BE905307A - Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang. - Google Patents
Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang. Download PDFInfo
- Publication number
- BE905307A BE905307A BE0/217068A BE217068A BE905307A BE 905307 A BE905307 A BE 905307A BE 0/217068 A BE0/217068 A BE 0/217068A BE 217068 A BE217068 A BE 217068A BE 905307 A BE905307 A BE 905307A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- mentioned
- hatch
- locking mechanism
- referred
- cable
- Prior art date
Links
- 230000005484 gravity Effects 0.000 claims abstract description 5
- 230000004888 barrier function Effects 0.000 claims description 6
- 239000003381 stabilizer Substances 0.000 claims description 3
- 230000000903 blocking effect Effects 0.000 claims 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 230000006378 damage Effects 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 238000000034 method Methods 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B53/00—Operation or control of locks by mechanical transmissions, e.g. from a distance
- E05B53/003—Operation or control of locks by mechanical transmissions, e.g. from a distance flexible
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05F—DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
- E05F1/00—Closers or openers for wings, not otherwise provided for in this subclass
- E05F1/02—Closers or openers for wings, not otherwise provided for in this subclass gravity-actuated, e.g. by use of counterweights
- E05F1/025—Closers or openers for wings, not otherwise provided for in this subclass gravity-actuated, e.g. by use of counterweights with rectilinearly-moving counterweights
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05F—DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
- E05F17/00—Special devices for shifting a plurality of wings operated simultaneously
- E05F17/002—Special devices for shifting a plurality of wings operated simultaneously for wings which lie one behind the other when closed
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05Y—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
- E05Y2900/00—Application of doors, windows, wings or fittings thereof
- E05Y2900/10—Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
- E05Y2900/13—Type of wing
- E05Y2900/132—Doors
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05Y—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
- E05Y2900/00—Application of doors, windows, wings or fittings thereof
- E05Y2900/10—Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
- E05Y2900/13—Type of wing
- E05Y2900/146—Shutters
Landscapes
- Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
Abstract
Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang door het openen van een afsluiting die de toegang naar bedoelde uitgang afspert, gekenmerkt doordat zij hoofdzakelijk is samengesteld uit minstens de volgende elementen: a) een vergrendelmechanisme dat hogerbedoeld luik in de normale stand gesloten houdt: b) middelen om bij het ontgrendelen van bedoeld vergrendelmechanisme hogerbedoeld luik onder invloed van de zwaartekracht te verplaatsen en c) middelen om het vergrendelmechanisme door het openen van hogerbedoelde afsluiting te ontgrendelen.
Description
<Desc/Clms Page number 1> BESCHRIJVING behorende bij een UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van LUKAC Jozef en D'HAESE Julien voor "Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang" <Desc/Clms Page number 2> Deze uitvinding heen betrekking op een inrichting die het mogelijk maakt toegang in een gebouw te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang door het openen van een afsluiting die de toegang naar bedoelde uitgang afspert. De uitvinding heeft tot doel een inrichting te ontwerpen die het mogelijk maakt, zonder beroep te moeten doen op mechanische, electrische, pneumatische of hydraulische middelen, een door een luik afgesperde uitgang te kunnen bereiken. Een bijzondere, in geen geval beperkende, toepassing van de uitvinding betreft een inrichting die toegang verleent tot een nooduitgang, bij voorbeeld. Door uitgang of nooduitgang wordt elke, onder normale omstandigheden, gesloten gehouden en voor het publiek niet bereikbare uitgang bedoelt, die slechts na een bijzondere bewerking kan worden bereikt of geopend. Dergelijke uitgangen of nooduitgangen kunnen in gebouwen, ruimtes, stations, metrostations bij voorbeeld, voorkomen of gewenst zijn. De bedoeling van de uitvinding is dan ook een inrichting voor te schrijven die is ontworpen om o. a. in zeer delikate omstandigheden, wanneer paniek dreigt te ontstaan of is ontstaan, te kunnen werken. