BE1030399B1 - Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten Download PDF

Info

Publication number
BE1030399B1
BE1030399B1 BE20225225A BE202205225A BE1030399B1 BE 1030399 B1 BE1030399 B1 BE 1030399B1 BE 20225225 A BE20225225 A BE 20225225A BE 202205225 A BE202205225 A BE 202205225A BE 1030399 B1 BE1030399 B1 BE 1030399B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
vessel
weight
fruits
juice
height
Prior art date
Application number
BE20225225A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030399A1 (nl
Inventor
Willem Decramer
Herdt Amaury De
Herdt Harold De
Nicolas Linkens
Glenn Thuwis
Original Assignee
Malum
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Malum filed Critical Malum
Priority to BE20225225A priority Critical patent/BE1030399B1/nl
Priority to PCT/IB2023/053055 priority patent/WO2023187631A1/en
Publication of BE1030399A1 publication Critical patent/BE1030399A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030399B1 publication Critical patent/BE1030399B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N1/00Machines or apparatus for extracting juice
    • A23N1/02Machines or apparatus for extracting juice combined with disintegrating or cutting
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J19/00Household machines for straining foodstuffs; Household implements for mashing or straining foodstuffs
    • A47J19/02Citrus fruit squeezers; Other fruit juice extracting devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Sorting Of Articles (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)

Abstract

De uitvinding voorziet in inrichting (100) voor het persen van sap, omvattende een reservoir (200) voor vruchten, een perssysteem (300), een transportsysteem (400), een uitvoersysteem (500) voor het uitvoeren van sap uit het perssysteem (300) naar een vat (800) met een vulvolume, een eerste meetsysteem (610), een tweede meetsysteem (620). De inrichting (100) is geconfigureerd voor het berekenen van een benodigd gewicht aan vruchten op basis van een gemiddelde sapopbrengst en het vulvolume, het transporteren van vruchten vanuit het reservoir (200) naar het persssteem (300) met het transportsysteem (400), het wegen van vruchten met het eerste meetsysteem (610) alvorens toevoeren aan het perssysteem (300), het stoppen van het transportsysteem (400) na toevoeren van het benodigd gewicht aan vruchten, het bepalen van het geperst volume van het sap met het tweede meetsysteem (620), het stoppen van pers- en/of uitvoersysteem (300, 500) als het geperst volume het vulvolume bereikt, het herhalen van deze stappen voor een resterend vulvolume als het geperst volume het vulvolume niet bereikt.

Description

1 BE2022/5225
Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten
Technisch vakgebied
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het persen van sap uit vruchten. Verder heeft de huidige uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor het persen van sap uit vruchten door middel van de inrichting volgens de huidige uitvinding.
Stand der techniek
Een inrichting voor het persen van sap uit vruchten, zoals bijvoorbeeld appels, gekend uit de stand van de techniek omvat een reservoir voor de vruchten, een perssysteem voor het persen van het sap uit de vruchten, een transportsysteem voor het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir naar het perssysteem, en een uitvoersysteem voor het uitvoeren van het sap uit het perssysteem naar een vat, zoals bijvoorbeeld een fles of een beker, met een vooraf bepaald vulvolume. Het uitvoersysteem is voorzien voor het aanbrengen en uitnemen van het vat in het uitvoersysteem door een gebruiker. Het uitvoersysteem omvat een buffervat voor het opslaan van een buffervolume aan geperst sap uit het perssysteem. Hierbij is het buffervolume ruim groter dan het vulvolume van het vat. De inrichting is geconfigureerd om een ruim aantal van de vruchten toe te voeren vanuit het reservoir aan het perssysteem door middel van het transportsysteem om het buffervat te vullen. Brengt een gebruiker dan een vat aan in het uitvoersysteem dan kan vanuit het buffervat een vulvolume aan het sap uitgevoerd worden in het vat. Een overtollig volume aan geperst sap wordt dan bewaard in het buffervat, en eventueel terug aangevuld door het persen van verder aangevoerde vruchten.
Dergelijke inrichting biedt het nadeel dat het overtollig volume aan geperst sap bewaard wordt in het buffervat, hetgeen onhygiënisch is. Hiertoe kan het buffervat regelmatig geledigd worden, wat evenwel een onnodige verspilling van het sap en dus de daarvoor geperste vruchten is.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een doel van de huidige uitvinding een inrichting en een werkwijze voor het persen van sap uit vruchten te verschaffen die hygiënisch is en die
2 BE2022/5225 toelaat om het vat steeds nauwkeurig tot aan het vulvolume te vullen, en dit zonder een onnodige verspilling van vruchten.
Dit doel wordt gerealiseerd door middel van een inrichting voor het persen van sap uit vruchten en een werkwijze voor het persen van sap uit vruchten, dewelke de kenmerken vertonen van de respectievelijke onafhankelijke conclusies,
Hiertoe verschaft de huidige uitvinding, volgens een eerste aspect, een inrichting voor het persen van sap uit vruchten. Bij voorkeur zijn de vruchten van een vooraf bepaalde soort. Bij voorkeur zijn de vruchten bolvormige vruchten. Bij voorkeur zijn de vruchten appels. De inrichting omvat een reservoir voor de vruchten. De inrichting omvat een perssysteem voor het persen van het sap uit de vruchten. De inrichting omvat een transportsysteem voor het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir naar het perssysteem. De inrichting omvat een uitvoersysteem voor het uitvoeren van het sap uit het perssysteem naar een vat met een vooraf bepaald vulvolume. Het vat is bijvoorbeeld een fles of een beker. Bij voorkeur is het vat een fles. Het uitvoersysteem is voorzien voor het aanbrengen en uitnemen van het vat in het uitvoersysteem door een gebruiker.
De inrichting omvat een eerste meetsysteem voor het wegen van de vruchten alvorens de vruchten toegevoerd worden aan het perssysteem vanuit het reservoir. De inrichting omvat een tweede meetsysteem voor het bepalen van een geperst volume van het sap. Bij voorkeur is het tweede meetsysteem voorzien ter hoogte van één van het perssysteem, het uitvoersysteem en het vat in het uitvoersysteem. De inrichting is bij voorkeur geconfigureerd om na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem de stap a) uit te voeren van het berekenen van een benodigd gewicht aan vruchten op basis van een vooraf bepaalde gemiddelde sapopbrengst en het vulvolume van het vat. De gemiddelde sapopbrengst is een gemiddeld volume van sap per gewicht van de vruchten. De inrichting is bij voorkeur geconfigureerd om na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap b) uit te voeren van het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir naar het perssysteem door middel van het transportsysteem voor het persen van de vruchten in het perssysteem. De inrichting is bij voorkeur geconfigureerd om na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap c) uit te voeren van het wegen van de vruchten door middel van het eerste meetsysteem alvorens de
3 BE2022/5225 vruchten toegevoerd worden aan het perssysteem vanuit het reservoir. De inrichting is bij voorkeur geconfigureerd om na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap d) uit te voeren van het stoppen van het transportsysteem van zodra het benodigd gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem. De inrichting is bij voorkeur geconfigureerd om na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap e) uit te voeren van het bepalen van het geperst volume van het sap door middel van het tweede meetsysteem. De stap e) kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden in het perssysteem, in het uitvoersysteem of in het vat in het uitvoersysteem. De inrichting is bij voorkeur geconfigureerd om na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem, in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat bereikt, eveneens de stap f) uit te voeren van het stoppen van ten minste één van het perssysteem en het uitvoersysteem. De inrichting is bij voorkeur geconfigureerd om na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem, in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat niet bereikt, eveneens de stap g) uit te voeren van het herhalen van stappen a)-g) op basis van een resterend vulvolume van het vat. Het resterend vulvolume is het verschil tussen het vulvolume van het vat en het geperst volume van het sap. In het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat niet bereikt, zal bij het herhalen van de stappen a)-g) op basis van het resterend vulvolume van het vat het geperst volume van het sap meestal het resterend vulvolume van het vat bereiken, zodanig dat één maal de stappen a)-f) zullen herhaald worden. Bij voorkeur is de inrichting geconfigureerd om bovenvermelde stappen uit te voeren aangestuurd door middel van een regeleenheid van de inrichting. Bij voorkeur staat de regeleenheid ten minste in communicatie met het transportsysteem, het perssysteem, het uitvoersysteem, het eerste meetsysteem en het tweede meetsysteem.
De inrichting voor het persen van sap uit vruchten volgens de huidige uitvinding biedt het voordeel dat voor het persen van het sap enkel een voldoende aantal vruchten geperst wordt om aan het benodigde gewicht van de vruchten te komen, welk benodigd gewicht berekend op basis van de gemiddelde sapopbrengst voldoende is om het vulvolume van het vat volledig te vullen.
