BE731033A - - Google Patents

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    "Inrichting   voor het bevorderen van het opvangen van in het water drijvende   lagen"'-   - De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevorderen van het opvangen van drijvende lagen met kleinere densiteit van deze van water, meer speciaal lagen   aardoliederivaten   of dergelijke. 



   Heer speciaal nog heeft de huidige uitvinding betrek-   king   op een   inrichting   voor het bevorderen van het   opvangen   van zulke drijvende lagen als   hulpinrichting   bij   mekanische   inrich- tingen voor het opvangen van zulke drijvende lagen. 



   Zulke inrichtingen voor het   mekanisch   verwijderen van drijvende lagen maken o.a. het voorwerp uit van andere octrooi- aanvragen van dezelfde   Aanvragers.   

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 



  Bese inrichtin6n voor het verwijderen, van drijvende lagen worden in set algemeen gevormd door een tank: die al dan niet:   rechtstreeks     'voorzien   is van een aandrijving   om   haar te   'verplaatsen   in het -water,   deze   tank voorzien is van 
 EMI2.2 
 een ioaaé die gerich.t i.s naar de drijvesde laag en die is aan- . gebracht ter hoogte van'd,- ..-.-,:.....,--0 ¯¯............... voorzien nr, -..-' . -." wa'!:;er coorlope-ud -uit suDce tank te . j deren. 



     Zulke   inrichtingen worden' hetzij naar een   opgevangen   olielaag of   dergelijke   gesleept, hetzij er door eigen beweegkracht   .naar   toe   bewogen.   



   Volgens de   huidige   uitvinding zou men zulke inrichting 
 EMI2.3 
 kunnen kombineren met één of }lleer drijvende elementen die op zichzelf worden   aangedreven   en waaraan een net of dergelijke is bevestigd teneinde tegenover de   voornoemde   tank, meer speciaal 
 EMI2.4 
 tegenover de voornoeI1de inlaat van deze tank, een olielaag of dergelijke te kssses brengen of houden die door één of meer zu1ke--.n.et:ten-loteng teneinde enerzijds zulke olielaag te bel7ettën-,weg te drijven en, anderzijds, zulke olielaag naar de voornoemde inlaat te brengen. 



   De inrichting volgens de uitvinding voor het bevorderen van het opvangen   van'drijvende   lagen bestaat hiertoe hoofdzake- 
 EMI2.5 
 lijk 11 de van tenninste één net of dergelijke? ten-   ninste     één.     drijvend   element   waaraan   het voornoemd net is   'bevestigd   een   :middel   voor het ontvangen der opgevangen produkten en 
 EMI2.6 
 middelen om het voornoemd cb'i.jvend element te verplaatsen en te richten teneinde de te kapteren laag gedeeltelijk of volledig in te sluiten en haar naar de opvanginrj chting te brengen. 



   Teneinde de kenmerken van de huidige 'uitvinding   'beter   aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend 
 EMI2.7 
 karakter, een voorkeur dragende uitvoeringsvona beschreven met verwijzing naar de   bijgaande ¯tekeningen waarin:   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 ±5gnm# ' een sh-a.ti.sch isi-s- zF*er.geef% van Je sas- volgens de citvinbrtg een net is bevestigde figixnr 2 een schematisch. toepa6sisg&c'?'"'-"?2 ' " ;*.=g**fk van de iErichting volgens ce uitvin.dingg Sigaar 3 weergeeft oD welke wijze, in het voorbeeld -.>,l r--.,,. = . =>- .. " i<. 1-,richti-ng volgens de ,..-t4-...->.,.,.;;-'iv 7rry '# 'borgen 1Norden}' wa..."'1...""leer zij .c 1 .. =--:

   ¯ =¯=.=l-;tw Zoals weergegeven-i-1-figi.:P-" 1, bestaat de- inrichting volgens de uitvinding 1-toofdzake--,-ijk Uiteen drijvend element 1 -waaraan, aan de onderzijde, een buis 2 is bevestigd waarin zich een pomp 2 'bevindt die wordt aangedreven Fma1- p lchtnatnr Boor het gewicht van dit geheel bex-ont .me..'1. dat het   drijvend   element 1 steeds in dezelfde stand in het water zai drijven. 



