NL1029497C1 - Systeem en werkwijze voor het verschaffen van toegang tot een door een slot afgesloten ruimte. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Systeem en werkwijze voor het verschaffen van toegang tot een door een slot afgesloten ruimte.

BESCHRIJVING

5 De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het verschaffen van toegang tot een door een slot afgesloten ruimte. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van toegang tot een door een slot afgesloten ruimte.

Een slot voor toegang tot een ruimte, zoals een woning, 10 dient ervoor om alleen aan de gewenste personen toegang tot de woning te verschaffen. Met behulp van een sleutel kan een persoon zichzelf van buitenaf toegang tot de woning verschaffen.

Daarnaast kan een persoon binnen de woning toegang verschaffen aan iemand buiten de woning door het openen van het slot dat 15 zich bijvoorbeeld in een deur bevindt.

Bekend is het van binnen op afstand openen van het slot met behulp van eenvoudige hulpmiddelen, zoals een stuk touw, ijzerdraad of iets dergelijks. Dergelijke hulpmiddelen zijn echter niet geschikt voor het openen van het slot op grotere afstand van het slot en hebben 20 bovendien het nadeel dat ongewenste personen van buiten de woning kunnen proberen het slot te openen door controle te krijgen op de hulpmiddelen, bijvoorbeeld via een opening in de deur, zoals een brievenbus.

Voor het van binnen op afstand openen van het slot is bijvoorbeeld een elektrische deuropener met of zonder parlafoon bekend. 25 Een nadeel van deze elektrische deuropener is dat bij bediening daarvan de gebruiker van de woning zich naar een vaste plaats in de woning zal moeten begeven, omdat de elektrische deuropener op een vaste plaats in de woning is aangebracht. Voor bedlegerige patiënten en mensen die slecht ter been zijn kan dit problematisch zijn. Daarnaast is een nadeel dat de 30 deur niet van binnenuit geopend zal kunnen worden als de persoon, die zich binnen de woning bevindt, bijvoorbeeld bewusteloos of immobiel is 1029497 2 geworden. Nog een ander nadeel is dat er bij aanschaf van een dergelijke elektrische deuropener een nieuw relatief duur slot zal moeten worden geplaatst op de plaats van het eerder aanwezige slot.

Dit nadeel geldt ook bij de aanschaf en het plaatsen van 5 een elektrisch slot, dat gebruik maakt van een vanaf buiten in te voeren code. Een dergelijk slot geeft bovendien bij velen niet het gevoel van veiligheid, omdat men bang is dat door ongewenste personen de code al radend of proberend kan worden ingevoerd.

Bekend is verder een werkwijze waarbij een sleutel van het 10 slot wordt afgegeven aan een sleutel houder. Een nadeel hiervan is dat het moment van het verkrijgen van toegang tot de woning afhankelijk is van de beschikbaarheid van de sleutel houder en van de tijd die het duurt voordat de sleutel al dan niet door de sleutelhouder zelf bij het slot kan worden gebracht om toegang tot de woning te verkrijgen. Een bijkomend nadeel is 15 dat velen het als onprettig beschouwen om een sleutel af te geven aan een sleutelhouder omdat men dan geen zicht meer heeft op wat er verder mee gebeurt. Een gevoel van onveiligheid of aantasting van de privacy kan het gevolg zijn.

Een vergelijkbare werkwijze met dezelfde nadelen is de 20 werkwijze waarbij de sleutel vooraf afgegeven wordt aan een alarmdienst.

Een persoon die zich in de afgesloten ruimte bevindt en die hulp behoeft, i kan een alarm genereren bij een alarmcentrale, waarna een hulpverlener zich naar de woning zal begeven. Het alarm kan eventueel ook gegenereerd worden door een derde die zich buiten de woning bevindt. De hulpverlener 25 zal zich, indien deze niet in het bezit is van de sleutel, eerst naar de alarmcentrale moeten begeven om de juiste sleutel te verkrijgen. In dit geval is het bijkomende nadeel dat er extra tijd verloren gaat voordat toegang tot de woning van de hulpbehoevende kan worden verkregen.

Een doel van de uitvinding is om een systeem te verschaffen 30 voor het geven van toegang tot een door een slot afgesloten ruimte, waarbij de genoemde nadelen worden vermeden.

1029497 3

Dit doel wordt met het systeem volgens de uitvinding bereikt door in de ruimte geplaatste sleutelvrijgeefmiddelen voor het houden en via een doorvoeropening vanaf de buitenzijde van de ruimte beschikbaar stellen van een sleutel voor het openen van het slot.

