<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas, voorzien van een gestel met een aantal harkwielen, terwijl het gestel bestaat uit twee delen, die ten opzichte van el- kaar in vertikale richting kunnen bewegen, en wordt onder- steund door althans één loopwiel, dat nabij de verbinding van de twee delen met het gestel is verbonden. Inrichtingen van deze soort, die door hun vaak grote lengte uit twee @ delen bestaan, welke ten opzichte van elkaar in vertikale
<Desc/Clms Page number 2>
richting kunnen bewegen om een aanpassing van de in- richting aan oneffen terrein mogelijk te maken, zijn algemeen bekend.
Een nadeel van deze inrichtingen kan onder bepaalde omstandigheden zijn, dat de in horizontale richting vast met het gestel verbonden loopwielen aan de achterzijde van de inrichting zijn aangebracht, waardoor zij betrekkelijk moeilijk in bochten bestuurbaar zijn en de harkwerking tijdens het rijden in bochten minder goed kan zijn. Ook kunnen de zijdelingse krachten, die op een dergelijke inrichting werken, betrekkelijk moeilijk op- genomen worden, waardoor een zijdelingse verplaatsing van de inrichting tijdens het voortbewegen kan ontstaan, het- geen een regelmatige harkwerking nadelig beinvloedt. '
Het doel van de uitvinding is deze nadelen te onder- vangen.
Hiervoor is volgens de uitvinding het loopwiel tijdens het bedrijf van de inrichting in horizontale richting vaat met het gestel verbonden en althans nabij de weerstandslijn van de inrichting gelegen. Hiermede wordt bereikt, dat de zijdelingse krachten, die op de inrichting werken, door het loopwiel, dat tijdens het bedrijf van de inriohting in horizontale richting vast met het gestel is verbonden, gemakkelijk opgenomen kunnen worden en een zij- delings slippen van de inriohting wordt voorkomen. Tevens
EMI2.1
:\ zullen .'hierdoor bij het rijden in bochten de harkwielen hun harkwerking nog goed uitvoeren.
Om een gunstige constructie voor het aan elkaar ver- binden van de twee delen te verkrijgen, is het volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding van voordeel, als de twee delen door middel van een horizontale scharnieras met el- kaar zijn verbonden.
<Desc/Clms Page number 3>
Een constructief gunstige uitvoeringsvorm wordt verkregen, indien de inrichting is voorzien van een arm, waarop de kracht voor het voortbewegen van de inrichting kan worden uitgeoefend, terwijl het loopwiel, dat nabij de verbinding van de twee delen van het gestel in horizon- tale richting vast met het gestel is verbonden, aan het deel van het gestel is bevestigd, waaraan de arm is ver- bonden.
De uitvinding kan vooral met succes worden toegepast, wanneer de arm op het einde van de inrichting is aangebracht, waarbij de kracht voor de voortbeweging aangrijpt in een punt, dat op enige afstand van de weerstandslijn is gelegen, bijvoorbeeld een afstand, die ongeveer even groot is als de diameter van een harkwiel, daar bij inrichtingen, waar- bij de kracht voor de voortbeweging in een punt aangrijpt, dat op enige afstand van de weerstandslijn is gelegen, zijdelingse slip kan optreden. Om de weerstand tegen het zijdelingse slippen te vergroten is het volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding van voordeel, dat op het deel van het gestel, waarmede het loopwiel is verbonden, althans een gedeelte van het gewicht van het andere deel van het gestel verend wordt overgebracht, waardoor de be- lasting van dit loopwiel door het gewicht van de inrichting wordt vergroot.
Om de werkbreedte van de inrichting te kunnen wijzigen kan het gewenst zijn, dat een deel van het gestel omhoog geklapt kan worden, waarbij de met dit deel verbonden harkwielen vrij'van de grond komen en dus buiten bedrijf worden gesteld,
<Desc/Clms Page number 4>
Een goed overzicht op het werk wordt verkregen als de gestelbuizen van de -twee delen in hoofdzaak horizontaal zjn gelegen, terwijl tevens een gunstige belasting van dq gesteldelen wordt verkregen.
Een gunstige aanpassing aan de oneffenheden van het terrein van de twee delen van het gestel wordt vooral verkregen, wanneer naast het deel van het gestel, waaraan het loopwiel is bevestigd, ook het andere deel van het gestel althans gedeeltelijk wordt ondersteund door een loopwiel, waardoor elk deel zich aan de oneffenheden kan aanpassen.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening, die een gunstig uitvoerings- voorbeeld van de uitvinding weergeeft.