Hierbij worden dus geen vruchten onnodig geperst, en blijft men dus niet zitten met een overschot aan geperst sap. Mocht het bekomen geperst volume van het
4 BE2022/5225 sap, zoals gemeten door het tweede meetsysteem, dan nog niet voldoende zijn om het vulvolume van het vat volledig te vullen, dan wordt een bijkomend en voldoende aantal vruchten geperst om aan een benodigd gewicht van vruchten te komen, welke benodigd gewicht berekend op basis van de gemiddelde sapopbrengst voldoende is om het resterend vulvolume van het vat volledig te vullen. Hierbij worden dus wederom geen vruchten onnodig geperst, en wordt geperst sap dus niet onnodig verspild.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding is de inrichting in stap g) verder geconfigureerd voor het herhalen van stappen a)-g) op basis van het resterend vulvolume van het vat en een werkelijke sapopbrengst. De werkelijke sapopbrengst is de verhouding van het geperst volume van het sap en het benodigde gewicht aan vruchten.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat er bij het herhalen van de stappen a)-g) een meer nauwkeurige bepaling wordt uitgevoerd van het benodigde gewicht aan vruchten dat moet geperst worden om aan het resterend vulvolume te komen. Dit is zeker voordelig in het geval er grote afwijkingen zijn tussen de gemiddelde sapopbrengst en de werkelijke sapopbrengst die bepaald werd op basis van het benodigde gewicht aan vruchten en het geperst volume van het sap uit het eerdere doorlopen van de stappen a)-g).
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de inrichting een gewichtssensor voor het meten van het gewicht van het vat in het uitvoersysteem.
De gewichtssensor kan op voordelige wijze ingezet worden voor het uitvoeren van verschillende functies van de inrichting volgens de huidige uitvinding, zoals bijvoorbeeld voor het bepalen van het geperste volume van het sap, het identificeren van het type vat aangebracht in het uitvoersysteem door een gebruiker, het verifiëren van een dergelijke identificatie door middel van een andere sensor, het controleren of het vat op een correcte wijze is aangebracht in het uitvoersysteem door een gebruiker, enz.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat het tweede meetsysteem de gewichtssensor. De inrichting is geconfigureerd om voorafgaand aan stap a) het tarra gewicht van het vat te meten door middel van de gewichtssensor. De inrichting is geconfigureerd om in stap e) het bruto gewicht van het vat met het geperst sap te meten door middel van de gewichtssensor, en het geperst volume van het sap te bepalen op basis van het netto gewicht van het geperst sap. Het netto gewicht van het geperst sap is gelijk aan het verschil tussen het bruto gewicht van het vat met het geperst sap en het tarra gewicht van het vat. Het geperst volume van het sap 5 wordt bepaald door het netto gewicht van het geperst sap te delen door een vooraf bepaalde gemiddelde massadichtheid van het geperst sap.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig om het geperst volume van het sap snel een eenvoudig te bepalen door middel van de gewichtssensor als deel van het tweede meetsysteem.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de inrichting een hoogtemeetsensor voor het meten van de hoogte van het vat in het uitvoersysteem.
De hoogtemeetsensor kan op voordelige wijze ingezet worden voor het uitvoeren van verschillende functies van de inrichting volgens de huidige uitvinding, zoals bijvoorbeeld het identificeren van het type vat aangebracht in het uitvoersysteem door een gebruiker, het verifiëren van een dergelijke identificatie door middel van een andere sensor, enz.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding heeft het vat een vooraf bepaald gewicht. De inrichting is geconfigureerd om voorafgaand aan stap a) het gewicht van het vat te meten door middel van de gewichtssensor. De inrichting is geconfigureerd om stap a) pas te starten als het gemeten gewicht van het vat overeenstemt met het vooraf bepaald gewicht van het vat. Bij voorkeur is de inrichting geconfigureerd om stap a) pas te starten als het gemeten gewicht van het vat voor een vooraf bepaalde tijd en/of binnen een vooraf bepaalde marge overeenstemt met het vooraf bepaald gewicht van het vat. In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de huidige uitvinding heeft het vat een vooraf bepaalde hoogte. De inrichting is geconfigureerd om voorafgaand aan stap a) de hoogte van het vat te meten door middel van de hoogtemeetsensor. De inrichting is geconfigureerd om stap a) pas te starten als de gemeten hoogte van het vat overeenstemt met de vooraf bepaalde hoogte van het vat. Bij voorkeur is de inrichting geconfigureerd om stap a) pas te starten als de gemeten hoogte van het vat binnen een vooraf bepaalde marge overeenstemt met de vooraf bepaalde hoogte van het vat.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig om te controleren of een correct vat
6 BE2022/5225 werd aangebracht in het uitvoersysteem. Het kan immers voorkomen dat er een verkeerd soort van vat wordt aangebracht in het uitvoersysteem met een kleiner vulvolume dan het vulvolume van het juiste soort van vat, waardoor het desbetreffende verkeerde vat zal overlopen, en er dus geperst sap zal gemorst worden. Dit is nadelig voor het hygiënisch gebruik van de inrichting volgens de huidige uitvinding, maar wordt dus op voordelige wijze vermeden door middel van de inrichting volgens deze uitvoeringsvorm.
Verder is deze uitvoeringsvorm eveneens voordelig om te controleren of het vat op een correcte wijze is aangebracht in het uitvoersysteem. Het kan immers voorkomen dat de gebruiker het vat nog vasthoudt terwijl het is aangebracht in het uitvoersysteem, wat het risico vergroot op het uitnemen van het vat tijdens het uitvoeren van het geperst sap, en dus het risico op morsen. Dit is nadelig voor het hygiënisch gebruik van de inrichting volgens de huidige uitvinding, maar wordt dus op voordelige wijze vermeden door middel van de inrichting volgens deze uitvoeringsvorm.
Bij voorkeur wordt zowel gebruik gemaakt van de gewichtssensor als de hoogtemeetsensor, zodanig dat stap a) pas gestart wordt als zowel het gemeten gewicht als de gemeten hoogte van het vat overeenstemt met respectievelijk het vooraf bepaalde gewicht en de vooraf bepaalde hoogte van het vat. Zodus vormen beide metingen een controle voor elkaar, hetgeen de zekerheid vergroot dat het correcte vat op een correcte wijze werd aangebracht in het uitvoersysteem door de gebruiker.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat het uitvoersysteem een nis om het vat in aan te brengen. De inrichting omvat een luik voor het openen en sluiten van de nis. De inrichting is geconfigureerd om voorafgaand aan stap a) het luik te sluiten als desgevallend het gemeten gewicht en/of de gemeten hoogte van het vat overeenstemt met respectievelijk het vooraf bepaald gewicht en/of de vooraf bepaalde hoogte van het vat. Bij voorkeur is de inrichting in stap f) verder geconfigureerd voor het openen van het luik.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het vat in het uitvoersysteem afgeschermd kan worden van de gebruiker tijdens het doorlopen van de stappen a)-g), zodat het vat niet vroegtijdig uit het uitvoersysteem kan genomen worden door de gebruiker. Morsen van geperst sap door het vroegtijdig uitnemen van het
7 BE2022/5225 vat wordt dus vermeden, hetgeen voordelig is voor het hygiënisch gebruik van de inrichting volgens de huidige uitvinding.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding is het vat één van een eerste type met een vooraf bepaald eerste vulvolume en een tweede type met een vooraf bepaald tweede vulvolume.
Het eerste vulvolume is verschillend van het tweede vulvolume. De inrichting omvat een derde meetsysteem voor het identificeren van het type van het vat in het uitvoersysteem. De inrichting is geconfigureerd om voorafgaand aan stap a) het type van het vat te identificeren door middel van het derde meetsysteem. De inrichting is geconfigureerd om de stappen a)-g) uit te voeren op basis van het vulvolume van het eerste vulvolume en het tweede vulvolume overeenkomstig het geïdentificeerde type van het vat.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat de inrichting volgens de huidige uitvinding gebruikt kan worden met meerdere types van vaten met telkens een verschillend vulvolume, waarbij de inrichting dan voor ieder type van vat dat door de gebruiker aangebracht wordt in het uitvoersysteem een volume geperst sap zal uitvoeren dat overeenstemt het vulvolume van het desbetreffende vat.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding heeft het eerste type van het vat een vooraf bepaalde eerste gewicht. Het tweede type van het vat heeft een vooraf bepaalde tweede gewicht.
