BE562787A - - Google Patents

Info

Publication number
BE562787A
BE562787A BE562787DA BE562787A BE 562787 A BE562787 A BE 562787A BE 562787D A BE562787D A BE 562787DA BE 562787 A BE562787 A BE 562787A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
frame
running wheel
rake
wheel
running
Prior art date
Application number
Other languages
English (en)
Publication of BE562787A publication Critical patent/BE562787A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/14Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially horizontal axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas, voorzien van een gestel met een aantal harkwielen, terwijl het gestel bestaat uit twee delen, die ten opzichte van el- kaar in vertikale richting kunnen bewegen, en wordt onder- steund door althans één loopwiel, dat nabij de verbinding van de twee delen met het gestel is verbonden. Inrichtingen van deze soort, die door hun vaak grote lengte uit twee   @   delen bestaan, welke ten opzichte van elkaar in vertikale 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 richting kunnen bewegen om een aanpassing van de in- richting aan oneffen terrein mogelijk te maken, zijn algemeen bekend.

   Een nadeel van deze inrichtingen kan onder bepaalde omstandigheden zijn, dat de in horizontale richting vast met het gestel verbonden loopwielen aan de   achterzijde   van de inrichting zijn   aangebracht,   waardoor zij betrekkelijk moeilijk in bochten bestuurbaar zijn en de harkwerking tijdens het rijden in bochten minder goed kan zijn. Ook kunnen de zijdelingse krachten, die op een dergelijke inrichting werken, betrekkelijk moeilijk op- genomen worden, waardoor een zijdelingse verplaatsing van de inrichting tijdens het voortbewegen kan ontstaan, het- geen een regelmatige   harkwerking   nadelig beinvloedt. ' 
Het doel van de uitvinding is deze nadelen te onder- vangen.

   Hiervoor is volgens de uitvinding het loopwiel tijdens het bedrijf van de inrichting in horizontale richting vaat met het gestel verbonden en althans nabij de weerstandslijn van de inrichting gelegen. Hiermede wordt bereikt, dat de zijdelingse krachten, die op de inrichting werken, door het loopwiel, dat tijdens het bedrijf van de inriohting in horizontale   richting   vast met het gestel is verbonden, gemakkelijk opgenomen kunnen worden en een zij- delings slippen van de   inriohting   wordt voorkomen. Tevens 
 EMI2.1 
 :\   zullen .'hierdoor     bij   het   rijden   in   bochten   de harkwielen hun   harkwerking   nog goed uitvoeren. 



   Om een gunstige   constructie   voor het aan elkaar ver- binden van de twee delen te   verkrijgen,   is het volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding van voordeel, als de twee delen door middel van een horizontale scharnieras met el- kaar zijn verbonden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Een constructief gunstige uitvoeringsvorm wordt verkregen, indien de inrichting is voorzien van een arm,      waarop de kracht voor het voortbewegen van de inrichting kan worden uitgeoefend, terwijl het loopwiel, dat nabij de verbinding van de twee delen van het gestel in horizon- tale richting vast met het gestel is verbonden, aan het deel van het gestel is bevestigd, waaraan de arm is ver- bonden. 



   De uitvinding kan vooral met succes worden toegepast, wanneer de arm op het einde van de inrichting is aangebracht, waarbij de kracht voor de voortbeweging aangrijpt in een punt, dat op enige afstand van de weerstandslijn is gelegen, bijvoorbeeld een afstand, die ongeveer even groot is als de diameter van een harkwiel, daar bij inrichtingen, waar- bij de kracht voor de voortbeweging in een punt aangrijpt, dat op enige afstand van de weerstandslijn is gelegen, zijdelingse slip kan optreden. Om de weerstand tegen het zijdelingse slippen te vergroten is het volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding van voordeel, dat op het deel van het gestel, waarmede het loopwiel is verbonden, althans een gedeelte van het gewicht van het andere deel van het gestel verend wordt overgebracht, waardoor de be- lasting van dit loopwiel door het gewicht van de inrichting wordt vergroot. 



  Om de werkbreedte van de inrichting te kunnen   wijzigen   kan het gewenst zijn, dat een deel van het gestel omhoog geklapt kan worden, waarbij de met dit deel verbonden harkwielen   vrij'van   de grond komen en dus buiten bedrijf worden gesteld, 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Een goed overzicht op het werk wordt verkregen als de gestelbuizen van de   -twee   delen in hoofdzaak horizontaal   zjn   gelegen, terwijl tevens een gunstige belasting van dq gesteldelen wordt verkregen. 