   Achter de voornoemde buis 2, waarin al dan niet      
 EMI3.2 
 schikte middelen zijn voorzien om een versnel-Ijnsr ' ceicomen van ' de door de   :pomp .2..   afgegeven hoeveelheid   water...   is een roer 5 voorzien dat uit het lichaam treedt van de voornoemde vlotter 1. 



  Op de buis 2, enerzijds, en op het eigenlijk vlotterlichaam 1, 
 EMI3.3 
 anderzijds, zijn steunen voorzien, resrektievelijk 6 en 7, via dewelke een vork 8 draaibaar bevestigd is n'- eer-heid 1 tot .2, en dit op zodanige wijze dat de vlotter 1 met de erondb:;' <-han"er'   aandrijfinrichting   360  kan verdraaien, in de voornoemde vork   8.   



   Aan deze voornoemde vork   8   is tenslotte een net of   dergelijke 2   bevestigd dat via een ander uiteinde verbonden is met een   mekanische     opvanginrichting   voor   drijvende   lagen aard- 
 EMI3.4 
 oliederivafen of dergelijke. lB voornoemde vork 8 is, minstens vu-;

  ?. wat 'betreft het bovenste horizontaal gedeelte 10 en het vertikaal ,.",.,1 .11. hol uitgevoerd teneinde doorgang te bieden voor een liaclfitslam,   12,   enerzijds.   waar   doorheen de perslucht wordt toegevoerd die. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 de   -voornoemde   motor 4 moet   aandrijven?   en voor de elektrische leidingen   anderzijds,   via dewelke de   notor     12..

   wordt     aangedreven@,   
Tot dit doel worden de voornoemde   luchtslang   en elektrische leidingen bijvoorbeeld bevestigd aan de bovenrand van het voornoemd net 9 en worden   zij   in het vertikaal deel 11 van de vork   8   gevoerd om via het deel 10 en doorheen de   steun   in de inrichting 1 tot 5 gevoerd te worden. 



     Bij   voorkeur zullen de voornoemde leidingen echter zodanig bevestigd worden aan het net dat zij zich juist ter hoogte bevinden van de waterspiegel. 
 EMI4.1 
 



  Hiertoe zal men deel .2-hol uitvoeren en, bijvoorbeeld, voorzien van een geschikte omtreksrand 16 die draaibaar verbon- 4=n ip rne-'t PP.f1 z31e on de -vork-8 wordt aangebracht om alzo een verbinding te bekomen tussen de vlotter 1 en de vork 8. 
 EMI4.2 
 De s1.a.ng 12. is via een geschikte draaibare koppeling   ,12 -verbonden     met   een leiding 18 die rechtstreeks uitgeeft op de motor 15. 



   Le   overbrenging van   de elektrische stroom doorheen de draaibare verbinding 16 zal bijvoorbeeld kunnen gevormd worden 
 EMI4.3 
 do2r slee:rr.!n!:::: die hiertos in de steun Y zijn aangebracht en 4ie *1,i#4voirbeeld 7,1*in-2Lin Je vork 8, terwijl t o,v. de ste.nn i sleepkJnt;ikte; zijn bevestigd die met de geleiders 19-20 zijn   verbonden.   
 EMI4.4 
 



  Het net kan op zichzelf gebruikt worden tegelijker- tijd als opvangsiddel voor de te verzamelen laag aardolie of aergelike en nls trekorgaxn dat de vercinding vormt tussen de aJ:111f.rl j!i11----ichting volgens de uitvinding en de OPV8.ngir.rlCt..- t1--..g voor zulke laag. 



  Eveneens kan langs het net ± een bijkomende kabel voorzien die de eigenlijke trek opneet zoda-t' da funktie v-an het net alzo beperkt tot het bijeenhOlil'fei1. v de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 drijvende laag. 