Het eerste gewicht is verschillend van het tweede gewicht. Het derde meetsysteem omvat de gewichtssensor voor het meten van het gewicht van het vat in het uitvoersysteem. De inrichting is geconfigureerd om voorafgaand aan stap a) het gewicht van het vat te meten door middel van de gewichtssensor, en het type van het vat te identificeren als één van het eerste type en het tweede type als het gemeten gewicht van het vat overeenstemt met respectievelijk het eerste gewicht en het tweede gewicht.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig om het type van het vat snel en eenvoudig te identificeren door middel van de gewichtssensor als deel van het derde meetsysteem.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding heeft het eerste type van het vat een vooraf bepaalde eerste hoogte. Het tweede type van het vat heeft een vooraf bepaalde tweede hoogte.
8 BE2022/5225
De eerste hoogte is verschillend van de tweede hoogte. Het derde meetsysteem omvat de hoogtemeetsensor voor het meten van de hoogte van het vat in het uitvoersysteem. De inrichting is geconfigureerd om voorafgaand aan stap a) de hoogte van het vat te meten door middel van de hoogtemeetsensor, en het type van het vat te identificeren als één van het eerste type en het tweede type als de gemeten hoogte van het vat overeenstemt met respectievelijk de eerste hoogte en de tweede hoogte.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig om het type van het vat snel en eenvoudig te identificeren door middel van de hoogtemeetsensor als deel van het derde meetsysteem.
Bij voorkeur wordt zowel gebruik gemaakt van de gewichtssensor als de hoogtemeetsensor in het derde meetsysteem, zodanig dat het type van het vat geïdentificeerd wordt op basis van zowel het gemeten gewicht als de gemeten hoogte van het vat. Zodus vormen beide metingen een controle voor elkaar, hetgeen de zekerheid van de correctie identificatie van het type van het vat vergroot.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding is het transportsysteem voorzien voor het opeenvolgend aan elkaar transporteren van individuele vruchten vanuit het reservoir naar het perssysteem. Het eerste meetsysteem is voorzien voor het wegen van de individuele vruchten toegevoerd vanuit het reservoir aan het perssysteem door middel van het transportsysteem.
Het toevoeren en wegen van de individuele vruchten biedt het voordeel dat het transportsysteem steeds tijdig gestopt kan worden wanneer het benodigd gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem. Er wordt hierbij dus vermeden dat op het moment dat bijna het benodigde gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem er twee of meerdere vruchten aan het perssysteem toegevoerd zouden worden terwijl één individuele vrucht voldoende zou zijn om het benodigde gewicht te bereiken.
Verder verschaft de huidige uitvinding, volgens een tweede aspect, een inrichting voor het persen van sap uit vruchten. Het tweede aspect van de huidige uitvinding kan gecombineerd worden met eerste aspect van de huidige uitvinding.
Het tweede aspect van de huidige uitvinding kan ook afzonderlijk van het eerste aspect van de huidige uitvinding geïmplementeerd worden. Bij voorkeur zijn de
9 BE2022/5225 vruchten van een vooraf bepaalde soort. Bij voorkeur zijn de vruchten bolvormige vruchten, Bij voorkeur zijn de vruchten appels. De inrichting omvat een reservoir voor de vruchten. Bij voorkeur omvat de inrichting een perssysteem voor het persen van het sap uit de vruchten. Bij voorkeur is het reservoir in de inrichting lager gelegen dan het perssysteem. De inrichting omvat een transportsysteem voor het transporteren van de vruchten uit het reservoir. Bij voorkeur omvat de inrichting een transportsysteem voor het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir naar het perssysteem. Bij voorkeur omvat de inrichting een uitvoersysteem voor het uitvoeren van het sap uit het perssysteem naar een vat met een vooraf bepaald vulvolume. Het vat is bijvoorbeeld een fles of een beker.
Bij voorkeur is het vat een fles. Bij voorkeur is het uitvoersysteem voorzien voor het aanbrengen en uitnemen van het vat in het uitvoersysteem door een gebruiker. Het transportsysteem is aangebracht aan een opstaande wand van het reservoir. Hierbij kan het transportsysteem bijvoorbeeld voorzien zijn tegen de opstaande wand of in de opstaande wand. Het transportsysteem strekt zich opwaarts uit het reservoir uit vanaf een bodemwand van het reservoir. Het transportsysteem is voorzien voor het opwaarts transporteren van de vruchten uit het reservoir. Bij voorkeur helt de bodemwand van het reservoir af in de richting van het transportsysteem.
De inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding biedt het voordeel dat het reservoir laag in de inrichting kan aangebracht worden waar het gemakkelijk bereikbaar is voor een beheerder van de inrichting voor het inbrengen van de vruchten in het reservoir en het reinigen van het reservoir. Dit is bijzonder voordelig indien een grote hoeveelheid vruchten in het reservoir dient aangebracht te worden die moeilijk tot op een grotere hoogte te heffen is.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding heeft de bodemwand van het reservoir een V-vorm die neerwaarts afloopt in een richting naar het transportsysteem.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig om de vruchten in het reservoir in de richting te geleiden van de het transportsysteem, zodanig dat er een doorlopende aanvoer van vruchten naar het transportsysteem kan gegarandeerd worden.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding omvat het transportsysteem een lopende band die voorzien is van opeenvolgende draagplatformen voor de vruchten die op een regelmatige
10 BE2022/5225 afstand van elkaar gelegen zijn. De draagplatformen aan een voorzijde van de lopende band bewegen opwaarts doorheen een daartoe voorziene eerste opening in de bodemwand van het reservoir. De voorzijde van de lopende band is gericht naar het reservoir. De draagplatformen aan een achterste zijde van de lopende band bewegen neerwaarts terug naar de eerste opening in de bodemwand van het reservoir. De achterzijde van de lopende band is weggericht van het reservoir.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding hebben de draagplatformen vooraf bepaalde afmetingen voor het dragen van individuele vruchten.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat telkens individuele vruchten op de draagplatformen naar boven getransporteerd worden, zodanig dat er een goede controle is over het aantal vruchten dat uit het reservoir getransporteerd wordt door middel van het transportsysteem. Dit is bijzonder voordelig in combinatie met het eerste aspect van de huidige uitvinding, aangezien dit toelaat om telkens individuele vruchten te wegen met het eerste meetsysteem alvorens deze toegevoerd worden aan het perssysteem. Hierdoor kan het transportsysteem steeds tijdig gestopt worden wanneer het benodigd gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem. Er wordt hierbij dus vermeden dat op het moment dat bijna het benodigde gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem er twee of meerdere vruchten aan het perssysteem toegevoerd zouden worden terwijl één individuele vrucht voldoende zou zijn om het benodigde gewicht te bereiken.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding zijn de draagplatformen uitgelijnd met een eerste vlak van de bodemwand.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat de vruchten gemakkelijk op de draagplatformen kunnen bewegen vanaf de bodemwand, en er dus een doorlopende aanvoer van vruchten op de draagplatformen kan gegarandeerd worden.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding is ieder van de draagplatformen voorzien van ten minste één zich neerwaarts uitstrekkend lip.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig om vruchten op een onderliggend
14 BE2022/5225 draagplatform op het onderliggend draagplatform te houden, zodanig dat deze er niet of moeilijker kunnen afvallen, en er een doorlopende aanvoer van vruchten op de draagplatformen kan gegarandeerd worden.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding is een op en neer beweegbare agitator aangebracht doorheen de bodemwand van het reservoir.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat “bruggen” gevormd door de vruchten in het reservoir kunnen gebroken worden door het op en neer bewegen van de agitator. Dergelijke bruggen kunnen immers het bewegen van vruchten in het reservoir naar het transportsysteem verhinderen of bemoeilijken, zodanig dat een doorlopende aanvoer van vruchten belemmerd wordt. Dit probleem wordt zodus verholpen door middel van de op en neer beweegbare agitator.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding is de beweging van de agitator gesynchroniseerd met de beweging van de draagplatformen doorheen de eerste opening in de bodemwand.
Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat eventuele bruggen van de vruchten in het reservoir gesynchroniseerd gebroken worden met het bewegen van de draagplatformen doorheen de eerste opening in de bodemwand van het reservoir, zodanig dat er steeds een goede aanvoer van vruchten is naar de draagplatformen wanneer deze zich doorheen de eerste opening bewegen.
Zodus wordt een goede doorlopende aanvoer van vruchten op het transportsysteem gegarandeerd.
