BE826519A - Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen en inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze - Google Patents

Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen en inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze

Info

Publication number
BE826519A
BE826519A BE1006511A BE1006511A BE826519A BE 826519 A BE826519 A BE 826519A BE 1006511 A BE1006511 A BE 1006511A BE 1006511 A BE1006511 A BE 1006511A BE 826519 A BE826519 A BE 826519A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tensioners
strap
band
stack
tape
Prior art date
Application number
BE1006511A
Other languages
English (en)
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed filed Critical
Priority to BE1006511A priority Critical patent/BE826519A/nl
Publication of BE826519A publication Critical patent/BE826519A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B13/00Bundling articles
    • B65B13/18Details of, or auxiliary devices used in, bundling machines or bundling tools
    • B65B13/22Means for controlling tension of binding means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B13/00Bundling articles
    • B65B13/18Details of, or auxiliary devices used in, bundling machines or bundling tools
    • B65B13/24Securing ends of binding material
    • B65B13/32Securing ends of binding material by welding, soldering, or heat-sealing; by applying adhesive

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)

Description


  WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN BAND OM EEN VOORWERPOF EEN STAPEL VOORWERPEN EN INRICHTING VOOR HET UITVOERENVAN DIE WERKWIJZE.

  
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen, volgens welke werkwijze een uit

  
 <EMI ID=1.1> 

  
den aan elkander bevestigde banden bestaande, zich tussen die voorraadrollen uitstrekkende band U-vormig om het voorwerp of de stapel voorwerpen wordt geslagen en vervolgens de zich daarna tussen het voorwerp of de stapel voorwerpen en de voorraadrollen uitstrekkende banddelen langs het voor-

  
 <EMI ID=2.1>  voorwerpen een gesloten band komt te zitten en gescheiden daarvan opnieuw een zich tussen de voorraadrollen uitstrekkende, uit de van die rollen afkomstige, met hun einden aan elkander bevestigde banden bestaande band wordt gevormd.

  
Een met deze werkwijze werkende bandomleginrichting is bekend uit het duitse Gebrauchsmuster 1.992.453. Deze inrichting is voorzien van twee op afstand van elkander
-in hetzelfde vlak geplaatste bandvoorraadrollen, twee aan dezelfde zijde van de verbindingslijn tussen de assen van die voorraa&#65533;

  rollen naast deze rollen aangebrachte, in dat vlak evenwijdig aan die verbindingslijn naar elkander toe en van elkander af beweegbare bandspanrers voor het om een voorwerp of een stapel voorwerpen heen naar elkander toedrukken van de zich tussen dat voorwerp of die stapel voorwerpen en die voorraadrollen uitstrekkende delen van een reeds U-vormig om dat voorwerp of die stapel voorwerpen geslagen, uit met hun einden aan elkander bevestigde, van de twee voorraadrollen afkomstige banden bestaande band, alsmede van aan de bandspanners aanwezige middelen voor het aan elkander hechten en van aan de bandspanners aangebrachte middelen voor het doorsnijden van de door de bandspanners naar elkander toegedrukte banddelen.

   In deze inrichting drukken de bandspanners die banddelen zodanig tegen elkander, dat die banddelen met een loodrecht op het voorwerp of de stapel voorwerpen gericht gedeelte tegen elkander aan komen te liggen.

  
Deze tegen elkander aanliggende gedeelten van de dan geheel om het voorwerp of de stapel voorwerpen geslagen band worden door puntlassen met elkander verbonden en daarna in het midden doorgesneden.

  
Deze bekende werkwijze heeft het bezwaar, dat de laseinden van de om het voorwerp of de stapel voorwerpen geslagen banddelen loodrecht op het vlak van die band-

  
 <EMI ID=3.1>   <EMI ID=4.1> 

  
en gevaarlijk tijdens het transport van het gebandageerde

  
 <EMI ID=5.1> 

  
gebogen. Een ander nadeel is, dat de lasverbinding op trek belast wordt, zodat die werkwijze niet geschikt is voor

  
het maken van lijmverbindingea tussen de banddelen en dus voor toepassing met band van niet aan elkander smeltbaar materiaal, zoals papier, weefsel, in bepaalde soorten kunsthars gedrenkte glas- of andere vezels, enz. Voorts kost

  
zulk een dwars op het vlak van de band gerichte las extra bandmateriaal.