   Tenslotte zal men op onderling regelmatige afstanden het voornoemd net nog voorzien van vlotters 21 waarin stangen. of dergelijke 21' teneinde zulk net op de juiste   'wijze   in ht 
 EMI5.1 
 water te honden t.o.v. de 'bijeen te houden laag. 



  In figtur 2 is op schematische wijie weergegeven op welke wijze een olievlek of dergelijke 22 ,:orde opgevangen volgens de uitvinding.. 



   Hiertoe bevestigt men aan een   mekanische   opvanginrich- ting 23 voor zulke   lagen 22 twee   netten   die ieder   voorzien zijn van een eigen aandrijving 1 tot 20. 
 EMI5.2 
 



  Be nekanische opvanüirwichting wordt in dit geval gevo-d door twee vaartuigen 24- # waartussen een vergaartank 26 is oevest:i±d die voorzien is. ter hoogte van de v.. a:ters-oieR:el.- van een inlaat 2?- Vanop -het vaartuig 21-21 wordt zowel de pomp 3. als het   roer 5   geschikt aangedreven teneinde de netten   zoals   getekend in   figuur   2, omheen   zulke   laag   22   te brengen en deze 
 EMI5.3 
 te omziu:14'en en haar naar de opening 27 te brengen. le   besturing   op het vaartuig 1 tot 20 zelf is zeer 
 EMI5.4 
 eenvoudig. Inderdaad volstaat het de paD;- 2. aan te drijven os het -water door de bass 2 te sturen en alzo de VOOT<1.i tga...'1g te bekomen vaR dit en =5e richting van het vaartuig te kontroleren door het geschikt verdraaien van het roer 5. 



     Het   is   vanzelf sprekend   dat de netten 9 uit meerdere   delen   kunnen   gevormd     narden,.   bijvoorbeeld   ieder   van de orde van 
 EMI5.5 
 -0 meter, di--, a:fhanke1.ijk van de grootte der olielaag, aan elkaar ku..."'1ren verbonden worden.. 



  In'figuur 3 is schessLtis-sh weergegeven dat de inrich- tiKg<sn 1 tot 20. warmper zij niet gebruikt worden eenvoudig kunnen worden in de dite tussen de vaartuigen 28-µt± , azü=te= de tank 26 wordt gelaten. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 



  In een andere T2itvoeringsvons zou men de vork ê als roer kuren doen dienen door bijvoorbeeld door middel van de motor 12. en een geschikte overbrenging deze vork op gese-- wijze te verdraaien t.o.v. de   vlotter   1. 
 EMI6.2 
 



  'Vanzelfsprekend zou de Hcr 1vi?E van zulke eenheid op iedere andere geschikte wi- -4- - zielen bekoren worden, bijvoor- beeld door een ^¯¯- .= ure li, eer straalpijp is genonteerd en die '-¯ .=gedre-ren door een hydraulische motor, via een leidir.g voor fluidum onder druk. 



   Eveneens zou de motor 15 door ieder andere motor kun- nen vervangen worden   'bijvoorbeeld   door een hydraulische of pneumatische motor. 



   De   huidige   uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven uitvoering, doch zulke   inrichting   kan in allerlei vormen en   afmetingen   worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden. 



   EISEN. l.-   Inrichting   voor het bevorderen van het   opvangen   van drijvende lagen waarvan de densiteit kleiner is dan deze 
 EMI6.3 
 van water, met het kenners dat zij hoofdzakelijk bestaat in ce koEfbina.tie van ten r-iiis te één net of dergelijke; ten minste 14.. ' . '---.." - - " #n.aïi.t vocmoend Net is bevestigde een miédel voor het ontvangen der .;)pgYc:;...6"' prodnkten en een middel om het   voornoemd   drijvend element te verplaatsen en te richten teneinde de te karteren laag gedeeltelijk of volledig 
 EMI6.4 
 in te sluiten en haar eventueel naar de opvanginrichting te brengen. 



  2.- Inrichting volgens eis 1, set het ken=:exk dat zij 1#oDféztkelij% ..W.....,:., 'aJ-i* een net dat set éój v4el4e verbonden is aan de irrichting die de te kapteren produkten zal **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.

