geen relatief duur compost toegepast wordt. Ook bestrijdingsmiddelen zijn niet of 10 nauwelijks nodig, aangezien het voor zwammen specifieke ongedierte een groeicyclus heeft die ongeveer gelijk is aan de teeltcyclus van de zwammen, waardoor het ongedierte zich niet ontwikkelt voordat de zwammen weer geoogst worden. Bij conventionele teeltmethoden dient vooral bij de tweede en 15 derde oogst reeds volop gebruik gemaakt te worden van bestrijdingsmiddelen, daar op dat moment het ongedierte tot ontwikkeling gekomen is. Ten slotte is met de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding de teelt beter te controleren, en is minder apparatuur nodig om het klimaat in de 20 teeltruimte 1 te beheersen. Dit is een gevolg van het feit dat compost warmte ontwikkelt, waardoor de groei van de zwammen weliswaar versneld wordt, maar het ook moeilijker wordt de benodigde temperaturen in de orde van 17 of 18°C in de teeltruimte 1 te handhaven. Door weinig of geen compost 25 te gebruiken kan de temperatuur eenvoudig beheerst worden, en kan het teeltproces daardoor zo geregeld worden, dat bijvoorbeeld niet in weekends of buiten normale werktijden geoogst hoeft te worden. Hierdoor wordt de werklast voor de teler gespreid en worden de kosten van de teelt nog verder 30 beperkt.
U/- ' '*·';

Claims (15)

1. Werkwijze voor het telen van zwammen, in het bijzonder eetbare paddestoelen, omvattende de stappen van: a) het in een teeltruimte aanbrengen van een bodem, 5 b) het in de bodem aanbrengen van mycelium, c) het tot zwammen opkweken van het mycelium, en d) het oogsten van de zwammen, met het kenmerk, dat de in de teeltruimte aangebrachte bodem in hoofdzaak vrij is van compost.
2. Werkwijze volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de bodem gevormd wordt door op een relatief dunne compos tlaag een vochtopnemende laag aan te brengen, waarvan de dikte tenminste de helft van de dikte van de compostlaag bedraagt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de dikte van de vochtopnemende laag tenminste gelijk is aan de dikte van de compostlaag.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat dikte van de vochtopnemende laag tenminste het 20 dubbele bedraagt van de dikte van de compostlaag.
5. Werkwijze volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de bodem uitsluitend door een vochtopnemende laag gevormd wordt.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclu- 25 sies, gekenmerkt door de stap van: e) het ontsmetten of vervangen van de bodem en het vervolgens herhalen van de stappen b) tot d).
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodem aangebracht wordt op een 30 verplaatsbare drager.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het mycelium buiten de teeltruimte in de bodem aangebracht wordt en de drager daarna tot in de teeltruimte verplaatst wordt. 35
* 9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de drager na stap c) uit de teeltruimte ver- plaatst wordt en het oogsten buiten de teeltruimte uitgevoerd wordt.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de teeltruimte tijdens de stappen 5 a) tot d) in hoofdzaak vrijgehouden wordt van bestrijdingsmiddelen.
11. Inrichting voor het telen van zwammen, in het bijzonder eetbare paddestoelen, omvattende een in een teeltruimte te plaatsen gestel dat voorzien is van een aantal 10 boven elkaar geplaatste, in hoofdzaak horizontale dragers voor een bodem, met het kenmerk, dat de dragers met een tussenruimte in verticale richting in het gestel zijn aangebracht, en de tussenruimte kleiner is dan 40 cm, bij voorkeur kleiner dan 30 cm.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de tussenruimte kleiner is dan 20 cm, en bij voorkeur ongeveer 15 cm bedraagt.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de dragers beweegbaar in het gestel aangebracht 20 zijn.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de dragers door het gestel beweegbare transportbanden omvatten.
15. Inrichting volgens conclusie 13, met het 25 kenmerk, dat de dragers door het gestel verschuifbare stroken doek omvatten. i
NL1001735A 1995-11-23 1995-11-23 Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen. NL1001735C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001735A NL1001735C2 (nl) 1995-11-23 1995-11-23 Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001735 1995-11-23
NL1001735A NL1001735C2 (nl) 1995-11-23 1995-11-23 Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001735C2 true NL1001735C2 (nl) 1997-05-27

Family

ID=19761911

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001735A NL1001735C2 (nl) 1995-11-23 1995-11-23 Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1001735C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1998052403A1 (en) * 1997-05-23 1998-11-26 Oostvogels Johannes P C Method and apparatus for growing fungi
NL2032119B1 (en) * 2022-06-10 2023-12-18 Christiaens Group B V Arrangement and method for the cultivation of horticultural products.