  
De uitvinding heeft tot doel, een werkwijze en een inrichting te verschaffen, die de nadelen van de bekende werkwijze en.inrichting vermijden en behalve voor het aanbrengen van metalen banden voor het omleggen van niet aan elkander smeltbare banden om voorwerpen of stapels voorwerpen kunnen worden gebruikt. Daartoe gaat men zodanig

  
te werk, dat elk van beide naar elkander toe gedrukte banddelen op een vasteafstand van het andere banddeel op twee in een richting dwars op het voorwerp of de stapel voorwerpen op ongeveer twee maal die vasteafstand van elkander gelegen plaatsen wordt vastgeklemd en dat daarna achtereenvolgens het ene banddeel op een plaats midden tussen zijn twee klemplaatsen wordt doorgesneden, de dan tussen die klemplaatsen gevormde naar elkander toe gerichte bandeinden naar het andere banddeel worden gericht, dit andere banddeel eveneens op een plaats midden tussen zijntwee klemplaatsen wordt doorgesneden, de daardoor gevormde naar elkander toe gerichte bandeinden van het andere banddeel

  
 <EMI ID=6.1> 

  
deel gedrukt en daaraan vastgehecht worden en de vastgeklemde banddelen worden losgelaten. In dit geval worden de paren met elkander te verbinden bandeinden in het vlak van elk van de betrokken banden aan elkander gehecht, zodat de verbinding slechts door schuifkrachten wordt belast en daarom bijzonder geschikt is voor een lijmverbinding. Een ander voordeel is, dat op geen van de lasplaatsen buiten het vlak van de band uitstekende delen voorkomen. Verder is het van belang, dat minder bandmateriaal voor het omsnoeren van het voorwerp of de stapel voorwerpen nodig is.

  
De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich van de genoemde bekende inrichting hierin, dat de naar elkander gekeerde einden van de bandspanners elk door twee klemvlakken en een zich daartussen en dwars op de bewegings richting van de bandspanners gericht kopvlak zijn begrensd, een tussen beide bandspanners plaatsbaar aanslagorgaan met twee evenwijdige wangen is aangebracht, welke wangen elk door een met een klemvlak van de ene en een met een klemvlak van de andere bandspanner samenwerkend klemvlak en een zich daartussen en in de bewegingsrichting van de bandspanners uitstrekkend, naar de andere wang gekeerd steunvlak zijn begrensd, van welk steunvlak de afmeting in de bewegingsrichting van de bandspanners ongeveer de helft is van de afmeting van de kopvlakken van de bandspanners dwars op dat steunvlak,

   het kopvlak van elke bandspanner wordt gevormd door het kopvlak van een . bandstrijkorgaan, dat ten minste over de afstand, gelijk aan de afmeting van de steunvlakken in de bewegingsrichting van de bandspanners, ten opzichte van zijn bandspanner naar de andere bandspanner toe verplaatsbaar is en tijdens zijn verplaatsing met zijn werkzame strijkvlakken dicht langs de steunvlakken van de wangen van

  
 <EMI ID=7.1> 

  
strijkorganen midden tussen de klemvlakken van de betrokken bandspanner een uit zijn kopvlak steekbaar snijorgaan draagt, middelen voor het aan elkander hechten van zich op de steunvlakken van de wangen van het aanslag-orgaan uitstrekkende, elkander overlappende bandeinden zijn aangebracht en dat aandrijfmiddelen voor het in een bepaalde volgorde bewegen van de bandspanners, het aanslagorgaan, het of elk snijorgaan, de bandstrijkorganen en de hechtmiddelen aanwezig zijn.

  
Bij deze inrichting kunnen met voordeel de klemvlakken van de bandspanners en de daaraan evenwijdige klemvlakken van het aanslagorgaan ten opzichte van de kopvlakken resp. de steunvlakken schuin naar buiten en ten opzichte van de werkzame beweging van de bandspanners schuin naar achteren zijn gericht. In dat geval komen

  
de banddelen strak om de kopvlakken en de klemvlakken

  
van de bandspanners te liggen.

