NL1000897C2 - Verpakking alsmede plaat en doos geschikt voor een dergelijke verpakking. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Verpakking alsmede plaat en doos geschikt voor een dergelijke verpakking.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking 5 omvattende een naar een zijde toe open doos en een de open zijde afsluitende plaat, welke doos nabij de open zijde is voorzien van ten minste een zich van de doos af uitstrekkende flens, waarbij de plaat twee tegen elkaar bevestigde delen omvat waartussen de flens is geklemd.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een plaat en 10 een doos geschikt voor een dergelijke verpakking.

Bij een dergelijke, uit het Britse octrooi GB-B-1.456.895 bekende verpakking is de de doos omringende flens gedeeltelijk tussen de beide delen van de plaat geklemd. Nabij een uiteinde van de doos is de flens op de plaat gelegen. Hiertoe is de plaat voorzien van twee 15 zich dwars op de doos uitstrekkende insnijdingen 3. De doos kan in en uit de plaat worden geschoven door de flens tussen de insnijdingen door te schuiven. Met behulp van een afzonderlijke lip is de flens tegen uitschuiven te blokkeren.

Een nadeel van de bekende verpakking is dat op 20 eenvoudige wijze produkten uit de verpakking kunnen worden ontvreemd zonder dat dit zichtbaar is aan de verpakking. Een verder nadeel is dat de doos en de flens rechthoekig dienen te zijn voor het verkrijgen van een dergelijke verpakking. Hierdoor is de benodigde hoeveelheid materiaal voor de doos en flens relatief groot.

25 De uitvinding beoogt een verpakking te verschaffen waarbij bovengenoemde nadelen worden vermeden.

Dit doel wordt bij de verpakking volgens de uitvinding bereikt doordat de plaat is voorzien van een nabij een flens van de doos gelegen vouwlijn en zich vanaf de vouwlijn, dwars op de vouwlijn uitstrek-30 kende, de doos rakende raaklijnen en twee zich vanaf de vouwlijn tot aan de doos uitstrekkende scheidingslijnen die op de raaklijnen en/of aan van elkaar afgekeerde zijden van de raaklijn zijn gelegen.

De flens van een doos wordt tussen de beide delen van de plaat geklemd waarbij de doos door een in het eerste deel gelegen 35 uitsparing heen steekt. Bij het dubbelvouwen van de plaat nabij een uiteinde van de doos blijft het gedeelte van het eerste plaatdeel dat tussen de scheidingslijnen en de vouwlijn is gelegen, vastzitten aan het 1000897 2 omgevouwde gedeelte van de plaat en maakt hierdoor ruimte vrij voor het uitschuiven van de doos. De nabij het uiteinde van de doos gelegen flens komt vrij te liggen en de doos kan uit de plaat worden geschoven. Hierbij wordt de vouwlijn van het eerste deel aan van elkaar afgekeerde zijden 5 van de scheidingslijnen of door delen van de flens die zich aan van elkaar afgekeerde zijden van de scheidingslijnen uitstrekken, doorgesneden of door de bij het omvouwen uitgeoefende krachten opengesc^ urd.

Doordat de scheidingslijnen aan weerszijden van of op de raaklijnen zijn gelegen, is het mogelijk om een doos met een bijvoorbeeld 10 van het te verpakken produkt afhankelijke vorm toe te passen, waarbij de raaklijnen de doos begrenzen. De flens kan aan de doos zijn aangepast zodat het benodigde materiaal voor de doos en de flens minimaal kan worden gehouden.

Er kunnen geen produkten uit de verpakking worden 15 gehaald zonder de verpakking te beschadigen. Diefstal van enkele produkten uit de verpakking is direct zichtbaar. Doordat de doos en de plaat uit elkaar worden geschoven wordt een gedwongen scheiding verkregen en kunnen de doos en de plaat afzonderlijk worden weggegooid.

Een uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de 20 uitvinding wordt gekenmerkt doordat het eerste deel is voorzien van op de vouwlijn gelegen perforaties, die aan de afgekeerde zijde van de scheidingslijnen zijn gelegen.

Hierdoor kan met behulp van de flens de vouwlijn eenvoudig worden doorsneden.