5 Bij het systeem volgens de uitvinding is binnen de afgesloten ruimte, zoals een woning, een sleutel vrijgeefsysteem aanwezig dat de sleutel van het slot bevat. De sleutel blijft dus binnen de woning en hoeft niet ergens te worden afgegeven. Bij onraad of als er een alarm is gegenereerd naar bijvoorbeeld een alarmcentrale, kan de hulpverlener 10 zich direct naar de woning begeven, alwaar de sleutel door het systeem middels een doorvoeropening vanaf de buitenzijde aan de hulpverlener ter beschikking kan worden gesteld. De hulpverlener kan zich daarmee toegang tot de woning verschaffen. Het systeem maakt dus gebruik van een doorvoeropeni ng om direct, ter plaatse van het slot de sleutel aan de 15 hulpverlener te verschaffen.

Omdat in het systeem volgens de uitvinding gewerkt kan worden met een bestaande sleutel en een bestaand slot, hoeft er geen nieuw slot te worden aangeschaft of te worden gemonteerd met alle voordelen van dien.

20 In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, bevindt de doorvoeropening zich in een toegangsdeur tot de ruimte. In een verdere uitvoeringsvorm van het systeem bevindt de doorvoeropening zich in een kozijn of stijl van een toegangsdeur tot de ruimte.

25 In een verdere voordelige uitvoeringsvorm van dit systeem is de doorvoeropening van de ruimte een al bestaande opening van de ruimte. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een al bestaande deurbrievenbus als doorvoeropening, die bijvoorbeeld ook naast de toegangsdeur tot de ruimte kan zijn gemonteerd. In het algemeen bevindt 30 de doorvoeropening zich bij voorkeur in de directe nabijheid van het slot.

1029497 4

Aangezien het in verband met ongeoorloofde toegangsverschaffing niet de bedoeling is dat de sleutel permanent beschikbaar is in de doorvoeropening, voorziet de uitvinding in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding daarin, dat het systeem beschikt 5 over geleidingsmiddelen om de sleutel pas op het moment dat aan een hulpverlener of dergelijke toegang tot de woning moet worden verschaft, naar de doorvoeropening te geleiden.

In een uitvoeringsvorm van het systeem sluiten de geleidingsmiddelen vast op de doorvoeropening aan.

10 In een andere uitvoeringsvorm van het systeem is een eerste einde van de geleidingsmiddelen verplaatsbaar uitgevoerd, zodat dit verplaatst kan worden voor een aansluiting op de doorvoeropening.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding maakt gebruik van veerkracht om de verplaatsing naar de doorvoeropening tot stand te 15 brengen, waarmee een relatief eenvoudige en betrouwbare verplaatsing kan worden bereikt.

Om de verplaatsbare geleidingsmiddelen goed te laten aangrijpen op de doorvoeropening is in een verdere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding voorzien in een kantelbaar eerste einde 20 van de geleidingsmiddelen, voor aangrijping op of in de doorvoeropening.

In een verdere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding zijn de geleidingsmiddelen voorzien van blokkeringsmiddelen. Deze blokkeringsmiddelen blokkeren de toegang via de doorvoeropening tot het tweede einde van de geleidingsmiddelen. Met name de toegang tot de 25 sleutel wordt hiermee geblokkeerd. De blokkeringsmiddelen maken het systeem extra veilig voor inbraak.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding maakt met voordeel gebruik van weerhaakvormige uitsteeksels als blokkeringsmiddelen. De weerhaakvormige uitsteeksels zijn zo 30 geplaatst, dat zij de geleiding van de sleutel naar de doorvoeropening niet belemmeren, maar dat zij een mogelijke inbraak vanaf de 1029497 5 doorvoeropening van buiten de ruimte tegengaan. Immers, als men van buiten de woning in het systeem probeert in te breken, zal men er niet in slagen een voorwerp via het eerste einde van de geleidingsmiddelen naar het tweede einde van de gel eidingsmiddelen te bewegen, doordat het 5 voorwerp achter deze weerhaakvormige uitsteeksels zal blijven steken.

In een weer verdere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding wordt het eerste einde van de gel eidingsmiddelen voorzien van vangmiddelen voor het vangen van een vrijgegeven sleutel. De vangmiddelen zorgen ervoor dat de sleutel, na het vrijgeven van de 10 sleutel en het geleiden daarvan naar de doorvoeropening, bij de doorvoeropening verschaft wordt en niet naar buiten zal vallen.

Overeenkomstig een weer verdere uitvoeringsvorm van het systeem maken de vangmiddelen gebruik van een magneet om de sleutel te vangen.

15 In een uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding is aan het tweede einde van de gel eidingsmiddel en voorzien in houdmiddelen om de sleutel vast te houden voordat de sleutel wordt vrijgegeven. Bij voorkeur worden de houdmiddelen dusdanig uitgevoerd, dat het vanaf buiten de afgesloten ruimte onmogelijk is om de sleutel los te 20 kunnen manoeuvreren voordat de sleutel bewust wordt vrijgegeven.

