BE897602A - Wheeled turnover mechanism for retting flax straw - has two pick=up units with turnover belts, one being laterally movable and swivelable - Google Patents

Wheeled turnover mechanism for retting flax straw - has two pick=up units with turnover belts, one being laterally movable and swivelable Download PDF

Info

Publication number
BE897602A
BE897602A BE2060191A BE2060191A BE897602A BE 897602 A BE897602 A BE 897602A BE 2060191 A BE2060191 A BE 2060191A BE 2060191 A BE2060191 A BE 2060191A BE 897602 A BE897602 A BE 897602A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
frame
belt
pick
mobile device
turning
Prior art date
Application number
BE2060191A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Depoortere Michel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Depoortere Michel filed Critical Depoortere Michel
Priority to BE2060191A priority Critical patent/BE897602A/en
Publication of BE897602A publication Critical patent/BE897602A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D84/00Haymakers not provided for in a single one of groups A01D76/00 - A01D82/00
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/06Harvesting of standing crops of flax or similar fibrous plants

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Abstract

The wheeled mechanism is intended for simultaneously turning over two swaths of flax straw (left on the field for retting). It comprises a wheeled frame (1) carrying (11,12) two pick-up units (7,8) operating in conjunction with respective turnover belts (5,6). - One (6) of these belts has its upper discharge belt pulley (19) slidably carried on the frame (1) to permit its lateral movement relative to the direction (4) in which the mechanism travels. The unit (8) together with its belt (6) is swivelable (44) about a vertical axis (36) relative to the frame at a point near the discharge end. FL

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    BESCHRIJVING   behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van
Michel DEPOORTERE voor : "Verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden hoofdzakelijk parallelle stengels". 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



   De uitvinding heeft betrekking op een verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden hoofdzakelijk parallelle stengels, welke inrichting een verrijdbaar gestel bevat, twee door dit gestel gedragen opraapmechanismen en twee keerbanden die respectievelijk met de twee opraapmechanismen samenwerken. 



   Dergelijke inrichtingen worden onder meer gebruikt voor het keren van vlas dat men in zwaden op het veld laat roten. 



   Door de aanwezigheid van twee opraapmechanismen en twee keerbanden kunnen twee zwaden tegelijker tijd worden gekeerd waardoor het keren uiteraard sneller kan geschieden dan met verrijdbare inrichtingen die slechts een opraapmechanisme en een keerband bevatten. 



   Bij het gebruik van twee opraapmechanismen en twee keerbanden rijzen er problemen wanneer de afstand tussen de zwaden varieert of van veld tot veld verschlt. 



   Welnu, de afstand tussen de zwaden hangt onder meer af van de slijtmachine. Zo is onder meer de afstand tussen de zwaden bij een zogenoemde enkele plukker groter dan bij een zogenoemde dubbele plukker. De enkele plukker kan vlas uittrekken tot op een breedte van 1,4 m, terwijl een dubbele plukker vlas kan uittrekken tot op een breedte van tweemaal 1,05, tweemaal 1,14 of tweemaal 1,20 m. 



   Maar ook voor    een zelfde   slijtmachine is de afstand tussen de voeten van de naburige zwaden niet over het ganse veld gelijk. Dit spruit onder meer voort uit het feit dat het veld tot tegen de rand begroeid is en men geleidelijk aan een baan moet vormen waarin de   slijtmachinetwee   zwaden kan neerleggen. Wanneer men bij de rand van het veld met het slijten begint, is zulke baan nog niet aanwezig en om deze baan geleidelijk aan te vormen, moet men de tafel die het vlas aan de achterkant van de slijtmachine afgeeft, geleidelijk naar de rand van het veld toe verplaatsen. Door overlappingen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 kan men aldus het vlas achter de slijtmachine over een breedte uitspreiden die kleiner is dan de breedte waarover getrokken wordt. 



   De uitvinding heeft tot doel een verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden, hoofdzakelijk parallelle stengels te verschaffen waarbij de hogergenoemde problemen op een eenvoudige manier zijn opgelost en waarmee tegelijker tijd twee zwaden kunnen worden gekeerd ongeacht de afstand tussen deze zwaden en ook indien deze zwaden niet op een constante afstand van elkaar zijn gelegen en waarmee na het keren de twee zwaden op een constante en instelbare afstand van elkaar zijn gelegen. 



   Tot dit doel is een van de keerbanden met zijn afgeefeinde dwars op de rijrichting van het gestel verschuifbaar op dit laatste gemonteerd, terwijl het geheel gevormd door een van de opraapmechanismen en de ermee samenwerkende keerband in de nabijheid van zijn afgeefeinde rond een nagenoeg verticale as zwenkbaar ten opzichte van het gestel is gemonteerd. 



   Door afgeefeinde van een keerband wordt hier bedoeld het einde waar de zwaden na het keren worden afgegeven, dit is het van het opraapmechanisme verwijderde einde. 



   Terwijl een van de opraapmechanismen het ene zwad volgt, kan tijdens het verrijden het andere opraapmechanisme door de zwenkmogelijkheid van het geheel gevormd door dit opraapmechanisme en de ermee samenwerkende keerband, steeds het tweede zwad volgen. De afstand waarmee de zwaden na het keren door de inrichting worden afgegeven, kan worden ingesteld door de verschuifbare keerband ten opzichte van de andere te verschuiven. 



   In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de verschuifbare keerband op een hulpstel gemonteerd dat op zijn beurt verschuifbaar ten opzichte van het gestel is gemonteerd, terwijl het zwenkbare geheel, gevormd door een 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 keerband en het ermee samenwerkende opraapmechanisme rond een nagenoeg verticale as zwenkbaar op het hogergenoemde hulpgestel is bevestigd en bijgevolg dezelfde keerband en verschuifbaar en zwenkbaar ten opzichte van het gestel is. 