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een dergelijke inrichting feilloos en in of onder alle omstandigheden (uitvallen van de electrische stroom, defect aan of vernietiging van hydraulische of pneumatische circuits) als het ware automatisch te laten werken. Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, is de inrichting hoofdzakelijk samengesteld uit : <Desc/Clms Page number 3> a) een vergrendelmechanisme dat hogerbedoeld luik in de normale stand gesloten houdt ; b) middelen om bij het ontgrendelen van bedoeld vergrendelmechanisme hogerbedoeld luik onder invloed van de zwaartekracht te verplaatsen en c) middelen om het vergrendelmechanisme door het openen van hogerbedoelde afsluiting te ontgrendelen. Volgens een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm van de uitvinding worden hogerbedoelde middelen om hogerbedoeld vergrendelmechanisme door het openen van hogerbedoelde afsluiting te ontgrendelen, gevormd door de draaispil van hogerbedoelde afsluiting waarrond een uiteinde van een kabel is gewonden waarvan het andere uiteinde verbonden is met een onderdeel van hogerbedoeld vergrendelmechanisme, één en ander zodanig dat de verdraaiing van hogerbedoelde afsluiting het ontgrendelen van hogerbedoeld vergrendelmechanisme voor gevolg heeft. In een bijzondere verwezenlijkingsvorm is hogerbedoeld luik rond een horizontale as wentelbaar gemonteerd en zijn hogerbedoelde kabels, waarvan telkens één uiteinde aan een tegengewicht is bevestigd, met hun andere uiteinde telkens op een arm bevestigd, welke arm deel uitmaakt van hogerbedoeld luik. Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een inrichting die het mogelijk maakt toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. Figuur I is een algemene schematische voorstelling van de inrichting volgens de uitvinding. Figuur 2 is,. op een grotere schaal, een gedeeltelijk onderaanzicht van het luik uit de inrichting volgens de uitvinding met de daarop voorkomende elementen die met de eigenlijke vergrendelinrichting samenwerken. Figuur 3 is een schematisch gehouden zij- <Desc/Clms Page number 4> aanzicht van het vergrendelmechanisme, volgens figuur 2. De aan de hand van de figuren voorgestelde inrichting werd uitgedacht om een ruimte op een lager niveau van een uitgang, bij voorbeeld, doch niet noodzakelijk een nooduitgang, te voorzien zodat door middel van een trap, bij voorbeeld, de personen die zich op dit lager niveau bevinden een hoger niveau kunnen bereiken. Deze schikking is in geen geval beperkend voor de uitvinding. Een inrichting van het bedoelde type is dus uitstekend geschikt om metrostations, tunnels, enz. uit te rusten, hoewel het duidelijk dient te worden gemaakt dat inrichtingen die zouden zijn gebouwd op hetzelfde beginsel in vele andere toepassingen, in functie van plaatselijke eisen, zouden kunnen worden aangewend. Verwijzend naar de figuur 1, is met de referentie 1 het lager niveau aangeduid, terwijl de verwijzing 2 het hoger niveau aanduidt dat moet kunnen worden bereikt, bij voorbeeld door gebruik te maken van de in deze figuur voorgestelde trap 3. Het lager niveau is bij voorbeeld dat van een metrostation waaruit de gebruikers snel moeten kunnen worden geëvacueerd. De uitvinding berust op de combinatie van verschillende elementen die onder elkaar samenwerken zonder beroep te moeten doen, noch op electrische motoren, noch op mechanische, pneumatische of hydraulische middelen. Op het niveau 1 van het station wordt, onder normale omstandigheden, de toegang tot de ruimte 4, die