<Desc/Clms Page number 1>
Kweekbak.
De uitvinding betreft een kweekbak voor zaai- of plantgoed, ten dienste van tuinders en kwekers.
In Kwekerijen is het gebruikelijk om zaai- of plant- goed eerst gedurende een aantal weken voor te kweken in kweek- bakken, die in een daarvoor geschikte ruimte zijn opgesteld.
De tot dusver gebruikelijke kweekbakken bestaan gewoonlijk uit houten kistjes. Deze hebben het bezwaar, dat bij het uit- planten in de open grond of in kassen de plantjes een voor één uit de kweekbakken moeten worden genomen en in de grond geplaatst, hetgeen een omvangrijk en tijdrovend werk is.
Men heeft ook reeds voorgesteld om elk plantje in een af- zonderlijke dikwandige pot van geperste turf of een dergelijk materiaal aar. te brengen, welke potten dan bij het uit- planten in de grond worden geplaatst. Ook hier blijft het bezwaar bestaan, dat de plantjes bij het overplanten stuk voorts voor stuk moeten worden behandeld, terwijl@de opslag en het transport van de massieve potten omslachtig is.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding beoogt een kweekbak te verschaffen, die de genoemde bezwaren ondervangt.
De kweekbak volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de bak een dunne wand heeft van een onder invloed van vocht verwekend materiaal, zoals geperste turfmolm, en door in de bakbodem gevormde evenwijdige opstaande ruggen in een aantal zich over de bakbreedte uitstrekkende, trogvormige vakken is verdeeld, waarbij de kammen van de ruggen breek- lijnen vormen, waarlangs de afzonderlijke vakken van de bak afgebroken kunnen worden. In de kas worden de bakken met het daarin gebrachte zaai- of plantgoed bijvoorbeeld op etprnict- platen of kunststofmatten ondersteund en in rijen boven elkaar geplaatst. Bij het uitplanten worden de bakken als geheel getransporteerd en te bestemder plaatse langs de kammen der ruggen afgebroken, waarna de aldus verkregen losse vakken in evenwijdige rijen op afstand van elkaar in de grond worden gebracht.
De wortels kunnen daarna gemakkelijk door de vak- wanden heendringen, zonder dat deze groeistorend werken.
De kweekbak volgens de uitvinding bezit derhalve de voordelen van de bekende houten kweekbakken voor wat betreft de gemakkelijke stapelbaarheid en transporteerbaarheid, maar vereenvoudigt het uitplanten aanzienlijk, daar de plantjes nu niet één voor één uit de kweekbak behoeven te worden genomen, maar de in elk vak van de kweekbak geplaatste plantjes gezamenlijk en tezamen@met de bakdelen in de grond kunnen worden geplaatst. De grootte der verschillende vakken en het aantal daarin te kweken .plantjes kan naar gelang van de omstandigheden verschillend zijn.
Bij voorkeur zijn volgens de uitvinding ter verstijving van de kweekbak twee naast elkaar liggende ruggen
<Desc/Clms Page number 3>
op één of meer plaatsen door in de bakbodem gevormde dwars- ruggen van kleinere hoogte verbonden. Voorts kunnen de in de bakbodem gevormde ruggen een ongeveer driehoekig profiel hebben, zodanig, dat de bakken in elkaar passend gestapeld kunnen worden. Door deze stapelbaarheid nemen de kweekbakken bij opslag en vervoer slechts een kleine ruimte in beslag.
Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de kweekbak zal de uitvinding nader worden toegelicht, waarbij nog andere bij voorkeur toegepaste constructieve bijzonderheden ter sprake zullen komen.
Fig. 1 is een bovenaanzicht van de kweekbak; fig. 2 is een zij-aanzicht, en fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1.
De afgebeelde kweekbak heeft een rechthoekige vorm van bijvoorbeeld 45 bij 32 cm bij een hoogte van 3 cm. De bak is vervaardigd van geperste turfmolm of een ander geschikt vezelig materiaal, dat bij bevochtiging week wordt, zodat de plantenwortels er gemakkelijk doorheen kunnen dringen.
De bak heeft schuin opstaande zijwanden 1 en 2, die aan de bovenzijde in horizontale randdelen 3 en 4 overgaan.
In de bodem van de bak zijn op gelijke afstanden van elkaar evenwijdig lopende ruggen 5 gevormd, die zich over de gehele bakbreedte tussen de zijwanden 1 uitstrekken en een gelijke hoogte hebben als de zijwanden 1 en 2. De ruggen hebben in doorsnede een driehoekige vorm met afgeronde top, waarbij de zijden van de ruggen evenals de zijwanden van de bak een hoek van ca. 15 met de verticaal insluiten. Tussen de ruggen liggen trogvormige vakken 6 ingesloten.
Ter verstijving van de bak zijn in de bodem voorts een aantal
<Desc/Clms Page number 4>
korte dwars ruggen 7 aangebracht, die een kleinere hoogte hebben dan de lange ruggen 5 en zich telkens tussen twee naast elkaar gelegen lange ruggen uitstrekken. Elk vak 6 wordt aldus aoor twee lage dwarsruggen 7 in drie gelijke delen, verdeeld.
De bak kan men zich op de beschreven wijze uit een geprofileerde plaat vervaardigd denken, die overal dezelfde dikte heeft. Hierdoor ontstaan aan de onderzijde van de bak verdiepingen, die met de opstaande bakdelen corresponderen, zodat een aantal bakken in elkaar passend gestapeld kan worden.
Bij toepassing van de beschreven kweekbak worden de trogvormige vakken 6 met aarde gevuld en daarin het zaai- of plantgoed geplaatst. Door de vochtige aarde wordt het materiaal van de bak zacht, maar zolang de bak, bijvoorbeeld door een vlakke plaat ondersteund, in de kas staat zullen de wortels der plantjes niet door de vakwanden heendringen, omdat de buitenzijde daarvan aan de lucht betrekkelijk droog blijft, althans niet met vochtige aarde in aanraking ligt. Anderzijds is het door de verweking van het materiaal gemakkelijk mogelijk om bij het uitplanten van het zaai- of plantgoed de bak langs de kammen der lange ruggen 5 door te breken, zodat dan gescheiden trogvormige vakken worden ver- kregen, die als geheel in op de gewenste afstand van elkaar liggende evenwijdige rijen in de grond kunnen worden ge- plaatst.
De vakken kunnen derhalve bij het uitplanten stuk voor stuk strooksgewijze van de bak worden afgebroken. Door de wortels der plantjes wordt de aarde in de vakken tot een kluit bijeen gehouden, waardoor een afgebroken vak voldoende stevigheid bezit om zonder gevaar voor breuk te @
<Desc/Clms Page number 5>
worden gehanteerd. Daarbij kunnen de bakken liggend op een plaat of mat, en eventueel gestapeld, in hun geheel van de kas naar de plaats, waar het uitplanten moet geschieden worden getransporteerd.