25 Een andere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de scheidingslijnen snijlijnen omvatten of zijn voorzien van perforaties. Indien de scheidingslijnen snijlijnen zijn kan met relatief weinig kracht de plaat worden omgevouwen. Door het aanbrengen van perforaties is iets meer kracht nodig om de plaat 30 om te vouwen waarbij tijdens het omvouwen perforaties tot een gemeenschappelijke snijlijn worden doorgetrokken maar wordt een extra beveiliging tegen ongeautoriseerd openen verkregen.

Een verdere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de twee delen tegen elkaar zijn 35 gevouwen.

Cp deze wijze is het mogelijk een verpakking te verkrijgen die aan beide zijden is voorzien van tekst voor afbeeldingen 1000897 3 terwijl de plaat slechts aan een zijde behoeft te worden bedrukt. De tegen elkaar gevouwen en aan elkaar bevestigde zijden van de beide delen behoeven niet te worden bedrukt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 5 van de tekening, waarin fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht van een plaat van een verpakking volgens de uitvinding toont, fig. 2 een achteraanzicht van de in fig. 1 weergegeven plaat toont, 10 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een verpakking volgens de uitvinding toont, fig. 4-6 het openen van een verpakking volgens de uitvinding toont, fig. 7 een detail van de in fig. 3 weergegeven 15 verpakking toont gezien in de richting van de pijlen VII-VII, fig. 8 een detail van de in fig. 4 weergegeven verpakking toont gezien in richting van de pijlen VIII-VIII, en fig. 9 een detail van de verpakking volgens de uitvinding toont, 20 fig. 10 een vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding toont.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een kartonnen plaat 25 voor een verpakking volgens de uitvinding. De plaat 1 omvat twee delen 2, 3 die ten opzichte van elkaar vouwbaar zijn om een vouwlijn 4. Het eerste deel 2 is voorzien van een door snijlijnen 5 begrensd restdeel 6 dat uit deel 1 drukbaar is en nog slechts op enkele punten vastzit aan het deel 1. Het eerste deel 1 is verder voorzien van op een vouwlijn 7 gelegen 30 perforaties 8. Tussen de perforaties 8 en de snijlijnen 5 strekken zich dwars op de vouwlijn 7 uitstrekkende snijlijnen 9 uit. Het tweede deel 3 van de plaat 1 is voorzien van een groef 10 die, gezien in fig. 1, lager is gelegen dan de evenwijdig gelegen vouwlijn 8. De beide delen 2, 3 zijn verder voorzien van oogvormige uitsparingen 11 waaraan de te vormen 35 verpakking kan worden opgehangen. De in fig. 1 zichtbare zijde van de plaat 1 is bedrukt met tekst en/of afbeeldingen.

1000897 4

In fig. 2 is de achterzijde van de plaat 1 weergegeven. Het restdeel 7 is uit het deel 1 gedrukt waardoor er een uitsparing 12 is ontstaan die wordt begrensd door de snijlijnen 5. Het restdeel 6 is op het tweede deel 3 tegenover de uitsparing 1 gelijmd, waarbij de met 5 tekst en/of afbeelding voorziene zijde van het restdeel 6 van het tweede deel 3 is afgericht. De in fig. 2 zichtbare zijden van de delen 2, 3 zijn voorzien van lijm.