Volgens de figuur, die een bovenaanzicht is van een inrichting volgens de uitvinding, bestaat het gestel uit twee delen 1 en 2, die door middel van een horizontale as 3 scharnierend met elkaar zijn verbonden. Deze scharnier- as ligt in de werkstand van de inrichting als zijaanvoer- hark of in de transport stand nagenoeg dwars op de rij- richting. Het gesteldeel 1 is voorzien van dragers 4 en 5, die door middel van vertikalscharnierassen 6 en 7 met het gesteldeel 1 zijn verbonden. Op de drager 4 zijn harkwielen 8 en 9 en op de drager 5 harkwielen 10 en 11 aangebracht.
Het gesteldeel 2 is voorzien van een drager 12, die door middel van een vertikale scharnieras 13 met dit gesteldeel is verbonden. Op de drager 12 zijn harkwielen 14 en 15 aan- gebracht. De gesteldelen zelf liggen nagenoeg op de hoogte van de naven der harkwielen.
<Desc/Clms Page number 5>
Nabij de verbinding van de twee delen van het gestel wordt het gesteldeel 1 ondersteund door een loopwiel 16, dat door middel van een vertikale as 17 met dit gesteldeel is verbonden. Het loopwiel 16 wordt echter door middel van een grendelpen 18 tegen horizontale verdraaiing om de scharnieras 17 ten opzichte van het gesteldeel 1 vergren- deld, waardoor dit loopwiel 16 dus een richtingbepalend loopwiel is en zijdelingse krachten, die op de inrichting worden uitgeoefend, kan opnemen.
Het gestel wordt verder nog ondersteund door drie loopwielen 19, 20 en 21, die respectivelijk zijn verbonden met de dragers 4,5 en 12. De uitvoering is echter zodanig, dat na verwijdering van het achterste gesteldeel het voorste gestel- deel een geheel zelfstandige door loopwielen ondersteunde inrichting vormt. Met de drager 4, die om het harkwiel 8 is heengevoerd, is een arm 22 verbonden, waarop de kracht voor de voortbeweging van de inrichting kan worden uitge- oefend. Deze arm is met het loopwiel 19 verbonden en te- zamen met dit loopwiel om een vertikale as 23 ten opzichte van de drager 4 draaibaar, waardoor het loopwiel 19 een stuurwiel is.
De inrichting is op deze wijze dus zodanig samengesteld, dat zij is voorzien van een arm, waarop de kracht voor het voortbewegen van de inrichting kan worden uitgeoefend, terwijl het loopwiel, dat nabij de verbinding van de twee delen van het gestel in horizontale richting vast met het gestel is verbonden, aan het deel van het ge- stel is bevestigd, waaraan de arm is verbonden.
Het loopwiel 20, dat aan de drager 5 is verbonden, is
<Desc/Clms Page number 6>
draaibaar om een vertikale as 24, doch kan door een gren- delpen 25 tegen verdraaiing om de as 24 vergrendeld worden.
Het loopwiel 21 ondersteunt althans voor een gedeelte het gesteldeel 2 en is draaibaar om een verticale as 26, die de horizontale draaiingsas van het loopwiel 21 kruist, waar- door dit loopwiel een zelfinstellend wiel is.
Bij het voortbewegen van de inrichting in de richting van pijl I zullen de harkwielen het ontmoete gewas naar links zijwaarts afvoeren. Hierbij zal een kracht op de inrichting worden uitgeoefend door het gewas, dat v66r de harkwielen is gelelgen, in een richting volgens de weerstandslijn 27. Om constructieve redenen en om voor de harkwielen gesteldelen, die met het gewas in aanraking kunnen komen, te vermijden, is de arm, waarop de kracht voor de voortbeweging wordt uitgeoefend, op het einde van de inrichting aangebracht, waardoor het trekpunt 28 van de arm 22 op enige afstand van de weerstandslijn is gelegen.
Hierdoor zal echter de kracht, die door het gewas op de inrichting wordt uitgeoefend vol- gens de weerstandslijn 27, een moment op de inrichting uit- oefenen ten opzichte van het punt 28, waardoor de inrichting zonder toepassing van de uitvinding gemakkelijk zijwaarts verplaatst zou kunnen worden, hetgeen ongewenst is.