onmiddellijk in verbinding staat met de trap 3, afgesperd door een hindernis of afsluiting. Deze afsluiting wordt in dit specifiek geval gevormd door een deur 5 met een verticale draaispil 6. Bovenaan maakt de kleine trommel 7 deel uit van deze draaispil 6. Op deze trommel 7 is een kabel 8 bevestigd die over een kabelschijf 9 wordt geleid en waarvan het andere uiteinde op een onderdeel 10 van het met de algemene verwijzing 11 aangeduid vergrendelmechanisme is bevestigd. De werking van dit vergrendelmechanisme wordt verder in detail beschreven. Het vergrendelmechanisme houdt een ron- <Desc/Clms Page number 5> dom een horizontale as 12 verticaal scharnierend luik 13 onder normale omstandigheden in de gesloten stand. De uitgang die het luik 13 afsluit, moet men zich dus voorstellen als volledig afgesloten door het luik 13. Voor een goed begrip van de inrichting moet men zich de ruimte boven de trap 3, die aansluit bij de ruimte 4, bovenaan beperkt door bedoeld luik en door de betonnen constructie die met de verwijzing 14 duidelijk wordt gemaakt, voorstellen. In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 is het luik 13, onderaan, d. i. in de nabijheid van de wentelas 12, uitgerust met twee hefboomarmen 15. Luik 13 met zijn hefboomarmen 15 wordt in de geopende stand in stippellijn, en in de gesloten stand in volle lijnen voorgesteld. In werkelijkheid komen twee hefboomarmen voor : één langs elke langszijde van het luik 13 of, met andere woorden, één langs elke zijde van de trap 3. Onderaan elke hefboomarm 15 is onder tussenkomst van de op deze hefboomarmen 15 gelaste staven 16, een kabel 17 bevestigd die rondom een eerste kabelschijf 18 (onderaan) en een tweede kabelschijf 19 (bovenaan) wordt geleid. Aan het voorbij deze laatste kabelschijf 19 verticaal naar omlaag hangend kabelgedeelte is een tegengewicht opgehangen. Dit tegengewicht is in figuur 1 in volle trekken getekend in de stand waarin het zich bevindt wanneer het luik 13 is gesloten, en in stippellijnen in de stand wanneer het luik 13 is geopend. Dit tegengewicht draagt de verwijzing 20. Is het luik 13 geopend, dan komt het tegengewicht 20 naar omlaag. Het is duidelijk dat gebruik kan worden gemaakt van één tegengewicht 20 dat zou worden opgehangen aan de twee kabeleinden 17', terwijl het natuurlijk ook voor de hand ligt elk kabeleinde 17'van zijn eigen tegengewicht te voorzien. Het afremmen van het luik 13 geschiedt door inschakeling van hydraulische middelen bestaande, bij voorbeeld, uit remstabilisatoren 21 met een aangrijpingspunt in 22 op de wand van de ruimte 4 en, in 23, op de hefboomarm 15. Ook deze remstabilisator werd in twee standen voorgesteld. <Desc/Clms Page number 6> Het ontgrendelmechanisme wordt in een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm gevormd door een met een spil 24 aan de onderzijde van het luik 13 draaibaar gemonteerde arm 25. Met deze arm is een trekveer 26 verbonden, zodat de arm 25 steeds in de richting van pijl 27 wordt weggeduwd. De koers, volgens pijl 27, van de arm 25 wordt beperkt door de nok 28 die van buiten het luik kan worden bevolen zoals verder zal worden duidelijk gemaakt. Nok 28 wordt in zijn normale stand door trekveer 29 gehouden. Om de werkwijze van het vergrendelmechanisme 11 duidelijk te maken, wordt vooral verwezen naar figuren 2 en 3. Uit deze figuren kan men afleiden dat in de sluitstand van het luik 13, de arm 25, onder invloed van de trekveer 26, in de uitsparing 30 van het t. o. v. het gebouw vast gemonteerde onderdeel 31 is gesprongen. Het luik is dan vergrendeld. Het ontgrendelen van het luik 13 geschiedt wanneer aan de kabel 8 wordt getrokken, welke kabel, enerzijds, aan een rondom een asje 32 wentelbaar gemonteerd hefboompje 33 en, anderzijds, zoals hoger beschreven, op de trommel 7 is bevestigd. Hefboompje 33 wordt, onder normale omstandigheden door een trekveer 34 van de uitsparing 30 weggetrokken. Bij het uitoefenen van een trekkracht op de kabel 8 duwt het hefboompje 33 met zijn bovenste eind de arm 25 uit de uitsparing 30 van het onderdeel 31 weg. Op dit ogenblik treden de