In fig. 3 is een verpakking 13 volgens de uitvinding weergegeven, die de plaat 1 en een tussen de delen 2, 3 van de plaat 1 10 bevestigde doos 14 omvat. De van doorzichtig kunststof vervaardigde doos 14 omvat een bodem 15 en nagenoeg dwars op de bodem 15 uitstrekkende wanden 16. Aan een van de bodem afgekeerde zijde is de doos 14 open. De wanden 16 zijn nabij de open zijde voorzien van zich nagenoeg dwars op de wanden 16 uitstrekkende flenzen 17. De verpakking 13 is als volgt 15 vervaardigd. De doos 14 wordt gevuld met te verpakken produkten (niet weergegeven) waarna de doos 14 door de in het eerste deel 2 aangebrachte uitsparing 12 wordt gestoken, waarbij de flenzen 17 tegen de achterzijde van het eerste deel 2 aan komen te liggen. Vervolgens wordt het tweede deel 3 om de in fig. 2 door pijl PI aangegeven richting om de vouwlijn 4 20 gevouwen en worden de delen 2 en 3 tegen elkaar aan gelijmd, waarbij de flenzen 16 tussen de beide delen 2, 3 zijn opgesloten en de open zijde van de doos 14 door het tweede deel 2 is afgesloten. De met teksten en/of afbeeldingen bedrukte zijden van de delen 2, 3 bevinden zich aan de buitenzijde van de verpakking 13. Door de doorzichtige doos 14 heen is 25 de op het restdeel 6 bedrukte tekst en/of afbeelding zichtbaar. De in de delen 2, 3 aanwezige uitsparingen 11 liggen tegenover elkaar en de gevormde verpakkingen 13 kan met behulp van de gezamenlijke uitsparing 11 aan een rek (niet weergegeven) worden opgehangen. De verpakking 13 kan handmatig of met behulp van speciale machines in elkaar worden gezet.

30 Fig. 7 toont een detail van de in fig. 3 weergegeven verpakking 13, waarbij voor de duidelijkheid de afstand tussen de twee delen 2, 3 in verhouding groter is weergegeven dan in werkelijkheid zodat een de delen 2, 3 verbindende lijm 18 zichtbaar is. Tussen de delen 2, 3 zijn de flenzen 17 ingeklemd. De lijm 18 is een voor deze toepassing 35 ontwikkelde zeefdrukbare rubberlijm op basis van natuurlatex die door middel van druk wel aan de belijmde zijden van de plaat 1 hecht maar niet aan de flenzen 17. Bij voorkeur omvat de lijm 0,005-2,1 kg waterige 1 u v o 8 9 7 5 gekleurde pigmentpasta, 20-40 kg water, 0,2-8 kg carboxymethyl cellulose of andere, in water oplosbare cellulosederivaten, 2-16,8 kg hexyleenglycol, 0,2-8,2 kg pH-regelende stoffen en 20-90 kg rubber.

Het openen van de verpakking 13 voor het uitnemen van 5 de in de doos 14 gelegen produkten (niet weergegeven) gaat als volgt. De beide delen 2, 3 worden gezamenlijk dubbelgevouwen om de perforaties 8 omvattende vouwlijn 7 en de groef 10 in een door pijl P2 aangegeven richting (zie fig. 4 en 5). Het gedeelte 19 van het eerste deel 2, dat wordt begrensd door de vouwlijn 7, de uitsparing 12 begrenzende snij-10 lijnen 5 en de tussen de vouwlijn 7 en de snijlijn 5 uitstrekkende snijlijnen 9, zit vast aan het omgevouwen gedeelte 20 van de plaat 1 en wordt hierdoor eveneens ten opzichte van de doos 14 gekanteld, waardoor de nabij een uiteinde 21 van de doos 14 gelegen flens 17 vrij komt te liggen.

15 In fig. 8 is op een grotere schaal een detail van de verpakking 13 weergegeven gezien in de richting van de pijlen VIII-VIII in fig. 4. Nadat het deel 20 van de plaat 1 nagenoeg volledig is dubbelgevouwen tegen het deel 3, wordt de doos 14 ten opzichte van de plaat 1 in een door pijl P3 aangegeven richting verplaatst, waarbij de flenzen 20 17 tussen de delen 2, 3 schuiven (zie fig. 6 en 9). Met behulp van de flenzen 17 worden de perforaties in het eerste deel 2 gedeeltelijk opengesneden, waarna de doos 14 volledig uit de plaat 1 wordt geschoven en de in de doos verpakte produkten uit de doos 14 kunnen worden genomen. De tekst en/of afbeeldingen op de plaat 1 worden bij het openen van de 25 verpakking 13 niet beschadigd en kunnen ook na het openen nog worden bekeken. Daarna kunnen de kartonnen plaat 1 en de kunststoffen doos 24 gescheiden worden bewaard of weggegooid.

Het terugschuiven van de doos 14 tussen de delen 2, 3 van de plaat 1 is niet mogelijk doordat de lijm 18 na het uitschuiven 30 van de doos 14 uit de plaat 1 de delen 2, 3 aan elkaar plakt.

