BE868946A - Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine - Google Patents
Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachineInfo
- Publication number
- BE868946A BE868946A BE189240A BE189240A BE868946A BE 868946 A BE868946 A BE 868946A BE 189240 A BE189240 A BE 189240A BE 189240 A BE189240 A BE 189240A BE 868946 A BE868946 A BE 868946A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- shaft
- sector
- gear
- transmission
- gripper
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/27—Drive or guide mechanisms for weft inserting
- D03D47/275—Drive mechanisms
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D39/00—Pile-fabric looms
- D03D39/16—Double-plush looms, i.e. for weaving two pile fabrics face-to-face
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/27—Drive or guide mechanisms for weft inserting
- D03D47/271—Rapiers
- D03D47/272—Rapier bands
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/27—Drive or guide mechanisms for weft inserting
- D03D47/271—Rapiers
- D03D47/273—Rapier rods
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Looms (AREA)
Description
"Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine." De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine, welke inrichting een gestel bevat, een ten opzichte van dit gestel gelegerde drijfas, per grijper een tandwiel, een as waarop dit tandwiel zit en een overbrenging tussen de drijfas <EMI ID=1.1> en de as waarop het tandwiel zit, welke overbrenging ten minste een nokschijf bezit die vast op de drijfas gemonteerd is, een nokvolger die over de nokschijf loopt en scharnierend op een gedeelte van de machine gemonteerd is en een overbrenging tussen de nokvolger en de as waarop het tandwiel zit, terwijl de grijper van middelen voorzien is waarin het tandwiel grijpt. Bij bekende inrichtingen van deze soort drijft de drijfas, welke meestal de hoofdas van de weefmachine is, langs de nokschijf,een stangenmechanisme en een tandwieloverbrenging,de as waarop het tandwiel zit, welke as horizontaal ten opzichte van het gestel gelegerd is. Deze bekende inrichtingen kunnen enkel gebruikt worden bij enkelstukweefmachines., aangezien ze enkel één grijper kunnen drijven. Een dergelijke inrichting kan dus aan elk einde van het weefmachine opge- <EMI ID=2.1> grijpers van een enkelstukweefgetouw drijven. Elk van de drijfinrichtingen kan geen tweede grijper drijven, zodat bij <EMI ID=3.1> drijfinrichting moet gebruikt worden. Niettegenstaande de slag van de grijper wel enigszins kan ingesteld worden, kunnen deze bekende inrichtingen zeer moeilijk aangepast worden aan zeer uiteenlopende weefbreedtes. Uiteenlopende weefbreedtes hebben dus hun eigen aangepaste inrichting, hetgeen natuurlijk de kostprijs van de inrichting verhoogt. De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een inricht ing voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine te verschaffen, welke zeer eenvoudig van constructie is en zeer gemakkelijk kan aangepast worden om tegelijker tijd meerdere grijpers te drijven en zeer gemakkelijk kan aangepast worden aan vrij uiteenlopende' weefbreedtes. Tot dit doel strekt de as waarop het tandwiel zit zich van onder naar boven uit terwijl de overbrenging tussen de nokvolger en de as waarop het tandwiel zit, een tandsector bevat die op een afstand van zijn getande gebogen zijde scharnierend ten opzichte van een gedeelte van de weefmachine gemonteerd is, een verbindingsstang die, enerzijds, aan de van de nokschijf afgekeerde zijde op een afstand van de scharnierende bevestiging van de nokvolger, scharnierend aan deze nokvolger bevestigd is en, anderzijds, aan de van de getande zijde afgekeerde kant, op een afstand van de scharnierende bevestiging van de sector scharnierend aan deze sector bevestigd is, een bijkomend tandwiel dat op de as waarop het met de grijperstang samenwerkend tandwiel zit, gemonteerd is, en een tandwieloverbrenging tussen de getande zijde van de sector en het laatstgenoemde bijkomende tandwiel. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de as waarop het tandwiel zit ten opzichte van het gestel gelegerd. Bij voorkeur strekt deze as zich dan nagenoeg verticaal uit. In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn op de as twee tandwielen gemonteerd welke met twee grijpers samenwerken. Doelmatig is ten minste een van de tandwielen verplaatsbaar op de as gemonteerd. Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van <EMI ID=4.1> wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekening. De figuur is een vooraanzicht van een inrichting voor het drijven vantwee grijpers van een weefmachine. De inrichting volgens de figuur drijft terzelfder tijd twee grijpers 1 van een weefgetouw. Elk van deze grijpers bestaat uit een starre grijperstang en uit een daarop gemonteerde g rijperkop. Van deze weefmachine zijn eenvoudigheidshalve enkel een gedeelte van het gestel 2, de daarin gelegerde hoofdas 3 en schematisch het riet 4 en de kettingdraden � welke de gaap vormen, voorgesteld. Deze weefmachine is verder van een bekende constructie en bevat twee paar met elkaar samenwerkende grijpers. Een paar grijpers nemen twee inslagdraden mee welke ze tot in het midden van de weefmachine brengen, waar <EMI ID=5.1> worden en volledig door de gaap getrokken worden. Aan weerszijden van het weefmachine bevindt zich dus een inrichting zoals voorgesteld in de figuur. Deze inrichting bevat twee nokschijven 6 en 7 welke vast op de hoofdas 3 gemonteerd zijn. De nokschijven 6 en 7 zijn complementaire nokschijven die samenwerken met een vorkvormige, dubbele nokvolger 8 van een vormgesloten en spelingsvrije overbrenging. Over elk van de nokschijven 6 en 7 loopt een van de twee rollen 9 van de rokvolger 8. De twee rollen 9 zijn door evenwijdig aan de hoofdas 3 lopende asjes 10 draaibaar gemonteerd op de einden van de twee benen van de nokvolger 8 die zelf, op een afstand van de asjes 10, door een evenwijdig aan de hoofdas 3 lopende as 11, draaibaar op het gestel 2 bevestigd is. De nokvolger 8 heeft de vorm van een "Y" welke ongeveer in zijn midden draaibaar op de as 11 zit, en waarvan de staart.welke dus aan de tegenover de rollen liggende zijde van de as 11 uitsteekt, een hefboom vormt. Deze hefboom is met zijn einde door een asje 12 scharnierend bevestigd aan een verbindingsstang 13. Deze verbindingsstang 13 verbindt de volger 8 met een tandsector welke in het algemeen met het verwijzingscijfer 14 aangeduid is. Deze tandsector 14 bestaat uit een eigenlijke cirkelsector 15 waarvan de gebogen zijde, aangeduid met het verwijzingscijfer 16, getand is, en uit een lichtjes gebogen hefboom 17 welke instelbaar aan de top van de sector 15 bevestigd is en nagenoeg volgens de symmetrielijn van de sector 15 aan de van de gebogen zijde 16 afgekeerde kant buiten de sector 15 uitsteekt. Het vrije uiteinde van de hefboom 17 is door een asje 18 scharnierend bevestigd aan een uiteinde van de verbindingsstang 13. De instelbare verbinding tussen de hefboom 17 en de cirkelsector 15 is gevormd door een op de sector 15 vast gemonteerd sleufstuk 19 waarin de hefboom 17 