  
Een eenvoudige constructie en bediening van het aanslagorgaan zijn mogelijk, als dit orgaan zwaaibaar

  
om een dwars op de bewegingsrichting van de bandspanners gerichte as aan één van beide bandspanners wordt aangebracht. De beweging van het aanslagorgaan kan dan gemakkelijk van die van de betrokken bandspanner worden afgeleid.

  
Een inrichting voor het omleggen van banden en het aan elkander lijmen van de eikander overlappende bandeinden kan met voordeel zodanig worden uitgevoerd, dat het van het snijorgaan voorziene bandstrijkorgaan met een in een cylinderholte van de kop van de betrokken bandspanner beweegbare zuiger is gekoppeld en de cylinderruimte aan de van het kopvlak van dat bandstrijkorgaan afgekeerde zijde van die zuiger met in de naar de steunvlakken van de wangen van het aanslagorgaan gekeerde werkzame strijkvlakken van dat bandstrijkorgaan uitkomende lijmafvoerkanalen, alsmede over een naar die ruimte opengaande terugslagklep met een lijmtoevoerleiding in verbinding staat. Het verdient dan aanbeveling om ten minste één van de bandstrijkorganen en/of elke wang van het aan-slagorgaan van een verwarmingselement te voorzien.

   Dit verwarmingselement dient dan voor het snel drogen van de lijmverbinding. Het zal duidelijk zijn, dat door deze uitvoering van de bandstrijkorganen automatisch Ij jm tussen de aan elkander te lijmen bandeinden wordt gebracht.

  
Voor banden van metaal of ander samensmeltbaar materiaal kunnen, wanneer het aan elkander lijmen van

  
de elkander overlappende bandeinden niet in aanmerking komt, puntlassen of andere verwarmingselectroden in de door de wangen van het aanslagorgaan en de kopvlakken van de tegen het aanslagorgaan gedrukte bandspanners begrensde ruimte worden gebracht en in die ruimte tegen

  
de elkander overlappende, door de steunvlakken gesteunde bandeinden worden gedrukt.

  
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Daarin vertonen:
fig. 1 een meervoudige b-ndomleginrichting volgens de uitvinding in perspectief, fig. 2 een bovenaanzicht van de in die inrichting gebruikte bandspanners, fig. 3 een vooraanzicht van die bandspanners, fig. 4 op grotere schaal een horizontale doorsnede van delen van de bandspanners volgens fig. 2 en 3 in een stand, waarin zij tegen een tussen de bandspanners-geplaatst aanslagorgaan zijn gedrukt, fig. 5 een horizontale doorsnede van een gedeelte van de bandspanners volgens fig. 4 in een toestand, waarin een bandstrijkorgaan van de ene bandspanner halverwege <EMI ID=8.1>  fig. 6 een horizontale doorsnede, overeenkomstig &#65533;

  ie volgens fig. 5, in een stand, waarin het bandstrijkorgaan van de ene bandspanner naar zijn beginstand wordt teruggedrukt en tegelijkertijd het bandstrijkorgaan van de andere bandspanner wordt uitgeschoven, fig. 7 een vooraanzicht van de bandspanner met een strijkorgaan en een snijorgaan en fig. 8 een schema van een hydraulisch aandrijfsysteem voor de bandspanners, de strijkorganen en het snijorgaan van de bandomleginrichting volgens fig. 1-7.

  
In de tekening is 1 een vast grondraam, 2 een rollenbaan voor het transport van laadborden 3 (pallets) en zijn 4 aan beide zijden van de rollenbaan 2 in hoogte verstelbare op het grondraam 1 geplaatste kolommen. Elke kolom 4 draagt vier bandomleggers 5, waarvan er enkele zijn weggelaten. Elke bandomlegger 5 bestaat uit een langs een kolom verschuifbare en daaraan vastzetbare houder met een bandvoorraadrol 6, een leirol 7 en een samengestelde bandspanner 8. Steeds werkt een bandomlegger 5 van de ene kolom 4 samen met een bandomlegger van de andere kolom. De twee samenwerkende bandomleggers bevinden zich op dezelfde hoogte boven de rollenbaan 2.