In een verdere uitvoeringsvorm van het systeem is het tweede einde van de gel eidingsmiddelen hoger gelegen dan het eerste einde van deze gel ei dingsmiddel en. Het voordeel hiervan is, dat er bij de geleiding van de sleutel naar de doorvoeropening gebruik kan worden 25 gemaakt van de zwaartekracht. Begrepen zal worden dat de verplaatsing van de sleutel naar de doorvoeropening ook met mechanische middelen kan worden bewerkstelligd, zoals een beweegbare arm of dergelijke, die zich bij vrijgave van de sleutel vanaf de houdmiddelen naar de doorvoeropening beweegt. De houdmiddelen kunnen op verschillende manieren zijn ingericht 30 om de sleutel vrij te geven. Bijvoorbeeld mechanisch door het indrukken van een pal of dergelijke of het al dan niet handmatig draaien van een 1029497 6 vasthoudhaak of dergelijke.

Teneinde het vrijgeven van de sleutel langs elektrische weg mogelijk te maken, zijn de houdmiddelen in een verdere uitvoeringsvorm j van het systeem volgens de uitvinding voorzien van elektrisch bedienbare 5 stuurmiddelen. Deze elektrisch bedienbare stuurmiddelen kunnen in een nog verdere uitvoeringsvorm zo zijn ingericht dat ze op afstand kunnen worden bediend.

Het op afstand bedienen kan volgens een weer verdere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding plaatsvinden 10 doordat de stuurmiddelen zo zijn ingericht, dat de aansturing kan plaats vinden via een openbaar telecommunicatiesysteem. Hierbij kan gedacht worden aan een telecommunicatiesysteem zoals het vaste telefoonnet, een mobiel telefoonnetwerk alsook aan aansturing die plaatsvindt door bijvoorbeeld een home-automation- of een domoticasysteem.

15 In een uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding zijn detectiemiddelen verschaft. Deze detectiemiddelen detecteren de aan- en/of afwezigheid van een sleutel.

Het aansluiten van de detectiemiddelen op signalerings-middelen die de aan- en/of afwezigheid van een sleutel signaleren levert 20 een voordelige uitvoeringsvorm hiervan op. Hierbij kan gedacht worden aan het genereren van een licht- en/of geluidssignaal bij afwezigheid van een sleutel. De signaleringsmiddelen kunnen in een nog verdere uitvoeringsvorm zo worden ingericht dat op afstand van de aan- en/of afwezigheid van een sleutel op afstand kan worden gesignaleerd. Een 25 alarmcentrale bijvoorbeeld kan dan preventief controleren of de sleutel beschikbaar is voor eventuele noodgevallen of dergelijke. j

Overeenkomstig de uitvinding kunnen de sleutel vrijgeef- i middelen geheel of deels voorzien zijn van een doorzichtige behuizing.

Vanaf de buitenzijde hiervan kan dan op elk moment van de dag visueel de j 30 aan- en/of afwezigheid van een sleutel in de ruimte worden waargenomen.

1029497 7

De uitvinding voorziet verder in een uitvoeringsvorm waarbij voor de doorvoeropening aan de buitenzijde van de afgesloten ruimte afsluitmiddel en zijn aangebracht. Bij een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding hebben de afsluitmiddel en de vorm van een 5 afdekklep. Deze afsluitmiddel en verhinderen effectief dat een vrijgegeven sleutel op de grond buiten de ruimte valt of anderszins voor derden ongewenst zichtbaar is.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van toegang tot een door een slot afgesloten ruimte. Deze 10 werkwijze omvat de stappen van het in de ruimte houden van een sleutel, het vrijgeven van de sleutel via een vanaf de buitenzijde van de ruimte toegankelijke doorvoeropening en het verschaffen van toegang tot de ruimte door het met de vrijgegeven sleutel openen van het slot.

De uitvinding zal in het navolgende meer in detail worden 15 uiteengezet aan de hand van de bijgesloten tekeningen.

Figuur 1 toont schematisch een plattegrond van een ruimte voorzien van een toegangsdeur met een slot en een in de ruimte gemonteerd systeem volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch, in langsdoorsnede, een eerste 20 uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding.

Figuren 3 en 4 tonen schematisch, in langsdoorsnede, een tweede uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, in een eerste respectievelijk een tweede positie daarvan.

In de figuren zijn soortgelijke onderdelen of onderdelen 25 met een soortgelijke functie steeds met hetzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Figuur 1 toont in de vorm van een plattegrond een ruimte 1, zoals een woning, een appartement in een appartementengebouw, een kantoorruimte of dergelijke, voorzien van een toegangsdeur 2 met een slot 30 3. Door middel van het slot 3 kan de toegangsdeur 2 worden gesloten of geopend. Het slot 3 kan van elk op zichzelf bekend type zijn, met een 1029497 8 sleutel 4 voor het openen en sluiten van het slot 3. Voor dit doel geschikte sloten komen in velerlei varianten in de praktijk voor, hetgeen voor het systeem volgens de uitvinding verder niet van belang is. Op de toegangsdeur 2 aan de binnenzijde van de ruimte 1 bevindt zich een 5 systeem 10 volgens de uitvinding.

