NL1001000C2 - Manifestatiecomplex. - Google Patents

Description

Manifestatiecomplex 5 De uitvinding heeft betrekking op een manifesta tiecomplex, voorzien van ten minste één manifestatievlak en een het manifestatievlak tenminste ten dele omgevende tribune, waarvan tenminste een deel ten opzichte van het manifestatievlak verplaatsbaar is. Een dergelijk manifestatiecom-10 plex dat bijvoorbeeld de gedaante kan hebben van een sportstadion, een sporthal of een tentoonstellingshal is bekend, en biedt ten opzichte van manifestatiecomplexen met vaste tribunes het voordeel dat het manifestatiecomplex voor velerlei doeleinden toepasbaar is. Door een deel van de 15 tribune naar of van een daar tegenover gelegen tribunedeel te verplaatsen, kan namelijk het complex geschikt gemaakt worden voor kleinschaliger of grootschaliger manifestaties dan waarvoor het in beginsel ontworpen was. Zo kan bijvoorbeeld een voetbalstadion door het naar binnen verplaatsen 20 van een deel van de tribunes tot een zogeheten arena-opstel-ling geschikt gemaakt worden voor bijvoorbeeld een bokswedstrijd of een kleinschalig concert, terwijl het daarentegen door het naar buiten verplaatsen van hetzelfde tribunedeel juist voor bijvoorbeeld circusvoorstellingen of tentoonstel-25 lingen geschikt wordt. Gebleken is dat de op deze wijze verkregen flexibiliteit met betrekking tot het gebruik een economische voorwaarde is voor een verantwoorde exploitatie van een grootschalig manifestatiecomplex.

Bekende manifestatiecomplexen met verplaatsbare 30 tribunedelen vertonen een verplaatsingssysteem waarbij bijvoorbeeld gebruik gemaakt wordt van in het manifestatievlak ingelaten geleidingsrails, waarin met het tribunedeel verbonden rollen verplaatsbaar zijn. Dit bekende systeem heeft het nadeel dat wanneer het tribunedeel zijn het verst naar 35 buiten verplaatste stand inneemt, de geleidingsrails in het manifestatievlak blootliggen, en afgedekt dienen te worden teneinde een manifestatievlak te verkrijgen dat volledig vrij is van obstakels.

1001000 2

De uitvinding beoogt nu te voorzien in een mani-festatiecomplex van de hiervoor beschreven soort, waarbij dit nadeel zich niet voordoet. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het tribunedeel verschuifbaar is over 5 tussen het tribunedeel en een ondergrond aangebrachte, een materiaal met lage glijweerstand omvattende schuifelementen. Bij voorkeur toegepaste varianten van het manifestatiecom-plex volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclu-sies 2 tot 16.

10 De uitvinding betreft ook een schuifelement voor toepassing in een tribunedeel voor een manifestatiecomplex als hiervoor beschreven, alsmede daarbij te gebruiken aan-drij fmiddelen.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van 15 een aantal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht is van een manifestatiecomplex met verplaatsbaar verschuifbaar tribunedeel volgens een eerste uitvoeringsvorm 20 van de uitvinding;

Fig. 2 en 3 schematisch het manifestatiecomplex van fig. 1 tonen met het tribunedeel in naar buiten geschoven, respectievelijk ingeschoven stand;

Fig. 4 een met figuren 2 en 3 overeenkomend sche-25 matisch aanzicht is van een alternatieve uitvoeringsvorm het manifestatiecomplex volgens de uitvinding, waarbij de tribune volledig verplaatsbaar is;

Fig. 5 een gedetailleerd doorsnede-aanzicht is van een schuifelement en glijbaan voor toepassing bij het mani-3 0 f estatiecomplex volgens de uitvinding,·

Fig. 6 een met fig. 5 overeenkomend aanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van het schuifelement en de glijbaan,·

Fig. 7 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch 35 deelaanzicht is van een derde uitvoeringsvorm van het manifestatiecomplex met een verplaatsbaar tribunedeel in combinatie met een verplaatsbaar vloerdeel; 1001000 3

Fig. 8 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch detailaanzicht is van de schuifelementen en aandrijfmiddelen die toegepast worden bij het manifestatiecomplex van fig. 7;

Fig. 9 een doorsnede-aanzicht is van een detail 5 van de intrekbare aandrijfmiddelen en geleidingsmiddelen van het tribunedeel als weergegeven in fig. 8;

Fig. 10 een doorgesneden detailaanzicht is volgens de pijl X in fig. 7;

Fig. 11 een doorgesneden perspectivisch detailaan-10 zicht is volgens de pijl XI in fig. 7; en

Fig. 12 een gedeeltelijk opgewerkt perspectivisch aanzicht is waarin schematisch een vierde uitvoeringsvorm van het manifestatiecomplex volgens de uitvinding getoond wordt.