   Bij voorkeur bevatten de keerbanden een riem en twee   riemschiyen   waarover de riem loopt, en middelen om een van de riemschijven te drijven, terwijl de schijf op het afgeefeinde van de zwenkbare keerband op een bijkomend gestel is gelegerd dat rond een nagenoeg verticale as zwenkbaar op het schuifbare hulpgestel is gemonteerd. 



   In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding, bevat de verrijdbare inrichting twee paar transportbanden, welke paren respectievelijk op de twee keerbanden aansluiten zo dat het afgeefeinde van een keerband tussen de einden van de twee transportbanden van het erbij horende paar transportbanden is gelegen, terwijl het paar transportbanden dat op de schuifbare keerband aansluit, samen met deze keerband dwars op de rijrichting van het gestel verschuifbaar is. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden hoofdzakelijk parallelle stengels, volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet ; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen. 



   Figuur 1 is een schematisch gehouden zijaanzicht van een verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden hoofdzakelijk parallelle stengels volgens de uitvinding. 



   Figuur 2 is een eveneens schematisch gehouden bovenaanzicht van de inrichting uit figuur 1. 



   In de twee figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   De verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden hoofdzakelijk paralllelle stengels bevat een gestel 1 dat op twee achterste wielen 2 en een voorste wiel 3 rust. 



   De inrichting kan zelfrijdend zijn, in welk geval de achterste wielen door een motor worden gedreven, of de inrichting kan bestemd zijn om door een trekker te worden getrokken in welk geval de wielen 2 en 3 los draaibaar zijn. 



   De normale rijrichting is in de figuren 1 en 2 door . de pijl met het verwijzingscijfer 4 aangeduid. 



   Twee met keerbanden 5, respectievelijk 6 samenwerkende opraapmechanismen 7, respectievelijk 8 zijn onder tussenkomst van een rond een horizontale as 9, respectievelijk 10 schar-   nemende   drager 11, respectievelijk 12 op het gestel 1 gemonteerd. De opraapmechanismen 7 en 8 bevatten elk twee rond een horizontale as 13 draaibaar gemonteerde holle trommels 14 die in hun buitenomtrek van openingen zijn voorzien waardoor vingers naar buiten kunnen schuiven. De as 13 is op de overeenstemmende drager 11 of 12 bevestigd. 



   Deze opraapmechanismen 7 en 8 zijn van een op zichzelf bekende constructie en worden hier dan ook niet in detail beschreven. Duidelijkheidshalve zijn in de figuren 1 en 2 overigens de vingers niet voorgesteld. 



   Elk van de opraapmechanismen 7 en 8 is voorafgegaan door een voeler 15, dit is een rond een horizontale as draaibaar wieltje. De horizontale as is op een buiten het overeenstemmende opraapmechanisme 7 of 8 uitstekende einde van de erbij horende drager 11 of 12 gemonteerd. De voeler 15 zorgt ervoor dat de trommels 14 van het erbij horende opraapmechanisme 7 of 8 zich steeds op de juiste afstand boven de grond bevinden opdat de vingers de op de grond liggende evenwijdige stengels zouden kunnen oprapen. 



   De aldus door een opraapmechanisme 7 of 8 opgeraapte stengels worden overgenomen door de ermee samenwerkende keer- 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 band 5 of 6. 



   De keerbanden 5 en 6 bevatten elk een riem zonder einde 16 die van naar buiten gerichte uitsteeksels 17 is voorzien en die over twee riemschijven 18 en 19 loopt. 



  Tijdens de werking van de machine strekt de riem 16 van de keerbanden 5 en 6 zich van onder naar boven uit in de zin tegengesteld aan de door de pijl 4 aangeduide rijzin. De riem 16 strekt zich daarenboven in 8-vorm uit waarbij de twee stroken van de riem niet alleen van de bovenkant van de ene 
 EMI6.1 
 riemschijf naar de. van de andere riemschijf lopen en elkaar dus kruisen maar daarenboven over 180  omgekeerd worden. De riemen 16 werken daarbij op een bekende manier samen met geleidingsstaven die op overeenstemmende dragers 11 of 12 zijn bevestigd en die eenvoudigheidshalve niet in de figuren zijn voorgesteld. 



   Op deze wijze bevinden de stengels, die in de zwade op het veld onderaan gelegen waren, op het afgeefeinde van de keerband 5 of 6, dit is het van het opraapmechanisme 7 of 8 verwijderde einde, zich bovenaan. 



   De bovenste riemschijf 19 van elke keerband 5 en 6 zit vast op een horizontale as 20 die rechtstreeks door een drijfmechanisme 21, dit is een motor of   een drijforgaan   zoals een tandwiel dat via een overbrenging door de as van de wielen 2 wordt gedreven, wordt gedreven. Onder tussenkomst van de riem 16 wordt de onderste riemschijf 18 gedreven. Deze onderste riemschijf 18 bevindt zich tussen de twee trommels 14 van het bij de keerband 5 respectievelijk 6 behorende opraapmechanisme 7, respectievelijk 8 en is vast op de as 13 van dit opraapmechanisme. In feite vormt de riemschijf 18 trouwens een geheel met de aan weerszijden ervan gelegen trommels 14 van het overeenstemmende opraapmechanisme 7 of 8. 



   Op deze manier worden de opraapmechanismen 7 en 8 gedreven door de ermee samenwerkende keerbanden 5 en 6. 



   De riem 16 van de keerband 6 is een weinig korter dan 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 de riem 16 van de keerband 5. Het opraapmechanisme 7 en de erbij horende voeler 15 lopen aldus een 20 cm voor op het opraapmechanisme 8 en de erbij horende voeler 15. 



   De bovenste riemschijf 19 van elk van de keerbanden 5 en 6 bevindt zich tussen het voorste einde van twee transportbanden 22 en 23. Deze twee transportbanden 22 en 23 strekken zich evenwijdig aan elkaar en in de door de pijl 4 aangeduide rijrichting naar achter en naar omlaag uit. 