  
 <EMI ID=9.1> 

  
niet nader aangegeven wijze een band gespannen, die bestaat uit de met hun einden aan elkander gehechte, van de voorraadrollen 6 afkomstige banden 9. Wordt nu een laadbord

  
3 met aen voorwerp of een stapel voorwerpen 10 in de richting van de pijl 11 over de rollenbaan 2 verplaatst, dan wordt

  
de band 9 op de in fig. l aangegeven wijze U-vormig om

  
die stapel voorwerpen 10 gelegd. De voorraadrollen kunnen slechts tegen grote wrijving in gedraaid worden, zodat de banden 9 strak gehouden worden.

  
Is het laadbord 3 met de voorwerpen 10 in de stand volgens fig. 1 gekomen, dan wordt het laadbord 3 een

  
korte tijd op zijn plaats vast gehouden en worden op de wijze volgens fig. 2 en 3 de bandspanners 8 naar elkander toe bewogen. Daardoor worden de zich tussen de stapel voorwerpen 10 en de voorraadrollen 6 uitstrekkende banddelen langs die stapel naar elkander toe gebracht. Daarbij valt op te merken, dat de rechterbandspanner sneller naar zijn werkzame eindstand wordt bewogen dan de linkerbandspanner. Even voordat de rechterbandspanner zijn eindstand heeft bereikt, wordt een om een dwarspen 12 zwaaibaar aan die bandspanner bevestigd aanslagorgaan 13 met twee wangen
14 door een vaste nok 15 uit een scheef naar beneden gerichte stand in de horizontale stand gezwaaid en met zijn wangen 14 in het verlengde van de kop 16 van die bandspanner 8 gebracht.

   De kop van die bandspanner is voorzien van twee schuin gerichte klemvlakken 17 en een zich dwars op zijn bewegingsrichting gericht kopvlak 18, dat zich tussen die klemvlakken 17 uitstrekt. De linkerbandspanner 8 bezit een kop 19 met schuin gerichte klemvlakken 20 en een zich daartussen uitstrekkend, dwars op de bewegingsrichting van de bandspanner gericht kopvlak 21. De wangen 14 van het aanslagorgaan zijn van met de klemvlakken 17 samenwerkende klemvlakken 22, met de klemvlakken 20 samenwerkende klemvlakken 23 en zich tussen de klemvlakken 22 en 23 in de bewegingsrichting van de bandspanners uitstrekkende steunvlakken 24 voorzien.

  
Tijdens de beweging van de bandspanners 8 naar elkander toe wordt het aanslagorgaan 13 door de nok 15 eerst met zijn

  
 <EMI ID=10.1> 

  
de kop 16, dat wil zeggen vrij van het orn die kop 16 geslagen banddeel 9, horizontaal gezwaaid en daarna met zijn klemvlakken 22 naar de klemvlakken 17 toe getrokken, zodat het zich daartussen bevindende banddeel 9 op twee plaatsen wordt vastgeklemd. Even later wordt de linkerbandspanner met de klemvlakken 20 van zijn kop 19 tegen de klemvlakken 23  van de wangen 14 van het aanslagorgaan 13 gedrukt, zodat ook het linkerbanddeel 9 op twee plaatsen wordt vastgeklemd.

  
Het kopvlak 18 van de rechterbandspanner 8 wordt gevormd door het kopvlak van een als een zuiger uitgevoerd in de kop
16 axiaal beweegbaar aangebracht bandstrijkorgaan 25, dat met werkzame strijkvlakken 26 op korte afstand langs de steunvlakken 24 van de wangen 14 van het aanslagorgaan 13 kan worden bewogen. Midden tussen de strijkvlakken 26 is het bandstrijkorgaan 25 voorzien van een uit zijn kopvlak 18 steekbaar, door een zuiger 27 aangedreven mes 28 voor het doorsnijden van de over de kopvlakken 18 en 21 gespannen banddelen. De kop 19 van de linkerbandspanner 8 is van een door een zuiger 29 beweegbaar bandstrijkorgaan 30 voorzien. Dit bandstrijkorgaan vertoont in het midden van zijn kopvlak 21 een spleet 31, waarin het mes 28 tijdens het doorsnijden

  
van het linkerbanddeel 9 dringt.