  Een gunstige aanpassing aan de oneffenheden van het terrein van de twee delen van het gestel wordt vooral verkregen, wanneer naast het deel van het gestel, waaraan het loopwiel is bevestigd, ook het andere deel van het gestel althans gedeeltelijk wordt ondersteund door een loopwiel, waardoor elk deel zich aan de oneffenheden kan aanpassen. 



   De uitvinding zal thans nader worden toegelicht onder   verwijzing   naar de tekening, die een gunstig   uitvoerings-   voorbeeld van de uitvinding weergeeft. 



   Volgens de figuur, die een bovenaanzicht is van een inrichting volgens de uitvinding, bestaat het gestel uit twee delen 1 en 2, die door middel van een horizontale as 3 scharnierend met   elkaar   zijn verbonden. Deze scharnier- as ligt in de   werkstand   van de   inrichting   als   zijaanvoer-   hark of in de transport stand nagenoeg dwars op de   rij-   richting. Het gesteldeel 1 is voorzien van dragers 4 en 5, die door middel van   vertikalscharnierassen   6 en 7 met het gesteldeel 1 zijn verbonden. Op de drager 4 zijn harkwielen 8 en 9 en op de drager 5 harkwielen   10   en 11 aangebracht. 



  Het gesteldeel 2 is voorzien van een drager 12, die door middel van een vertikale scharnieras 13 met dit gesteldeel is verbonden. Op de drager   12   zijn harkwielen   14   en 15 aan- gebracht. De gesteldelen zelf liggen nagenoeg op de hoogte van de naven der harkwielen. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Nabij de verbinding van de twee delen van het gestel wordt het gesteldeel 1 ondersteund door een loopwiel 16, dat door middel van een vertikale as 17 met dit gesteldeel is verbonden. Het loopwiel 16 wordt echter door middel van een grendelpen 18 tegen horizontale verdraaiing om de scharnieras 17 ten opzichte van het gesteldeel 1 vergren- deld, waardoor dit loopwiel 16 dus een richtingbepalend loopwiel is en zijdelingse krachten, die op de inrichting worden uitgeoefend, kan opnemen. 



  Het gestel wordt verder nog ondersteund door drie loopwielen 19, 20 en 21, die respectivelijk zijn verbonden met de dragers 4,5 en 12. De uitvoering is echter zodanig, dat na verwijdering van het achterste gesteldeel het voorste gestel- deel een geheel zelfstandige door loopwielen ondersteunde inrichting vormt. Met de drager 4, die om het harkwiel 8 is heengevoerd, is een arm 22 verbonden, waarop de kracht voor de voortbeweging van de inrichting kan worden uitge- oefend. Deze arm is met het loopwiel 19 verbonden en te- zamen met dit loopwiel om een vertikale as 23 ten opzichte van de drager 4 draaibaar, waardoor het loopwiel 19 een stuurwiel is.

   De inrichting is op deze wijze dus zodanig samengesteld, dat zij is voorzien van een arm, waarop de kracht voor het voortbewegen van de inrichting kan worden uitgeoefend, terwijl het loopwiel, dat nabij de verbinding van de twee delen van het gestel in horizontale richting vast met het gestel is verbonden, aan het deel van het ge- stel is bevestigd, waaraan de arm is verbonden. 



  Het loopwiel 20, dat aan de drager 5 is verbonden, is 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 draaibaar om een vertikale as 24, doch kan door een gren- delpen 25 tegen verdraaiing om de as 24 vergrendeld worden. 



  Het loopwiel 21 ondersteunt althans voor een gedeelte het gesteldeel 2 en is draaibaar om een verticale as 26, die de horizontale draaiingsas van het loopwiel 21 kruist, waar- door dit loopwiel een zelfinstellend wiel is. 



   Bij het voortbewegen van de inrichting in de richting van   pijl   I zullen de   harkwielen   het ontmoete gewas naar links zijwaarts afvoeren. Hierbij zal een kracht op de inrichting worden uitgeoefend door het gewas, dat v66r de harkwielen is gelelgen, in een richting volgens de weerstandslijn 27. Om constructieve redenen en om voor de harkwielen gesteldelen, die met het gewas in aanraking kunnen komen, te vermijden, is de arm, waarop de kracht voor de voortbeweging wordt uitgeoefend, op het einde van de inrichting aangebracht, waardoor het trekpunt 28 van de arm 22 op enige afstand van de weerstandslijn is gelegen.