  Elk van de twee transportbanden 22 en 23 bevat een van pennen 24 voorziene riem 25 die over twee riemschijven 26 en 27 loopt. 



   Het geheel gevormd door de keerband 5, het ermee samenwerkende opraapmechanisme 7, de drager 11 die dit opraapmechanisme 7 draagt en de transportbanden 22 en 23 die op de keerband 5 aansluiten, is op een vaste plaats op het gestel 1 gemonteerd en kan in de dwarsrichting, dit is dwars op de door de pijl 4 aangeduide rijrichting, noch verschuiven, noch zwenken. Alleen het voorste einde van het hogergedoelde geheel kan op en neer worden verplaatst door het scharnieren van de drager 11 rond de horizontale as 9. 



  Hierdoor blijft de voeler 15 ook bij oneffen veld in contact met de grond en kan het opraapmechanisme 7 ook bij oneffen veld de stengels oprapen. Ook kan het opraapmechanisme 7 met het oog op het transport van en naar het veld worden opgelicht. 



   De hogergedoelde as 9 is bijgevolg gelegerd in legers 28 die rechtstreeks op het gestel 1 zijn bevestigd. 



  Ook het drijfmechanisme 21 dat de bovenste riemschijf 19 van de keerband 5 drijft, is rechtstreeks vastgemaakt op het 
 EMI7.1 
 gestel de as 20 is gelegerd in een leger 29 dat eveneens op dit gestel l bevestigd. 



   De twee transportbanden 22 en 23 die op de keerband 5 aansluiten, bevinden zich boven een zich naar achter om- 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 laag uitstrekkende tafel 30 die op het gestel l is vastgemaakt. 



  De voorste riemschijf 26 van de transportband 22 is onwrikbaar vastgemaakt op de as 20. De achterste riemschijven 27 van de twee transportbanden 22 en 23 zitten vast op een zelfde horizontale as 31 die gelegerd is in een leger 32 dat aan het gestel l is opgehangen. De voorste riemschijf 26 van de transportband 23 is vastgemaakt op een as 33 die een weinig meer naar achter is gelegen dan de as 29 en die gelegerd is in een leger 34 dat op het gestel l is vastgemaakt. 



   Op deze manier worden zowel de transportband 22 als de transportband 23 die op de keerband 5 aansluiten, gedreven door het drijfmechanisme 21 dat de bovenste riemschijf 19 van de keerband 5 drijft. 



   Vooral kenmerkend voor de uitvinding is het feit dat het geheel gevormd door de keerband 6, het ermee samenwerkende opraapmechanisme 8, de drager 12 die het opraapmechanisme 8 draagt en de twee transportbanden 22 en 23 die op de keerband 6 aansluiten, dwars op de door de pijl 4 aangeduide rijrichting heen en weer verschuifbaar is terwijl het geheel gevormd door de keerband 6, het ermee samenwerkende opraapmechanisme 8, en de drager 12 die dit opraapmechanisme 8 draagt, nog zijwaaarts zwenkbaar is rond een nagenoeg verticale as die in de omgeving van het afgeefeinde van de keerband 6. is gelegen. 



   Hiertoe is het afgeefeinde van de keerband 6 niet rechtstreeks op het gestel 1 bevestigd maar wel gemonteerd op een bijkomend gestel 35 dat op zijn beurt zwenkbaar rond een verticale as 36 op een hulpgestel 37 is gemonteerd dat dwars op de door de pijl 4 aangeduide rijrichting verschuifbaar op het gestel l is gemonteerd. 



   Meer in het bijzonder is het drijfmechanisme 21 dat de bovenste riemschijf 19 van de keerband 6 drijft, op het bijkomende gestel 35 gemonteerd. De as 20 waarop de bovenste riemschijf 19 van de keerband 6 is bevestigd, wordt door 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 dit drijfmechanisme 21 gedragen en is dus samen met dit drijfmechanisme 21 rond de verticale as 36 zwenkbaar. 



   De as 10 waarrond de drager 12 die het met de keerband 6 samenwerkende opraapmechanisme 8 draagt, zwenkbaar is, is gelegerd in legers 38 die op het bijkomende gestel 35 zijn bevestigd. 



   Het geheel gevormd door de keerband 6, het erdoor gedragen opraapmechanisme 8 en de drager 12 is bijgevolg rond . de verticale as 36 zwenkbaar. Deze as 36 is bevestigd op het hulpgestel 37   zodat het   laatstgenoemde geheel daarenboven dwars op de rijrichting schuifbaar is. 



   Dit hulpgestel 37 bevat een bovenste horizontaal gedeelte waarop de as 36 is gemonteerd en een zich schuin daarvan naar achter omlaag uitstrekkend gedeelte dat zich evenwijdig aan de tafel 30 uitstrekt. Boven dit hellend gedeelte bevinden zich de twee transportbanden 22 en 23 die op de keerband 6 aansluiten. 



   De achterste riemschijven 27 van de laatst gedoelde transportbanden 22 en 23 zijn vast op een as 31 die gelegerd is in een leger 32 dat vastgemaakt is op het hulpgestel 37. 



   De voorste riemschijf 26 van de transportband 22 is vast op een as 39 die door middel van een cardankoppeling 40 met de as 20 van de keerband 6 is verbonden en die gelegerd is in een leger 41 dat eveneens vastgemaakt is op het hulpgestel 37. 



   De voorste riemschijf 26 van de andere transportband   23 is gelegerd in legers 42 die, aan de ten opzichte   van het drijfmechanisme 21, bevestigd zijn op het hulpgestel 37. 



   De twee transportbanden 22 en 23 worden dus ook gedreven door het drijfmechanisme 21. 