  
Zodra de bandspanners 8 met nog ingetrokken bandstrijkorganen 25, 30 in de stand volgens fig. 4 tegen het inmiddels door de nok 15 horizontaal gezwaaide aanslagorgaan 13 zijn gedrukt, wordt door de zuiger 27 eerst het mes 28 naar links bewogen, waardoor het rechterbanddeel 9 wordt doorgesneden, en wordt daarna het bandstrijkorgaan 25 mede naar links bewogen. De tengevolge van het doorsnijden verkregen gescheiden bandeinden van het rechterbanddeel 9 worden dan op de wijze volgens fig. 5 tegen de steunvlakken 24 van de wangen
14 van het aanslagorgaan 13 aan gevlijd. Vervolgens wordt door het met zijn uitgestoken mes 28 verder naar links bewegende bandstrijkorgaan 25 het over het kopvlak 21 van het bandstrijkorgaan 30 gespannen linkerbanddeel 9 middendoor gesneden, waarbij het mes 28 in de spleet 31 dringt. Daarna

  
 <EMI ID=11.1> 

  
bewogen. Tijdens deze laatste beweging wordt door in de strijkvlakken 26 van het bandstrijkorgaan 25 uitkomende kanalen 32 lijm uit de ruimte 33 achter de kop van dat orgaan
25 aan de tegen de steunvlakken 24 gedrukte einden van het rechterbanddeel 9 afgegeven en worden tegelijkertijd de einden van het linkerbanddeel 9 op die van het rechterbanddeel gedrukt en daaraan vastgelijmd (fig. 6). De band om

  
de stapel voorwerpen 10 is dan gesloten en tevens gescheiden van de tegelijkertijd met hun einden aan elkander bevestigde, van de voorraadrollen 6 afkomstige banddelen 9, zodat de door een band omsnoerde stapel voorwerpen verder getrans- <EMI ID=12.1> 

  
voorwerp of een volgende stapel voorwerpen gereed is.

  
De ruimte 33 wordt telkens door een lijmtoevoerleiding 34 met een zuigklep 35 heen met lijm gevuld, als het bandstrijkorgaan 25 naar links wordt gebogen.

  
Het hydraulische systeem volgens fig. 8 dient voor de besturing van de bandomleginrichting volgens fig. 1-7.

  
 <EMI ID=13.1> 

  
36a, 36b beweegbare dubbelwer&#65533;&#65533;nde cilinders 8a, 8b uitgevoerd. Deze cilinders zijn met hun cilinderruimten 8a', 8a", 8b', 8b" over leidingen 37a', 37a", 37b', 37b" aan leidingen

  
 <EMI ID=14.1> 

  
bak 42 in verbinding staan. De zuigzijde van de pomp 41 is eveneens met de voorraadbak 42 verbonden. In de leiding 37b' is een smoororgaan 43 opgenomen. De met het bandstrijkorgaan
25 gekoppelde zuiger 27 is blootgesteld aan de druk in de cilinderruimte 8a' en aan die van de buitenlucht. De met het bandstrijkorgaan 30 gekoppelde zuiger 29 die een grotere diameter heeft dan de zuiger 27, is enerzijds aan de druk in de cilinderruimte 8b', anderzijds aan de druk in de cilinderruimte 44 blootgesteld. Deze cilinderruimte 44 is over een leiding 45 met een hydraulisch bestuurde afsluiter 46 aan de leiding 39 aangesloten.