Hoewel in deze uitvoeringsvorm het systeem 10 aan de toegangsdeur 2 bevestigd is getoond, kan het systeem 10 overeenkomstig de uitvinding ook op of in de nabijheid van het kozijn 5 of de deurstijl worden gemonteerd of aan weerszijden van de toegangsdeur 2 in de wand 6 10 van de ruimte. Het verdient de voorkeur om het systeem in de nabijheid van het slot 3 in de ruimte te monteren, om een zo optimaal mogelijke toegang tot de ruimte 1 mogelijk te maken.

In de toegangsdeur 2 is een zodanige doorvoeropening 11 i aangebracht, met zodanige afmetingen dat de sleutel 4 door de doorvoer-15 opening 11 heen vanaf de binnenzijde van de ruimte 1 naar de buitenzijde van de ruimte 1 kan worden doorgegeven. Begrepen zal worden dat, hoewel niet expliciet getoond, de doorvoeropening 11 ook in het kozijn of de stijl 5 kan worden aangebracht dan wel in een wand 6 van de ruimte, bijvoorbeeld naast de toegangsdeur 2, overeenkomstig de positie van het 20 systeem 10. Uiteraard zijn ook andere posities voor de doorvoeropening 11 denkbaar, mits voldaan wordt aan het kunnen doorgeven van de sleutel 4 vanaf de binnenzijde van de ruimte 1 naar de buitenzijde van de ruimte 1.

In het navolgende zullen uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding worden geïllustreerd, gemonteerd op een 25 toegangsdeur 2. Dit dient echter geenszins als een beperking voor de toepassing van het systeem volgens de uitvinding te worden opgevat, dat zoals gezegd ook op of in de nabijheid van een kozijn of deurstijl 5 van de toegangsdeur 2 kan zijn gemonteerd of op of in een wand 6 van de ruimte 1.

30 In de in figuur 2 getoonde eerste uitvoeringsvorm van het systeem 10 volgens de uitvinding, zijn sleutelvrijgeefmiddelen 12 aan de 1029497 9 binnenzijde tegen de toegangsdeur 2 gemonteerd, omvattende een behuizing 13, houdmiddelen 14, 15 voor het houden van een sleutel 4 en geleidingsmiddelen 16, met een eerste einde 17 dat aansluit op de doorvoeropening 11 in de toegangsdeur 2 en met een tweede einde 18 dat i | 5 tegenover de houdmiddelen 14, 15 voor de sleutel 4 is gelegen.

In de getoonde eerste uitvoeringsvorm hebben de geleidingsmiddelen 16 de vorm van een gebogen geleidingsbuïs, waarvan het eerste einde 17 tot in de doorvoeropening 11 reikt. Het tweede einde 18 van de geleidingsmiddelen 16 bevindt zich, in het vlak van de tekening 10 gezien, hoger dan het eerste einde 17 daarvan, om de sleutel 4 onder invloed van de zwaartekracht vanaf het tweede einde 18 naar het eerste einde 17 van de geleidingsmiddelen 16 te geleiden.

De houdmiddelen 14, 15 omvatten een haak- of penvormig element 15 en bedieningsmiddelen 14. De bedieningsmiddelen 14 zijn 15 zodanig ingericht, dat het haak- of penvormige element 15 weg van de sleutel 4 kan worden bewogen, bijvoorbeeld door middel van een inwaartse beweging gezien vanuit de bedieningsmiddelen 14. In het geval van een haakvormig element 15 kan ook worden gedacht aan het bijvoorbeeld roteren van de haak. Voor dit doel geschikte elementen zijn op zichzelf in de 20 praktijk bekend.

De behuizing 13 is, in deze uitvoeringsvorm, ter hoogte van de houdmiddelen 14, 15 voor de sleutel 4 voorzien van een doorzichtige of transparante kap 19, zodat het al dan niet aanwezig zijn van de sleutel 4 in de sleutelvrijgeefmiddelen 12 visueel kan worden waargenomen.

25 In aanvulling op of ter vervanging van de doorzichtige kap 19 zijn verder detectiemiddelen 20 in de nabijheid van het haak- of penvormige element 15 aangebracht, ingericht om de aan- en/of afwezigheid van de sleutel 4 bij het haak- of penvormige element 15 te detecteren. Gedacht kan worden aan detectiemiddelen 20 ingericht voor het detecteren 30 van een sleutel van metaal en/of detectiemiddelen 20 voorzien van optische middelen, zoals een fotocel en fotodetector. Voor deskundigen 1029497 10 zijn voor dit doel geschikte detectiemiddelen op zichzelf bekend en behoeven geen verdere toelichting.