Claims (1)

1. opvangen en waarvan het ander uiteinde voorzien is van middelen EMI6.5 die zulk net in de geschikte richtisg kunneja voortbewegen en <Desc/Clms Page number 7> verplaatsen 3.- Inrichting volgens eisen 1 en 2, met het kenmerk EMI7.1 dat het voornoemd net op regelmatige afstander- en ter hoogte van de waterspiegel voorzien is van -vlotters.

   4.- Inrichting volgens eisen 1 en 2, met het kenmerk EMI7.2 dat de aandrijfinriehting voor zulk net gevormd is door een drijvend element dat voorzien is van een aaridrijvir-ggniddel, enerzijds, en een stuurinrichting, ande¯rf.:3ás: r¯-=--s : ne aandrijving en deze -besturing van op afstand geschieden, meer speciaal van op de eigenlijke opvanginrichting. EMI7.3

   5.- Inrichting volgens eis 4, met het kennerk dat de aandrijving van de voornoemde w c^is o,,:::;;>c.u.:!.t:G.t; ".i..<::. een - straalpijp die onder het drijvend element is opgehangen en waarin, een pomp ils aangebracht die wordt aangedreven. 1 7. ""'1nrt", van een luchtmotor.

   6.- Inrichting volgens eis 4, met het kenmerk dat de EMI7.4 -aandrijving van de voornoemde inrichting gescID wd , vi,. schroef gemon1:eerd in een straalpijp ,", "" ¯ .-.- Bet drijvend element is opgehangen.

   7..- Inrichting volgens ei s 6 met het ker: z- de c;^;e;d schroef wordt aangedreven door een hydraulische motor. EMI7.5 P<- Inrichting volgens eis 4-, set het kenmerk dat de i?eS''??:r, >fa.."1 de inrichting bekomen wordt door een rD.' .:..:; 0;:: geschikte wijze kan verdraaid werden, via een vanop afstand bediende elektrische motor. EMI7.6

   - Z3r .'?.'.:". volgens eis 4, met het 1èmerk dat 6e lHSiI!5 van. de inrichting bekC!:1en '5?ar't gt; :a:.:. fi., - ;1...( v9±'3 ''S aa;1gedre'.re.c:. doet een .á!^:i.r3''.. Gt ;T i''.T's.'.'^ i.'.Ci3 motor.

   10<- Inrichting volgens een. of Beer voorgaande eisen.- met het 2=eikne=k t. zij via &en verticale ste-c.l1 horizontaal en - draaibaar is opgehangen in een vork. <Desc/Clms Page number 8>

   11.- Inrichting volgens eis 10, met het kenmerk dat zij een verdraaiing kan ondergaan van 360 .

   12.- Inrichting volgens een of meer voorgaande eisen, met het kenmerk dat aan de voornoemde vork het overeenstemmend uiteinde van een net is bevestigd.

   13.- Inrichting volgens een of meer voorgaande eisen, met het kenmerk dat de liedingen yoor de aandrijving van de voortstuwmotor en van het roer passeren doorheen de holle steun waarmede de inrichting in de voornoemde vork is opgehagen, waarbij deze leidingen verder passeren doorheen een gedeelte van de voornoemde vork en vervolgens, bij voorkeur langs de waterlijn,van het net tot aan het vaartuig voor het ontvangen van de te kapteren laag, zijn verlengd.

   14.- Inrichting volgens een of !:leer voorgaande eisen, met het kenmerk dat het voornoemd net, per inrichting, bestaat uit meerdere delen, bijvoorbeeld ieder van de orde van 50 m lengte, die op geschikte wijze met elkaar kunnen verbonden worden t.o.v. de grootte van de olielagen of dergelijke.

   15.- Inrichting volgens een of meer voorgaande eisen, met het kenmerk dat per opvanginrichting twee netten zijn -voorzien die afzonderlijk worden aangedreven.

   16.- Inrichting voor het bevorderen van het opvangen van in het water drijvende lagen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand 'beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.