15 Een manifestatiecomplex 1 (fig. 1) omvat een manifestatievlak 2, in het getoonde voorbeeld een voetbalveld, en een dit manifestatievlak 2 geheel of gedeeltelijk omgevende tribune 3. De tribune bestaat daarbij uit een vast, in dit geval in hoofdzaak U-vormig deel 4 en een deel 20 5 dat ten opzichte van het manifestatievlak 2 verplaatsbaar is volgens de pijl D. Door het verplaatsen van het tribunedeel 5 in de richting van het tegenover gelegen tribunedeel wordt een zogeheten arena-opstelling verkregen, die bijzonder geschikt is voor kleinschalige evenementen. Met een 25 dergelijke opstelling wordt gewaarborgd dat alle toeschouwers ook bij kleinschalige evenementen, zoals bijvoorbeeld een bokswedstrijd of iets dergelijks een goed zicht op de manifestatie hebben. Anderzijds wordt door het tribunedeel 5 van het tegenover gelegen tribunedeel vandaan te verplaatsen 30 het manifestatiecomplex juist geschikt voor grootschalige evenementen, zoals bijvoorbeeld circusvoorstellingen of tentoonstellingen. De door het verplaatsen van het tribunedeel 5 gevormde opening geeft daarbij toegang voor grote eenheden, zoals circusmateriaal, ten toon te stellen schepen 35 en dergelijke. Fig. 2 en 3 tonen het verplaatsbare tribunedeel in respectievelijk zijn volledig naar buiten geschoven stand 5" voor in het stadion 3 te houden bijzondere manifes- 1001000 4 taties en zijn volledig naar binnen geschoven stand 5' voor kleinschaliger evenementen.

Bij een tweede uitvoeringsvorm van het manifesta-tiecomplex 21 (fig. 4) bestaat de tribune 23 uit twee vol-5 gens de pijlen D1,D2 naar elkaar verschuifbare, in hoofdzaak U-vormige hoofddelen 25' en twee volgens de pijlen D3 en D4 van elkaar verschuifbare tussendelen 24. Op ceze wijze wordt ook een relatief klein stadion verkregen, dat bovendien doordat de beide U-vormige delen 25 tegen elkaar aangescho-10 ven worden meer bruikbare plaatsen vertoont dan wanneer slechts een deel van de tribune naar binnen geschoven wordt. Daarnaast zouden de naar buiten geschoven delen 24' kunnen dienen als tribune voor buiten het stadion 21 plaatshebbende, kleinere evenementen.

15 Het tribunedeel 5 is verschuifbaar over een buiten het eigenlijke manifestatievlak 2, respectievelijk 22 gelegen ondergrond 6. Daartoe zijn tussen de ondergrond 6 en een basis 7 van het verschuifbare tribunedeel 5 schuifelementen 8 (fig. 5) aangebracht, die vervaardigd zijn van, of tenmin-20 ste bekleed zijn met een materiaal met lage glijweerstand, zoals bijvoorbeeld polytetrafluoretheen (PTFE, bekend onder de merknaam Teflon). Elk schuifelement 8 werkt samen met een roestvast stalen glijbaan 9 die kan zijn ingebed in een in de ondergrond 6 ingelaten strook epoxycement (fig. 5), of in 25 de basis 7 van het verplaatsbaar tribunedeel 5 (fig. 6). Bij de in fig. 5 getoonde variant is in de basis 7 van het verplaatsbaar tribunedeel 5 een metalen strip ll in een rubber huls 12 aangebracht, waaraan het schuifelement 8 bevestigd is, terwijl bij de uitvoeringsvorm van fig. 6 in 30 de ondergrond 6 een strook 13 van staal of een speciaal gietmortel kan zijn ingebed. De schuifelementen 8 zijn daarbij overigens losse elementen, die na het verschuiven van het tribunedeel 5 weggenomen kunnen worden, teneinde ook de ondergrond 6 vrij te houden van obstakels. Dergelijke 35 losse schuifelementen zouden natuurlijk ook zonder bezwaar op het manifestatievlak 2 zelf geplaatst kunnen worden.