De bedieningsmiddelen 14 kunnen zijn ingericht voor het langs mechanische weg vrijgeven van het haak- of penvormige element 15, 5 bijvoorbeeld door middel van een trekkoord of dergelijke. Bij voorkeur zijn de bedieningsmiddelen 14 ingericht voor het langs elektrische weg | vrijgeven van de sleutel 4.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de bedieningsmiddelen 14 een elektromechanisch relais (niet getoond), door 10 het activeren waarvan het haak- of penvormige element 15 een inwaartse beweging in de richting van de bedieningsmiddelen 14 kan maken en zijn op het haak- of penvormige element 15 aangrijpende veermiddelen verschaft (niet getoond) voor het in de oorspronkelijke, naar buiten uitstekende toestand terugbrengen van het haakvormige of penvormige element 15. Voor 15 een deskundige zijn alternatieve uitvoeringsvormen realiseerbaar.

In het geval van elektrisch bestuurbare bedieningsmiddelen 14, kunnen deze zijn voorzien van aansl uitmiddel en 21, in de vorm van aansluitklemmen, voor het aansluiten van een signaleringsleiding, via welke elektrische energie aan de bedieningsmiddelen 14 kan worden 20 toegevoerd en/of middelen 22 voor het draadloos activeren van de bedieningsmiddelen 14, zoals bijvoorbeeld een op zichzelf bekende j i zendontvanger voor draadloze afstandsbediening 26, waaronder begrepen i middelen 22 werkend overeenkomstig een openbare telecommunicatiestandaard zoals bekend onder het acroniem GSM, DECT, etc.

25 Verder kunnen, in een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, aan de buitenzijde van de toegangsdeur 2 activeringsmiddelen 23 zijn voorzien, voor het vanaf de buitenzijde van de ruimte 1 activeren van de bedieningsmiddelen 14, zoals bijvoorbeeld middelen voor het intoetsen van een activeringscode. Uiteraard kunnen deze middelen 23 ook 30 naast de toegangsdeur 2 zijn gemonteerd of op het kozijn of de stijl 5 etc.

1029497 i 11

De detectiemiddelen 20 kunnen met voordeel zijn voorzien van signaleringsmiddelen 24 voor het ter plaatse signaleren van de aan-en/of afwezigheid van een sleutel 4, bijvoorbeeld een alarmlicht in de vorm van een LED, een zoemer of pieper etc. De signaleringsmiddelen 24 5 kunnen ook zijn ingericht voor het op afstand signaleren van de aan-en/of afwezigheid van een sleutel 4 middels een op de aansluitklemmen 21 aan te sluiten signaleringsleiding en/of de middelen 22 voor draadloze activering van de bedieningsmiddelen 14. Voor een deskundige zijn vele op zichzelf bekende signaleringsmiddelen voor dit doel toepasbaar.

10 Begrepen zal worden dat de bedieningsmiddelen 14 en/of de detectiemiddelen 20, de middelen 22, de activeringsmiddelen 23 en de signaleringsmiddelen 24 van een batterij of dergelijke voorzien kunnen zijn (niet getoond), voor het van elektrische energie voorzien van de betreffende middelen.

15 Om onbevoegde toegang tot de sleutel 4 via de geleidingsmiddelen 16 en de doorvoeropening 11 van buiten de ruimte 1 te verhinderen, zijn de geleidingsmiddelen 16 voorzien van blokkeringsmiddelen 25 om toegang tot de sleutel 4 c.q. het haakvormige of penvormige element 15 te verhinderen. Hierbij kan gedacht worden aan 20 een op zichzelf bekende eenwegsklep of afsluiter in de geleidingsbuis van de geleidingsmiddelen 16, zodanig dat alleen de toegang vanaf het tweede einde 18 naar het eerste einde 17 van de geleidingsmiddelen 16 wordt vrijgegeven en niet vanaf het eerste einde 17 naar het tweede einde 18. In de getoonde uitvoeringsvorm omvatten de blokkeringsmiddelen 25 25 weerhaakvormige uitsteeksels om te verhinderen dat draden of andere voorwerpen vanaf het eerste einde 17 naar het tweede einde 18 van de geleidingsmiddelen 16 kunnen worden gebracht. Bedacht moet worden dat de doorvoeropening 11 slechts de grootte hoeft te hebben van de maximale omvang van een sleutel 4. In de praktijk volstaat een doorvoeropening met 30 een diameter in de ordegrootte van 2-3 cm. Mede ook door de gebogen vorm van de geleidingsbuis van de geleidingsmiddelen 16 wordt verhinderd dat 1 029497 i 12 voorwerpen vanaf het eerste einde 17 in de geleidingsbuis naar het tweede einde 18 daarvan kunnen worden gebracht.

