"Manchetknoop of sierknoop" Deze uitvinding betreft een manchetknoop of een sierknoop voor een hemdspat, inz. te ge bruiken om te worden geschoven over een aan de manchet genaaide knoop, welke manchetknoop of sierknoop langs
de ach terzijde hiervan een beugel vertoont die over bedoelde knoop kan worden geschoven.
Gelijkaardige knopen zijn bekend. Zij werden uitgedacht om als manchetknoop of sierknoop dienst te doen wanneer een hemd reeds van gewone knopen werd voorzien wat, uit een economisch oogpunt momenteel in de hemdenconfectie nagenoeg de algemene regel is geworden. Manchetknopen of sierknopen kunnen slechts worden gebruikt wanneer een manchet of een hemdspa t twee tegenover elkaar voorkomende knoopsgaten vertoont wat dus, om de hierboven aangehaalde redenen, nog zeer zelden het geval is .
De uitvinding heeft dus tot doel een manchetknoop of sierknoop te ontwerpen die enerzijds door het bestaande knoopsgat kan worden gestoken en anderzijds over het aan de binnenzijde van de manchet of onder de hemdspat genaaide knoop te worden geschoven. Manchetknopen of sierknopen van het genoemde soort kunnen betrekkelijk gemakkelijk losschieten en dus verloren gaan.
De uitvinding heeft tot doel aan dit nadeel te verhelpen en een manchetknoop of sierknoop te ontwerpen dat ook wanneer het van de knoop waarover de ./.
beugel is geschoven moest losschieten nog door het betreffende knoopsgat zal worden weerhouden.
Te dien einde is het gedeelte dat bedoelde beugel met het versierend element van de manchetknoop of met de sierknoop verbindt L-vormig omgeplooid en bevindt zich hogerbedoeld versierend element van de manchetknoop of de sierknoop zelf nog op een afstand van bedoeld L-vormig gedeelte, welke afstand nagenoeg overeenstemt met de dikte van een manchet of pat.
Andere details en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een manchetknoop of sierknoop volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een doorsnede volgens het langs symetrievlak van een manchetknoop volgens de uitvinding. Figuur 2 is een achteraanzicht op de manchetknoop volgens figuur 1.
De manchetknoop volgens de figuren werd uitsluitend bij wijze van voorbeeld beschreven en het uiterlijk aspect hiervan kan uiteraard sterk variëren.
In het hierna beschreven voorbeeld zal steeds gesproken worden over een manchetknoop, omdat dit voorbeeld verwijst naar de f iguren, hoofdzakelijk naar figuur 3. Het is echter duidelijk dat de uitvinding zich ook uitstrekt, zoals in de aanhef gezegd, tot sierknopen, waar zich hetzelfde probleem ste lt.
De knoop of manchetknoop (1) bestaat . /.
enerzijds uit een versierend element (2) dat uiteraard ge li jk welke vorm en afme ting kan ver tonen . Dit gedeelte (2) is bestemd om uit het manchet (3) te steken. In het geval de knoop een sierknoop is, steekt het gedeelte
(2) uit de pat van het hemd uit.
Achter het versierend element (2) strekt zich een gedeelte uit dat bestaat uit een beugel
(4) met onderaan twee naar elkaar toe lopende armen die echter op een afstand van elkaar blijven. De beugel (4) is bestemd om over een knoop (5) te worden geschoven. De knoop (5) is een gewone knoop die op de gebruikelijke ma-
<EMI ID=1.1>
komt rechtover een knoopsgat (6) voor. Door dit knoopsgat (6) schuift men het gedeelte van de manchetknoop da t achter het versierend element (2) uitstrekt.
Kenmerkend voor de uitvinding is de aanwezigheid tussen de beugel (4) en het versierend element (2) van een L-vormig gedeelte bestaande uit twee
<EMI ID=2.1>
(8) staat op een afstand van het versierend element (2) dat bepaald wordt door een gedeelte (9) waarvan do leng te iets groter is dan de dikte van de textielstof waaruit de manchet bestaat.
Dankzij de aanwezigheid van de gedeeltes (7), (8) en (9), waarbij elk van deze gedeeltes haaks staat op he t naburige gedee lte kan, bi j he t losschieten van de knoop (7) de manchetknoop die er met de beugel (4) mee verbonden is, niet uit het knoopsgat (6) schuiven en dus niet verloren gaan.
De uitvinding onderscheidt zich dus van gelijkaardige manchetknopen door het feit dat de tot nog toe bekende manchetknopen, met hetzelfde doel ge./.
bruikt, slechts drie elementen bevatten nl. het versierend element (2) , het gedeelte (7) en de beugel (4) of equivalenten van deze onderdelen. Bij het losschieten konden deze manchetknopen of sierknopen dus ook zonder meer door het knoopsgat (6) schuiven en verloren gaan.
De elementen gevormd door de gedeeltes (8) en (9) zijn dus kenmerkend voor de uitvinding.
De uitvinding is uiteraard niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en ve le veranderingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden. De afmetingen van de onderdelen (7), (8) en (9) en de beugelvorm zouden b ijvoorbeeld kunnen gewijzigd worden.