Bij een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding is niet slechts een deel 35 van de tribune van het manifesta- 1001000 5 tiecomplex 31 verschuifbaar (fig. 7), maar ook een op het manifestatievlak 32 aangebracht vloerdeel 42. Daarbij is het tribunedeel 35 verschuifbaar over een rand 36, welke het manifestatievlak 32 omgeeft, terwijl het vloerdeel 42 over 5 het manifestatievlak 32 zelf verschuifbaar is. Het tribunedeel 35 wordt gevormd door een tussen een tweetal trappenhuizen 34 met staanders 39 opgehangen, als vakwerk uitgevoerde brugcontructie 40. De staanders 39 worden daarbij verder verbonden door balken 41. De tribuneconstructie 35 is 10 op een tweetal onder de trappenhuizen 34 geplaatste basisdelen of dragers 37 aangebracht, die onder tussenkomst van de schuifelementen 38 over de randen 36 verschuifbaar zijn.

Voor de verplaatsing van het tribunedeel 35 zijn verder intrekbare eerste aandrijfmiddelen 47 aangebracht, die 15 samenwerken met in de voet van de rand 36 aangebrachte afzetpunten of nissen 48. Om een gelijkmatige verplaatsing van het tribunedeel 35 te waarborgen, zijn verder gelei-dingsmiddelen 76 aangebracht, die eveneens samenwerken met de rand 36, en die bijvoorbeeld het mogelijk schranken van 20 het tribunedeel 35 voorkomen. Het verplaatsbaar vloerdeel 42, dat bestaat uit een betonnen bak 43 en een daarin opgenomen speel- of sportveld 44 is over schuifelementen 45 verplaatsbaar door tweede aandrijfmiddelen 46, die aangebracht zijn in uitsparingen 66 aan de zijkant van de bak 43, 25 en die eveneens samenwerken met de in de rand 36 aangebracht afzetnissen 48.

De schuifelementen 38 en 45 worden bij deze uitvoeringsvorm elk gevormd door een eindloze band, die over keerrollen 49, respectievelijk 50 geleid wordt (fig. 8,10), 30 en waarvan het transportpart tussen de basis 37 van het tribunedeel 35 en de rand 36, respectievelijk tussen het vloerdeel 42 en het manifestatievlak 32 gelegen is. Het retourpart wordt daarbij door een geleidebaan 51, respectievelijk 52 gevoerd, die is aangebracht in de voet 37 van het 35 tribunedeel 35, respectievelijk in de bodem van de bak 43 van het verschuifbaar vloerdeel 42. De keerrollen 49, respectievelijk 50 zijn roteerbaar rondom een as 55, respectievelijk 56, die opgenomen is in een geleidingsframe 57, res- 1001000 6 pectievelijk 58. Het geleidingsframe 57,58 is verend en door scharnierpunten 53, respectievelijk 93 zwenkbaar aan de basis 37, respectievelijk de bak 43 bevestigd. In dit frame zijn borstelkoppen 59, respectievelijk 60 opgenomen, tenein-5 de.de schuifelementen 38, respectievelijk 45 vrij te houden van verontreinigingen. Bovendien is een spuitmondstuk 61 aanwezig, waaruit een siliconenvloeistof op de schuifelementen 38, respectievelijk 45 gedruppeld wordt ter verdere verlaging van de weerstand daarvan. Ook is een borstel 62 10 aanwezig om de ondergrond 32, respectievelijk 36 voor de schuifelementen 38, respectievelijk 45 van verontreinigingen vrij te maken. Het spuitmondstuk 61 en de borstel 62 zijn overigens in fig. 8 om redenen van duidelijkheid van de illustratie weggelaten. In de bak 43 is verder om de bouw-15 hoogte zoveel mogelijk te beperken, en toch een relatief grote keerrol 50 te kunnen toepassen, een extra geleiderol 63-aangebracht. De schuifelementen 38, respectievelijk 45 werken verder samen met roestvaststalen glijbanen 64, respectievelijk 65, die zijn aangebracht aan de onderzijde van 20 de drager 37, respectievelijk de bak 43. Door deze opstelling zijn het tribunedeel 35 en het vloerdeel 42 in feite zelfrijdend over de ondergrond 36, respectievelijk het manifestatievlak 32. Het manifestatievlak 32 en de ondergrond 36 kunnen derhalve eenvoudigweg van glad afgewerkt 25 beton vervaardigd zijn, zonder dat daarin bijvoorbeeld glijplaten ingestort behoeven te zijn. Overigens zouden bij deze uitvoeringsvorm van het manifestatiecomplex natuurlijk ook de schuifelementen als getoond in figuren 5 en 6 toegepast kunnen worden, waarbij dan in elk geval voor het vloer-30 deel 42 van losse schuifelementen 8 gebruik gemaakt zou moeten worden.