Verder zijn in de getoonde uitvoeringsvorm aan de buitenzijde van de toegangsdeur 2 afsluitmiddel en voor de doorvoeropening 5 11 gemonteerd, dat wil zeggen nabij het eerste einde 17 van de geleidingsmiddelen 16, zoals bijvoorbeeld een afdekklep 27 die kan zijn voorzien van een uitklapmond 28 die voor het eerste einde 17 van de geleidingsmiddelen 16 kan worden geplaatst voor het doorlaten van een sleutel 4. In de getoonde uitvoeringsvorm, is de doorvoeropening 11 aan 10 de buitenzijde van de toegangsdeur 2 door de afdekklep 27 gesloten.

Hierdoor is een in de doorvoeropening 11 aanwezige sleutel 4 niet direct zichtbaar, hetgeen een extra beveiliging vormt voor onbekenden die bijvoorbeeld door te proberen een geldige code op de activeringsmiddelen 23 zouden kunnen intoetsen, waarmee de sleutel 4 zou worden vrijgegeven. 15 Aan het eerste einde 17 van de geleidingsmiddelen 16 zijn verder vangmiddelen 29 opgesteld, voor het opvangen van een vrijgegeven sleutel, bijvoorbeeld in de vorm van een magneet voor het daaraan kleven van een metalen sleutel 4. Uiteraard kunnen ook andere geschikte vangmiddelen of remmiddelen voor dit doel worden toegepast.

20 Het systeem 10 volgens de uitvinding zoals getoond in figuur 1 en 2 werkt als volgt.

De eigenaar of bewoner van een ruimte 1 hangt of bevestigt een sleutel 4 aan het haak- of penvormige element 15 van de sleutelvrijgeefmiddelen 12. Door het mechanisch c.q. elektrisch activeren 25 van de bedieningsmiddelen 14 wordt het haak- of penvormige element 15 in een zodanige positie gebracht, dat de daaraan opgehangen sleutel 4 wordt vrijgegeven en onder invloed van de zwaartekracht via de geleidingsmiddelen 16 vanaf het tweede einde 18 naar het eerste einde 17 daarvan zal worden verplaatst. Aan het eerste einde 17 wordt de 30 vrijgegeven sleutel 4 opgevangen door de vangmiddelen 29. Na het met behulp van de afsluitmiddel en 27, voor zover aanwezig, openen van de 1029497 13 I doorvoeropening 11 kan dan de sleutel 4 vanaf de buitenzijde van de ruimte 1 uit de doorvoeropening 11 worden weggenomen en kan het slot 3 van de toegangsdeur 2 van buiten de ruimte 1 worden bediend om toegang tot de ruimte 1 te verschaffen.

5 Door middel van de gebruikelijke sleutel 4 kan toegang tot de ruimte 1 worden verkregen, zodat bij gebruik van het systeem volgens de uitvinding het slot 3 niet hoeft te worden vervangen door een speciaal slot of dergelijke, noch de aangrijping van het slot 3 op het deurkozijn of de deurstijl 5, zodat enkel door het aanbrengen van een geschikte 10 doorvoeropening 11 en desgewenst de benodigde elektrische bekabeling, het systeem 10 volgens de uitvinding kan worden geïnstalleerd.

Zoals reeds in de aanhef genoemd, kunnen de bedieningsmiddelen 14, afhankelijk van de gekozen uitvoeringsvorm, op afstand worden bediend, bijvoorbeeld door een alarmcentrale, een 15 huisbewaarder of door een bijvoorbeeld bedlegerig persoon vanuit de ruimte 1 zelf. Bij aanwezigheid van de activeringsmiddelen 23 kunnen de bedieningsmiddelen 14 direct ter plaatse bij de toegangsdeur 2 aan de buitenzijde van de ruimte 1 worden geactiveerd, zoals bijvoorbeeld door een gewaarschuwde hulpverlener. Dit zou ook met mechanische middelen, 20 zoals een trekkoord vanuit de ruimte 1 zelf of vanaf de buitenzijde van de ruimte 1 toegankelijke mechanische middelen, bijvoorbeeld alleen voor een hulpverlener toegankelijke middelen, kunnen plaatsvinden.

Wanneer het aanbrengen van een doorvoeropening 11 niet mogelijk of moeilijk is, voorziet de uitvinding in een tweede 25 uitvoeringsvorm daarvan in een systeem waarbij gebruik kan worden gemaakt van een reeds bestaande doorvoeropening in een deur, een kozijn of een wand van de ruimte 1, zoals bijvoorbeeld een brievenbusopening.

De figuren 3 en 4 tonen een systeem 30 volgens de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij gebruik wordt gemaakt van een 30 brievenbusopening 31 in een toegangsdeur 2, welke brievenbusopening 31 aan de zijde van de toegangsdeur 2 buiten de ruimte 1 van een afsluitbare 1029497 14 klep 32 kan zijn voorzien.