   Het dwars op de rijrichting verschuiven van het hulpgestel 37 geschiedt door middel van   een'ci1inder-zuigerme-   chanisme 43 waarvan de zuiger scharnierend aan het hulpgestel 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 37 is bevestigd, en de cilinder scharnierend aan het gestel 1 is vastgemaakt. Bij deze verschuiving wordt het hulpgestel 37 door eenvoudigheidshalve niet in de figuren voorgestelde geleidingen ten opzichte van het gestel 1 geleid. 



   Het zwenken rond de as 36 van het bijkomend gestel 35 geschiedt eveneens door middel van een cilinder-zuigermechanisme 44. De zuiger van dit mechanisme is op een afstand van de as 36 scharnierend aan het bijkomende gestel 35 bevestigd terwijl de cilinder ervan scharnierend aan het hulpgestel 37 is bevestigd. 



   Voor de inrichting op het veld wordt gebruikt, wordt de juiste ligging in de dwarsrichting van het hulpgestel 37 met behulp van het cilinder-zuigermechanisme 43 ingesteld, waardoor de afstand tussen de zwaden na het keren wordt bepaald. 



   Tijdens de werking stuurt de bediener de inrichting zo dat het opraapmechanisme 7 met de erbij horende voeler 15 een van de zwaden volgt. 



   Door middel van het cilinder-zuigermechanisme 44 richt de bediener daarbij het opraapmechanisme 8 en de erbij horende voeler 15 op de tweede op te rapen zwade. 



   Op deze manier kunnen twee zwaden tegelijker tijd worden opgeraapt en gekeerd, ook bij uiteenlopende afstanden tussen de zwaden en ongeacht deze afstand tussen de zwaden constant is of niet. 



   Na het keren worden de stengels voor de inrichting afgegeven in twee zwaden die op een constante en instelbare afstand van elkaar zijn gelegen. 



   De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en. het aantal van de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



    DESCRIPTION associated with a
INVENTION PATENT APPLICATION in the name of
Michel DEPOORTERE for: "Mobile device for turning two swaths, mainly parallel stems".

 <Desc / Clms Page number 2>

 



   The invention relates to a mobile device for turning two swaths, mainly parallel stems, which device comprises a mobile frame, two pick-up mechanisms carried by this frame and two retaining belts which cooperate with the two pick-up mechanisms, respectively.



   Such devices are used, inter alia, for turning flax to be rotted in the field in swaths.



   Due to the presence of two pick-up mechanisms and two retaining belts, two swaths can be turned at the same time, which means that turning can of course be faster than with mobile devices containing only one pick-up mechanism and one turning belt.



   When using two pick-up mechanisms and two retaining belts, problems arise when the distance between the swaths varies or varies from field to field.



   Well, the distance between the swaths depends, among other things, on the wear machine. For example, the distance between the swaths is greater with a so-called single picker than with a so-called double picker. The single picker can pull out flax up to a width of 1.4 m, while a double picker can pull out flax up to a width of 1.05, twice 1.14 or twice 1.20 m.



   But also for the same wear machine, the distance between the feet of the neighboring swaths is not the same over the entire field. This is partly due to the fact that the field is overgrown to the brim and one gradually has to form a track in which the wearer can lay two swaths. When one begins to wear at the edge of the field, such a path is not yet present, and in order to gradually form this path, one must gradually move the table delivering the flax to the back of the wearer to the edge of the field. move. Through overlaps

 <Desc / Clms Page number 3>

 it is thus possible to spread the flax behind the wearer over a width which is smaller than the width over which is drawn.



   The object of the invention is to provide a mobile device for turning two swaths, mainly parallel stems, wherein the above-mentioned problems are solved in a simple manner and with which two swaths can be turned at the same time regardless of the distance between these swaths and also if these swaths are are not located at a constant distance from each other and with which, after turning, the two swaths are at a constant and adjustable distance from each other.



   For this purpose, one of the turning belts is mounted slidably on the latter with its delivery end transverse to the direction of travel of the frame, while the assembly formed by one of the pick-up mechanisms and the cooperating turning belt is pivotable about a substantially vertical axis in the vicinity of its delivery end is mounted relative to the frame.



   The termination end of a turning belt here refers to the end where the swaths are delivered after turning, this being the end removed from the pick-up mechanism.



   While one of the pick-up mechanisms follows one swath, the other pick-up mechanism can always follow the second swath due to the swiveling possibility of the whole formed by this pick-up mechanism and the reversing belt. The distance by which the swaths are delivered by the device after turning can be adjusted by sliding the sliding turning belt relative to the others.



   In a special embodiment of the invention, the slidable retaining strap is mounted on an auxiliary frame which in turn is slidably mounted with respect to the frame, while the pivotable whole, formed by a

 <Desc / Clms Page number 4>

 The retaining belt and the co-operating pick-up mechanism are mounted pivotally on a substantially vertical axis on the above-mentioned auxiliary frame and are therefore the same turning belt and slidable and pivotable relative to the frame.



   Preferably, the reversing belts include a belt and two belt pulleys over which the belt runs, and means for driving one of the pulleys, while the disc is mounted on the delivery end of the pivotal reversing belt on an additional frame pivotable about a substantially vertical axis on the sliding auxiliary frame is mounted.



   In a preferred embodiment of the invention, the mobile device comprises two pairs of conveyor belts, which pairs connect to the two return belts, respectively, so that the delivery end of a return belt is located between the ends of the two conveyor belts of the associated pair of conveyor belts, while the pair of conveyor belts that connect to the slidable retaining belt can be moved together with this retaining belt transverse to the direction of travel of the frame.



   Other particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of a mobile swath turner device of substantially parallel stems, according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention; the reference numbers refer to the accompanying drawings.



   Figure 1 is a schematic side view of a mobile device for turning two swaths, mainly parallel stems according to the invention.



   Figure 2 is a schematic top view of the device of Figure 1 as well.



   In the two figures, like reference numerals refer to like elements.