De middelen 46 voor het aandrijven van het vloerdeel 42 omvatten een aantal in de uitsparingen 66 aan de zijkant van de bak 43 aangebrachte zuiger/cilindercombina-35 ties 67, die in een horizontaal vlak beweegbaar en verplaatsbaar zijn en samenwerken met de afzetnissen 48 in de rand 36. Daartoe zijn de zuiger/cilindercombinaties 67 aan het vrije uiteinde van hun zuiger 68 voorzien van een afzet- 1001000 7 deel dat tegen een eindwand van de afzetnissen 48 geplaatst kan worden, en zich daartegen kan afzetten. Door nu de zuiger 68 van de zuiger/cilindercombinatie 67 naar buiten te bewegen, wordt het vloerdeel 42 langs de randen 36 ver-5 plaatst. Telkens wanneer een zuiger 68 het eind van zijn slag bereikt heeft, kan hij weer worden ingetrokken en kan de hoofdzuiger/cilindercombinatie 67 vervolgens door een hulpzuiger/cilindercombinatie 69 in een volgende afzetnis 48 gedrukt worden. Het vloerdeel 42 vertoont een aantal van 10 dergelijke stellen zuiger/cilindercombinaties 67,69, die in twee tegengestelde richtingen aan het vloerdeel 42 bevestigd zijn, teneinde een verplaatsing in twee richtingen van het vloerdeel 42 mogelijk te maken. Verder is het vloerdeel 42 voorzien van op zijn hoeken aangebrachte geleidingsmiddelen 15 in de vorm van wielstellen 70, die langs de randen 36 lopen, en zo een gelijkmatige beweging van het vloerdeel 42 waarborgen .

Op overeenkomstige wijze is het verplaatsbaar tribunedeel 35 voorzien van aandrijfmiddelen, eveneens in de 20 vorm van hoofdzuiger/cilindercombinaties 71 en hulpzuiger/-cilindercombinaties 72 (fig. 8). Deze zuiger/cilindercombinaties 71 werken samen met dezelfde afzetnissen 48 als de zuiger/cilindercombinaties 67 van het vloerdeel 42. Daartoe zijn deze zuiger/cilindercombinaties 71 opgenomen in een 25 intrekbaar hulpframe 73, met een geleidingspoot 75 dat met kabels 77 opgehangen is aan een dwarsbalk 41 van het tribunedeel 35, en door middel van een tweetal lieren 74 op en neer verplaatsbaar is (fig. 9). Teneinde de reactiekrachten die optreden bij het verplaatsen van het tribunedeel 35 op 30 te nemen, zijn de dragers 37 elk voorzien van oren 96, die samenwerken met een been 95 van het hulpframe 73, wanneer dit neergelaten is. Het been 95 en de oren 96 worden daarbij verbonden door een losneembare borgpin 97. Verder vertoont het hulpframe 73 nog steunen 94, die in de neergelaten stand 35 tegen de drager 37 rusten. Het tribunedeel 35 omvat zoals gezegd eveneens geleidingsmiddelen in de vorm van wielstellen 76 ter waarborging van een gelijkmatige verplaatsing daarvan langs de randen 36. Deze wielstellen 76 zijn even- 1001000 8 eens intrekbaar door middel van een lier 78 en een kabel 79, waarbij dan het wielstel 76 omhooggezwenkt wordt rond een met het frame van het tribunedeel 35 verbonden scharnieras 80. Het borgen van de wielstellen gebeurt op dezelfde wijze 5 als het hiervoor beschreven opnemen van de reactiekrachten door middel van oren en een losneembare borgpin, die hier omwille van de duidelijkheid niet getekend zijn. Op deze wijze kan de aandrijving van het tribunedeel 35 omhoog gebracht worden wanneer het vloerdeel 42 verplaatst moet 10 worden, en kan het tribunedeel 35 verplaatst worden wanneer het vloerdeel 42 verschoven is door de aandrijving 47 neer te laten. Doordat zowel het tribunedeel 35 als het vloerdeel 42 zelfschuivend zijn over de daarin opgenomen eindloze schuifelementen 38,45, en de aandrijving geschiedt via in de 15 zijwand van de opstaande rand 36 aangebrachte afzetnissen 48, blijft na het verschuiven van het tribunedeel 35 of het vloerdeel 42 een manifestatievlak 32 met rand 36 over die verder geheel vrij is van obstakels. Hierdoor wordt de bruikbaarheid van het manifestatievlak 32 en daarmee van het 20 gehele manifestatiecomplex sterk vergroot.