Het systeem 30 volgens de uitvinding omvat sleutelvrijgeef-middelen 33 voorzien van verplaatsbaar opgestelde geleidingsmiddelen 34, met een eerste einde 17 en een tweede einde 18, welke in de langsrichting 5 van de toegangsdeur 2 kunnen bewegen. De geleidingsmiddelen 34 zijn daartoe voorzien van een bedieningsmechanisme 35 in de vorm van een daarmee verbonden langwerpige pal 36, die zich ongeveer vanaf het eerste einde 17 van de geleidingsmiddelen 34 naar de houdmiddelen 14, 15, 37 uïtstrekt. Het verwijzingscijfer 37 geeft een verder haak- of penvormig 10 element aan waarmee de pal 36 van het bedieningsmechanisme 35 kan worden | geblokkeerd c.q. kan worden vrijgegeven door het bedienen van de j bedieningsmiddelen 14. Een en ander zoals bijvoorbeeld besproken aan de hand van figuur 2. Op de pal 36 werkt een drukveer 38 voor het, in het j vlak van de tekening gezien, neerwaarts verplaatsen van de pal 36 c.q. de 15 hiermee verbonden geleidingsmiddelen 34. Met het verwijzingscijfer 39 is een verdere op de pal 36 aangrijpende drukveer getoond, welke evenals de drukveer 38 afsteunt op een steunpunt 40 dat met de behuizing 13 van de sleutelvrijgeefmiddelen 33 vast is verbonden.

Zoals in figuur 4 duidelijk is te zien, is het 20 geleidingsmechanisme 34 aan het eerste einde 17 daarvan voorzien van een haakvormig kantelmechanisme 41.

Tijdens bedrijf zal door het activeren van de bedieningsmiddelen 14 niet alleen de sleutel 4 worden vrijgegeven maar ook de pal 36 via respectievelijk het haak- of penvormige element 15 en 25 het verdere haak- of penvormige element 37. De vrijgegeven sleutel valt vanaf het tweede einde 18 in de geleidingsmiddelen 34 tot aan het door het kantelmechanisme 41 afgesloten eerste einde 17 daarvan. Door het vrijgeven van de pal 36 zullen de geleidingsmiddelen 34 onder invloed van de kracht van de drukveer 38 in de richting naar de doorvoeropening 31 30 worden verplaatst, gedempt door de verdere drukveer 39 waarop een kopvormig einde 42 van de pal 36 aangrijpt. Ter plaatse van de 1029497 15 doorvoeropening 31 kan het kantelmechanisme 41 naar buiten, dat wil zeggen in de doorvoeropening 31 worden opgenomen, waardoor deze aansluit op het eerste einde 17 van de geleidingsmiddelen 34. De sleutel 4 kan dan vanuit de doorvoeropening 41 worden weggenomen. Vervolgens kan weer 5 toegang tot de ruimte worden verschaft door het met de sleutel 4 bedienen van het slot 3.

Na gebruik kunnen de geleidingingsmiddelen 34 weer in de richting naar de houdmiddelen 14, 15, 37 worden verplaatst waarbij de pal 36 met zijn kopvormige einde 42 weer achter het verdere haak- of 10 penvormige element 37 grijpt en de sleutel 4 weer aan het haak- of penvormige element 15 kan worden gehangen.

Begrepen zal worden dat in de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens de figuren 4, 5 geen middelen noodzakelijk zijn voor het verhinderen van ongewenste toegang tot de sleutel 4 vanaf de 15 doorvoeropening 31 en dat de vangmiddelen voor het vangen van een sleutel 4 aan het einde 17 van de geleidingsmiddelen 34 worden gevormd door het kantelmechanisme 41.

Uiteraard kunnen de houdmiddelen 14, 15, 37 op verschillende manieren worden gerealiseerd en zowel voor het mechanisch 20 als elektrisch activeren daarvan zijn ingericht, zoals besproken aan de hand van de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Omwille van de duidelijkheid is dit niet expliciet in de figuren 3 en 4 weergegeven. In plaats van drukveren 38, 39 kunnen door een deskundige ook andere voor dit doel geschikte aandrijfmiddelen worden toegepast.

25 Hoewel in de boven besproken uitvoeringsvormen van de uitvinding de sleutel onder invloed van de zwaartekracht naar de doorvoeropening wordt verplaatst, zal worden begrepen dat dit ook door middel van veerkracht of dergelijke kan worden bewerkstelligd, waartoe dan geschikte, op de sleutel 4 aangrijpende, veermiddelen kunnen te 30 worden verschaft. Voor een deskundige zal dit geen verdere toelichting behoeven. Verder zal worden begrepen dat de sleutel 4 door middel van 1029497 16 mechanische middelen in de richting van de doorvoeropening kan worden verplaatst, anders dan door het gebruik van de zwaartekracht of veerkracht. Ook een dergelijke wijziging van het systeem volgens de uitvinding zal voor deskundigen duidelijk zijn en vallen de binnen de 5 omvang van de onderhavige uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgesloten conclusies. In plaats van een toegangsdeur 2 kan ook toegang tot de ruimte 1 worden verschaft via een raam 7 of 8 voorzien van een slot 3 en een systeem 10, 30 volgens de uitvinding.