Verder verschaft de huidige uitvinding, volgens het eerste aspect, eveneens een werkwijze voor het persen van sap uit vruchten door middel van de inrichting volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding. De werkwijze omvat na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem de stap a) van het berekenen van een benodigd gewicht aan vruchten op basis van de gemiddelde sapopbrengst en het vulvolume van het vat. De werkwijze omvat na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap b) van het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir naar het perssysteem door middel van het transportsysteem voor het persen van de vruchten in het perssysteem. De werkwijze omvat na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap c) van het wegen van de vruchten door middel
19 BE2022/5225 van het eerste meetsysteem alvorens de vruchten toegevoerd worden aan het perssysteem vanuit het reservoir. De werkwijze omvat na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap d) van het stoppen van het transportsysteem van zodra het benodigd gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem. De werkwijze omvat na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem eveneens de stap e) van het bepalen van het geperst volume van het sap door middel van het tweede meetsysteem. De stap e) kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden in het perssysteem, in het uitvoersysteem of in het vat in het uitvoersysteem. De werkwijze omvat na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem, in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat bereikt, eveneens de stap f) van het stoppen van ten minste één van het perssysteem en het uitvoersysteem. De werkwijze omvat na het aanbrengen van het vat in het uitvoersysteem, in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat niet bereikt, eveneens de stap g) van het herhalen van stappen a)-g) op basis van een resterend vulvolume van het vat. Het resterend vulvolume is het verschil tussen het vulvolume van het vat en het geperst volume van het sap. Bij voorkeur wordt de werkwijze aangestuurd door middel van een regeleenheid van de inrichting. Bij voorkeur staat de regeleenheid ten minste in communicatie met het transportsysteem, het perssysteem, het uitvoersysteem, het eerste meetsysteem en het tweede meetsysteem van de inrichting.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat stap g) het herhalen van stappen a)-g) op basis van het resterend vulvolume van het vat en een werkelijke sapopbrengst. De werkelijke sapopbrengst is de verhouding van het geperst volume van het sap en het benodigde gewicht aan vruchten.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) het meten van het tarra gewicht van het vat door middel van de gewichtssensor. Stap e) omvat het meten van het bruto gewicht van het vat met het geperst sap door middel van de gewichtssensor, en het bepalen van het geperst volume van het sap op basis van het netto gewicht van het geperst sap. Het netto gewicht van het geperst sap is gelijk aan het verschil tussen het bruto gewicht van het vat met het geperst sap en het tarra gewicht van het vat. Het geperst volume van het sap wordt bepaald
13 BE2022/5225 door het netto gewicht van het geperst sap te delen door een vooraf bepaalde gemiddelde massadichtheid van het geperst sap.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) desgevallend het meten van het gewicht van het vat door middel van de gewichtssensor en/of het meten van de hoogte van het vat door middel van de hoogtemeetsensor.
Stap a) wordt pas gestart als desgevallend het gemeten gewicht en/of de gemeten hoogte van het vat overeenstemt met respectievelijk het vooraf bepaald gewicht en/of de vooraf bepaalde hoogte van het vat. Bij voorkeur wordt stap a) pas gestart als desgevallend het gemeten gewicht van het vat voor een vooraf bepaalde tijd en binnen een vooraf bepaalde marge overeenstemt met het vooraf bepaald gewicht van het vat. Bij voorkeur wordt stap a) pas gestart als desgevallend de gemeten hoogte van het vat binnen een vooraf bepaalde marge overeenstemt met de vooraf bepaalde hoogte van het vat.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) het sluiten van het luik als desgevallend het gemeten gewicht en/of de gemeten hoogte van het vat overeenstemt met respectievelijk het vooraf bepaald gewicht en/of de vooraf bepaalde hoogte van het vat. Bij voorkeur omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) het sluiten van het luik als desgevallend het gemeten gewicht van het vat voor een vooraf bepaalde tijd en binnen een vooraf bepaalde marge overeenstemt met het vooraf bepaald gewicht van het vat. Bij voorkeur omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) het sluiten van het luik als desgevallend de gemeten hoogte van het vat binnen een vooraf bepaalde marge overeenstemt met de vooraf bepaalde hoogte van het vat.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) het identificeren van het type van het vat door middel van het derde meetsysteem.
De stappen a)-g) worden uitgevoerd op basis van het vulvolume van het eerste vulvolume en het tweede vulvolume overeenkomstig het geïdentificeerde type van het vat.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) het meten van het gewicht van het vat door middel van de gewichtssensor. Het type van het vat
14 BE2022/5225 wordt geïdentificeerd als één van het eerste type en het tweede type als het gemeten gewicht van het vat overeenstemt met respectievelijk het eerste gewicht en het tweede gewicht.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding omvat de werkwijze voorafgaand aan stap a) het meten van de hoogte van het vat door middel van de hoogtemeetsensor. Het type van het vat wordt geïdentificeerd als één van het eerste type en het tweede type als de gemeten hoogte van het vat overeenstemt met respectievelijk de eerste hoogte en de tweede hoogte.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een inrichting voor het persen van sap uit vruchten volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 2 toont het inwendige van de inrichting van Figuur 1.
Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede doorheen het reservoir en het transportsysteem van de inrichting van Figuur 1.
Figuur 4 toont een bovenaanzicht op het reservoir en het transportsysteem van de inrichting van Figuur 1.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
De huidige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te
15 BE2022/5225 maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven”, “onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities aan te duiden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de huidige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Figuur 1 toont een inrichting 100 volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding voor het persen van sap uit vruchten. Bij voorkeur is de inrichting 100 voorzien voor gebruik met een vooraf bepaalde soort vruchten, bij voorkeur hoofdzakelijk bolvormige vruchten, zoals bijvoorbeeld appels. Figuur 2 toont de inrichting 100 van Figuur 1 zonder de omhullende behuizing 110, zodanig dat de voornaamste onderdelen in het inwendige van de inrichting 100 zichtbaar zijn. De behuizing 110 is hierbij aan de voorzijde voorzien van een afsluitbare deur 120, zodanig dat het inwendige van de inrichting 100 toegankelijk is voor een beheerder van de inrichting 100, bijvoorbeeld voor het aanvullen van vruchten, reiniging en onderhoud. Verdere details van de inrichting 100 worden getoond in de dwarsdoorsnede van Figuur 3 doorheen een gedeelte van de
16 BE2022/5225 inrichting 100 van Figuur 1, en het bovenaanzicht van Figuur 4 op hetzelfde gedeelte van de inrichting 100.
De inrichting 100 omvat een reservoir 200 voor de vruchten. Het reservoir 200 bevindt zich onderaan de inrichting 100 zodanig dat het reservoir 200 eenvoudig bereikbaar is voor een beheerder van de inrichting 100 voor het inbrengen van de vruchten in het reservoir 200 en het reinigen van het reservoir 200.
Verder omvat de inrichting 100 een transportsysteem 400 dat is aangebracht aan een daartoe voorziene sleuf 211 in een opstaande wand 210 van het reservoir voor het opwaarts transporteren van de vruchten uit het reservoir 200. Het transportsysteem 400 omvat een lopende band 410 die zich vanuit een eerste opening 223 in een bodemwand 220 van het reservoir 200 opwaarts uitstrekt uit het reservoir 200. De lopende band 410 is voorzien van draagplatformen 420 voor de vruchten. De lopende band 410 wordt zodanig aangedreven dat de draagplatformen 420 aan een voorzijde 411 van de lopende band 410 opwaarts bewegen, en zodanig dat de draagplatformen 420 aan een achterzijde 412 van de lopende band 410 neerwaarts bewegen. Hierbij is de voorzijde 411 van de lopende band 410 de zijde van de lopende band 410 die gericht is naar het inwendige van het reservoir 200, en is de achterzijde 412 van de lopende band 410 de zijde van de lopende band 410 die weggericht is van het inwendige van het reservoir 200. In deze opstelling treden de draagplatformen 420 het reservoir 200 binnen via de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir 200, om vervolgens opwaarts te bewegen aan de voorzijde 411 van de lopende band 410, eerst in de sleuf 211 in de opstaande wand 210 van het reservoir 200 en daarna uit het reservoir 200. Aan de bovenzijde van de lopende band 410 worden de draagplatformen 420 omheen de bovenzijde van de lopende band 410 gekanteld, om vervolgens langs de achterzijde 412 van de lopende band 410 neerwaarts te bewegen. Aan de onderzijde van de lopende band 410 worden de draagplatformen 420 omheen de onderzijde van de lopende band 410 gekanteld, om vervolgens aan de voorzijde 411 van de lopende band 410 terug het reservoir 200 binnen te treden via de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir 200.
De draagplatformen 420 hebben vooraf bepaalde afmetingen die zodanig voorzien zijn dat enkel individuele vruchten op de draagplatformen 420 passen.
17 BE2022/5225
De draagplatformen 420 zijn dus zodanig gedimensioneerd dat zij een draagvlak bieden voor een individuele vrucht, maar niet voor een bijkomende vrucht. Deze afmetingen kunnen door de vakman bepaald worden in functie van de soort vrucht waarvoor de inrichting 100 bestemd is. Voor een bolvormige vrucht, zoals bijvoorbeeld een appel, kunnen de afmetingen van de draagplatformen 420 bijvoorbeeld bepaald worden op de gemiddelde diameter van de desbetreffende soort van vrucht.
