BE904470A - Werkwijze voor het verzekeren van de correcte overlap tussen twee bij elkaar aansluitende zinkstukken en aldus bekomen zinkstukken. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het verzkeren van de correcte overlap tussen twee bij elkaar aansluitende zinkstukken gevormd door een ballastlaag, zoals bij voorbeeld een laag steenasfalt of een daarmede gelijk te stellen materiaal waarin een geotextiel is vewerkt of daaraan is gehecht, welk geotextiel minstens langs een dwars- of langsrand met een strook uit het zinkstuk steekt, bedoeld om onder een naastliggend zinkstuk te worden geklemd gehouden na het plaatsen van dit laatste, gekenmerkt doordat metn middelen aanwendt om hogerbedoelde strook geotextiel gestrekt te houden in een vlak dat samenvalt of nagenoeg samenvalt met of evenwijdig is met het vlak van het zinkstuk

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van   "Bitumar",   naamloze vennootschap voor "Werkwijze voor het verzekeren van de correcte overlap tussen twee 
 EMI1.1 
 bij elkaar aansl uitende zinkstukken en aldus bekomen zinkstukken" 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verzekeren van de correcte overlap tussen twee bij elkaar aansluitende zinkstukken, gevormd door een ballastlaag, zoals bij voorbeeld een laag steenasfalt of een daarmede gelijk te stellen materiaal waarin een geotextiel is verwerkt of daaraan is gehecht, welk geotextiel minstens langs   een   dwars-of langsrand met een strook uit het zinkstuk steekt, bedoeld om onder een naastliggend zinkstuk te worden geklemd gehouden na het plaatsen van dit laatste. 



   Wanneer zinkstukken uit welk materiaal ook, in dit voorbeeld gevormd door een steenasfalt mat, waarin een geotextiel is verwerkt of daaraan is gehecht, naast elkaar op de bodem of op het talud van een waterbekken worden neergelegd, moet een 
 EMI2.1 
 continue bescherming ontstaan. in de breedste zin worden geinterpreteerd en omvat vaarten, rivieren, havendokken, haven- "Waterbekken" moetgeulen enz. Daartoe voorziet men dat een strook geotextiel minstens langs   een   langs-en bij voorkeur ook een dwarsrand van elk zinkstuk uit dit zinkstuk zijdelings zou steken. Op deze wijze kan elk volgend zinkstuk met een rand op een dergelijke strook geotextiel komen te rusten wat de vereiste correcte continue overlapping van alle zinkstukken moet verzekeren. 



   In de praktijk nochtans is het zeer moelijk de correcte overlapping tussen twee naast elkaar liggende zinkstukken of matten te verzekeren omdat de zijdelings uit het zinkstuk stekende strook geotextiel gaat hangen of zweven, zodat meestal de rand van het volgende zinkstuk niet op de strook geotextiel van het eerstliggende zinkstuk gaat rusten. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Om hieraan te verhelpen, wendt men middelen aan om hogerbedoelde strook geotextiel gestrekt te houden in een vlak dat samenvalt of nagenoeg samenvalt met of evenwijdig is met het vlak van het zinkstuk zelf. 



   In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding worden hogerbedoelde middelen gevormd door het met een kunsthars stijven van hogerbedoelde strook geotextiel. 



   De uitvinding heeft eveneens betrekking op zinkstukken die kennelijk behandeld werden overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding. 



   Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een werkwijze voor het verzekeren van de correcte overlap tussen twee bij   elkaar   aansluitende zinkstukken en aldus bekomen zinkstukken, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuur. 



   De hieraan toegevoegde figuur is een zieht in perspectief van een zinkstuk volgens de uitvinding. 



   Een zinkstuk van het hoger beschreven type bestaat uit een mat 1 uit steenasfalt waaronder een geotextiel 2 is gehecht. De verbinding tussen de mat steenasfalt 1 en het geotextiel weefsel of membraan ontstaat op gebruikelijke wijze door het storten van steenasfalt op het geotextiel. 



   Door geotextiel moeten alle daartoe geschikte produkten worden verstaan die zowel geweven als niet-geweven zijn en omvat dus ook het begrip "waterdicht membraan". 



