<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op de techniek van het tappen onder druk van vloeistoffen van allerlei aard, meer in het bijzonder van drankeno
Het belangrijkste voorbeeld wordt gegeven door het tappen van bier van het vat. Volgens de gebruikelijke methode wordt het uitstromen van het bier door de leidingen verzekerd, door het vat onder druk te zetten.
Het drukgas, in het algemeen gevormd door koolzuuranhydride, wordt rechtstreeks, d.w.z. in rechtstreekse aanraking met het bier, in de vaten toege- laten.
Zoals welbekend heeft deze rechtstreekse aanraking talrijke moeilijk- heden tengevolge. Bovendien is deze methode in de praktijk onbruikbaar voor het tappen van andere dranken, zoals melk, chocolademelk, koffie, soep, enz....
In overeenstemming met de tegenwoordige economische ontwikkeling is het echter meer en meer van belang, dat men vloeistoffen van allerlei soort kan tappen, in het bijzonder in automatische tapinrichtingen met muntinwerping.
Men heeft reeds inrichtingen voorgesteld, waarbij het mogelijk is, een rechtstreekse aanraking tussen het bier en het druckgas te vermijden, door in het bijzonder gebruik te maken van een stijfwandige ton, vat of fust, waarbinnen een elastische binnenwand is aangebracht, die als het ware een door het inbren- gen van het bier opgeblazen zak of balg vormt, en door zijn elasticiteit op het bier een rechtstreekse druk uitoefent. Bij deze methode is men verplicht, de elastische zak permanent in gespannen toestand te houden, hetgeen een nadelige invloed uitoefent op het behoud ervan. Bovendien is de sterk gespannen elastische wand betrekkelijk doorlaatbaar en wordt hij in elk geval aanzienlijk verzwakt, zodat de genoemde doorlaatbaarheid snel toeneemt.
Tenslotte is het ook gemakke- lijk in te zien, dat de door een aldus gespannen vlies van elastische stof uit- geoefende druk tijdens het ledigen van het vat sterk veranderlijk is, welke druk geleidelijk afneemt, naarmate de inhoud kleiner wordt, zodat het moeilijk of zelfs onmogelijk is, het vat geheel te ledigen. Bovendien kan een dergelijke per- manent op de vloeistof inwerkende druk op bepaalde vloeistoffen een nadelige invloed uitoefenen.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een nieuwe werkwijze te verschaffen, waarbij het op zeer eenvoudige wijze mogelijk is, de voordelen der bekende methoden te behouden, terwijl tegelijkertijd de hiervoren genoemde bezwaren stelselmatig uit de weg geruimd worden.
Overeenkomstig deze werkwijze worden de vloeistoffen, althans bij benadering, onder atmosferische druk gehouden en worden zij van aanraking, het- zij met een drukgas of met de in het vat aanwezige lucht, verre gehouden, ter- wijl zij niettemin met evenveel gemak onder druk getapt kunnen worden, als bij toepassing van een neutraal drukgas het geval is.
De werkwijze volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak hierin, dat men de vloeistof, die op een later tijdstip getapt moet worden, in een elas- tische zak of balg invoert, welke' binnen een stijfwandige kamer is aangebracht, en dat men op het gepaste ogenblik tussen de genoemde elastische wand en de ge- noemde stijve kamerwand een drukmedium inbrengt.
Het tappen van de in de elastische omhulling opgesloten vloeistof geschiedt dus onder druk, die door het drukmedium van buiten af op de genoemde elastische wand wordt uitgeoefend. Naarmate meer vloeistof afgetapt wordt, trekt de elastische wand zich onder invloed van de erbinnen optredende relatieve on- derdruk steeds meer samen, waarbij de door deze wand begrensde ruimte echter steeds practisch geheel gevuld is met vloeistof, welke laatste bijgevolg gevrij- waard blijft tegen elke aanraking met de buitenatmosfeer.
Deze werkwijze maakt het mogelijk, een exploitatie met uiterst een- voudige middelen tot stand te brengen, aangezien daartoe slechts nodig is, gebruik te maken van geheel gesloten tonnen, fusten of soortgelijke vaten, daarin een om-
<Desc/Clms Page number 2>
hulsel van geschikte elastische stof aan te brengen, genoemd omhulsel aan te sluiten op een afvoerleiding die naar de tapinrichting loopt, en de stijve buitenwand te voorzien van een invoeropening, waardoor een geschikt drukmedium, bijvoorbeeld water kan worden toegevoerd.