De draagplatformen 420 liggen op een regelmatige afstand van elkaar.
Hierbij is de regelmatige afstand zodanig gekozen dat individuele vruchten passen tussen opeenvolgende draagplatformen 420, en dit zonder al te veel ruimte te laten tussen opeenvolgende draagplatformen 420, zodanig dat individuele vruchten kort op elkaar volgende opwaarts kunnen getransporteerd worden door middel van het transportsysteem 400.
De bodemwand 220 van het reservoir 200 heeft een V-vorm die neerwaarts afloopt in de richting van de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir waar de draagplatformen 420 het reservoir 200 binnentreden. Deze V-vorm wordt opgebouwd uit een neerwaarts aflopend eerste vlak 221 van de bodemwand 220 en een neerwaarts aflopende tweede vlak 222 van de bodemwand, welk eerste vlak 221 en tweede vlak 222 onder een hoek van elkaar zijn opgesteld. Dergelijke neerwaarts aflopende V-vorm biedt het voordeel dat de vruchten in het reservoir 200 onder de invloed van de zwaartekracht in de richting van de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir 200 gedwongen worden, om van daaruit opwaarts getransporteerd te worden uit het reservoir 200.
In de getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting 100 is de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir 200 voorzien door het eerste vlak 221 van de bodemwand 220. Om er voor te zorgen dat de vruchten in het reservoir 200 onbelemmerd op de draagplatformen 420 kunnen bewegen die het reservoir 200 binnentreden via de eerste opening 223, zijn de draagplatformen 420 uitgelijnd met het eerste vlak 221 van de bodemwand 220.
Door het afhellen van ieder draagplatform 420 wordt een vrucht op het draagplatform 420 neerwaarts gedwongen onder de invloed van de zwaartekracht, en daarbij aan een zijde aangedrukt tegen de lopende band 410, of zoals in de getoonde uitvoeringsvorm tegen een daartoe voorziene opstaande
18 BE2022/5225 achterwand 422 van het draagplatform 420 die aanligt tegen de lopende band 410, en aan een andere zijde tegen een lip 421 die zich neerwaarts uitstrekt vanaf een bovenliggend draagplatform 421. Hierdoor blijven de vruchten stevig op de draagplatformen 420 liggen wanneer deze opwaarts uit het reservoir 200 getransporteerd worden. De zich neerwaarts uitstrekkende lippen 421 aan de draagplatformen 420 bieden verder ook het voordeel dat de vruchten bij het opwaarts transporteren uit het reservoir 200 niet aanschuren tegen de opstaande wand 210 van het reservoir 200, en zodus niet beschadigd kunnen geraken.
Het eerste vlak 221 van de bodemwand 220 van het reservoir 200 is eveneens voorzien van een tweede opening 224. Deze tweede opening 224 ligt aan tegen het tweede vlak 222 van de bodemwand 220 van het reservoir 200, en bevindt zich voor de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir 200. Doorheen de tweede opening 224 in de bodemwand 220 strekt zich een agitator 230 uit die voorzien is om op en neer te bewegen. Hiertoe is de agitator 230 via een nokkenas 231 verbonden met de aandrijving van de lopende band 410. Hierbij is de nokkenas 231 zodanig geconfigureerd dat de op- en neerwaartse beweging van de agitator 230 gesynchroniseerd is met het binnentreden van de draagplatformen 420 in het reservoir 200 doorheen de eerste opening 223 doorheen de bodemwand 220. De agitator 230 is voorzien om “bruggen” in de vruchten in het reservoir 200 te doorbreken. Bij dergelijke bruggen worden vruchten bijvoorbeeld in een boogvorm of koepelvorm tegen elkaar aangedrukt, en kunnen de vruchten in het reservoir 200 niet meer verder zakken in de richting van de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir 200. Door het op en neer bewegen van de agitator 230 wordt van onderuit steeds aangedrukt tegen zich vormende bruggen, zodanig dat deze gebroken worden en de vruchten terug verder kunnen zakken in de richting van de eerste opening 223 in de bodemwand 220 van het reservoir 200, en dus in de richting van het transportsysteem 400. Zodus is er in het reservoir 200 steeds een vlotte doorstroming van de vruchten naar het transportsysteem 400.
Na het transportsysteem 400 omvat de inrichting 100 een weegplattorm 611 dat gevolgd wordt door een perssysteem 300 van de inrichting 100, welk perssysteem 300 voorzien is voor het persen van de vruchten. Het weegplatform 611 maakt deel uit van een eerste meetsysteem 610 van de inrichting 100 dat voorzien is voor het wegen van de vruchten alvorens deze vanaf het
19 BE2022/5225 transportsysteem 400 toegevoerd worden aan het perssysteem 300.
De vruchten op het transportsysteem 400 worden overgebracht naar het weegplatform 611 doordat, zoals reeds eerder vermeld, de draagplatformen 420 aan de bovenzijde van de lopende band 410 omheen de bovenzijde van de lopende band 410 worden gekanteld. Hierdoor wordt ook telkens de zich neerwaarts uitstrekkende lip 421 van een bovenliggend draagplatform 420 weg gekanteld van een vrucht die zich op een onderliggend draagplatform 420 bevindt, waardoor de desbetreffende vrucht onder de invloed van de zwaartekracht af het afhellende onderliggende draagplatform 420 zal rollen op het weegplatform 611.
Het perssysteem 300 omvat een glijpaan 301 die zich uitstrekt vanaf het weegplatform 611 van het eerste meetsystem 610 naar een ingang van het perssysteem 300, om een vrucht die af het weegplatform 611 beweegt naar de ingang van het perssysteem 300 te leiden. Het perssysteem 300 omvat verder een eerste stamper 302 die voorzien is om de vrucht aan de ingang van het perssysteem 300 tegen een roterende rasp in het inwendige van het perssysteem 300 aan te drukken. De geraspte pulp van de vruchten wordt in het inwendige van het perssysteem 300 afgevoerd naar een perskoker 304 van het perssysteem 300, waar de pulp samengeperst wordt door middel van een tweede stamper 303 van het perssysteem om er sap uit te persen dat afgevoerd wordt naar het uitvoersysteem 500 van de inrichting 100. De uitgeperste pulp wordt dan na het openen van een onderzijde van de perskoker 304 uit de perskoker 304 gedrukt door middel van de tweede stamper 303 naar een afvalreservoir 700 van de inrichting 100. Het perssysteem 300 kan evenwel op enige andere bij de vakman gekende en geschikte wijze uitgevoerd worden, en kan bijvoorbeeld ook afgestemd worden op de soort vruchten waar de inrichting 100 voor bestemd is.
Het uitvoersysteem 500 van de inrichting 100 is voorzien voor het uitvoeren van het sap uit het perssysteem 300 naar een vat 800. Het vat 800 is bijvoorbeeld een fles zoals getoond in Figuur 1, maar in andere uitvoeringsvormen kan de inrichting 100 echter ook voorzien worden met andere soorten van vaten 800, zoals bijvoorbeeld een beker. Het uitvoersysteem 500 is zodanig voorzien dat een gebruiker van de inrichting 100 het vat 800 kan aanbrengen in het uitvoersysteem 500 en uitnemen uit het uitvoersysteem 500.
Hierbij is het voorzien dat bij normaal gebruik van de inrichting 100 een leeg vat
20 BE2022/5225 800 wordt aangebracht in het uitvoersysteem 500 door de gebruiker om gevuld worden, en het vat 800 uit het uitvoersysteem 500 genomen wordt door de gebruiker nadat het vat 800 gevuld werd met geperst sap door het uitvoersysteem 500.
De inrichting 100 volgens de getoonde uitvoeringsvorm is geconfigureerd om gebruikt te worden met ten minste een vat 800 van eerste type met een vooraf bepaald eerste vulvolume en een vat 800 van een eerste type met een vooraf bepaald tweede vulvolume, waarbij het eerste vulvolume en het tweede vulvolume verschillende zijn van elkaar. Om de inrichting 100 toe te laten een onderscheid te maken tussen het vat 800 van het eerste type en het vat 800 van het tweede type, heeft het vat 800 van het eerste type een vooraf bepaald eerste gewicht en een vooraf bepaalde eerste hoogte, en heeft het vat 800 van het tweede type een vooraf bepaald tweede gewicht en een vooraf bepaalde tweede hoogte, waarbij het eerste gewicht en het tweede gewicht verschillend zijn van elkaar, en waarbij de eerste hoogte en de tweede hoogte verschillend zijn van elkaar.