tegengewichten 20 in werking en gaat dus het luik 13 uitsluitend onder invloed van de zwaartekracht open. Wil men het luik 13 van buiten uit ontgrendelen, dan kan ingewerkt worden op de nok 28. Bij het volgens pijl 35 verdraaien van bedoelde nok schiet eveneens de arm 25 uit de uitsparing 30. Deze nok is dus voorzien om in bepaalde omstandigheden het luik te openen zonder op de afsluiting 5 te moeten inwerken. Is het luik 13 open, dan kan deze terug in de sluitstand worden gebracht door gebruik te maken van lier 36, die op het luik 13 is gemonteerd en waarmede een kabel 37 met haak 38 kan worden opgetrokken. Het volstaat haak 38 aan één of ander daartoe voorzien vast punt van de wand van het gebouw te bevestigen <Desc/Clms Page number 7> om, door het rondom de lier 36 opwinden van de kabel 38, het luik in de sluitstand te brengen. De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en vele wijzigingen kunnen hieraan worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden. Zo moet onderlijnd worden dat de hier beschreven inrichting als een mogelijke uitvoeringsvorm moet aanzien worden. Het is dan ook duidelijk dat het luik in functie van plaatselijke omstandigheden de meest uiteenlopende structuren kan vertonen. Zijn draaias kan zowel verticaal als horizontaal zijn. De ruimte tussen de afsluiting en het luik hoeft niet noodzakelijk door een trap bezet te zijn. De afsluiting kan gelijk welke hindernis zijn waarvan de verplaatsing in welk vlak ook een trekkracht op een kabel uitoefent waardoor op het vergrendelmechanisme kan worden ingewerkt om het luik te openen. Ook het vergrendelmechanisme kan afwijken van het beschreven type.
Claims (10)
- CONCLUSIES 1. Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang door het openen van een afsluiting die de toegang naar bedoelde uitgang afspert, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk is samengesteld uit minstens de volgende elementen : a) een vergrendelmechanisme dat hogere- doeld luik in de normale stand gesloten houdt ; b) middelen om bij het ontgrendelen van bedoeld vergrendelmechanisme hogerbedoeld luik onder invloed van de zwaartekracht te verplaatsen en c) middelen om het vergrendelmechanisme door het openen van hogerbedoelde afsluiting te ontgrendelen.
- 2. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen om hogerbedoeld vergrendelmechanisme door het openen van hogerbedoelde afsluiting te ontgrendelen, worden gevormd door de draaispil van hogerbedoelde afsluiting, waarrond een uiteinde van een kabel is gewonden, waarvan het andere uiteinde is verbonden met een element van hogerbedoeld vergrendelmechanisme, één en ander zodanig dat de verdraaiing van hogerbedoelde afsluiting het ontgrendelen van hogerbedoeld vergrendelmechanisme voor gevolg heeft.
- 3. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen, om hogerbedoeld vergrendelmechanisme door het openen van hogerbedoelde afsluiting te ontgrendelen, worden gevormd door de mechanische verbinding tussen hogerbedoeld vergrendelmechanisme en de als schuifdeur uitgevoerde hogerbedoelde afsluiting.
- 4. Inrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen om bij het ontgrendelen van hogerbedoeld vergrendelmechanisme hogerbedoeld luik onder invloed van de zwaartekracht te verplaatsen, gevormd worden door een tegengewicht dat op hogerbedoeld luik inwerkt.
- 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat hogerbedoeld tegengewicht aan een uiteinde van twee <Desc/Clms Page number 9> kabels is opgehangen, waarvan telkens het andere uiteinde aan een onderdeel van hogerbedoeld luik is bevestigd.
- 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat hogerbedoeld luik wentelbaar is.
- 7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat hogerbedoeld luik verschuifbaar is.
- 8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat hogerbedoeld luik rond een horizontale as wentelbaar is gemonteerd en hogerbedoelde kabels, waarvan telkens één uiteinde aan een tegengewicht is bevestigd, met hun andere uiteinde telkens op een arm zijn bevestigd, welke arm deel uitmaakt van hogerbedoeld luik.