steekt, en bouten 20 welke door de wand van het sleufstuk 19 geschroefd zijn en door middel van niet in de figuur voorgestelde klemblokjes de hefboom 17 met een uiteinde in het sleufstuk 19 vastklemmen. In zijn top is de- cirkelsector 15 aan weerszijden door legers gelegerd op astoppen 21 welke vast op het gestel 2 gemonteerd zijn en evenwijdig lopen aan de hoofdas 5. Het sleufstuk 19 bevindt zich aan de buitenkant van de legers. Bij rotatie van de hoofdas 3 zal de volger 8 door de nokschijven 6 en 7 rond de as 11 heen en weer schommelen. Deze schommeling van de volger 8 wordt door de verbindingsstang 13 overgebracht op de tandsector 14 welke eveneens, rond de as 21, gaat schommelen. De amplitudo van deze schommeling kan enigszins ingesteld worden door de afstand tussen de scharnierende bevestiging van de sector 14 aan de verbindingsstang 13, dit is dus het asje 18, en de as 21 te wijzigen, hetgeen dus mogelijk is door de hefboom 17 in het sleuf stuk 19 te verschuiven. De getande zijde 16 van de tand�ector 14 grijpt in een tandwieltje 22 dat vast zit op een as 23 welke in het gestel 2 gelegerd is en evenwijdig loopt aan de as 21. Op deze as 23 is een tweede tandwiel 24, dat een diameter bezit <EMI ID=6.1> 22, onwrikbaar vastgemaakt. Dit tweede tandwiel 24 grijpt in een tandwieltje 25 dat onwrikbaar vastgemakt is op een as 26 die evenwijdig loopt aan de as 23 en eveneens in het gestel 2 gelegerd is. Op de as 26 is een kegel-tandwiel 27 vast gemonteerd dat grijpt in een kegel-tandwieltje 28 dat vast zit op een nagenoeg verticale as 29. Deze as 29 is door middel van een leger 30 in het gestel 2 gelegerd. De hiervoor genoemde schommeling van de sector 14 wordt, door de tandwieloverbrenging met de tandwielen 22, 24, 25, 27 en 28 omgezet in een afwisselende roterende beweging van de as 29, in de ene, respectievelijk de andere zin. De tandwieloverbrenging bezit een grote overbrengingsverhouding, zodat een zeer kleine schommeling van de sector 14 een vrij grote rotatie van de as 29 voor gevolg heeft. Op de nagenoeg verticale as 29 zijn boven de hiervoor genoemde tandwieloverbrenging, twee tandwielen 31 en 32 gemonteerd. Het tandwiel 31 grijpt in tanden van de bovenste grijper 1 terwijl het tandwiel 32 grijpt in tanden van de onderste grijper 1. Bij de afwisselende rotatie in de ene en de andere zin van de twee tandwielen 31 en 32 worden dus de <EMI ID=7.1> draden 5 verplaatst. De grijpers 1 worden hierbij op een bekende en niet in de figuren voorgestelde manier geleid. De totale lengte van de verplaatsing in een zin, dit is dus de slag van de grijpers 1 hangt af van de grootte van de rotatie van de tandwielen 31 en 32 welke zelf afhangt van de grootte van de schommeling van de sector 14, welke grootte, zoals hiervoor uiteengezet, enigszins kan ingesteld worden door de stand van de hefboom 17 ten opzichte van de sector 15 te wijzigen. Door de vorm van de nokken 6 en 7 bekomt men een versnellend-vertragende schommeling van de tandsector 14 en bijgevolg ook een versnellend-vertragende beweging van de grijpers 1. De twee tandwielen 31 en 32 zitten in de rotatiezin vast op de as 29 maar zijn in de axiale richting instelbaar. Deze instelbaarheid kan bij voorbeeld bekomen worden door een bout welke door een naaf-vormende kraag van het tandwiel geschroefd is en met zijn einde tegen de as kan geschroefd worden. De afstand tussen de tandwielen 31 en 32 kan bijgevolg ingesteld worden en aangepast worden aan de gewenste afstand tussen de grijpers 1. Mat deze inrichting kan dus op een eenvoudige manier, door