   De cilinderruimte 46' van de afsluiter 46 is over twee parallelle leidingen 47a, 47b met tegengesteld gerichte, belaste terugslagkleppen 48a, 48b aan&#65533;de leiding 38 en de cilinderruimte 46" van die afsluiter is over twee parallelle leidingen 49a,49b met tegengesteld gerichte, belaste terugslagkleppen 50a, 50b aan de leiding
39 aangesloten. Tussen de perszijde en de zuigzijde van de pomp 41 is een omloopleiding 51 met een belaste, naar de zuigzijde opengaande veiligheidsklep 52 aangebracht. De belasting van de veiligheidsklep 51 is hoger dan die van de terugslagkleppen 48a en 50a en de belasting van deze laatste kleppen is hoger dan die van de terugslagkleppen 48b en 50b. 

  
De werking van dit hydraulische aandrijfsysteem is als volgt:

  
In de getekende stand van de van buitenaf bedienbare omkeerschuif 40 staat de leiding 38 onder druk en worden de bandspanners 8a en 8b naar elkander toe bewogen. Tengevolge van de vertragende werking van het smoororgaan 43 komt de bandspanner 8a eerder in zijn werkzame eindstand dan de bandspanner 8b. Heeft de bandspanner 8a die eindstand bereikt

  
en is daardoor het aanslagorgaan 13 op zijn plaats tussen de bandspanners gebracht, dan loopt de druk in de cilinderruimte 8a' iets op en wordt het bandstrijkorgaan 25 door de zuiger

  
27 tegen de veer 27a in naar links gedrukt, zodra het mes

  
28 naar buiten is gedrukt en het rechterbanddeel 9 heeft doorgesneden (fig. 4). Inmiddels heeft de bandspanner 8b ook zijn werkzame eindstand bereikt en is hij met zijn kop 19 tegen het aanslagorgaan 13 gedrukt. Zodra het bandstrijkorgaan 25 met zijn mes 28 de kop van de bandspanner 8b bereikt, wordt ook het linkerbanddeel 9 doorgesneden. Daar, zolang de bandspanner 8b naar rechts beweegt, de cilinderruimte 44 door de afsluiter 46 gesloten wordt gehouden, blijft het band3trijkorgaan 30 gedurende die beweging in de kop 19 van de bandspanner 8a. Heeft ook deze bandspanner 8a zijn werkzame eindstand bereikt, dan loopt de druk in de leiding 38 zover op, dat de terugslagklep 48a wordt opengedrukt en de afsluiter
46 wordt geopend.

   Het gevolg daarvan is, dat in de cilinderruimte 44 de druk wegvalt en door de zuiger 29 met grotere doorsnede de bandstrijkorganen 30 en 25 en de zuiger 27 naar rechts worden gedreven. Tijdens die beweging worden de bandeinden paarsgewijze aan elkander gelijmd.

  
Na beëindiging van de laatstgenoemde beweging wordt de omkeerschuif 40 omgeschakeld, zodat de leiding 39 onder druk komt. Dit heeft tot gevolg, dat de cilinderruimten 8a", 8b"

  
en 44 onder druk komen te staan en daardoor de bandspanners

  
8a, 8b van elkander af bewogen worden en het bandstrijkorgaan
30 in de kop 19 van de bandspanner 8b wordt teruggedrukt. Heb-ben de bandspanners 8a, 8b hun onwerkzame rechter- en linkereindstand bereikt, dan loopt de druk in de leiding
39 voldoende op om de terugslagklep 50a te openen en de afsluiter 46 in de gesloten toestand terug te brengen.