- 9. Inrichting volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk dat hogerbedoeld mechanisme minstens de volgende elementen bevat : a) een onderaan hogerbedoeld luik evenwijdig hiermede verdraaibaar gemonteerde arm die onder invloed van een veer in zijn ruststand wordt teruggebracht ; b) een onderdeel dat vast is t. o. v. het gebouw en waarin een uitsparing is voorzien waarin in de vergrendelde stand hogerbedoelde arm onder invloed van de onder a) genoemde veer ingedrukt wordt. c) een kabel die hogerbedoelde afsluiting met een tegen de werking in van een veer verplaatsbaar hefboompje dat, wanneer aan hogerbedoelde kabel wordt getrokken, de onder a) genoemde arm uit hogerbedoelde uitsparing wegdrukt.
- 10. Inrichting volgens één van de conclusies 6 of 8, met het kenmerk dat tussen hogerbedoeld rondom een horizontale as wentelbaar luik en het gebouw minstens een remstabilisator is voorzien.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE0/217068A BE905307A (nl) | 1986-08-21 | 1986-08-21 | Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang. |
DE8787201493T DE3770082D1 (de) | 1986-08-21 | 1987-08-06 | Vorrichtung, die es ermoeglicht, in einem gebaeude zugang zu einem mit einer luke verschlossenen ausgang zu verleihen. |
EP19870201493 EP0258919B1 (fr) | 1986-08-21 | 1987-08-06 | Dispositif rendant possible dans un bâtiment d'avoir accès à une sortie fermée par une trappe |
ES87201493T ES2022304B3 (es) | 1986-08-21 | 1987-08-06 | Dispositivo que hace posible, en un edificio, tener acceso a una salida cerrada por una trampilla. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE905307 | 1986-08-21 | ||
BE0/217068A BE905307A (nl) | 1986-08-21 | 1986-08-21 | Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE905307A true BE905307A (nl) | 1986-12-16 |
Family
ID=25655025
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE0/217068A BE905307A (nl) | 1986-08-21 | 1986-08-21 | Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE905307A (nl) |
-
1986
- 1986-08-21 BE BE0/217068A patent/BE905307A/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0181268B1 (fr) | Dispositif de sécurité et d'actionnement de secours pour porte accordéon | |
JPS6371477A (ja) | 常用と緊急用に兼用可能な出入口装置 | |
JPH04330183A (ja) | 退出遅延仕掛けを有する非常口装置 | |
CN104724586B (zh) | 一种电梯层门非正常开启人体阻拦的装置及方法 | |
JP3661870B2 (ja) | 強盗防止シャッタ | |
BE905307A (nl) | Inrichting die het mogelijk maakt in een gebouw toegang te verlenen tot een door een luik afgesloten uitgang. | |
US2950948A (en) | Inclined staircase elevator | |
EP0110819A2 (de) | Vorrichtung zum Vereinzeln von Personen beim Betreten eines Gebietes | |
CN111502500A (zh) | 一种基于电子标签的物品防盗旋转拦门 | |
US2747661A (en) | Protective device | |
CA2282036C (en) | Entrance device having barrier arm unlocking means | |
EP0258919B1 (fr) | Dispositif rendant possible dans un bâtiment d'avoir accès à une sortie fermée par une trappe | |
US1768092A (en) | Bank-protecting device | |
US1367340A (en) | Door and gate controlling device | |
US2067662A (en) | Burglar trap | |
FR2508532A1 (fr) | Dispositif de securite destine a permettre le passage d'objets divers entre deux locaux contigus sans que l'un des manipulateurs puisse menacer celui se trouvant dans la seconde piece | |
US1036504A (en) | Locking device for the gates of shafts. | |
FR2617528A1 (fr) | Fermeture anti-panique a condamnation active | |
JP3040628B2 (ja) | 天井収納梯子 | |
JPS6122144Y2 (nl) | ||
US2345478A (en) | Bank protection and trap device | |
US1795283A (en) | Emergency lock | |
NL1029497C1 (nl) | Systeem en werkwijze voor het verschaffen van toegang tot een door een slot afgesloten ruimte. | |
US1353852A (en) | Safety mechanism for elevator-shaft doors | |
US1551580A (en) | Alfred j |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: D'HAESE JULIEN Effective date: 20000831 Owner name: LUKAC JOZEF Effective date: 20000831 |