   Hierdoor zal echter de kracht, die door het gewas op de inrichting wordt uitgeoefend vol- gens de weerstandslijn 27, een moment op de   inrichting   uit- oefenen ten opzichte van het punt 28, waardoor de inrichting zonder toepassing van de uitvinding gemakkelijk zijwaarts verplaatst zou kunnen worden, hetgeen ongewenst is. 



  Om deze zijdelingse krachten gunstig te kunnen opnemen zijn de loopwielen, zoals de loopwielen 16 an 20, dicht bij de weerstandslijn gelegen. Om de weerstand tegen het zijdelingse verplaatsen van de inrichting te vergroten is het van voor- deel, als althans een gedeelte van het gewicht van het ge- steldeel 2 op het gesteldeel 1 wordt overgebracht, waardoor 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 de richtingbepalende loopwielen 16 en 20 zwaarder belast worden.

   Volgens de figuur wordt althans een gedeelte van het gewicht van het gesteldeel 2 op het gesteldeel 1 verend ,overgebracht door een veer 29, die met het gesteldeel 1 is verbonden in een punt 30, dat op dezelfde hoogte als de gestelbuizen van het gesteldeel 1 is gelegen, terwijl deze veer met het gesteldeel 2 is verbonden in het vrije uit- einde 31 van een lip 32, welk uiteinde hoger is gelegen dan de gestelbuizen van het gesteldeel 2. 



   Om het gedeelte van het gewicht van het gesteldeel 2, dat op het gesteldeel 1 wordt overgebracht, te kunnen regelen, kan het van voordeel zijn als de veerspanning in de veer 29 gewijzigd kan worden, b.v. door een uiteinde van deze veer te verbinden met een bevestiging, die met een van de gesteldelen is verbonden en ten opzichte van dit gesteldeel verplaatst kan worden. 



   Om een voldoende aanpassing van het gesteldeel 2 aan de oneffenheden van het terrein te verkrijgen is het van voordeel, als althans een gedeelte van het gewicht van dit gesteldeel op het loopwiel 21 wordt overgebracht, waardoor dit deel zich geheel met het loopwiel 21 aan de   oneffenheden   van het terrein zal kunnen aanpassen. 



   -Eisen-

Claims (1)

  1. Eisen.
    1. Inrichting voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas, voorzien van een gestel met een aantal harkwielen, terwijl het gestel bestaat uit twee delen, die ten opzichte van elkaar in vertikale richting kunnen be- wegen, en wordt ondersteund door althans één loopwiel, met het kenmerk, dat het loopwiel nabij de verbinding van de twee delen met het gestel is verbonden en tijdens het bedrijf van de inrichting in horizontale richting vast hier- mee is verbonden, waarbij het althans nabij de weerstands- lijn van de inrichting is gelegen.
    2. Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk, dat de twee delen van het gestel met elkaar verbonden zijn door een in hoofdzaak horizontale scharnieras.
    3. Inrichting volgens eis 1 of 2, met het kenmerk, dat de scharnieras in de werkstand van de inrichting als zij- aanvoerhark of in de transport stand nagenoeg dwars op de rijrichting ligt.
    4. Inrichting volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een arm, waarop de kracht voor het voortbewegen van de inrichting kan wor- den uitgeoefend, terwijl het loopwiel dat nabij de ver- binding van de twee delen van het gestel in horizontale richting vast met het gestel is verbonden, aan het deel van het gestel is bevestigd, waaraan de arm is verbonden.
    5. Inrichting volgens eis 3, waarbij de arm op een einde van de inrichting is aangebracht, met het kenmerk, dat de arm in dit einde in horizontale zin stijf met de inrichting is verbonden. <Desc/Clms Page number 9>
    6.. Inrichting volgens eis 4 of 5, met het kenmerk, dat op het deel van het gestel, waarmede het loopwiel is ver- bonden, althans een gedeelte van het gewicht van het andere deel van het gestel verend wordt overgebracht.
    7. Inrichting volgens eis 6, m et het kenmerk, dat het andere deel van het gestel omhoog geklapt kan worden, waar- bij de met dit andere deel verbonden harkwielen vrij van de grond komen.
    8. Inrichting volgens een der voorgaande eisen, met het kenmerk, dat de gestelbuizen van de twee delen in hoofdzaak horizontaal zijn gelegen.
    9. Inrichting volgens een der eisen 4-8, waarbij één deel van het gestel een loopwiel bezit, met het kenmerk, dat ook het andere deel van het gestel wordt ondersteund door een loopwiel.
    10. Inrichting voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas, voorzien van een harkwielen-dragend gestel, met het kenmerk, dat het gestel uit ten minste twee in vertikale richting ten opzichte van elkaar beweegbare delen bestaat, die op de hoogte der naven van de harkwielen en in de rijrichting der inrichting gezien, achr de hark- wielen liggen, en dat het gestel door ten minste één in- stelbaar loopwiel wordt ondersteund.
    11. Inrichting volgens eis 10, met het kenmerk,, dat het voorste gesteldeel van loopwielen is voorzien en na de verwijdering van het achterste gesteldeel een zelfstandige inrichting vormt. <Desc/Clms Page number 10>
    12. Inrichting voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas, voorzien van een harkwielen dragend gestel, dat met de hieraan bevestigde loopwielen in de rij- richting van de inrichting gezien achter de harkwielen ligt, m et het kenmerk, dat een loopwiel op een afstand van het achtereind van het gestel bevestigd is en ten minste een gedeelte van het gewicht van het gestel, dat zich vanaf dit loopwiel naar achteren uitstrekt, op het loopwiel wordt over- gebracht.
    13. Inrichting volgens eis 12, met het kenmerk, dat tijdens bedrijf dit loopwiel in de nabijheid van de weerstandslijn ligt.
    14. Inrichting volgens eis 12, met het kenmerk, dat het gestel van nog een loopwiel voorzien is, dat eveneens in de nabijheid van de weerstandslijn is opgesteld.
    15. Inrichting voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas, voorzien van een harkwielen dragend gestel, dat met twee hieraan bevestigde loopwielen in de rijrichting van de inrichting gezien achter de harkwielen ligt, met het kenmerk, dat nog een derde loopwiel in de werkstand van de inrichting als zijaanvoerhark zich voor het voorste harkwiel bevindt.
    16. Inrichting volgens eis 15, met het kenmerk, dat het voorste harkwiel aan een gesteldeel bevestigd is, dat zich in een in hoofdzaak horizontaal vlak om het harkwiel naar voren uitstrekt en aan de voorzijde van het loopwiel voor- zien is.
    17. Inrichting volgens een der eisen 15 of 16, met het kenmerk, dat een trekarm met het loopwiel gekoppeld is en met het loopwiel om een zelfde vertikale as draaibaar is.
BE562787D BE562787A (nl)