  
Voor het doen uitvoeren van een nieuwe bandomlegcyclus moet de omkeerschuif 40 in de getekende stand worden teruggebracht.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES
    1. Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een <EMI ID=15.1>
    elk van een eigen voorraadrol afkomstige, met hun einden aan elkander bevestigde banden bestaande, zich tussen die voorraadrollen uitstrekkende band U-vormig om het voorwerp of de stapel voorwerpen wordt geslagen en vervolgens de zich daarna tussen het voorwerp of de stapel voorwerpen en de voorraadrollen uitstrekkende banddelen langs het voorwerp of de stapel voorwerpen naar elkander toe gedrukt en daarna zowel aan elkander gehecht als doorgesneden worden, één en ander zodanig, dat om het voorwerp of de stapel voorwerpen een gesloten band komt te zitten en gescheiden daarvan opnieuw een zich tussen de voorraadrollen uitstrekkende, uit de van die rollen afkomstige, met hun einden aan elkander bevestigde banden bestaande band wordt gevormd, met het kenmerk ,
    dat elk van beide naar elkander toe gedrukte banddelen op een vaste afstand van het andere banddeel op twee in een richting dwars op het voorwerp of de stapel voorwerpen op ongeveer twee maal die vaste afstand van elkander gelegen plaatsen wordt vastgeklemd en dat daarna achtereenvolgens het ene banddeel op een plaats midden tussen zijn twee klemplaatsen wordt doorgesneden, de dan tussen die klemplaatsen gevormde naar elkander toe gerichte bandeinden naar het andere banddeel worden gericht, dit andere banddeel eveneens op een plaats midden tussen zijn twee klemplaatsen wordt doorgesneden, de daardoor gevormde naar el- <EMI ID=16.1>
    worden omgebogen, tegen de bandeinden van het eerstgenoemde banddeel gedrukt en daaraan vastgehecht worden
    en de vastgeklemde banddelen worden losgelaten.
    2. Inrichting vóor-het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, welke inrichting is voorzien van
    twee op afstand van elkander in hetzelfde.vlak geplaatste bandvoorraadrollen, twee aan dezelfde zijde van de verbindingslijn tussen de assen van die voorraadrollen naast deze rollen aangebrachte, in dat vlak evenwijdig
    aan die verbindingslijn naar elkander toe en van elkander af beweegbare bandspanners voor het om een voorwerp of een stapel voorwerpen heen naar elkander toe drukken van de zich tussen dat voorwerp of die stapel voorwerpen en
    die voorraadrollen uitstrekkende delen van een reeds U-vormig om dat voorwerp of die stapel voorwerpen geslagen, uit met hun einden aan elkander bevestigde, van de twee voorraadrollen afkomstige banden bestaande band, alsmede van aan de bandspanners aanwezige middelen voor het aan elkander hechten en van aan de bandspanners aangebracht middelen voor het doorsnijden van de door de bandspanners naar elkander toe gedrukte banddelen, met
    het kenmerk, dat de naar elkander gekeerde einden van de bandspanners elk door twee klemvlakken en een zich daartussen en dwars op de bewegingsrichting van de bandspanners gericht kopvlak zijn begrensd, een tussen beide bandspanners plaatsbaar aanslagorgaan met twee evenwijdige wangen is aangebracht, welke wangen elk door een met een klemvlak van de ene en een met een klemvlak van de andere bandspan-
    <EMI ID=17.1>
    de bewegingsrichting van de bandspanners uitstrekkend, naar
    de andere wang gekeerd steunvlak zijn begrensd, van welk steunvlak de afmeting in de bewegingsrichting van de bandspanners ongeveer de helft is van de afmeting van de kopvlakken van de bandspanners dwars op dat steunvlak, het kopvlak van elke bandspanner wordt gevormd door het kopvlak van een bandstrijkorgaan, dat ten minste over een
    <EMI ID=18.1>
    vlakken in de bewegingsrichting van de bandspanners
    ten opzichte van zijn bandspanner naar de andere bandspanner toe verplaatsbaar is en tijdens zijn verplaatsing met zijn werkzame strijkvlakken dicht langs de steunvlakken van de wangen van het aanslagorgaan beweegt, ten minste één van beide bandstrijkorranen midden tussen de klemvlakken van de betrokken bandspanner een uit zijn kopvlak steekbaar snijorgaan draagt, middelen voor het aan elkander hechten van zich op de steunvlakken van de wangen van het aanslagorgaan uitstrekkende, elkander overlappende bandeinden zijn aangebracht en dat aandrijfmiddelen voor het in een bepaalde volgorde bewegen van de bandspanners, het aanslagorgaan, het of
    elk snijorgaan, de bandstrijkorganen en de hechtmiddelen aanwezig zijn.
    3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de klemvlakken van de bandspanners en de daaraan evenwijdige klemvlakken van het aanslagorgaan ten opzichte van de kopvlakken resp. de steunvlakken schuin naar buiten en ten opzichte van de werkzame beweging
    van de bandspanners schuin naar achteren zijn gericht.
    4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het aanslagorgaan zwaaibaar om een dwars op de bewegingsrichting van de bandspanners gerichte as aan één van beide bandspanners is aangebracht.
    5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het van het snijorgaan voorziene bandstrijkorgaan met een in een cilinderholte van de kop van de betrokken bandspanner beweegbare zuiger is gekoppeld en de cilinderruimte aan de van het kopvlak van dat bandstrijkorgaan afgekeerde zijde van die zuiger met in de
    <EMI ID=19.1>
    gek&#65533;erde werkzame strijkvlakken van dat bandstrijkorgaan uitkomende lijmafvoerkanalen, alsmede over een naar die ruimte opengaande terugslagklep met een lijmtoevoerleiding in verbinding staat.
    6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat ten minste één van de bandstrijkorganen en/of elke wang van het aanslagorgaan van een verwarmingselement is voorzien.
BE1006511A 1975-03-11 1975-03-11 Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen en inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze BE826519A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE1006511A BE826519A (nl) 1975-03-11 1975-03-11 Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen en inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE826519 1975-03-11
BE1006511A BE826519A (nl) 1975-03-11 1975-03-11 Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen en inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE826519A true BE826519A (nl) 1975-09-11