een van de tandwielen 31 en 32 op de as 29 te verschuiven, de weefmachine aangepast worden aan bij voorbeeld uiteenlopende poolhoogtes bij het dubbelstuk weven, of aan verschillende afstanden bij het tegelijker tijd weven van twee banen. Het hiervoor beschreven mechanisme kan als dusdanig ook gebruikt worden zowel voor het drijven van een grijper als voor het tegelijker tijd drijven van meer dan twee grijpers. In het eerste geval moet een van de tandwielen 31 en 32 verwijderd worden, terwijl in het laatste geval tandwielen bij op de as 29 moeten geplaatst worden. <EMI ID=8.1> schommeling van de tandsector 14 de slag van de grijpers enigszins ingesteld worden. Een veel grotere instelling is mogelijk door het vervangen van de tandwieloverbrenging tussen de tandsector 14 en de as 29. Dezelfde inrichting kan dus gebruikt worden bij weefmachines met zeer uiteenlopende weefbreedtes. Het volstaat dus enkel de tandwieloverbrenging aan te passen. Voor elke nominale weefbreedte kan de slag dan nog steeds binnen bepaalde perken traploos ingesteld worden door het verplaatsen van de hefboom 17 ten opzichte van de eigenlijke sector 15 van de tandsector 14. In een variante van de hiervoor beschreven uit- <EMI ID=9.1> de lade mee zodat ze weliswaar steeds van onder naar boven loopt maar bij de ladebeweging van helling verandert en dus niet steeds verticaal is. Ook de overbrenging tussen de verbindingsstang 13 en de as 29, namelijk de cirkelsector 14 en de tandwielen 22, 24, 25 en 27 zijn eveneens op de lade gemonteerd. De nokvolger 8 blijft evenwel door de as 11 draaibaar op het gestel 2 vastgemaakt. De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen aangebracht worden, oner meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden. In het bijzonder moeten de grijpers niet noodzakelijk starre grijperstangen bevatten. De inrichting kan ook zogenoemde bandgrijpers drijven. Vooral in het laatste geval is het niet absoluut noodzakelijk dat de grijpers van tanden. voorzien zijn om samen te werken met de tandwielen van de inrichting. Deze grijpers kunnen bij voorbeeld van uitsparingen voorzien zijn waarin de tanden van de tandwielen grijpen. Verder is het niet noodzakelijk dat de scharnierende bevestigingen van de tandsector en de rotatieassen van de tandwielen welke de beweging van de tandsector op het op de uitgaande as zittende tandwieltje overbrengen evenwijdig aan de hoofdas van het weefgetouw lopen. De tandsector kan bij voorbeeld haaks opgesteld zijn op de hoofdas van het weefgetouw.
Claims (1)
- CONCLUSIES.1. Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine, welke inrichting een gestel bevat, een ten opzichte van dit gestel gelegerde drijfas, per grijper een tandwiel, een as waarop dit tandwiel zit en een overbrenging tussen de drijfas en de as waarop het tandwiel zit, welke overbrenging ten minste een nokschijf bezit die vast op de drijfas gemonteerd is, een nokvolger die over de nokschijf loopt en scharnierend op een gedeelte van de machine gemonteerd is en een overbrenging tussen de nokvolger en de as waarop het tandwiel zit, terwijl de grijper van middelen voorzien is waarin het tandwiel grijpt, m e t h e t k e n m e r k dat de as waarop het tandwiel zit zich van onder naar boven uitstrekt, terwijl de overbrenging tussen de nokvolger en de as waarop het tandwiel zit,een tandsector bevat die op een afstand van zijn getande gebogen zijde scharnierend ten opzichte van een gedeelte van de weefmachine gemonteerd is, een verbindingsstang die, ener-zijds, aan de van de nokschijf afgekeerde