Farmaceutisch preparaat en werkwijze ter
bereiding daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een farmaceutisch preparaat, dat anti-hemofiliefactor (factor VIII)
<EMI ID=1.1>
daarvan.
Hemofilie A is een ziekte, waarbij stollingsfactor VIII voorkomt als een genetische variant, die onwerkzaam is. Bij de ziekte van Von Willebrand komt stollingsfactor VIII in lage concentratie in het bloedplasma voor. Beide ziekten worden gekenmerkt door een abnormale bloedingsneiging. De bloedingen kunnen levensbedreigend zijn, maar ook tot ernstige invaliditeit leiden, onder andere door hemartrose en spieratrofie.
De therapie bestaat uit het toedienen van factor VIII.
Dit kan alleen langs intraveneuze weg geschieden, omdat factor VIII zeer gevoelig is voor proteolytische enzymen, waardoor
het oraal toedienen van factor VIII niet resulteert in de opname daarvan in het bloed. De toediening van factor VIII wordt toegepast als er bloedingen zijn en profylaktisch voor operaties of voor situaties, waarbij een verhoogd risico voor bloeding bestaat
(sportbeoefening bijvoorbeeld). Het nadeel van deze toedieningswijze is de noodzakelijke venapunctie. Ofschoon er patiënten zijn die zichzelf deze injecties" toedienen, zijn de eisen van steriliteit en techniek van de venapunctie van dien aard, dat meestal hulp in een medisch centrum nodig is. Verder is de noodzakelijke venapunctie soms moeilijk, zoals bij dikke patiënten
of bij patiënten waarbij venen door herhaald prikken gecicatriceerd zijn. Een orale behandeling van hemofilie is daarom dringend gewenst.
Gevonden werd nu, dat farmaceutische preparaten, die antihemofiliefactor (factor VIII) als werkzame stof bevatten, bij orale toediening effectief zijn, wanneer de anti-hemofiliefactor is opgenomen in uit fosfolipiden gevormde liposomen.
Onder uit fosfolipiden gevormde liposomen worden structuren verstaan, die opgebouwd zijn uit een aantal concentrische schillen (te vergelijken met een ui ), waarvan de totale diameter
500 - 1000 nm kan bedragen. Deze liposomen worden gevormd, wanneer men fosfolipiden in water suspendeert. Indien de liposomen worden gevormd, dat wil zeggen de fosfatiden worden gesuspendeerd in een oplossing van anti-hemofiliefactor (factor VIII), wordt
<EMI ID=2.1>
dat de stof op deze wijze als het ware verpakt wordt en in het maagdarmkanaal in hoge mate beschermd wordt, zodat de stof niet kan worden afgebroken, voordat deze in de bloedbaan kan worden opgenomen.
Het gebruikte dragermateriaal, dat wil zeggen de lipiden, komen normaal in het lichaam voor en vormen tevens een normaal bestanddeel van onze voeding (met name ei, vis en vlees) zodat zij als niet-toxisch beschouwd kunnen worden.
Het fosfolipide, waaruit de liposomen volgens de uitvinding zijn gevormd, is bij voorkeur ei-lecithine, hoewel hiervoor in principe alle lecithines (bijvoorbeeld soja-lecithine) in aanmerking komen.
Ei-lecithine is echter gemakkelijk verkrijgbaar en bevat geen toxische stoffen.
Bij voorkeur zijn de liposomen uit een mengsel van fosfolipiden met een netto geladen lipide gevormd. Dit lipide brengt een lading aan in de dubbellaag van het fosfolipide, waardoor de afstand tussen de dubbell�gen wordt vergroot. Hierdoor wordt factor VIII gemakkelijker tussen de schillen van het fosfoli-pide opgenomen. Als voorbeelden van dergelijke geladen lipiden kunnen vetalcoholfosfaten, zoals dicetyl-fosfaat, maar ook fosfatidezuren en vrije vetzuren met lange keten, zoals oliezuur, worden genoemd. Bij voorkeur is het geladen lipide een fosfatidezuur, in het bijzonder een natuurlijk voorkomend fosfatidezuur. Laatstgenoemde natuurlijke fosfatidezuren zijn in het algemeen mengsels, waarbij de vetzuurresten afgeleid zijn
<EMI ID=3.1> De uitvinding betreft ook een werkwijze ter bereiding van
een farmaceutisch preparaat, dat anti-hemofiliefactor (factor VIII) als werkzame stof bevat. Deze werkwijze heeft als kenmerk, dat
men fosfolipide-liposomen vormt bij aanwezigheid van f actor VIII. In het algemeen wordt deze werkwijze uitgevoerd door een fosfolipide te suspenderen in een waterige oplossing van factor VIII. Dit suspenderen kan geschieden met behulp van ultrageluid, doch ook heel gemakkelijk door het fosfolipide op te lossen in een vluchtig oplosmiddel zoals ethanol, de oplossing in een kolf te brengen en daarin in te dampen zodanig, dat het fosfolipide in
een dunne laag op de binnenwand van de kolf wordt afgezet. Wanneer men daarna een waterige oplossing van factor VIII toevoegt
en het mengsel, na toevoeging van enige glaskraaltjes krachtig zwenkt, ontstaat een melkachtige suspensie van liposomen.
Deze kunnen worden afgecentrifugeerd en desgewenst weer worden gesuspendeerd in water of een fysiologische zoutoplossing. De liposoom-suspensie kan verder worden verwerkt tot een oraal
in te ne.men drank, die bijvoorbeeld smaakcorrigentia kan bevatten. Ook kan men de liposoomsuspensie in geconcentreerde of verdunde vorm in zachte gelatinecapsules brengen. Eventueel zijn de preparaten zodanig samengesteld dat zij eerst in de darm en niet
in de maag uiteenvallen.
