"Werkwijze voor het thermisch isoleren van hete apparaten
in het bijzonder van turbines" <EMI ID=1.1>
misch isoleren van hete apparaten, in het bijzonder van turbines.
Hoewel in het hiernavolgende in hoofdzaak het isoleren van turbines zal worden besproken, is de uitvinding niet daartoe beperkt.
Tot voor kort worden turbines geisoleerd, met, door opspuiten aangebrachte asbest, dat goed tegen hoge temperaturen bestand is en goede isolerende eigenschappen heeft. Inmiddels is echter gebleken, dat het werken met asbest grote gevaren voor de gezondheid met zich mede brengt. Het gebruik van asbest is dan ook tegenwoordig aan banden gelegd.
<EMI ID=2.1>
vanging voor asbest bij deze methode. Als vervanging werd daarop aluminiumsilicaat voorgesteld. Dit materiaal bleek echter niet geheel te voldoen en was bovendien te kostbaar voor het beoogde doel, namelijk om matig hete apparaten thermisch te isoleren. Dit kostbare isolatiemateriaal heeft alleen zir. voor het isoleren van zeer hete apparaten, daar het bestand is tegen temperaturen tot ongeveer 1300[deg.]C. Het gebruik van dit materiaal voor het isoleren van, op een temperatuur van maximaal ongeveer 500[deg.]C verhitte apparaten bij een omgevingstemperatuur van ongeveer 40[deg.]C zou de isolatie onnodig kostbaar maken. Tenslotte bleek de aanhechting van dit isolatiemateriaal in het bijzonder aan de onderzijde van het turbinehuis in de praktijk op moeilijkheden te stuiten.
Het probleem bij het isoleren van hete apparaten, in het bijzonder bij turbines, ligt daarin, dat de isolatie ir zeer korte tijd
<EMI ID=3.1>
materiaal bestand moet zijn tegen een temperatuur van ongeveer 500[deg.]C.
De uitvinding beoogt nu eenwerkwijze voor het aanbrengen van een isolatie te verschaffen, die aan deze voorwaarden voldoet.
Volgens de uitvinding wordt dït daardoor bereikt, dat men om het te isoleren apparaat ten minste glaswolgaasdekens in twee lagen aanbrengt.
Bij het aanbrengen van de lagen glaswolgaasdekens kan bij turbines gebruik worden gemaakt van daarop aanwezige aanhechtingspunten.
De totale dikte van de lagen wordt zodanig voor de verschillende optredende temperaturen, bij turbines bij het hogedruk-, middendruken lagedrukgedeelte, gekozen, dat de oppervlaktetemperatuur van de buitenste isolatielaag maximaal ongeveer 60[deg.]C wordt. In het algemeen zal een totale dikte van de lagen glaswolgaasdekens 150 mm in twee
<EMI ID=4.1>
voor bij voorbeeld revisie zal de afkoeling langzaam plaatsvinden en een tijd van ongeveer drie dagen in beslag nemen.
Om deze afkoelingstijd te bekorten is het in een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voordelig, wanneer men de buitenlaag gemakkelijk afneembaar aanbrengt en deze laag een dikte van
<EMI ID=5.1>
en middendrukgedeelte, doet zich het probleem voor, dat deze temperaturen in de nabijheid liggen van de maximale gebruikstemperatuur van de glaswolgaasdekens. Bij direkt kontakt van glaswolgaasdekens met oppervlakken met een dergelijke temperatuur zou een langzaam voortschrijdende inwendige "verglazing" van de isolatie kunnen optreden met als gevolg een verslechtering van de isolerende eigenschappen.
Ter oplossing van dit probleem brengt men in een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding v66r het aanbrengen van de binnenste laag glaswolgaasdeken ten minste om die delen van het te
<EMI ID=6.1>
lijk van de temperatuur van het te isoleren apparaat. De temperatuursval in deze laag moet zodanig zijn, dat de temperatuur aan de buitenzijde van deze laag ongeveer 200-300[deg.]C is. Voor een temperatuur van 535[deg.]C, welke temperatuur heerst in het hogedrukgedeelte van een turbine,
i betekent dit, dat met een laag van ongeveer 25 mm kan worden volstaan In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft de laag aluminiumsilikaatdeken dan ook een dikte van
20-30 mm.
Het is duidelijk, dat de laag aluminiumsilikaatdeken absoluut homogeen on het te isoleren apparaat, in het bijzonder het turbinehuis, moet worden aangebracht. Dit kan op elke willekeurige bekende
<EMI ID=7.1>
silikaatdeken met een tegen hoge temperaturen bestendige lijm aanbrengt.
<EMI ID=8.1>
de buitenste laag glaswolgaasdeken een aluminiumfolie om de voorgaande laag aanbrengt. Hierdoor kan oliedoorslag en daarmede gepaard gaand ontbrandingsgevaar worden voorkomen.
Ten opzichte van de tot nog toe gebruikte methode voor het thermisch isoleren in het bijzonder van turbines door opspuiten, kunnen samenvattend de volgende voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding worden genoemd. De werkwijze volgens de uitvinding brengt geen gevaren voor de gezondheid met zich mede, terwijl tijdens het aanbrengen van de isolatie het bedrijfs- of centrale personeel ongestoord
<EMI ID=9.1>
tijd plaats als bij de bekende methode,- maar de isolatie aangebracht volgens de werkwijze van de uitvinding is geheel of gedeeltelijk afneembaar, terwijl de op de bekende wijze aangebrachte isolatie moet worden afgebroken of gesloopt. Bij overeenkomstig. de werkwijze volgens de uitvinding aangebracht isolatie vindt absoluut geen verzakking van het isolatiemateriaal in het bijzonder aan de onderzijde van de turbine plaats. Bij de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om de buitenste laag snel afneembaar aan te brengen, waardoor een snellere afkoeling van de turbine na buitenbedrijfstellen kan worden bewerkstelligd.
In het bijzonder in het laatste geval kan een aluminium-folie onder de snel afneembare laag worden aangebracht. van het bij buitenbedrijfstelling afgenomen isolatiemateriaal is ongeveer 70% voor herhaald gebruik geschikt, terwijl door opspuiten aangebracht isolatie na verwijdering geheel verloren gaat.
<EMI ID=10.1>
om het te isoleren apparaat ten minste glaswolgaasdekens in twee lagen aanbrengt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t h e t kenmerk,
<EMI ID=11.1>