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE562787A true BE562787A (nl)

Family

ID=184260

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE562787D BE562787A (nl)

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE562787A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3069833A (en) * 1958-03-15 1962-12-25 Lely Nv C Van Der Devices for the lateral displacement of crop lying on the ground
US3132460A (en) * 1959-08-07 1964-05-12 Lely Nv C Van Der Machine for tedding hay and other crops

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3069833A (en) * 1958-03-15 1962-12-25 Lely Nv C Van Der Devices for the lateral displacement of crop lying on the ground
US3132460A (en) * 1959-08-07 1964-05-12 Lely Nv C Van Der Machine for tedding hay and other crops

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6314710B1 (en) V-rake with windrow width adjustment
US9999178B2 (en) Cam for a windrow merger and pickup head having a variable radius
US10780929B2 (en) Automated guided trolley for the transport and/or handling of a load
US9351437B2 (en) Rear folding tool bar implement
US6212865B1 (en) Windrow merger
BE562787A (nl)
US6282876B1 (en) Crop divider for the wheel of an agricultural vehicle
US8146203B2 (en) Castor assembly
EP2032417A2 (fr) Chariot comprenant des moyens de limitation de la rotation des roues
NL1009139C2 (nl) Verscheidene cirkelorganen omvattende grote zwader.
NL8600795A (nl) Met een trekdeksel aan een sleper te hangen landbouwmachine.
NL2011144C2 (nl) Werkvoertuig.
CA2931729C (en) Implement wing caster wheel for transport
NL2008876C2 (nl) Landbouwwerktuig.
BE1015939A3 (nl) Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.
US3963257A (en) Roll handling
NL1018455C2 (nl) Portaalwagen voor het verplaatsen van vrachtcontainers.
CN218536490U (zh) 一种防倾覆喷药车
CA2678286C (en) Swath roller
NL1011183C1 (nl) Combinatie van een landbouwtrekker en een aanhangwagen.
JP2022520746A (ja) 改良された運搬用ワゴン
US2295091A (en) Sweep rake
JP3381149B2 (ja) 車高を変更可能にしたクローラ型作業車
JP2000053033A (ja) 多目的に利用可能な畝間走行運搬車
BE509190A (nl)