Om deze zijdelingse krachten gunstig te kunnen opnemen zijn de loopwielen, zoals de loopwielen 16 an 20, dicht bij de weerstandslijn gelegen. Om de weerstand tegen het zijdelingse verplaatsen van de inrichting te vergroten is het van voor- deel, als althans een gedeelte van het gewicht van het ge- steldeel 2 op het gesteldeel 1 wordt overgebracht, waardoor
<Desc/Clms Page number 7>
de richtingbepalende loopwielen 16 en 20 zwaarder belast worden.
Volgens de figuur wordt althans een gedeelte van het gewicht van het gesteldeel 2 op het gesteldeel 1 verend ,overgebracht door een veer 29, die met het gesteldeel 1 is verbonden in een punt 30, dat op dezelfde hoogte als de gestelbuizen van het gesteldeel 1 is gelegen, terwijl deze veer met het gesteldeel 2 is verbonden in het vrije uit- einde 31 van een lip 32, welk uiteinde hoger is gelegen dan de gestelbuizen van het gesteldeel 2.
Om het gedeelte van het gewicht van het gesteldeel 2, dat op het gesteldeel 1 wordt overgebracht, te kunnen regelen, kan het van voordeel zijn als de veerspanning in de veer 29 gewijzigd kan worden, b.v. door een uiteinde van deze veer te verbinden met een bevestiging, die met een van de gesteldelen is verbonden en ten opzichte van dit gesteldeel verplaatst kan worden.
Om een voldoende aanpassing van het gesteldeel 2 aan de oneffenheden van het terrein te verkrijgen is het van voordeel, als althans een gedeelte van het gewicht van dit gesteldeel op het loopwiel 21 wordt overgebracht, waardoor dit deel zich geheel met het loopwiel 21 aan de oneffenheden van het terrein zal kunnen aanpassen.
-Eisen-
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to a device for laterally displacing crop lying on the ground, comprising a frame with a number of rake wheels, the frame consisting of two parts which can move in vertical direction relative to each other and is supported by at least one running wheel, which is connected to the frame near the junction of the two parts. Devices of this type, which, due to their often great length, consist of two parts, which are vertical relative to each other
<Desc / Clms Page number 2>
direction to allow adaptation of the device to uneven terrain are well known.
A drawback of these devices may under certain circumstances be that the running wheels fixedly connected to the frame in horizontal direction are arranged at the rear of the device, as a result of which they are relatively difficult to control in bends and the raking effect during cornering is less effective. to be. Also, the lateral forces acting on such a device can be relatively difficult to absorb, which can cause lateral displacement of the device during advancement, which adversely affects regular raking action. '
The object of the invention is to overcome these drawbacks.
For this purpose, according to the invention, the running wheel is connected to the frame in horizontal direction during operation of the device and is located at least near the resistance line of the device. In this way it is achieved that the lateral forces acting on the device can be easily absorbed by the running wheel, which is firmly connected to the frame in horizontal direction during operation of the device, and a lateral slipping of the device is caused. appearance. Also
EMI2.1
As a result, the rake wheels will still perform their raking action well when cornering.
In order to obtain a favorable construction for connecting the two parts to each other, it is advantageous according to an embodiment of the invention if the two parts are connected to each other by means of a horizontal hinge axis.
<Desc / Clms Page number 3>
A structurally favorable embodiment is obtained if the device is provided with an arm on which the force for propelling the device can be exerted, while the running wheel, which is fixed in horizontal direction near the junction of the two parts of the frame. is connected to the frame, is attached to the part of the frame to which the arm is connected.
The invention can be used particularly successfully when the arm is mounted on the end of the device, the force for propulsion acting on a point some distance from the resistance line, for example a distance approximately equal. is like the diameter of a rake wheel, since in devices where the force for propulsion acts on a point spaced some distance from the resistance line, lateral slip may occur. In order to increase the resistance to lateral slipping, it is advantageous according to a further embodiment of the invention that on the part of the frame to which the running wheel is connected, at least part of the weight of the other part of the frame is resilient. transferred, thereby increasing the load on this running wheel by the weight of the device.
In order to be able to change the working width of the device, it may be desirable that part of the frame can be folded upwards, whereby the rake wheels connected to this part are lifted off the ground and are thus put out of operation.
<Desc / Clms Page number 4>
A good overview of the work is obtained if the frame tubes of the two parts are situated substantially horizontally, while a favorable load on the frame parts is also obtained.