Het uitvoersysteem 500 omvat een nis 501 waar het vat 800 in aangebracht dient te worden. Verder omvat het uitvoersysteem 500 eveneens een luik (niet getoond} voor het openen en sluiten van de nis 501. De inrichting 100 is geconfigureerd voor het sluiten van het luik en dus de nis 501 nadat een vat 800 werd aangebracht in de nis 501 en voorafgaand aan het starten met persen van sap uit de vruchten door middel van de inrichting 100. De inrichting 100 is verder geconfigureerd voor het terug openen van het luik en dus de nis 501 nadat het vat 800 is gevuld met geperst sap, zodanig dat de gebruiker het vat 800 met het geperst sap uit de nis 501 kan nemen.
De inrichting 100 is in de nis 501 voorzien van een houder 621 waar het vat 800 in gehangen dient te worden. In de getoonde uitvoeringsvorm 621 is de houder 621 zodanig voorzien dat het vat 800, zijnde een fles, met de flessenhals 621 in de houder 621 kan gehangen worden. In andere uitvoeringsvormen van de inrichting 100 kan de houder 621 evenwel op een andere wijze voorzien zijn om er een vat 800 van een andere soort dan een fles in op te hangen. De houder 621 is verbonden met een gewichtssensor (niet getoond) die voorzien is voor het wegen van het vat 800 dat in de houder 621 is gehangen.
De gewichtssensor maakt deel uit van een tweede meetsysteem 620 van
21 BE2022/5225 de inrichting 100 dat voorzien is voor het bepalen van een geperst volume van het sap in het vat 800. Het bepalen van het geperst volume van het sap gebeurt hierbij door, voorafgaand aan het persen, het tarra gewicht van het leeg vat 800 in de houder 621 te meten door middel van de gewichtssensor. Tijdens het vullen van het vat 800 met geperst sap vanuit het uitvoersysteem 500 wordt het bruto gewicht van het vat 800 met het geperst sap in de houder 621 verder gemeten door middel van de gewichtssensor. Vervolgens wordt het netto gewicht van het geperst sap berekend door het verschil te nemen tussen het bruto gewicht van het vat 800 met het geperst sap en het tarra gewicht van het leeg vat 800. Uit dit netto gewicht van het geperst sap wordt dan vervolgens het volume van het geperst sap in het vat 800 berekend door het netto gewicht te delen door een vooraf bepaalde gemiddelde massadichtheid van het geperst sap. De vooraf bepaalde gemiddelde massadichtheid van het geperst sap wordt hierbij opgehaald uit een geheugen (niet getoond) van de inrichting 100. De vooraf bepaalde gemiddelde massadichtheid kan bijvoorbeeld een literatuurwaarde zijn voor geperst sap afkomstig van de vruchten waar de inrichting 100 voor bestemd is, of kan bijvoorbeeld voorafgaand bepaald zijn door het uitvoeren van massadichtheidsmetingen uitgevoerd op geperst sap afkomstig van de vruchten waar de inrichting 100 voor bestemd is.
De gewichtssensor maakt eveneens deel uit van een derde meetsysteem 630 van de inrichting 100 dat voorzien is voor het identificeren van het type van het vat 800 in het uitvoersysteem 500. Het identificeren van het type van het vat 800 gebeurt hierbij door, voorafgaand aan het starten van het persen van sap uit de vruchten, het gewicht van het leeg vat 800 in de houder 621 te meten door middel van de gewichtssensor. Indien het gemeten gewicht van het vat 800, bij voorkeur voor een vooraf bepaalde tijd en/of binnen een vooraf bepaalde marge, overeenstemt met het vooraf bepaalde eerste gewicht van een vat 800 van het eerste type dan wordt het vat 800 in de houder 621 geïdentificeerd als een vat 800 van het eerste type. Indien het gemeten gewicht van het vat, bij voorkeur voor een vooraf bepaalde tijd en/of binnen een vooraf bepaalde marge, overeenstemt met het vooraf bepaalde tweede gewicht van een vat 800 van het tweede type dan wordt het vat 800 in de houder 621 geïdentificeerd als een vat 800 van het tweede type. Als het gemeten gewicht van het vat 800 niet overeenstemt met het eerste gewicht of het tweede gewicht, dan kan hieruit
29 BE2022/5225 afgeleid worden dat een vat 800 aangebracht in het uitvoersysteem 500 werd dat niet bestemd is voor gebruik met de inrichting 100, of dat het vat 800 niet op een correcte wijze werd aangebracht in het uitvoersysteem 500, bijvoorbeeld doordat de gebruiker het vat 800 nog vasthoudt.
Het derde meetsysteem 630 is in de nis 501 verder voorzien van een hoogtemeetsensor (niet getoond) die voorzien is voor het meten van de hoogte van het vat 800 dat aangebracht is in het uitvoersysteem 500. Het identificeren van het type van het vat 800 gebeurt hierbij door, voorafgaand aan het starten van het persen van sap uit de vruchten, de hoogte van het vat 800 in het uitvoersysteem 500 te meten door middel van de hoogtemeetsensor. Indien de gemeten hoogte van het vat 800, bij voorkeur binnen een vooraf bepaalde marge, overeenstemt met de vooraf bepaalde eerste hoogte van een vat 800 van het eerste type dan wordt het vat 800 in het uitvoersysteem 500 geïdentificeerd als een vat 800 van het eerste type. Indien de gemeten hoogte van het vat, bij voorkeur binnen een vooraf bepaalde marge, overeenstemt met de vooraf bepaalde tweede hoogte van een vat 800 van het tweede type dan wordt het vat 800 in de houder 621 geïdentificeerd als een vat 800 van het tweede type. Als de gemeten hoogte van het vat 800 echter niet overeenstemt met de eerste gewicht of de tweede hoogte, dan kan hieruit afgeleid worden dat bijvoorbeeld een vat 800 aangebracht werd in het uitvoersysteem 500 dat niet bestemd is voor gebruik met de inrichting 100, of dat het vat 800 niet op een correcte wijze werd aangebracht in het uitvoersysteem 500, bijvoorbeeld in een verkeerde oriëntatie.
De hoogtemeetsensor kan bijvoorbeeld een gordijnsensor zijn, een combinatie van aparte optische sensoren op verschillende posities in de nis 501, een intelligente camera met vatherkenning op basis van hoogte en/of profiel, een profielsensor om een 2D profiel van het vat 800 te meten.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting 100, kan één van de gewichtssensor en de hoogtemeetsensor, bij voorkeur de hoogtemeetsensor, gebruikt worden als een primaire sensor in het derde meetsysteem 630 voor het identificeren van het type van het vat 800 in het uitvoersysteem 500, waarbij de andere sensor louter gebruikt wordt als controle.
De inrichting volgens de getoonde uitvoeringsvorm is voor het uitvoeren van de stappen die hieronder verder zullen uiteengezet worden. Bij voorkeur wordt het uitvoeren van deze stappen aangestuurd door middel van een
23 BE2022/5225 regeleenheid (niet getoond) van de inrichting 100, welke regeleenheid ten minste in communicatie staat met het transportsysteem 400, het perssysteem 300, het uitvoersysteem 500, het eerste meetsysteem 610, het tweede meetsysteem 620, het derde meetsysteem 630 en een geheugen van de inrichting 100.
Eerst wordt het vat 800 door een gebruiker aangebracht in het uitvoersysteem 500 van de inrichting 100 door het vat 800 in de houder 621 in de nis 501 te hangen.
Vervolgens wordt het type van het vat 800 in het uitvoersysteem 500 geïdentificeerd door middel van het derde meetsysteem 630, zoals hierboven reeds uiteengezet. Als het vat 800 geïdentificeerd wordt als één van het eerste type en het tweede type, dan wordt eerst de nis 501 afgesloten door het sluiten van het luik, zodanig dat de gebruiker het vat niet meer kan manipuleren tijdens het proces van het persen van het sap uit de vruchten door middel van de inrichting 100. Vervolgens zal het proces van het persen van sap uit de vruchten door middel van de inrichting 100 gestart worden op basis van het vulvolume van het eerste vulvolume en het tweede vulvolume overeenkomstig het type van het vat 800 dat geïdentificeerd werd. Als het vat 800 echter niet geïdentificeerd wordt als één van het eerste type en het tweede type, dan zal het proces van het persen van sap uit de vruchten door middel van de inrichting 100 niet gestart worden. Hierbij kan er ook een foutmelding gestuurd worden naar de gebruiker zodanig dat de gebruiker zijn fout bij het aanbrengen van het vat 800 in het uitvoersysteem 500 kan corrigeren. Dergelijke foutmelding kan bijvoorbeeld een visueel signaal of een tekstboodschap zijn op een scherm van de inrichting 100 of een auditief signaal uitgestuurd door middel van een luidspreker van de inrichting 100.