zijde op een afstand van de scharnierende bevestiging van de nokvolger, scharnierend aan deze nokvolger bevestigd is en, anderzijds, aan de van de getande zijde afgekeerde kant, op een afstand van de scharnierende bevestiging van de sector scharnierend aan deze sector bevestigd is, een bijkomend tandwiel dat op de as waarop het met de grijperstang samenwerkend tandwiel zit, gemonteerd is, en een tandwieloverbrenging tussen de getande zijde van de sector en het laatstgenoemde bijkomende tandwiel.2. Inrichting volgens vorige concluaie, m e t h e t k e n m e r k dat de as waarop het tandwiel zit ten opzichte van het gestel gelegerd is.3. Inrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t kenmerk dat deze as zich nagenoeg verticaal uitstrekt.4. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat op de as twee tandwielen gemonteerd zijn welke met twee grijpers samenwerken.5. Inrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat ten minste één van de tandwielen verplaatsbaar op de as gemonteerd is.6. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de overbrenging tussen de drijfas en de as waarop het tandwiel zit, twee complementaire nokschijven bevat waarover de nokvolger loopt. <EMI ID=10.1>m e t h e t k e n m e r k dat de scharnierende bevestiging van de verbindingsstang aan een van de elementen gevormd door de sector en de nokvolger, ten opzichte van de scharnierende bevestiging van dit element zelf aan een gedeelte van het weefgetouw,instelbaar is. 8. Inrichting volgens een van de vorige conclu*sies, m e t h e t k e n m e r k dat de tandsector een eigenlijke cirkelsector bevat waarvan de gebogen zijde getand is en een aan de top van de sector bevestigde hefboom, aan welke hefboom de verbindingstang scharnierend bevestigd is.9. Inrichting volgens de conclusies 7 en 8, m e t h e t k e n m e r k dat de hefboom van de tandsector ten opzichte van de eigenlijke cirkelsector instelbaar is.10. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de tandwieloverbrenging tussen de getande zijde van de sector en het bijkomende tandwiel een overbrengingsverhouding bezit welke merkelijk groter is dan 1.11. Inrichting voor het drijven van ten minsteeen grijper van een weefmachine, zoals hiervoor beschrevenof in de hieraan toegevoegde tekening voorgesteld.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE189240A BE868946A (nl) | 1978-07-12 | 1978-07-12 | Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE868946 | 1978-07-12 | ||
BE189240A BE868946A (nl) | 1978-07-12 | 1978-07-12 | Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE868946A true BE868946A (nl) | 1979-01-12 |
Family
ID=25650890
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE189240A BE868946A (nl) | 1978-07-12 | 1978-07-12 | Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE868946A (nl) |
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2594146A1 (fr) * | 1986-02-11 | 1987-08-14 | Dornier Gmbh Lindauer | Mecanisme d'entrainement pour metiers a tisser sans navette. |
EP0418513A3 (en) * | 1989-09-19 | 1991-06-19 | Meccanotecnica S.P.A. | A booksewing thread stitcher machine |
EP0576990A1 (de) * | 1992-06-23 | 1994-01-05 | N.V. Michel Van de Wiele | Vorrichtung zum alternierenden Ein- und Ausschalten der Antriebe von wenigstens zwei Schusseintragvorrichtungen eines Webstuhls |
CN104674438A (zh) * | 2015-03-03 | 2015-06-03 | 江苏友诚数控科技有限公司 | 一种织机的凸轮引纬机构 |
CN115074894A (zh) * | 2022-07-06 | 2022-09-20 | 天津工业大学 | 一种间隔织物用双层刚性剑杆驱动与控制方法 |
-
1978