Bij een vierde uitvoeringsvorm van het manifesta-tiecomplex 81 (fig. 12), dat geheel overdekt uitvoerd is, is het verschuifbare deel 85 van de tribune 83 aanzienlijk kleiner dan de omringende vaste tribunedelen 84. Boven het 25 verschuifbare deel 85 is daarbij bijvoorbeeld een projectiescherm 86 aangebracht. Het tribunedeel 85 is bij deze uitvoeringsvorm niet slechts naar binnen, maar ook naar buiten verschuifbaar, waardoor een grote opening 87 in de wand van het complex 81 ontstaat. Hierdoor wordt het complex bijvoor-30 beeld geschikt voor gebruik als circus. Aangezien het tribunedeel 85 in de naar buiten geschoven stand niet langer bijdraagt aan het opnemen van de constructieve belastingen als gevolg van bijvoorbeeld het gewicht van het dak 88, is rond de opening 87 een steunconstructie 89 aangebracht, 35 gevormd door een tweetal tegen elkaar leunende portalen 90. Ook bij deze uitvoeringsvorm kan het tribunedeel 85 in zijn naar buiten geschoven toestand dienst doen als kleine tribune 'voor manifestaties buiten het complex 81.

1001000 9

Door de hiervoor beschreven mogelijkheid van het verschuiven van een tribunedeel 5,25,35,85, eventueel in combinatie met het verschuiven van een vloerdeel 42,82, wordt een zeer flexibel manifestatiecomplex verkregen dat 5 zich leent voor zeer uiteenlopende manifestaties en derhalve economisch verantwoord te exploiteren is.

Hoewel hiervoor de verplaatsbare tribune in combinatie met het verplaatsbare vloerdeel als verschuifbaar over bijvoorbeeld schuifelementen beschreven is, zal het de 10 deskundige duidelijk zijn dat in beginsel ook allerlei andere verplaatsingsmogelijkheden, zoals met rollen of over een krachtkussen, voor het vloerdeel en de tribune in aanmerking komen. Ook zou het vloerdeel bijvoorbeeld in verticale, in plaats van horizontale richting veplaatsbaar uitge-15 voerd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld beschreven in de

Belgische octrooiaanvrage 9200094. Verder zal het deskundige duidelijk zijn dat de hier beschreven aandrijfmiddelen, geleidingsmiddelen en schuifelementen ook voor andere toepassingen in aanmerking komen. Bijvoorbeeld valt hier te 20 denken aan het transport van zeer zware constructiedelen op een bouwplaats.