Plasmafracties, die rijk zijn aan factor VIII kunnen op verschillende wijze worden bereid. In dit verband kan worden
<EMI ID=4.1>
<EMI ID=5.1>
verkregen door plasma enige tijd bij lage temperatuur te bewaren, waarbij een neerslag ontstaat, dat kan worden afgecentrifugeerd. Dit neerslag wordt cryoprecipitaat genoemd en is uitstekend geschikt voor toepassing in de onderhavige preparaten, Cryopre- cipitaat bevat ook fibrinogeen. Verrassenderwijze is gebleken, dat uit cryoprecipitaat een groter percentage factor VIII in de liposomen wordt opgenomen, dan van fibrinogeen. De f armaceutische preparaten volgens de uitvinding bevatten daarom minder fibrinogeen per gewichtseenheid factor VIII dan het cryoprecipitaat waarvan uitgegaan is.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruikt men bij voorkeur eilecithine als fosfolipide, in het bijzonder eilecithine gemengd met een geladen lipide, waarvoor bij voorkeur een fosfatidezuur, in het bijzonder een natuurlijk fosfatidezuur wordt gekozen.
De voordelen van de preparaten volgens de uitvinding zijn evident. De bereidingswijze is eenvoudig. Bovendien behoeft
deze niet strikt steriel te geschieden. Het is echter gewenst ervoor te zorgen, dat het preparaat niet kan bederven door aantasting door micro-organismen.
Hoewel slechts ongeveer 30% van de in de preparaten aanwezige hoeveelheid factor VIII na orale toediening in de bloedbaan wordt opgenomen, bezitten de preparaten volgens de uitvinding het voordeel, dat de afgifte van factor VIII aan het bloed vertraagd plaatsvindt. Bij intraveneuze toediening, waarbij factor VIII uiteraard voor 100% in de bloedbaan terechtkomt, neemt
men een halfwaardetijd van 14 uur waar. Door het effect van de vertraagde afgifte is de bloedspiegel gedurende de tweede dag na toediening van de onderhavige preparaten daarom gelijk aan of zelfs groter dan bij intraveneuze toediening.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van het volgende voorbeeld.
Voorbeeld.
<EMI ID=6.1>
Aan twee rondbodemkolven van 250 ml wordt aan elk 50 ml
van een eilecithine-oplossing (Koch-Light; 1 g/10 ml ethanol) en
10 ml van een fosfatidezuur-oplossing (Koch-Light; 20 mg/ml chloroform) toegevoegd.
De oplosmiddelen worden bij ongeveer 45[deg.]C met behulp van een op een waterstraalpomp aangesloten rotatieverdamper afge- dampt. Op deze wijze blijven de lipiden achter als een dunne laag op de binnenwand van de kolf. Aan één der kolven wordt
100 ml van een isotone (0,9 gew.% NaCl) oplossing van een factor VIII verrijkt preparaat (AHF-Konzentrat SRK (human); Zentral Laboratorium Blutspendedienst SRK Switzerland; 10 ml gelyofiliseerd bevat ongeveer 230 E factor VIII) toegevoegd, alsmede enige glaskraaltjes. Het mengsel wordt met de hand krachtig rondgezwenkt totdat de lipidenfilm van de wand is verdwenen (5 a 10 minuten). De ontstane melkachtige suspensie wordt 20 minuten gecentrifugeerd bij 27.000 x g waardoor de liposomen gaan drijven. De onderstaande vloeistof wordt toegevoegd aan de andere kolf en wederom geschud in aanwezigheid van glaskraaltjes, totdat alle liposomen zijn gevormd. Na afcentrifugeren kan in ' de onderstaande vloeistof de hoeveelheid niet ingevangen factor VIII worden bepaald.
Beide liposoomfracties van de centrifugaties worden gemengd, waarna ze, eventueel na verdunning met fysiologische zoutoplossing en/of op smaak brengen, oraal kunnen worden toegediend.
De hoeveelheid ingevangen factor VIII bedroeg op deze wijze ongeveer 80%. De hoeveelheid ingevangen fibrinogeen bedroeg slechts 25%, zodat hier een verrijking aan factor VIII heeft plaatsgevonden.
Factor VIII werd bepaald met de "one stage" methode van Veldkamp (Thrombos. Diathes haemorrh. 12, 279 (1968)).
Resultaten
Een typisch experiment is geillustreerd in bijgaande figuur.
Op tijdstip 0 (patiënt nuchter) werden 800 eenheden factor VIII in de vorm van het op bovenstaande wijze verkregen preparaat per os toegediend. Daarop stijgt het gehalte aan factor VIII
in het plasma tot ongeveer 10% van de normale waarde en blijft
<EMI ID=7.1>
moet opgemerkt worden dat men bij een factor VIII gehalte van
<EMI ID=8.1>
<EMI ID=9.1>
De lage dosering van het voorbeeld geeft dus al gedurende twee etmalen een effectieve profylaxe.
In de fig. geeft de lijn A aan, hoe het concentratieverloop geweest zou zijn, indien dezelfde hoeveelheid factor VIII intraveneus zou zijn toegediend. Lijn B geeft het gevonden verloop weer, bij toediening per os. Het verdient vermelding,
dat de proefpersoon voor de toediening leed aan hematurie en dat deze afwijking van 2 tot 60 uur na de toediening af wezig was om daarna weer terug te komen. Toediening van factor VIII afzon-derlijk en van fosfolipide afzonderlijk was geheel zonder effect op de factor VIII spiegel.