10 1029497

Claims (26)

1. Systeem voor het verschaffen van toegang tot een, door een slot afgesloten ruimte, gekenmerkt door in de ruimte geplaatste 5 sleutelvrijgeefmiddelen voor het houden en via een doorvoeropening vanaf de buitenzijde van de ruimte beschikbaar stellen van een sleutel voor het openenen van het slot.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorvoeropening zich in de nabijheid van het slot bevindt.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doorvoeropening zich in een toegangsdeur tot de ruimte bevindt.

4. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doorvoeropening zich in een kozijn of stijl van een toegangsdeur tot de ruimte bevindt.

5. Systeem volgens êén of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorvoeropening een bestaande doorvoeropening van de ruimte is, zoals een brievenbus.

6. Systeem volgens êén of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vrijgeefmiddelen geleidingsmiddelen omvatten, met 20 een op de doorvoeropening aansluitend eerste einde en een tweede einde, voor het via de geleidingsmiddelen naar de doorvoeropening geleiden van de sleutel.

7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen met het eerste einde vast op de doorvoeropening 25 aansluiten.

8. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het eerste einde van de geleidingsmiddelen verplaatsbaar is uitgevoerd, voor aansluiting op de doorvoeropening.

9. Systeem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de 30 geleidingsmiddelen onder veerkracht verplaatsbaar zijn uitgevoerd.

10. Systeem volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het 1 029497 eerste einde van de geleidingsmiddelen kantelbaar is uitgevoerd voor aangrijping op de doorvoeropening.

11. Systeem volgens conclusie 6, 7, 8, 9 of 10 met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen zijn voorzien van blokkeringsmiddelen voor het 5 vanaf het eerste einde blokkeren van de toegang tot het tweede einde van de geleidingsmiddelen.

12. Systeem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de blokkeringsmiddelen in de geleidingsmiddelen naar het eerste einde gericht weerhaakvormige uitsteeksels omvatten.

13. Systeem volgens één of meer van de conclusies 5 tot en met 12, met kenmerk, dat de geleidingsmiddelen aan het eerste einde zijn voorzien van vangmiddelen voor het vangen van een vrijgegeven sleutel.

14. Systeem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de vangmiddelen magnetische middelen omvatten voor het onder invloed van 15 magneetkracht vangen van de sleutel.

15. Systeem volgens één of meer van de conclusies 6 tot en met 13, met het kenmerk, dat de vri jgeefmiddelen zijn voorzien van houdmiddelen voor het houden van de sleutel waarbij de houdmiddelen aansluiten op het tweede einde van de geleidingsmiddelen.

16. Systeem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede einde van de geleidingsmiddelen hoger is gelegen dan het eerste einde van de geleidingsmiddelen.

17. Systeem volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de houdmiddelen zijn voorzien van elektrisch bedienbare stuurmiddelen voor 25 het langs elektrische weg vrijgeven van de sleutel.

18. Systeem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen zijn ingericht voor het op afstand sturen daarvan.

19. Systeem volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen zijn ingericht voor het via een telecommunicatiesysteem, 30 zoals een openbaar telecommunicatiesysteem sturen daarvan. 1029497

20. Systeem volgens één of meer van de conclusies 15 tot en met 19, met het kenmerk, dat detectiemiddelen zijn voorzien voor het detecteren van de aan- en/of afwezigheid van een sleutel.

21. Systeem volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de 5 detectiemiddelen zijn aangesloten op signaleringsmiddelen voor het signaleren van de aan-/of afwezigheid van een sleutel.

22. Systeem volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de signaleringsmiddelen zijn ingericht voor het op afstand signaleren van de aan- en/of afwezigheid van de sleutel.

23. Systeem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sleutelvrijgeefmiddelen zijn voorzien van een geheel of deels doorzichtige behuizing voor het vanaf de buitenzijde daarvan visueel waarnemen van de aan- en/of afwezigheid van een sleutel.

24. Systeem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 15 gekenmerkt door aan de buitenzijde van de ruimte voor de doorvoeropening aangebrachte afsluitmiddel en.

25. Systeem volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de afsluitmiddel en de vorm van een afdekklep hebben.

26. Werkwijze voor het verschaffen van toegang tot een, door 20 een slot afgesloten ruimte, gekenmerkt door de stappen van het: - in de ruimte houden van een sleutel; - vrijgeven van de sleutel via een vanaf de buitenzijde van de ruimte toegankelijke doorvoeropening, en - verschaffen van toegang tot de ruimte door het met de 25 vrijgegeven sleutel openen van het slot. 1029497