1001000

Claims (21)

1. 2. Manifestatiecomplex volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de schuifelementen op een buiten het mani-festatievlak gelegen deel van de ondergrond aangebracht zi jn.
2. 3. Manifestatiecomplex volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat de schuifelementen losneembaar op het manifestatievlak aangebracht zijn.
3. 4. Manifestatiecomplex volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schuifelementen ten minste een glijlaag van polytetrafluoretheen omvatten.
4. 5. Manifestatiecomplex volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door met de schuifelementen samenwerkende, van een slijtvast materiaal vervaardigde glijbanen.
5. 6. Manifestatiecomplex volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de glijbanen van roestvast staal vervaar- 25 digd zijn.
6. 7. Manifestatiecomplex volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk schuifelement een over keerrollen geleide eindloze band vormt, waarvan een trans -portpart tussen het tribunedeel en de ondergrond gelegen is, 30 en een retourpart door het tribunedeel of de ondergrond geleid wordt.
7. 8. Manifestatiecomplex volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het tribunedeel of de ondergrond ten minste één met een materiaal met lage glijweerstand beklede gelei - 35 deBaan voor het retourpart vertoont.
8. 9. Manifestatiecomplex volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door tussen het verplaatsbare tribunedeel en de ondergrond aangebrachte eerste aandrijfmidde- 1001000 len, gevormd door ten minste één op het tribunedeel of de ondergrond bevestigde zuiger/cilindercombinatie en een aantal met de ondergrond of het tribunedeel verbonden, met het vrije uiteinde van de zuigers samenwerkende, met tussen-5 ruimte in de verplaatsingsrichting aangebrachte afzetpunten.
9. 10. Manifestatiecomplex volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ten minste ene zuiger/cilindercombinatie aan het tribunedeel bevestigd is, en de afzetpunten gevormd worden door in de ondergrond aangebrachte nissen.
10. 11. Manifestatiecomplex volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tribunedeel van het tegenover gelegen tribunedeel vandaan verplaatsbaar is tot buiten een door de vaste tribunedelen bepaalde omtrek.
11. 12. Manifestatiecomplex volgens één der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat het tribunedeel in de richting van het tegenover gelegen tribunedeel verplaatsbaar is.
12. 13. Manifestatiecomplex volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door ten minste één op het manifesta- 20 tievlak aangebracht, ten opzichte van de vaste tribunedelen verplaatsbaar vloerdeel.
13. 14. Manifestatiecomplex volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het ten minste ene vloerdeel een sportveld vormt.
14. 15. Manifestatiecomplex volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het vloerdeel verschuifbaar is over tussen het vloerdeel en het manifestatievlak aangebrachte, een materiaal met lage glijweerstand omvattende schuifele-menten.
15. 16. Manifestatiecomplex volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat elk schuifelement een over keerrollen geleide eindloze band vormt, waarvan een transportpart tussen het vloerdeel en het manifestatievlak gelegen is, en een retourpart door het vloerdeel of het manifestatievlak 35 geleid wordt.
16. 17. Manifestatiecomplex volgens één der conclusies 13 tot 16, gekenmerkt door tussen het vloerdeel en het manifestatievlak aangebrachte tweede aandrijfmiddelen, gevormd 1001000 door ten minste één op het vloerdeel of het manifestatievlak bevestigde zuiger/cilindercombinatie, en een aantal met het manifestatievlak of het vloerdeel verbonden, met het vrije uiteinde van de zuiger samenwerkende, met tussenruimte in de 5 verplaatsingsrichting aangebrachte afzetpunten.
17. 18. Manifestatiecomplex volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de ten minste ene zuiger/cilindercombinatie aart het vloerdeel bevestigd is en de afzetpunten gevormd worden door in de buiten het manifestatievlak gelegen onder- 10 grond aangebrachte nissen.
18. 19. Manifestatiecomplex volgens conclusie 10 en 18, met het kenmerk, dat ofwel de aan het tribunedeel bevestigde of de aan het vloerdeel bevestigde zuiger/cilindercombinatie intrekbaar is, en de beide zuiger/cilindercombina- 15 ties met hetzelfde stel uitsparingen in de ondergrond samenwerken .
19. 20. Manifestatiecomplex volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het vloerdeel dwars op het manifestatievlak verplaatsbaar is.
20. 21. Schuifelement, kennelijk bedoeld voor toepas sing in een manifestatiecomplex volgens één of meer der voorgaande conclusies.
21. 22. Aandrijfmiddelen, kennelijk bedoeld voor toepassing in een manifestatiecomplex volgens één of meer 25 der conclusies 1 tot 20. 1001000