Men kan deze toevoeropening voor het drukmiddel hetzij permanent open laten, zodat de te tappen vloeistoffen voortdurend onder druk blijven, ofwel kan men gebruik maken van een dubbele kraan, welke zowel het toelaten van drukmiddel binnen de stijve kamerwand, alsook het aftappen van de drank zodanig bestuurt, dat de gelijktijdigheid dezer besturingen gewaarborgd iso Een enkele bron van drukmiddel is natuurlijk voldoende om een onbepaald aantal volgens de werkwijze der uitvinding ingerichte vaten te besturen.
Ook kan het tappen van de drank via een doseerinrichting geschieden, welke laatste desgewenst met een verwarmings- dan wel een koelinrichting voorzien kan worden, teneinde aldus hetzij hete, hetzij koude dranken in afgepaste hoeveelheden te kunnen afgeven.
De fusten en vaten kunnen allerlei verschillende vormen en afmetingen hebben, terwijl ook de inrichtingen voor het inbrengen van een drukmiddel tussen de stijve en de elastische wanden op allerlei verschillende wijzen kunnen worden uitgevoerd.
Uitsluitend met het doel, de kenmerken van de werkwijze en de inrichtingen volgens de uitvinding beter te doen begrijpen, en dus zonder enige beperking der uitvindingsgedachte, zullen enkele uitvoeringsvormen in het hiernavolgende meer in bijzonderheden beschreven worden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, waarbij: figuur 1 de werkwijze volgens de uitvinding in zo beknopt mogelijke vorm weergeeft ; figuur 2 een installatie voor het tappen van dranken schematisch weergeeft ; figuur 3 een bepaalde inrichting van de tapkraan, in radiale doorsnede, op grotere schaal weergeeft; figuur 4 een uitvoeringsvariant in beknopte vorm schematisch weergeeft ; figuur 5 een beknopte schematische voorstelling is van een tapinrichting voor afgepaste hoeveelheden.
Zoals in de meest beknopte vorm in figuur 1 is weergegeven, bestaat de werkwijze volgens de uitvinding hierin, dat een elastische wand 1 in een stijfwandig omhulsel 2 wordt aangebracht, en dat tussen deze beide wanden 1-2 een drukmiddel wordt ingebracht. Voor het aftappen is de elastische omhulling 1 op een afvoerleiding 3 aangesloten, terwijl het stijve omhulsel 2 voorzien is van een toevoer 4 van het drukmiddel. Dit laatste werkt op gelijkmatige wijze in de gehele ruimte, welke van binnen door het elastische omhulsel 1 en aan de buitenzijde door het stijve omhulsel ¯2 begrensd wordt. Het elastische omhulsel 1 brengt de druk over op de vloeistof L, welke aldus gedwongen wordt, door de leiding 3 naar buiten te vloeien.
Op de leidingen 3-4 kunnen hetzij individuele afsluit- of besturingsinrichtingen aangesloten worden, dan wel kunnen deze leidingen synchroon bestuurd worden door één enkele inrichting.
Zoals in figuur 2 schematisch is aangegeven, kan het stijve uitwendige omhulsel 2 gevormd worden door een houten of metalen vat, waarbinnen het elastische omhulsel 1 is aangebracht. Dit laatste heeft een opening 5 alwaar een spon 6 is bevestigd, die uitloopt in een afvoerpijp 7, welke door een kraan, bijvoorbeeld zoals weergegeven bij 8, kan worden bestuurd. Op de afvoerpijp is een buigzame of onbuigzame leiding 2 aangesloten, welke naar de tapkraan 10 voert.
Het vat 2 is anderzijds voorzien van een door een kraan 12 bestuurde pijp 11, die, door middel van een -buigzame of onbuigzame leiding 13, bijvoorbeeld een leidoor middel van een buigzame onbuigzame leiding bijvoorbeeld op een lei-
<Desc/Clms Page number 3>
ding voor water onder druk kan zijn aangesloten. De waterdruk dringt door tussen
EMI3.1
de buigzame en onbuigzame wanden, respectievelijk 1 en 2, en bi-openen van de tapkraan 10 kan de binnen het buigzame omhulsel 1 aanwezige vloeistof aldus wor- den afgegeven.