 <Desc / Clms Page number 5>

 



   The mobile device for turning two swaths, mainly parallel stems, comprises a frame 1 which rests on two rear wheels 2 and a front wheel 3.



   The device can be self-propelled, in which case the rear wheels are driven by a motor, or the device can be intended to be pulled by a tractor, in which case the wheels 2 and 3 are rotatable.



   The normal direction of travel is shown in Figures 1 and 2. the arrow is denoted by the reference numeral 4.



   Two pick-up mechanisms 7 and 8, which cooperate with retaining belts 5 and 6, respectively, are mounted on the frame 1 through a hinge carrier 11 and 12, respectively, arranged about a horizontal axis. The pick-up mechanisms 7 and 8 each comprise two hollow drums 14 rotatably mounted about a horizontal axis 13 and provided with openings in their outer circumference through which fingers can slide out. The shaft 13 is mounted on the corresponding carrier 11 or 12.



   These pick-up mechanisms 7 and 8 are of a construction known per se and are therefore not described in detail here. For the sake of clarity, the fingers are not shown in Figures 1 and 2.



   Each of the pick-up mechanisms 7 and 8 is preceded by a sensor 15, which is a wheel which can rotate about a horizontal axis. The horizontal axis is mounted on an end of the associated carrier 11 or 12 protruding outside the corresponding pick-up mechanism 7 or 8. The sensor 15 ensures that the drums 14 of the associated pick-up mechanism 7 or 8 are always at the correct distance above the ground so that the fingers can pick up the parallel stems lying on the ground.



   The stems thus picked up by a pick-up mechanism 7 or 8 are taken over by the reversing co-acting

 <Desc / Clms Page number 6>

 band 5 or 6.



   The reversing belts 5 and 6 each contain an endless belt 16 which is provided with outwardly projecting projections 17 and which runs over two pulleys 18 and 19.



  During the operation of the machine, the belt 16 of the turning belts 5 and 6 extends from bottom to top in the sense opposite to the row indicated by arrow 4. In addition, the belt 16 extends in an 8-shape, the two strips of the belt not only from the top of the one
 EMI6.1
 pulley to the. from the other pulley and thus cross each other, but in addition are reversed by 180 °. The belts 16 cooperate in a known manner with guide rods which are mounted on corresponding carriers 11 or 12 and which are not shown in the figures for the sake of simplicity.



   In this way, the stems, which were located in the windrow in the field at the bottom, are located on the delivery end of the turning belt 5 or 6, this is the end remote from the pick-up mechanism 7 or 8, at the top.



   The upper pulley 19 of each turning belt 5 and 6 is fixed on a horizontal shaft 20 which is driven directly by a driving mechanism 21, this is a motor or a driving member such as a gear wheel which is driven by a transmission through the shaft of the wheels 2 . The lower pulley 18 is driven through the belt 16. This lower pulley 18 is located between the two drums 14 of the pick-up mechanism 7 and 8 respectively associated with the turning belt 5 and 6 and is fixed on the shaft 13 of this pick-up mechanism. In fact, the pulley 18 is in fact integral with the drums 14 on either side of the corresponding pick-up mechanism 7 or 8.



   In this way, the pick-up mechanisms 7 and 8 are driven by the co-acting reversing belts 5 and 6.



   The belt 16 of the turning belt 6 is a little shorter than

 <Desc / Clms Page number 7>

 the belt 16 of the turning belt 5. The pick-up mechanism 7 and the associated sensor 15 thus run 20 cm ahead of the pick-up mechanism 8 and the associated sensor 15.



   The upper pulley 19 of each of the turning belts 5 and 6 is located between the front end of two conveyor belts 22 and 23. These two conveyor belts 22 and 23 extend parallel to each other and in the direction of travel indicated by the arrow 4 back and down. from.



  Each of the two conveyor belts 22 and 23 comprises a belt 25 provided with pins 24 which runs over two belt pulleys 26 and 27.



   The whole formed by the turning belt 5, the co-operating pick-up mechanism 7, the carrier 11 carrying this pick-up mechanism 7 and the conveyor belts 22 and 23 connecting to the turning belt 5, are mounted in a fixed position on the frame 1 and can be transversely This is transverse to the direction of travel indicated by arrow 4, neither shifting nor pivoting. Only the front end of the above-mentioned whole can be moved up and down by pivoting the carrier 11 about the horizontal axis 9.



  As a result, the sensor 15 remains in contact with the ground even in an uneven field and the pick-up mechanism 7 can also pick up the stems in an uneven field. The pick-up mechanism 7 can also be lifted for transport to and from the field.



   The higher-referred shaft 9 is thus alloyed in bearings 28 mounted directly on the frame 1.



  Also the driving mechanism 21 which drives the upper pulley 19 of the turning belt 5 is directly attached to it
 EMI7.1
 frame shaft 20 is mounted in a bearing 29 which is also mounted on this frame 1.



   The two conveyor belts 22 and 23 which connect to the turning belt 5 are located above and towards the rear.

 <Desc / Clms Page number 8>

 low-extending table 30 secured to the frame 1.



  The front pulley 26 of the conveyor belt 22 is rigidly fixed on the shaft 20. The rear pulleys 27 of the two conveyor belts 22 and 23 are fixed on the same horizontal shaft 31 which is mounted in a bearing 32 suspended from the frame 1. The front pulley 26 of the conveyor belt 23 is mounted on a shaft 33 which is located a little more rearward than the shaft 29 and which is mounted in a bearing 34 fixed on the frame 1.



   In this way, both the conveyor belt 22 and the conveyor belt 23 connecting to the turning belt 5 are driven by the driving mechanism 21 which drives the upper pulley 19 of the turning belt 5.