A favorable adaptation to the unevenness of the terrain of the two parts of the frame is obtained in particular when, in addition to the part of the frame to which the running wheel is attached, the other part of the frame is also at least partly supported by a running wheel, whereby each part can adapt to the irregularities.
The invention will now be explained in more detail with reference to the drawing, which shows an advantageous embodiment of the invention.
According to the figure, which is a top view of a device according to the invention, the frame consists of two parts 1 and 2, which are hingedly connected to each other by means of a horizontal axis 3. In the operating position of the device as a side feed rake, this pivot shaft is located substantially transverse to the direction of travel. The frame part 1 is provided with supports 4 and 5, which are connected to the frame part 1 by means of vertical hinge shafts 6 and 7. Rake wheels 8 and 9 are arranged on carrier 4 and rake wheels 10 and 11 on carrier 5.
The frame part 2 is provided with a carrier 12, which is connected to this frame part by means of a vertical pivot shaft 13. Rake wheels 14 and 15 are arranged on the carrier 12. The frame parts themselves lie practically at the height of the hubs of the rake wheels.
<Desc / Clms Page number 5>
Near the connection of the two parts of the frame, the frame part 1 is supported by a running wheel 16, which is connected to this frame part by means of a vertical shaft 17. However, the running wheel 16 is locked against horizontal rotation about the pivot axis 17 relative to the frame part 1 by means of a locking pin 18, so that this running wheel 16 is therefore a direction-determining running wheel and can absorb lateral forces exerted on the device. .
The frame is further supported by three running wheels 19, 20 and 21, which are respectively connected to the carriers 4, 5 and 12. However, the construction is such that after removal of the rear frame part, the front frame part is completely independent by itself. running wheels form a supported device. An arm 22 is connected to the carrier 4, which is guided around the rake wheel 8, on which arm 22 can be exerted for the advancement of the device. This arm is connected to the running wheel 19 and, together with this running wheel, is rotatable about a vertical axis 23 relative to the carrier 4, so that the running wheel 19 is a steering wheel.
The device is thus composed in such a way that it is provided with an arm on which the force for propelling the device can be exerted, while the running wheel, which is fixed in horizontal direction near the junction of the two parts of the frame. is connected to the frame, is attached to the part of the frame to which the arm is connected.
The running wheel 20, which is connected to the carrier 5, is
<Desc / Clms Page number 6>
rotatable about a vertical axis 24, but can be locked against rotation about axis 24 by a locking pin 25.
The running wheel 21 supports at least in part the frame part 2 and is rotatable about a vertical axis 26, which crosses the horizontal axis of rotation of the running wheel 21, whereby this running wheel is a self-adjusting wheel.
When the implement is moved in the direction of arrow I, the rake wheels will discharge the encountered crop sideways to the left. In this case, a force will be exerted on the device by the crop, which is positioned in front of the rake wheels, in a direction along the resistance line 27. For constructive reasons and to avoid parts in front of the rake wheels that may come into contact with the crop, the arm on which the force for propulsion is applied is disposed on the end of the apparatus, whereby the pull point 28 of the arm 22 is spaced some distance from the resistance line.
As a result, however, the force exerted by the crop on the device along the resistance line 27 will exert a moment on the device relative to the point 28, which could easily displace the device sideways without applying the invention. which is undesirable.
In order to be able to absorb these lateral forces favorably, the running wheels, such as the running wheels 16 and 20, are located close to the resistance line. In order to increase the resistance to lateral displacement of the device, it is advantageous if at least a part of the weight of the frame part 2 is transferred to the frame part 1, whereby
<Desc / Clms Page number 7>
the direction-determining running wheels 16 and 20 are more heavily loaded.
According to the figure, at least part of the weight of the frame part 2 is resiliently transmitted to the frame part 1 by a spring 29 which is connected to the frame part 1 at a point 30, which is at the same height as the frame tubes of the frame part 1. while this spring is connected to the frame part 2 in the free end 31 of a lip 32, which end is situated higher than the frame tubes of the frame part 2.
In order to be able to control the portion of the weight of the frame part 2 that is transferred to the frame part 1, it may be advantageous if the spring tension in the spring 29 can be changed, e.g. by connecting one end of this spring to a mounting which is connected to one of the frame parts and which can be moved with respect to this frame part.
In order to obtain a sufficient adaptation of the frame part 2 to the unevenness of the terrain, it is advantageous if at least a part of the weight of this frame part is transferred to the running wheel 21, so that this part is completely aligned with the running wheel 21 on the unevennesses. of the terrain.
-Requirements-