Het kan nuttig zijn, dat in de afgegeven drank een zekere hoeveel- heid lucht wordt opgenomen. Te dien einde kan aan de eigenlijke kraan 10, zoals in figuur 3 schematisch weergegeven is, een speciaal verlengstuk 14 aangezet worden, welke zijdelings aangebrachte kanalen 15 bevat, waardoor tijdens het uitstromen van de vloeistof lucht wordt aangezogen. Een zelfde effect kan natuur- lijk ook met allerlei andere middelen bereikt worden.
Overeenkomstig de uitvinding kan eveneens gebruik gemaakt worden van vaten van geheel andere aard dan fusten of tonnen. Zó kan met bijvoorbeeld, zoals in figuur 4 schematisch weergegeven is, gebruik maken van een stijfwandig vat 16, bijvoorbeeld in de vorm van een emmer, bus of soortgelijk vat, met een vast daarop bevestigde met behulp van een dichtingsvoeg 18 waterdicht afsluitend deksel 17, waarvan de sluiting bijvoorbeeld door de aandrukeiementen .12 wordt verzekerd,
Binnen in dit vat is een elastische zak 20 aangebracht, welke is
EMI3.2
aangesloten op een afvo8:l!1;&iding 21, welke naaide tapkraan 22 loopt.
De uitvinding'maakt het eveneens mogelijk op rationele wijze te komen tot een afgifte van ved.e of afgekoelde dranken, alsmede het afgeven van
EMI3.3
dranken in voorafbepaaide'oeveelheden. Voor het afmeten van de te tappen hoeveelheden behoeft men slechts tussen het kenmerkende vat, dat het . hoofdonderwerp van de uitvinding vormt, en de tapkraan, een tussengelegen vat in te schakelen, waarvan de inhoud gelijk is aan de te tappen hoeveelheid.
Voor en achter dit tussenvat zijn twee kranen of afsluiters aangebracht. Aldus wordt het mogelijk, dit tussenvat eerst geheel te vullen, om het
EMI3.4
vervolgens te laten leeglopen, nadat men het van het hoofdrese3-voir afgesloten heeft. Deze verschil1endS--bedien1ngshandelingen kunnen met behulp van afzonder- lijke kranen of afsluiters verricht worden, of wel bijvoorkeur met behulp van één gecombineerde kraan of afsluiter, die verschillende kenmerkende standen heeft
EMI3.5
welke achtereenvo1.gens overeenkomen met:
sluiting van de tapkraan en de afvoer- kraan ,van het doseervat, sluiting van de toevoerkraan van het doseervat alsmede inschakeling-van de veywarmings# of afkoelinrichting, opening van de afvoerkraan en de tapkraan, waarbij de- toevoerkraan gesloten blijft, en sluiting van de af- voerkraan en tapkraan alsmede opening van de toevoerkraan.
Het is natuurlijk mogelijke ook andere programindelingen toe te pas- sen. hetgeen vooral zal afhangen van de eigenschappen van de verwarmings- res-
EMI3.6
pectievelijk'a.fkoelinriohting, welke kan zijn ingericht voor permanente werk- zaamheid, dan wel voor bestuurde intermitterende werking.
Een dergelijke inrichting is in zeer beknopte vorm in figuur 5 schematisch weergegeven, waarbij de door een kraan of afsluiter 24 bestuurde
EMI3.7
tapleiding 23 uitloopt in een doseervat 25, vanwaar een andere leiding 26 naar de tapkraan 27 loopt..
Het voor het afmeten gebruikte tussenvat 35¯ wordt omgeven door de schematisch als spiraalleiding 28 weergegeven verhittings- of koelinrichting.
Indien de tapleiding 26 te lang zou worden, dan kan aan de uitgang van het do- seervat 25 nog een afvoerkraan worden aangebracht.