Het proces van het persen van sap uit de vruchten door middel van de inrichting 100 omvat de stappen a)-g) die hieronder verder zullen worden uiteengezet.
De stap a) omvat het berekenen van een benodigd gewicht aan vruchten op basis van een vooraf bepaalde gemiddelde sapopbrengst en het vulvolume van het vat 800. Het benodigde gewicht is hierbij het gewicht aan vruchten dat nodig is om na het persen van de vruchten een volume aan geperst sap te bekomen dat overeenstemt met vulvolume van het vat 800. De gemiddelde sapopbrengst is een gemiddeld volume van sap dat bekomen wordt per gewicht
24 BE2022/5225 van de vruchten bij het persen van de vruchten. De vooraf bepaalde gemiddelde sapopbrengst wordt hierbij opgehaald uit een geheugen van de inrichting 100. De vooraf bepaalde gemiddelde sapopbrengst kan bijvoorbeeld een literatuurwaarde zijn voor de vruchten waar de inrichting 100 voor bestemd is, of kan bijvoorbeeld voorafgaand bepaald zijn door het uitvoeren van metingen van het volume van geperst sap afkomstig van gewogen vruchten van de vruchten waar de inrichting 100 voor bestemd is. De gemiddelde sapopbrengst kan gebaseerd zijn op een gemiddeld gewicht van sap dat bekomen wordt per gewicht van de vruchten bij het persen van de vruchten. Hierbij dient dan nog een omzetten te gebeuren van het gemiddelde gewicht van sap naar een gemiddeld volume van sap, bijvoorbeeld door middel van een vooraf bepaalde gemiddelde massadichtheid van het sap gekend uit de literatuur of bepaald door metingen.
De stap b) omvat het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir 200 naar het perssysteem 300 door middel van het transportsysteem 400 voor het persen van de vruchten in het perssysteem 300.
De stap c) omvat het wegen van de vruchten door middel van het eerste meetsysteem 610 alvorens de vruchten toegevoerd worden aan het perssysteem 300 vanuit het reservoir 200. In de getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting 100 gebeurt het wegen van de vruchten op het weegplatform 611 van het eerste meetsysteem 610 dat zich tussen het transportsysteem 400 en het perssysteem 300 bevindt. In alternatieve uitvoeringsvormen zou dit bijvoorbeeld ook reeds op het transportsysteem 400 zelf kunnen gebeuren.
De stap d) omvat het stoppen van het transportsysteem 400 van zodra het benodigd gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem 300.
Hierdoor worden er geen verdere vruchten meer toegevoerd aan het perssysteem 300, zodanig dat vruchten niet onnodig geperst worden en onnodige verspilling van vruchten vermeden wordt.
De stap e) omvat het bepalen van het geperst volume van het sap door middel van het tweede meetsysteem 620. Deze stap wordt doorlopend uitgevoerd tijdens het persen van de vruchten in het perssysteem 300, zodanig dat de toename van het geperste volume van het sap opgevolgd wordt. In de getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting 100 gebeurt het bepalen van het geperst volume van het sap in het vat 800 in het uitvoersysteem 500. In alternatieve uitvoeringsvormen zou dit bijvoorbeeld ook in het perssysteem 300
25 BE2022/5225 of in het uitvoersysteem 500 zelf kunnen gebeuren. Hiertoe kan dan bijvoorbeeld gebruikt gemaakt worden van een buffervat met een beperkt volume waarin het geperst sap kortstondig bewaard wordt met het oog op de volumemeting, alvorens het geperst sap via het uitvoersysteem 500 uit te voeren naar het vat 800 in het uitvoersysteem 500.
De stap f) omvat, in het geval dat het doorlopend gemeten geperst volume van het sap het vulvolume van het vat bereikt, het stoppen van het perssysteem 300 zodanig dat er geen verder geperst sap vanuit het perssysteem 300 aangevoerd wordt naar het uitvoersysteem 500 en via het uitvoersysteem uitgevoerd naar het vat 800 in het uitvoersysteem 500 en/of het stoppen het uitvoersysteem 500 zodanig dat er geen verder geperst sap door het uitvoersysteem 500 uitgevoerd wordt naar het vat 800 in het uitvoersysteem.
Overtollig geperst sap, overtollig pulp en/of andere resten van de vruchten in het perssysteem 300 of het uitvoersysteem worden vervolgens op een daartoe geschikte wijze verwijderd uit het perssysteem 300 en het uitvoersysteem 500 naar het afvalreservoir 700. Na deze stap wordt ook de nis 501 van het uitvoersysteem 500 terug geopend, zodanig dat de gebruiker het vat 800 gevuld met het geperst sap uit het uitvoersysteem 500 kan nemen.
De stap g) omvat, in het geval dat het doorlopend gemeten geperst volume van het sap het vulvolume van het vat 800 niet bereikt, het herhalen van stappen a)-g) op basis van een resterend vulvolume van het vat 800. Het resterend vulvolume is het verschil tussen het vulvolume van het vat 800 en het uiteindelijk gemeten geperst volume van het sap. Het proces van het persen van sap uit de vruchten door middel van de inrichting 100 wordt dus herhaald om een benodigd gewicht aan vruchten te persen dat nodig is om na het persen van de vruchten een volume aan geperst sap te bekomen dat overeenstemt met het resterend vulvolume van het vat 800. Bij het herhalen van deze stappen kan het benodigd gewicht aan vruchten in stap a) opnieuw bepaald worden op de reeds eerder gebruikte gemiddelde sapopbrengst. Als alternatief kan er hierbij in plaats van de gemiddelde sapopbrengst ook gebruik gemaakt worden van een werkelijke sapopbrengst. Hierbij is de werkelijke sapopbrengst de verhouding van het uiteindelijk gemeten geperst volume van het sap en het benodigde gewicht aan vruchten uit het eerdere doorlopen van de stappen a)-b). Dit is voordelig om een groot aantal herhalingen van de stappen a)-g) te vermijden in het geval dat
26 BE2022/5225 het geperst volume van het sap voor de gebruikte vruchten sterk afwijkt van hetgeen men zou verwachten op basis van de gemiddelde sapopbrengst.

Claims (27)

97 BE2022/5225 Conclusies
1. Een inrichting (100) voor het persen van sap uit vruchten, waarbij de inrichting (100) omvat: een reservoir (200) voor de vruchten; een perssysteem (300) voor het persen van het sap uit de vruchten; een transportsysteem (400) voor het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir (200) naar het perssysteem (300); een uitvoersysteem (500) voor het uitvoeren van het sap uit het perssysteem (300) naar een vat (800) met een vooraf bepaald vulvolume, waarbij het uitvoersysteem (500) voorzien is voor het aanbrengen en uitnemen van het vat (800) in het uitvoersysteem (500) door een gebruiker; een eerste meetsysteem (610) voor het wegen van de vruchten alvorens de vruchten toegevoerd worden aan het perssysteem (300) vanuit het reservoir (200); een tweede meetsysteem (620) voor het bepalen van een geperst volume van het sap; waarbij de inrichting (100) geconfigureerd is om volgende stappen uit te voeren na het aanbrengen van het vat (800) in het uitvoersysteem (500): a) het berekenen van een benodigd gewicht aan vruchten op basis van een vooraf bepaalde gemiddelde sapopbrengst en het vulvolume van het vat (800), waarbij de gemiddelde sapopbrengst een gemiddeld volume van sap per gewicht van de vruchten is; b) het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir (200) naar het perssysteem (300) door middel van het transportsysteem (400) voor het persen van de vruchten in het perssysteem (300); c) het wegen van de vruchten door middel van het eerste meetsysteem (610) alvorens de vruchten toegevoerd worden aan het perssysteem (300) vanuit het reservoir (200): d) het stoppen van het transportsysteem (400) van zodra het
28 BE2022/5225 benodigd gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem (300); e) het bepalen van het geperst volume van het sap door middel van het tweede meetsysteem (620); f) in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat (800) bereikt, het stoppen van ten minste één van het perssysteem (300) en het uitvoersysteem (500); g) in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat (800) niet bereikt, het herhalen van stappen a)-g) op basis van een resterend vulvolume van het vat (800), zijnde het verschil tussen het vulvolume van het vat (800) en het geperst volume van het sap.
2. De inrichting (100) volgens conclusie 1, waarbij de inrichting (100) in stap g) verder geconfigureerd is voor het herhalen van stappen a)-g) op basis van het resterend vulvolume van het vat (800) en een werkelijke sapopbrengst, waarbij de werkelijke sapopbrengst de verhouding is van het geperst volume van het sap en het benodigde gewicht aan vruchten.
3. De inrichting (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de inrichting (100) een gewichtssensor omvat voor het meten van het gewicht van het vat (800) in het uitvoersysteem (500).
