Werkwijze voor het maken van ureum als hoofdbestanddeel bevattende korrels.
Voor het maken van ureuakorrels zijn verschillende methoden bekend. Een daarvan is prillen, waaronder hier een methode wordt verstaan, waar-
<EMI ID=1.1>
schappen kunnen worden verkregen door granulatie van een nagenoeg watervrije ureumsmelt in een trommelgranulator , b.v. door toepassing van de
<EMI ID=2.1>
kaanse octrooischrift 4.008.064, of door granulatie van een waterige ureumoplossing in een gefluidiseerd bed, b.v. zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 78.06213. Bij de werkwijze volgens de
<EMI ID=3.1>
in een gefluidiseerd bed van ureumdeeltjes versproeid in de vorm van zeer fijne druppeltjes met een gemiddelde diameter van 20-120 micron
<EMI ID=4.1>
aan de ureumoplossing toegevoegd, waardoor de stofvorming praktisch geheel wordt onderdrukt. De aanwezigheid van de kristallisatievertrager heeft tot gevolg, dat de korrels tijdens hun opbouw plastisch blijven, zodat door het rollen en/of botsen ti jdens de opbouw mechanisch sterke, gladde en ronde korrels kunnen ontstaan. De aldus verkregen korrels
<EMI ID=5.1>
samen , zelfs niet bij langdurige opslag, hoewel ureum van nature een sterke neiging tot samenbakken vertoont.
Er zijn kunstmestkorrels bekend, die behalve ureum ook een of meer andere meststoffen bevatten. Zulke korrels kunnen worden verkregen
<EMI ID=6.1>
tende korrels dienen voor de bemesting van zwavelarme gronden en bevatten meestal tot 40 gew.% en bij voorkeur 15-20 gew.% ammoniumsulfaat. Ureum en ammoniumdiwaterstoffosfaat of diammoniumwaterstoffosfaat bevattende korrels worden dikwijls gemaakt op specificatie van de verbruiker, die een zeker percentage fosfaat in de korrels verlangt. Ook andere meststoffen worden soms met ureum tot korrels verwerkt.
Er werd nu gevonden, dat in water oplosbare aluminiumverbindingen goede kristallisatievertragers voor ureum zijn, en dat korrels, verkregen door prillen of granuleren van een ureumsmelt of -oplossing, die een dergelijke kristallisatievertrager bevat, bijzondere eigenschappen bezitten, ook indien de ureumsmelt of -oplossing een of meer andere meststoffen in oplossing en/of suspensie bevat.
De uitvinding heeft derhalve betrekking op een werkwijze voor het maken van ureum als hoofdbestanddeel bevattende korrels door prillen of granuleren van een ureumsmelt of van een waterige ureumoplossing, welke smelt of oplossing een of meer andere meststoffen, zoals ammoniumsulfaat,
<EMI ID=7.1>
en/of suspensie kan bevatten, welke werkwijze hierdoor wordt gekenmerkt, dat aan de te prillen of te granuleren smelt, oplossing of suspensie een in water oplosbaar aluminiumzout wordt toegevoegd.
Verrassenderwijze werd gevonden, dat de aanwezigheid van een in water oplosbaar anorganisch aluminiumzout tijdens het prillen of granuleren tot gevolg heeft, dat de opbouw van de korrels goed verloopt en de vorming van vliegstof wordt voorkomen, terwijl bovendien de verkregen korrels een grote breedsterkte, een groot schijnbaar soortelijk gewicht en een sterk verminderde neiging tot samenbakken vertonen, in sommige gevallen zelfs bij langdurige opslag niet meer sa��nbakken. Verder werd gevonden, dat de volgens de uitvinding verkregen korrels compatibel zijn met superfosfaat- en tripelfosfaatkorrels, waardoor zij geschikt
<EMI ID=8.1>
zijn voor toepassing in heterogene binaire en ternaire meststofmengsels, zoals N-P of N-P-K mengsels, door bulkblending met een goedkope superfosfaat of tripelfosfaat, daar zulke ureumkorrels met deze fosfaten niet compatibel zijn. Mengsels van zulke ureumkorrels met superfosfaatof tripelfosfaatkorrels vervloeien na enige tijd onder vorming van een onhanteerbare en onbruikbare brij. Blijkens een voordracht van
<EMI ID=9.1>
<EMI ID=10.1>
<EMI ID=11.1>
Daar het addact zeer goed oplosbaar is, lost het vlot in het vrijgekomen water op ondar vorming van een groot volume oplossing, dat de korrels in het mengsel bevochtigt, waardoor de reactie steeds sneller om zich heen grijpt. Er zijn geen commercieel aanvaardbare middelen bekend om ureum met superfosfaat of tripelfosfaat compatibel te maken. Voor bulkblending met ureum worden daarom tot nu toe de duurdere fosfaatmest-
<EMI ID=12.1>
De volgens de uitvinding verkregen, ureum als hoofdbestanddeel bevattende korrels zijn echter in alle verhoudingen compatibel met superfosfaat- en tripelfosfaatkorrels, waardoor zij geschikt zijn voor bulkblending met deze fosfaatmeststoffen.