   Particularly characteristic of the invention is the fact that the whole formed by the turning belt 6, the pick-up mechanism 8 cooperating therewith, the carrier 12 carrying the pick-up mechanism 8 and the two conveyor belts 22 and 23 connecting to the turning belt 6, transversely to the direction of arrow indicated 4 is slidable to and fro while the whole formed by the turning belt 6, the co-operating pick-up mechanism 8, and the carrier 12 carrying this pick-up mechanism 8 is still pivotable about a substantially vertical axis in the vicinity of the dispensing end of the turning belt 6. is located.



   To this end, the delivery end of the reversing belt 6 is not mounted directly on the frame 1, but is mounted on an additional frame 35 which in turn is mounted pivotally about a vertical axis 36 on an auxiliary frame 37 which can be moved transversely of the direction of travel indicated by the arrow 4. is mounted on the frame l.



   More specifically, the driving mechanism 21 which drives the upper pulley 19 of the retaining belt 6 is mounted on the additional frame 35. The shaft 20 on which the upper pulley 19 of the turning belt 6 is fastened is turned through

 <Desc / Clms Page number 9>

 this driving mechanism 21 is carried and is thus pivotable about the vertical axis 36 together with this driving mechanism 21.



   The shaft 10 around which the carrier 12 carrying the pick-up mechanism 8 cooperating with the turning belt 6 is pivotal is alloyed in bearings 38 mounted on the additional frame 35.



   The whole formed by the turning belt 6, the pick-up mechanism 8 carried by it and the carrier 12 is therefore round. the vertical axis 36 can be pivoted. This shaft 36 is mounted on the auxiliary frame 37, so that the latter can also be slid transversely to the direction of travel.



   This auxiliary frame 37 includes an upper horizontal portion on which the shaft 36 is mounted and an obliquely downwardly extending portion thereof extending parallel to the table 30. Above this inclined part are the two conveyor belts 22 and 23 which connect to the turning belt 6.



   The rear pulleys 27 of the last-mentioned conveyor belts 22 and 23 are fixed on a shaft 31 mounted in a bearing 32 secured to the auxiliary frame 37.



   The front pulley 26 of the conveyor belt 22 is fixed on a shaft 39 which is connected by means of a universal joint 40 to the shaft 20 of the turning belt 6 and which is mounted in a bearing 41 which is also fixed on the auxiliary frame 37.



   The front pulley 26 of the other conveyor belt 23 is alloyed in bearings 42, which are attached to the auxiliary frame 37 relative to the driving mechanism 21.



   Thus, the two conveyor belts 22 and 23 are also driven by the driving mechanism 21.



   The auxiliary frame 37 is displaced transversely to the direction of travel by means of a cylinder piston mechanism 43, the piston of which hinges on the auxiliary frame.

 <Desc / Clms Page number 10>

 37 is mounted, and the cylinder is hinged to the frame 1. In this shift, the auxiliary frame 37 is guided relative to the frame 1 for the sake of simplicity, not shown in the figures.



   The pivoting about the axis 36 of the additional frame 35 is also effected by means of a cylinder-piston mechanism 44. The piston of this mechanism is hinged to the additional frame 35 at a distance from the axis 36 while the cylinder thereof is hinged to the auxiliary frame. 37 has been confirmed.



   Before the device is used in the field, the correct position in the transverse direction of the auxiliary frame 37 is adjusted by means of the cylinder-piston mechanism 43, whereby the distance between the swaths after turning is determined.



   During operation, the operator controls the device such that the pick-up mechanism 7 with the associated sensor 15 follows one of the swaths.



   By means of the cylinder-piston mechanism 44, the operator directs the pick-up mechanism 8 and the associated sensor 15 to the second windrow to be picked up.



   In this way, two swaths can be picked up and turned at the same time, even at different distances between the swaths and regardless of whether this distance between the swaths is constant or not.



   After turning, the stems for the device are delivered in two swaths which are a constant and adjustable distance from each other.



   The invention is by no means limited to the above-described embodiment and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiment, including as regards the shape, the composition, the arrangement and. the number of the

 <Desc / Clms Page number 11>

 parts used to implement the invention.


    

Claims (13)

1. Verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden hoofdzakelijk parallelle stengels, welke inrichting een verrijdbaar gestel bevat, twee door dit gestel gedragen opraapmechanismen en twee keerbanden die respectievelijk met de opraapmechanismen samenwerken, met het kenmerk dat een van de keerbanden met zijn afgeefeinde dwars op de rijrichting van het gestel verschuifbaar op dit laatste is gemonteerd, terwijl het geheel gevormd door een van de opraapmechanismen en de ermee samenwerkende keerband in de nabijheid van zijn afgeefeinde rond een nagenoeg verticale as zwenkbaar ten opzichte van het gestel is gemonteerd.  1. Mobile device for turning two swaths, mainly parallel stems, which device comprises a mobile frame, two pick-up mechanisms carried by this frame and two turning belts which cooperate with the pick-up mechanisms, respectively, characterized in that one of the turning belts with its delivery end transversely the direction of travel of the frame is slidably mounted on the latter, while the assembly formed by one of the pick-up mechanisms and the cooperating retaining belt is mounted pivotally about a substantially vertical axis in the vicinity of its delivery end relative to the frame. 2. Verrijdbare inrichting volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de verschuifbare keerband op een hulpgestel is gemonteerd dat op zijn beurt verschuifbaar ten opzichte van het gestel is gemonteerd, terwijl het zwenkbare geheel gevormd door een keerband en het ermee samenwerkende opraapmechanisme rond een nagenoeg verticale as zwenkbaar op het hogergenoemde hulpgestel is bevestigd en bijgevolg dezelfde keerband en verschuifbaar en zwenkbaar ten opzichte van het gestel is.  A mobile device according to the preceding claim, characterized in that the slidable retaining strap is mounted on an auxiliary frame which in turn is mounted slidably relative to the frame, while the pivotal assembly is formed by a retaining strap and the co-operating pick-up mechanism around a substantially vertical shaft is pivotally mounted on the aforementioned auxiliary frame and, consequently, is the same retaining strap and slidable and pivotable relative to the frame. 3. Verrijdbare inrichting volgens vorige condusie, met het kenmerk dat de keerbanden een riem bevatten en twee riemschijven waarrond de riem loopt en middelen om een van de riemschijven te drijven, terwijl de schijf op het afgeefeinde van de zwenkbare keerband in een bijkomend gestel is gelegerd dat rond een nagenoeg verticale as zwenkbaar op het schuifbare hulpgestel is gemonteerd.  3. Mobile device according to the previous condusion, characterized in that the turning belts comprise a belt and two pulleys around which the belt runs and means for driving one of the pulleys, while the disk is mounted on an additional frame on the pivoting turning belt that is pivotally mounted on the sliding auxiliary frame about a substantially vertical axis. 4. Verrijdbare inrichting volgens vorige condusie, met het kenmerk dat ze dragers bevat voor de opraapmechanismen, welke dragers op een einde een opraapmechanisme dragen en met hun andere einde aan de zijde van het afgeefeinde van de keerbanden op het gestel zijn bevestigd, terwijl de drager van het opraapmechanisme dat met de schuifbare en zwenkbare keerband <Desc/Clms Page number 13> samenwerkt rond een nagenoeg horizontale as scharnierend op het bijkomende gestel is gemonteerd.  A mobile device according to the previous condusion, characterized in that it comprises carriers for the pick-up mechanisms, which carriers carry a pick-up mechanism on one end and are attached to the frame with their other end on the side of the delivery end of the turning belts, while the carrier of the pick-up mechanism with the sliding and swiveling turning belt  <Desc / Clms Page number 13>  cooperates about a substantially horizontal axis hinged on the additional frame. 5. Verrijdbare inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat ze een middel bevat om het hulpgestel ten opzichte van het gestel te verschuiven.  Mobile device according to one of the preceding claims, characterized in that it comprises a means for sliding the auxiliary frame relative to the frame. 6. Verrijdbare inrichting volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat het middel om het hulpgestel ten opzichte van het gestel te verschuiven, een cilinder-zuigermechanisme . is.  Mobile device according to the preceding claim, characterized in that the means for sliding the auxiliary frame relative to the frame is a cylinder-piston mechanism. is. 7. Verrijdbare inrichting volgens een van de conclu- sies 3 en 4, met het kenmerk dat ze een middel bevat om het bijkomende gestel ten opzichte van het hulpgestel rond een nagenoeg verticale as te wentelen.  A mobile device according to any one of claims 3 and 4, characterized in that it comprises a means for revolving the additional frame about a substantially vertical axis relative to the auxiliary frame. 8. Verrijdbare inrichting volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat het middel om het bijkomende gestel ten opzichte van het hulpgestel te zwenken, een cilinder-zuigermechanisme is.  Mobile device according to the previous claim, characterized in that the means for pivoting the additional frame relative to the auxiliary frame is a cylinder-piston mechanism. 9. Verrijdbare inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat ze twee paar transportbanden bevat, welke paren respectievelijk op de twee keerbanden aan- sluiten zo dat het afgeefeinde van een keerband tussen de einden van de twee transportbanden van het erbij horende paar transportbanden is gelegen, terwijl het paar transportbanden dat op de schuifbare keerband aansluit samen met deze keerband dwars op de rijrichting van het gestel verschuifbaar is.  Mobile device according to any one of the preceding claims, characterized in that it comprises two pairs of conveyor belts, which pairs connect to the two retractor belts, respectively, so that the delivery end of a retractor belt between the ends of the two conveyor belts of the associated pair conveyor belts are located, while the pair of conveyor belts connecting to the slidable retaining belt can be moved together with this retaining belt transverse to the direction of travel of the frame. 10. Verrijdbare inrichting volgens de conclusies 2 en 9, met het kenmerk dat het paar transportbanden dat aan- sluit op de schuifbare en zwenkbare keerband op het hulpgestel is gemonteerd.  A mobile device according to claims 2 and 9, characterized in that the pair of conveyor belts connecting to the slidable and pivotable retaining belt is mounted on the auxiliary frame. 11. Verrijdbare inrichting volgens de conclusies 3 en 10, met het kenmerk dat de riemschijf op het afgeefeinde van deze keerband door een cardankoppeling met een riemschijf op een einde van een van de transportbanden is gekoppeld en de riemschijf op het andere einde van deze transportband met <Desc/Clms Page number 14> de riemschijf van de andere transportband van het paar is gekoppeld.  Mobile device according to claims 3 and 10, characterized in that the pulley on the delivery end of this turning belt is coupled by a universal joint to a pulley on one end of one of the conveyor belts and the pulley on the other end of this conveyor belt  <Desc / Clms Page number 14>  the pulley of the other conveyor belt of the pair is engaged. 12. Verrijdbare inrichting volgens een van de conclusies 3 tot 8, met het kenmerk dat ze middelen bevat om de bovenste riemschijf van de twee keerbanden te drijven.  A mobile device according to any one of claims 3 to 8, characterized in that it comprises means for driving the upper pulley of the two retaining belts. 13. Verrijdbare inrichting voor het keren van twee zwaden, hoofdzakelijk parallelle stengels zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.  13. Mobile device for turning two swaths, mainly parallel stems as described above or presented in the accompanying drawings.
BE2060191A 1983-08-26 1983-08-26 Wheeled turnover mechanism for retting flax straw - has two pick=up units with turnover belts, one being laterally movable and swivelable BE897602A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2060191A BE897602A (en) 1983-08-26 1983-08-26 Wheeled turnover mechanism for retting flax straw - has two pick=up units with turnover belts, one being laterally movable and swivelable

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE897602 1983-08-26
BE2060191A BE897602A (en) 1983-08-26 1983-08-26 Wheeled turnover mechanism for retting flax straw - has two pick=up units with turnover belts, one being laterally movable and swivelable