- 1978-07-12 BE BE189240A patent/BE868946A/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2594146A1 (fr) * | 1986-02-11 | 1987-08-14 | Dornier Gmbh Lindauer | Mecanisme d'entrainement pour metiers a tisser sans navette. |
EP0418513A3 (en) * | 1989-09-19 | 1991-06-19 | Meccanotecnica S.P.A. | A booksewing thread stitcher machine |
EP0576990A1 (de) * | 1992-06-23 | 1994-01-05 | N.V. Michel Van de Wiele | Vorrichtung zum alternierenden Ein- und Ausschalten der Antriebe von wenigstens zwei Schusseintragvorrichtungen eines Webstuhls |
TR27052A (tr) * | 1992-06-23 | 1994-10-11 | Wiele Michel Van De Nv | Bir dokuma tezgahi üzerindeki en azindan iki atki yerlestirme düzeneginin sürücü mekanizmalarinin sirayla acilmasi ve kapatilmasi icin bir düzenek. |
BE1007125A3 (nl) * | 1992-06-23 | 1995-04-04 | Wiele Michel Van De Nv | Inrichting voor het afwisselend in- en uitschakelen van de aandrijvingen van minstens twee inslaginrichtingen op een weefmachine. |
US5419370A (en) * | 1992-06-23 | 1995-05-30 | N.V. Michel Van De Weile | Griper welf inserter switching device |
CN104674438A (zh) * | 2015-03-03 | 2015-06-03 | 江苏友诚数控科技有限公司 | 一种织机的凸轮引纬机构 |
CN115074894A (zh) * | 2022-07-06 | 2022-09-20 | 天津工业大学 | 一种间隔织物用双层刚性剑杆驱动与控制方法 |
CN115074894B (zh) * | 2022-07-06 | 2024-03-22 | 天津工业大学 | 一种间隔织物用双层刚性剑杆驱动与控制方法 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1004960A3 (nl) | Inrichting voor het vormen van een gaap bij weefmachines. | |
BE868946A (nl) | Inrichting voor het drijven van ten minste een grijper van een weefmachine | |
JP3586466B2 (ja) | 織機の開口装置 | |
US3717182A (en) | Rapier loom | |
CH633837A5 (de) | Verfahren zur herstellung von florgewebe und webmaschine zur durchfuehrung des verfahrens. | |
US3610294A (en) | Weft-inserting rod drive for shuttleless looms | |
CA1039152A (fr) | Machine a tisser a alimentation exterieure | |
NL8006157A (nl) | Inrichting voor het veranderen van de aanslagstand van een riet. | |
FR2917754A1 (fr) | Dispositif de tirage pour la commande des cadres de lisses d'un metier a tisser, ensemble de formation de la foule comprenant un tel dispositif et metier a tisser equipe d'un tel ensemble | |
EP0566506B1 (fr) | Mécanisme pour la commande alternative des couteaux dans les ratières lourdes du type à pas fermé | |
US4111240A (en) | Loom drive mechanism | |
US2358884A (en) | Harness actuating mechanism | |
US4243076A (en) | Loom rapier drive mechanism | |
US5271434A (en) | Control mechanism for the rapier heads of weaving machines | |
EP0007543B1 (fr) | Métier à tisser avec dispositif coupe-trame et dispositif coupe-trame utilisé dans celui-ci | |
BE1003247A7 (nl) | Dubbelstukweefgetouw met zich op verschillende hoogtes instellende lade, en door de ladebeweging aangedreven grijperaandrijfinrichting. | |
CN2272447Y (zh) | 绳轮式梭织多臂机 | |
CH650809A5 (en) | Tensioning appliance of the negative type for frames of weaving looms | |
EP0534403A1 (en) | Electromechanical device to control terry loop formation in terry looms | |
US3964524A (en) | Loom lay drive linkage | |
DE3205227A1 (de) | Schuetzenlose doppelwebmaschine mit doppelgreifern | |
DE237914C (nl) | ||
BE814173A (nl) | Inrichting voor het drijven van een plooibare rapier in een schietspoelloss weefgetouw. | |
SU737524A1 (ru) | Привод раздвижного берда ткацкого станка | |
BE890218A (nl) | Aandrijfmechanisme voor de lade van weefgetouwen |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
CN | Change of patent owner's name |
Owner name: *FERROMATRIX VAN DE WIELE N.V. Effective date: 19880518 |
|
RE20 | Patent expired |
Owner name: FERROMATRIX VAN DE WIELE N.V. Effective date: 19980712 |