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2065240A1 (de) * 1970-01-13 1973-05-24 Kuhn Sohm Corp Einrichtung zum zuechten von pflanzen, insbes. champignons
WO1988001472A1 (en) * 1986-09-01 1988-03-10 Barry Anthony Thompson Fungus cultivation
EP0292075A1 (en) * 1987-05-22 1988-11-23 Van den Top, Hendrik Apparatus for cultivating market garden products, particularly mushrooms
NL9001797A (nl) * 1990-08-10 1992-03-02 Alphonsus Hubertus Georgius Ba Werkwijze en inrichting voor het kweken van paddestoelen.
DE4026585A1 (de) * 1990-08-23 1992-03-05 Juergen Kynast Verfahren zur herstellung eines kuenstlichen, nicht kompostierten naehrbodens (substrat) fuer pilze, insbesondere speisepilze
WO1993013647A1 (en) * 1992-01-14 1993-07-22 Campbell Soup Company Mushroom casing spawn

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2065240A1 (de) * 1970-01-13 1973-05-24 Kuhn Sohm Corp Einrichtung zum zuechten von pflanzen, insbes. champignons
WO1988001472A1 (en) * 1986-09-01 1988-03-10 Barry Anthony Thompson Fungus cultivation
EP0292075A1 (en) * 1987-05-22 1988-11-23 Van den Top, Hendrik Apparatus for cultivating market garden products, particularly mushrooms
NL9001797A (nl) * 1990-08-10 1992-03-02 Alphonsus Hubertus Georgius Ba Werkwijze en inrichting voor het kweken van paddestoelen.
DE4026585A1 (de) * 1990-08-23 1992-03-05 Juergen Kynast Verfahren zur herstellung eines kuenstlichen, nicht kompostierten naehrbodens (substrat) fuer pilze, insbesondere speisepilze
WO1993013647A1 (en) * 1992-01-14 1993-07-22 Campbell Soup Company Mushroom casing spawn

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1998052403A1 (en) * 1997-05-23 1998-11-26 Oostvogels Johannes P C Method and apparatus for growing fungi
NL2032119B1 (en) * 2022-06-10 2023-12-18 Christiaens Group B V Arrangement and method for the cultivation of horticultural products.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4289080A (en) High-speed transplanter
WO2019176070A1 (ja) 植物栽培方法、植物栽培システム及びラック
CA2591986C (en) Harvesting method and apparatus for leafy vegetables or legumes
USRE35917E (en) Harvesting method for leafy vegetables
CN109496990B (zh) 一种用于室内饲养果蝇寄生蜂的装置及方法
NL8420171A (nl) Plantkweekgestel.
NL2007007C2 (nl) Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas.
BE1025212A1 (nl) Inrichting voor het transporteren van paddenstoelen
NL2020637B1 (nl) Teeltsysteem en werkwijze voor het telen van een gewas of voorloper daarvan
NL1001735C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het telen van zwammen.
EP0936854A1 (en) Method and apparatus for growing fungi
NL9001797A (nl) Werkwijze en inrichting voor het kweken van paddestoelen.
JPH08140478A (ja) 収穫装置
DK160784B (da) Fremgangsmaade, kombination af en skive og en beholder samt apparat til saaning og udplantning
NL1010255C2 (nl) Bollenplanter.
JP3221173U (ja) スプラウトの仕分け及び根切り設備
NL1004327C2 (nl) Werkwijze voor het oogsten van gewassen, oogstinrichting, en geoogst gewas.
AU2005100413A4 (en) Harvesting method and apparatus for leafy vegetables or legumes
NL1041733B1 (nl) Inrichting voor het kweken van champignons.
NL2023708B1 (nl) Oogsttransportinrichting en werkwijze
EP0631467A1 (en) Improved micropropagation system
JPH0457289B2 (nl)
AU2012254950A1 (en) Continuous growing and harvesting method and apparatus
US20230403990A1 (en) System for packaging growth medium pots into propagation trays, and distributor apparatuses therefor
GB2054525A (en) Trays for hydroponically grown plants

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010601