Family

ID=25657496

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE1006511A BE826519A (nl) 1975-03-11 1975-03-11 Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen en inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE826519A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105151368A (zh) * 2015-08-18 2015-12-16 温州瑞润机械有限公司 全自动水平环抱式打包机
WO2021208281A1 (zh) * 2020-04-13 2021-10-21 青岛欣欣向荣智能设备有限公司 打包机用机头及打包机

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105151368A (zh) * 2015-08-18 2015-12-16 温州瑞润机械有限公司 全自动水平环抱式打包机
WO2021208281A1 (zh) * 2020-04-13 2021-10-21 青岛欣欣向荣智能设备有限公司 打包机用机头及打包机
US11724841B2 (en) 2020-04-13 2023-08-15 Qingdao Sacpack Intelligent Equipment Co., Ltd. Machine head for packing machine and packing machine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2192374C2 (ru) Устройство для автоматического пакования листового материала
US3327449A (en) Packaging compressible material
FI65749C (fi) Saett och anordning att genom pressning oeverfoera voluminoestmaterial till balar
NL8503373A (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een draad, een band, folie of een ander buigzaam omsnoeringselement om een voorwerp of een reeks op of naast elkaar geplaatste voorwerpen.
JPH05502647A (ja) 圧縮可能な荷物のための梱包機
EP1400450A1 (en) Continuous banding system for wrapping an elongated article such as a stack of interfolded paper towels
JPS61174405A (ja) 繊維製の面組織を接着する方法及び装置
BE826519A (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een band om een voorwerp of een stapel voorwerpen en inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze
US3950203A (en) Methods of applying a tape around an object or a stack of objects and devices for carrying out said method
CN107839925B (zh) 包装装置和包装方法以及打包机
EP0890510B1 (en) Band strapping device
FI97460B (fi) Menetelmä ja laite kappaleiden käärimiseksi
US20130097966A1 (en) Apparatus for joining overlapped side edges of plastic film sheet formed into elongate tube
NL1021798C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van tenminste twee banden rond een of meer pakketten.
US3955339A (en) Package banding apparatus
AU2002326212B2 (en) Method and device for strapping one or more packets with a band with label means
US2851839A (en) Machine for wrapping rolls of paper and the like
NL8701576A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een langwerpig lichaam.
DE2513668C3 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Anbringen eines Bandes um einen Gegenstand oder um eine Gruppe von Gegenständen
US20050193693A1 (en) Packing machine having prepared film connecting function
DK143260B (da) Fremgangsmaade og apparat til anbringelse af et baand om en genstand eller en stabel af genstande
AU2002326212A1 (en) Method and device for strapping one or more packets with a band with label means
JP4728053B2 (ja) 梱包機
JPH01226512A (ja) クラフト包装機の胴巻き包装装置及び方法
US20020112456A1 (en) Apparatus for strapping items with tension bands

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: ENDRA B.V.

Effective date: 19890331