Zoals met ziet is het mogelijk, de installaties, waarin de werkwij- ze volgens de uitvinding'wordt toegepast, op vele, zeer verschillende wijzen in te richten, ten einde oppeenvoudige en zeer doeltreffende wijze te komen tot in- richtingen voor het tappen van alle mogelijke soorten vloeistoffen, respectieve- lijk dranken. Het zal natuurlijk wel noodzakelijk zijn, in elk afzonderlijk ge- val een aangepaste keuze te doen voor de leidingen, kranen, verwarmings- of af-
<Desc/Clms Page number 4>
koelingsmiddelen alsmede voor de besturingsinrichtingen van de installatie, wel- ke keuze echter geheel binnen het bereik ligt van elke vakman, die kennis geno- men heeft van de essentiële gegevens van de werkwijze en inrichting volgens de onderhavige uitvinding.
In dit verband is het duidelijk, dat ook de middelen, waardoor de ruimte begrepen tussen de stijve buitenwand en de elastische binnenwand onder druk gebracht wordt, voor velerlei verschillende verwezenlijkingen vatbaar is.
Men kan hiertoe van elk geschikt drukmiddel gebruik maken. In een gunstige uit- voeringsvorm wordt deze druk opgewekt door het toevoeren van water onder druk.
Dit water kan afkomstig zijn van een eenvoudige aansluiting aan een verdeellei- ding voor water onder druk. Ook kan men de genoemde ruimte in verbinding brengen, via een daartoe geschikte leiding, met een waterreservoir, dat op een bepaald, door de vereiste druk bepaald niveau geplaatst iso In het algemeen werkt het druk- middel rechtstreeks op de elastische wand ino Het is echter eveneens mogelijk in het vat met onbuigzame wand één of meer eveneens onbuigzame beweeglijke wan- den aan te brengen welke op de zak of balg van elastische stof inwerken.
De werkwijze volgens de uitvinding is in zekere zin onafhandelijk van de druk- en andere middelen, welke voor het onder druk zetten gebezigd wor- den, waarbij echter het gebruik van water onder druk als meest economische op- lossing de voorkeur verdient.
EISEN. j. Werkwijze voor het tappen van vloeistoffen, met het kenmerk, dat deze in hoofdzaak hieruit bestaat, dat men de vloeistof, die op een later tijd- stip getapt moet worden, in een elastische zak of balg inbrengt, welke binnen een stijfwandige kamer is aangebracht, en dat men op het gepaste ogenblik tussen de genoemde elastische wand en de genoemde stijve kamerwand een drukmedium in- brengt.
2. Werkwijze volgens eis 1, met het kenmerk, dat deze in hoofdzaak hierin bestaat, dat men de vloeistof, die op een later tijdstip getapt moet worden, in een elastische zak of balg inbrengt, welke binnen een stijfwandige kamer aangebracht is, en die met de tapkraan in verbinding gesteld wordt, en dat men tussen de elastische wand van de zak of balg en de onbuigzame buitenwand een drukmiddel zodanig inbrengt,'dat de daarin heersende druk door de elastische zak of balg op de zich daarin bevindende vloeistof wordt overgebracht welke dien- tengevolge in door bediening van de tapkraan bestuurde hoeveelheden naar buiten geperst wordt.
3 Werkwijze volgens eis 1 of 2, met het kenmerk, dat de ruimte be- grepen tussen de onbuigzame buitenwand en de elastische binnenwand in verbinding gesteld is met een toevoer van water onder druk.
4. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens eis 1, met het kenmerk, dat deze in hoofdzaak bestaat uit een stijfwandig vat voorzien van tenminste één door een kraan of afsluiter bestuurde toevoer van een drukmiddel alsmede van een aan de binnenzijde aangebrachte zak of balg van elastisch mate- riaal, dat chemisch neutraal is ten opzichte van de te tappen vloeistof, welke zak of balg aan tenminste één eveneens door een kraan of afsluiter bestuurde afvoerleiding aangesloten iso
5. Inrichting volgens eis 4, met het kenmprk, dat de zak of balg van elastische stof zodanige vorm en afmetingen heeft, dat hij in gevulde toe- stand althans bij benadering met zijn gehele oppervlak tegen de binnenwand van het onbuigzame buitenvat aanligt. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.