Het is ook mogelijk om de lijm 18 alleen op die gedeeltes van de plaat 1 aan te brengen die niet in aanraking komen met de flenzen 17.

Fig. 10 toont een tweede uitvoeringsvorm van een 35 verpakking 1 volgens de uitvinding waarbij de doos 14 een aan het te verpakken produkt aangepaste, grillige vorm heeft. De doos 14 is voorzien van een flens 17 die tussen de beide plaatdelen 2, 3 is geklemd. De 1000897 6 verpakking 1 is voorzien van een op afstand van de doos 14 gelegen vouwlijn 7 waaromheen de plaatdelen 2, 3 vouwbaar zijn. Vanaf de vouwlijn 7 strekken zich twee raaklijnen 21 uit die de doos 14 in de punten 22 raakt. De punten 22 zijn, gezien in een richting evenwijdig aan de vouwlijn 7 5 op een onderlinge afstand gelegen die overeenkomt met de breedte van de doos 14. De raaklijnen 21 zijn denkbeeldige lijnen en behoeven niet fysiek op de verpakking 1 zichtbaar te zijn. De verpakking 1 is verder voorzien van twee scheidingslijnen 23 die aan van elkaar afgekeerde zijden van de raaklijnen 21 zijn gelegen en zich uitstrekken vanaf de vouwlijn 7 tot 10 aan de doos 14. De scheidingslijnen 23 kunnen de doos 14 raken op de punten 22 of op een plaats voorbij de punten 22. Beide mogelijkheden zijn in fig. 10 weergegeven. De scheidingslijnen 23 zijn bij voorkeur voorzien van perforaties. Het eerste deel 2 is op de vouwlijn 7 eveneens voorzien van perforaties 8 die aan van elkaar afgekeerde zijden van de scheidings-15 lijnen 23 zijn gelegen. Voor het openen van de verpakking 1 wordt het boven de vouwlijn 7 gelegen gedeelte van de verpakking in een door pijl P2 aangegeven richting gebogen waardoor er een trekkracht op het gedeelte 19 van het eerste deel 2 wordt uitgeoefend, waardoor de perforaties op de scheidingslijnen 23 en op de vouwlijn 7 worden opengescheurd. Het 20 gedeelte 19, dat wordt begrensd door de vouwlijn 17, de doos 14 en de scheidingslijnen 23 zit vast aan het omgevouwen gedeelte 20 van de plaat 1 en wordt samen met het gedeelte 20 in de door pijl P2 aangegeven richting gevouwen. Na het omvouwen wordt de doos 14 in de door pijl P3 aangegeven richting geschoven totdat de flens 17 volledig vrij ligt en de doos 14 25 van de plaatdelen 2, 3 is losgemaakt.

0 8 97

Claims (10)

1. Verpakking omvattende een naar een zijde toe open doos en een de open zijde afsluitende plaat, welke doos nabij de open zijde 5 is voorzien van ten minste een zich van de doos af uitstrekkende flens, waarbij de plaat twee tegen elkaar bevestigde delen omvat waartussen de flens is geklemd, met het kenmerk, dat de plaat is voorzien van een nabij een flens van de doos gelegen vouwlijn, dwars op de vouwlijn uitstrekkende, de doos rakende raaklijnen en twee zich vanaf de vouwlijn tot aan de doos 10 uitstrekkende scheidingslijnen die op de raaklijnen en/of aan van elkaar afgekeerde zijden van de raaklijn zijn gelegen.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste deel is voorzien van op de vouwlijn gelegen perforaties, die aan van elkaar afgelegen zijden van de scheidingslijnen zijn gelegen.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de scheidingslijnen snijlijnen omvatten of zijn voorzien van perforaties.

4. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee delen tegen elkaar zijn gevouwen.

5. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een uit de uitsparing afkomstig restdeel van de plaat tegenover de open zijde van de doos aan het tweede deel is bevestigd.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de delen aan elkaar zijn gelijmd.

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaat van karton is.

8. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doos van doorzichtbaar kunststof is.

9. Plaat geschikt voor toepassing bij een verpakking 30 volgens een der voorgaande conclusies.

10. Doos geschikt voor toepassing bij een verpakking volgens een der voorgaande conclusies. 1000897