   Om op de bodem van een waterbekken een continu bedekking te doen ontstaan, bestaande uit naast elkaar liggende zinkstukken, moet er zorg voor worden gedragen dat de zijdelings uit de mat steenasfalt stekende strook geotextiel telkens onder de mat van een naastliggend zinkstuk komt te liggen en hieronder gevat blijft. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   De correcte overlapping tussen een mat behorende tot een zinkstuk en de zijdelings uitstekende strook geotextiel is in de praktijk zeer wisselvallig. 



   Om een correcte en continu overlapping te verzekeren, wordt nu, volgens de uitvinding, de strook geotextiel die zijdelings, volgens een langs- of een dwarsrand steekt, met een kunsthars bewerkt, meestal met polyurethaanhars. De aldus verstevigde strook geotextiel strekt zieh dan mooi uit in een   vlak   dat evenwijdig loopt met het vlak waarin zieh de mat van het zinkstuk uitstrekt. 



   Om het doorknikken van het verstijfde gedeelte van het geotextiel ter hoogte van de rand van de mat te beletten, wordt ook nog een gedeelte van het geotextiel dat onder de mat 1 steekt, op dezelfde wijze verstijfd. Hoever dit gedeelte van het geotextiel dat onder de mat van het zinkstuk steekt met een kunsthars moet worden verstijfd, hangt af van het klevend vermogen van de steenasfalt met het geotextiel. Meestal volstaat het wanneer het gedeelte van het geotextiel, dat onder de mat steekt en met een kunsthars werd verstijfd, beantwoordt aan ongeveer 1/3 van de strook geotextiel dat zijdelings uit de mat van het zinkstuk steekt. 



   De werkwijze volgens de uitvinding kan worden toegepast op het gedeelte van het geotextiel dat zijdelings langsheen een langsrand of een dwarsrand steekt, maar het is ook mogelijk een zinkstuk uit te werken waarbij de stroken geotextielen zowel langs een langsrand als langs een dwarsrand steken. 



   Zinkstukken volgens de werkwijze conform de uitvinding bewerkt, vertonen dus onder de mat van het zinkstuk telkens zijdelings een strook geotextiel die bij het neerlaten van het zinkstuk en bij het op de bodem van het waterbekken neerleggen hiervan, mooi evenwijdig met het vlak van de mat 1 uitgestrekt blijft. Het op de bodem van het waterbekken afzetten van een zinkstuk dat correct aanligt bij een reeds op de bodem afgezet zinkstuk kan in zeer goede omstandigheden plaatsvinden, waarbij de correcte overlap tussen twee naastliggende zinkstukken thans wordt verzekerd. In de bijgaande figuur is met de verwijzing a de breedte aangegeven van het gedeelte van een langsstrook van het geotextiel dat met een kunsthars werd 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 bewerkt. Op analoge wijze wordt de breedte b aangegeven van een dwarsstrook die op dezelfde wijze met kunsthars werd verstijfd. 



   Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat hieraan wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.

Claims (5)

1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het verzekeren van de correcte overlap tussen twee bij elkaar aansluitende zinkstukken gevormd door een ballastlaag, zoals bij voorbeeld een laag steenasfalt of een daarmede gelijk te stellen materiaal waarin een geotextiel is verwerkt of daaraan is gehecht, welk geotextiel minstens langs een dwars-of langsrand met een strook uit het zinkstuk steekt, bedoeld om onder een naastliggend zinkstuk te worden geklemd gehouden na het plaatsen van dit laatste, met het kenmerk dat men middelen aanwendt om hogerbedoelde strook geotextiel gestrekt te houden in een vlak dat samenvalt of nagenoeg samenvalt met of evenwijdig is met het vlak van het zinkstuk.-
2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen worden gevormd door het met een kunsthars stijven van hogerbedoelde strook geotextiel.
3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen worden gevormd door een wapeningsnet dat eerst onderaan aan de ballastlaag is gehecht en waaraan hogerbedoeld geotextiel plaatselijk wordt bevestigd.
4. 4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen worden gevormd door staven die plaatselijk uit de ballast steken en hieraan zijn gehecht, aan welke staven hogerbedoeld geotextiel plaatselijk wordt bevestigd.
5. 5. Zinkstukken kennelijk bekomen door toepassing van de werkwijze volgens een van de conclusies 1 - 4.