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE897602A true BE897602A (en) 1984-02-27

Family

ID=25660352

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2060191A BE897602A (en) 1983-08-26 1983-08-26 Wheeled turnover mechanism for retting flax straw - has two pick=up units with turnover belts, one being laterally movable and swivelable

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE897602A (en)

Cited By (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2599932A1 (en) * 1986-06-13 1987-12-18 Kuhn Sa Agricultural machine for turning over products in windrows
FR2649857A1 (en) * 1989-07-20 1991-01-25 Depoortere Michel Mobile flax machine
FR2653295A1 (en) * 1989-10-25 1991-04-26 Rauch Guy Alain Sarl Improved device for gathering, turning over, and spreading out flax in the form of windrows
FR2900310A1 (en) * 2006-04-28 2007-11-02 Guy Dehondt Fibrous plant`s e.g. flax, windrows picking, turning and spreading device for e.g. double wheel turner, has turning element that comprises turning belt and ground spreading element, where turning belt is continuous till spreading roller
FR2916603A1 (en) * 2007-05-31 2008-12-05 Depoortere Nv Automatic or towed vehicle windrow turning vehicle i.e. turner, for textile industry, has rotating unit rotating assembly for raising assembly in inactive position and for monitoring relief of assembly from ground in active position
FR2916604A1 (en) * 2007-05-31 2008-12-05 Depoortere Nv Self-propelled or towed engine for turning flax in textile industry, has arms placed at proximity with respect to each other such that blade is placed between arms, and continuous stem lap turned around arms when arms defines semi-spiral
RU2474104C1 (en) * 2011-08-24 2013-02-10 Государственное научное учреждение Всероссийский научно-исследовательский институт механизации льноводства Российской академии сельскохозяйственных наук (ГНУ ВНИИМЛ Россельхозакадемии) Turner of flax stems
CN107347381A (en) * 2017-08-11 2017-11-17 黑龙江省农业机械运用研究所 A kind of neat root device of self-propelled flax threshing turner
EP4298889A1 (en) * 2022-06-29 2024-01-03 N.V. Depoortere Machine for treating at least one swath

Cited By (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2599932A1 (en) * 1986-06-13 1987-12-18 Kuhn Sa Agricultural machine for turning over products in windrows
FR2649857A1 (en) * 1989-07-20 1991-01-25 Depoortere Michel Mobile flax machine
BE1002861A4 (en) * 1989-07-20 1991-07-02 Depoortere Michel MOBILE FLAT MACHINE.
FR2653295A1 (en) * 1989-10-25 1991-04-26 Rauch Guy Alain Sarl Improved device for gathering, turning over, and spreading out flax in the form of windrows
FR2900310A1 (en) * 2006-04-28 2007-11-02 Guy Dehondt Fibrous plant`s e.g. flax, windrows picking, turning and spreading device for e.g. double wheel turner, has turning element that comprises turning belt and ground spreading element, where turning belt is continuous till spreading roller
FR2916604A1 (en) * 2007-05-31 2008-12-05 Depoortere Nv Self-propelled or towed engine for turning flax in textile industry, has arms placed at proximity with respect to each other such that blade is placed between arms, and continuous stem lap turned around arms when arms defines semi-spiral
FR2916603A1 (en) * 2007-05-31 2008-12-05 Depoortere Nv Automatic or towed vehicle windrow turning vehicle i.e. turner, for textile industry, has rotating unit rotating assembly for raising assembly in inactive position and for monitoring relief of assembly from ground in active position
NL1035498C2 (en) * 2007-05-31 2009-11-03 Depoortere N V Support structure for a machine for turning over heaps.
NL1035497C2 (en) * 2007-05-31 2010-06-02 Depoortere N V HOPPING REVERSE MACHINE.
RU2474104C1 (en) * 2011-08-24 2013-02-10 Государственное научное учреждение Всероссийский научно-исследовательский институт механизации льноводства Российской академии сельскохозяйственных наук (ГНУ ВНИИМЛ Россельхозакадемии) Turner of flax stems
CN107347381A (en) * 2017-08-11 2017-11-17 黑龙江省农业机械运用研究所 A kind of neat root device of self-propelled flax threshing turner
EP4298889A1 (en) * 2022-06-29 2024-01-03 N.V. Depoortere Machine for treating at least one swath
FR3137253A1 (en) * 2022-06-29 2024-01-05 N.V. Depoortere Machine for processing at least one windrow

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194148C (en) Crop processing plant.
US6640699B2 (en) Round baler bale chamber having simplified discharge arrangement
US3772865A (en) Drum type mower
US3815344A (en) Machine for forming large round bales of a fibrous material
US3375643A (en) Harvesting device
BE897602A (en) Wheeled turnover mechanism for retting flax straw - has two pick=up units with turnover belts, one being laterally movable and swivelable
US3837159A (en) Machine for forming a round bale of a windrowed material
US8621992B2 (en) Round baler
US3931702A (en) Machine for forming cylindrical hay bales
US2347907A (en) Harvester
US4169347A (en) Belt-type baler for cylindrical bales
US5426928A (en) Round baler pickup having radially fixed teeth cooperating with stripper plates to direct crop upwardly into bale chamber
US7404356B2 (en) Single front idler arm
US4330985A (en) Machine for rolling hay into cylindrical bales
US4926625A (en) Windrow turning apparatus
US4143505A (en) Collection and recycling apparatus for crop material particles in a roll forming machine
US2551427A (en) Bale loader
CA1072812A (en) Belt type baler for cylindrical bales
NL2002065C2 (en) Harvesting machine.
US2242077A (en) Windrow pickup press
US2011978A (en) Movable carriage for hay loaders
US2585891A (en) Hay loader
US3979892A (en) Machine for forming large round bales
US456484A (en) Combined loader and press
NL1034853C2 (en) Hay collection machine.