Voorbeelden van in water oplosbare anorganische aluminiumzouten, die bij de werkwijze volgens de uitvinding kunnen wordei. toegepast, zijn aluminiumchloride, aluminiumsulfaat en basisch aluminiumsulfaat,
<EMI ID=13.1> berekend op het vastestofgehalte van de smelt of de oplossing. Hoeveel-
<EMI ID=14.1>
maar bieden geen bijzondere voordelen. Het toevoegsel kan in de vorm van een poeder worden toegevoegd of, indien een waterige oplossing of suspensie wordt gegranuleerd, desgewenst ook in de vorm van een waterige
<EMI ID=15.1>
stroom, waarvan het vochtgehalte bij voorkeur zodanig is verlaagd, dat de korrels tijdens het koelen geen vocht uit de koele lucht opnemen.
De uitvinding heeft mede betrekking op compatibele, heterogene kunstmestmengsels van door toepassing van de werkwijze volgens de uit-
<EMI ID=16.1>
fosfaaticorrels en desgewenst een of meer andere korrelvormige stoffen.
Behalve ureum bevattende korrels en superfosfaat- of tripelfosfaatkorrels wordt meestal een kalimeststof in het mengsel opgenomen, zoals KC1. Om segragatie van het. mengsel te voorkomen, dienen de korrelafmetingen van de te mengen componenten onderling te zijn aangepast.
Voor nadere informatie betreffende het maken van meststofkorrels wordt voor het prillen verwezen naar het Amerikaanse octrooischrift
3.130.225, voor het granuleren in een pangranulator naar het Amerikaanse octrooischrift 4.008.064, voor het granuleren in een trommelgranulator
<EMI ID=17.1>
gefluldiseerd bed naar de Nederlandse octrooiaanvrage 78.06213.
Indien de granulatie in een gefluldiseerd bed wordt uitgevoerd, wordt als uitgangsmateriaal een waterige ureumoplossing met een ureumconcentratie van ten minste 70 gew.%; en bij voorkeur van 85-96 gew.% gebruikt. Voor de granulatie van ureum tezamen met een of meer andere meststoffen wordt bij voorkeur een ureumoplossing met een ureumconcentratie van 90-95 gew.% toegepast, waaraan de andere meststof in vaste
<EMI ID=18.1>
of suspensie wordt toegevoegd. De oplosbaarheid van de toe te voegen meststoffen in de waterige ureumoplossing varieert. Zo is de oplosbaarheid van ammoniumsulfaat in een 95 gew.%'s ureumoplossing 12% en in een
<EMI ID=19.1> <EMI ID=20.1>
met elkaar te mengen, voordat het mengsel wordt versproeid.
Voorbeeld I
<EMI ID=21.1>
en de fysische eigenschappen van de verkregen korrels zijn vermeld in onderstaande tabel.
De in tabel A vermelde "TVA Bottle Test" dient ter bepaling van de compatibiliteit van ureumkorrels met superfosfaat- en tripel-
<EMI ID=22.1>
Tabel A
<EMI ID=23.1>
<EMI ID=24.1>
<EMI ID=25.1>
In een verdere reeks proeven werd een nagenoeg watervrije ureumsmelt zonde r en met toegevoegd aluminiumsulfaat boven in een priltoren versproeid in een opstijgende luchtstroom van omgevingstemperatuur.
De fysische eigenschappen van de verkregen prils zijn vermeld
<EMI ID=26.1>
Tabel B
<EMI ID=27.1>
<EMI ID=28.1>
tot ongeveer 30[deg.]C gekoeld en gezeefd. De produktkorrels hadden een goede <EMI ID=29.1>
waren meer dan 60 dagen bruikbaar. De zeefanalyse van het produkt was als volgt:
<EMI ID=30.1>
Voorbeeld IV
In een aantal granulatieproeven werd een suspensie van fijn gemalen ammoniumsulfaat in een 95 gew.%'s waterige ureumoplossing met een bekende kristallisatievertrager (F 80) en met aluminiumsulfaat als kristallisatievertrager versproeid in een gefluidiseerd bed van ureumdeeltjes. Het ammoniumsulfaatgehalte van de suspensie bedroeg 20 gew.%.
De suspensie werd versproeid met een temperatuur van 120-130 C in een hoeveelheid van ongeveer 300 kg/uur. Het versproe ien geschiedde met behulp van verstuivingslucht met een temperatuur van 140 C onder een overdruk van 0,35 kg/cm2 en in een hoeveelheid van ongeveer
140 Nm /uur. Bet bed werd gefluldiseerd met lucht in een hoeveelheid van 650-850 Nm<3>/uur. De temperatuur van de fluldisatielucht werd zodanig geregeld, dat de temperatuur van het bed tussen 105 en 108[deg.]C werd gehouden.
In alle proeven verliep de korrelopbouw in het gefluldiseerde bed uitstekend. Het produkt bevatte slechts zeer weinig fijn materiaal, hetgeen betekent dat de versproeide suspensie praktisch geheel voor de opbouw van de korrels werd gebruikt. De chemische en fysische eigenschappen van de verkregen korrels zijn vermeld in onderstaande tabel.
<EMI ID=31.1>