4. De inrichting (100) volgens conclusie 3, waarbij het tweede meetsysteem (620) de gewichtssensor omvat, waarbij de inrichting (100) geconfigureerd is om voorafgaand aan stap a) het tarra gewicht van het vat (800) te meten door middel van de gewichtssensor, en om in stap e) het bruto gewicht van het vat (800) met het geperst sap te meten door middel van de gewichtssensor, en het geperst volume van het sap te bepalen op basis van het netto gewicht van het geperst sap.
5. De inrichting (100) volgens eender welke van de conclusies 1-4, waarbij de inrichting een hoogtemeetsensor omvat voor het meten van de hoogte van het vat (800) in het uitvoersysteem (500).
6. De inrichting (100) volgens eender welke van de conclusies 1-5, waarbij, ten
29 BE2022/5225 minste in combinatie met conclusie 3, het vat (800) een vooraf bepaald gewicht heeft, de inrichting (100) geconfigureerd is om voorafgaand aan stap a) het gewicht van het vat (800) te meten door middel van de gewichtssensor, en om stap a) pas te starten als het gemeten gewicht van het vat (800) overeenstemt met het vooraf bepaald gewicht van het vat (800), en/of waarbij, ten minste in combinatie met conclusie 5, het vat (800) een vooraf bepaalde hoogte heeft, de inrichting (100) geconfigureerd is om voorafgaand aan stap a) de hoogte van het vat (800) te meten door middel van de hoogtemeetsensor, en om stap a) pas te starten als de gemeten hoogte van het vat (800) overeenstemt met de vooraf bepaalde hoogte van het vat (800).
7. De inrichting (100) volgens conclusie 6, waarbij het uitvoersysteem (500) een nis (501) omvat om het vat (800) in aan te brengen, en een luik voor het openen en sluiten van de nis (501), waarbij de inrichting (100) geconfigureerd is om voorafgaand aan stap a) het luik te sluiten als desgevallend het gemeten gewicht en/of de gemeten hoogte van het vat (800) overeenstemt met respectievelijk het vooraf bepaald gewicht en/of de vooraf bepaalde hoogte van het vat (800).
8. De inrichting (100) volgens eender welke van de conclusie 1-7, waarbij het vat (800) één is van een eerste type met een vooraf bepaald eerste vulvolume en een tweede type met een vooraf bepaald tweede vulvolume, waarbij het eerste vulvolume verschillend is van het tweede vulvolume, waarbij de inrichting (100) een derde meetsysteem (630) omvat voor het identificeren van het type van het vat (800) in het uitvoersysteem (500), waarbij de inrichting (100) geconfigureerd is om voorafgaand aan stap a) het type van het vat (800) te identificeren door middel van het derde meetsysteem (630), en om de stappen a)-g) uit te voeren op basis van het vulvolume van het eerste vulvolume en het tweede vulvolume overeenkomstig het geïdentificeerde type van het vat (800).
9. De inrichting (100) volgens conclusie 8, ten minste in combinatie met conclusie 3, waarbij het eerste type van het vat (800) een vooraf bepaalde eerste gewicht heeft, waarbij het tweede type van het vat (800) een vooraf bepaalde tweede gewicht heeft, waarbij het eerste gewicht verschillend is
30 BE2022/5225 van het tweede gewicht, waarbij het derde meetsysteem (630) de gewichtssensor omvat voor het meten van het gewicht van het vat (800) in het uitvoersysteem (500), waarbij de inrichting (100) geconfigureerd is om voorafgaand aan stap a) het gewicht van het vat (800) te meten door middel van de gewichtssensor, en het type van het vat (800) te identificeren als één van het eerste type en het tweede type als het gemeten gewicht van het vat (800) overeenstemt met respectievelijk het eerste gewicht en het tweede gewicht.
10. De inrichting (100) volgens conclusie 8 of 9, ten minste in combinatie met conclusie 5, waarbij het eerste type van het vat (800) een vooraf bepaalde eerste hoogte heeft, waarbij het tweede type van het vat (800) een vooraf bepaalde tweede hoogte heeft, waarbij de eerste hoogte verschillend is van de tweede hoogte, waarbij het derde meetsysteem (630) de hoogtemeetsensor omvat voor het meten van de hoogte van het vat (800) in het uitvoersysteem (500), waarbij de inrichting (100) geconfigureerd is om voorafgaand aan stap a) de hoogte van het vat (800) te meten door middel van de hoogtemeetsensor, en het type van het vat (800) te identificeren als één van het eerste type en het tweede type als de gemeten hoogte van het vat (800) overeenstemt met respectievelijk de eerste hoogte en de tweede hoogte.
11. De inrichting (100) volgens eender welke van de conclusies 1-10, waarbij het transportsysteem (400) voorzien is voor het opeenvolgend aan elkaar transporteren van individuele vruchten vanuit het reservoir (200) naar het perssysteem (300), en waarbij het eerste meetsysteem (610) voorzien is voor het wegen van de individuele vruchten toegevoerd vanuit het reservoir (200) aan het perssysteem (300) door middel van het transportsysteem (400).
12. De inrichting (100) volgens eender welke van de conclusies 1-11, waarbij het transportsysteem (400) is aangebracht aan een opstaande wand (210) van het reservoir (200), waarbij het transportsysteem (400) zich opwaarts uitstrekt uit het reservoir (200) vanaf een bodemwand (220) van het reservoir (200), waarbij het transportsysteem (400) is voorzien voor het opwaarts transporteren van de vruchten uit het reservoir (200).
31 BE2022/5225
13. De inrichting (100) volgens conclusie 12, waarbij de bodemwand (220) van het reservoir (200) een V-vorm heeft die neerwaarts afloopt in een richting naar het transportsysteem (400).
14. De inrichting (100) volgens conclusie 12 of 13, waarbij het transportsysteem (400) een lopende band (410) omvat die voorzien is van opeenvolgende draagplatformen (420) voor de vruchten die op een regelmatige afstand van elkaar gelegen zijn, waarbij de draagplatformen (420) aan een voorzijde (411) van de lopende band (410), gericht naar het reservoir (200), opwaarts bewegen doorheen een daartoe voorziene eerste opening (223) in de bodemwand (220) van het reservoir (200), en waarbij de draagplatformen (420) aan een achterzijde (412) van de lopende band (410), weggericht van het reservoir (200), neerwaarts bewegen terug naar de eerste opening (223) in de bodemwand (220) van het reservoir (200).
15. De inrichting (100) volgens conclusie 14, waarbij de draagplatformen (420) vooraf bepaalde afmetingen hebben voor het dragen van individuele vruchten.
16. De inrichting (100) volgens conclusie 14 of 15, ten minste in combinatie met conclusie 13, waarbij de draagplatformen (420) uitgelijnd zijn met een eerste vlak (221) van de bodemwand (220).
17. De inrichting (100) volgens eender welke van de conclusies 14-16, waarbij ieder van de draagplatformen (420) is voorzien van ten minste één zich neerwaarts uitstrekkend lip (421).
18. De inrichting (100) volgens eender welke van de conclusies 12-17, waarbij een op en neer beweegbare agitator (230) is aangebracht doorheen de bodemwand (220) van het reservoir (200).
19. De inrichting (100) volgens conclusie 18, ten minste in combinatie met conclusie 14, waarbij de beweging van de agitator (230) gesynchroniseerd is met de beweging van de draagplatformen (420) doorheen de eerste opening (223) in de bodemwand (220).
20. Een werkwijze voor het persen van sap uit vruchten door middel van de inrichting (100) volgens eender welke van de conclusies 1-19, waarbij de werkwijze na het aanbrengen van het vat (800) in het uitvoersysteem (500)
32 BE2022/5225 de stappen omvat van: a) het berekenen van een benodigd gewicht aan vruchten op basis van de gemiddelde sapopbrengst en het vulvolume van het vat (800); b) het transporteren van de vruchten vanuit het reservoir (200) naar het perssysteem (300) door middel van het transportsysteem (400) voor het persen van de vruchten in het perssysteem (300); c) het wegen van de vruchten door middel van het eerste meetsysteem (610) alvorens de vruchten toegevoerd worden aan het perssysteem (300) vanuit het reservoir (200): d) het stoppen van het transportsysteem (400) van zodra het benodigd gewicht aan vruchten toegevoerd is aan het perssysteem (300); e) het bepalen van het geperst volume van het sap door middel van het tweede meetsysteem (620); f) in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat (800) bereikt, het stoppen van ten minste één van het perssysteem (300) en het uitvoersysteem (500); g) in het geval dat het geperst volume van het sap het vulvolume van het vat (800) niet bereikt, het herhalen van stappen a)-g) op basis van een resterend vulvolume van het vat (800), zijnde het verschil tussen het vulvolume van het vat (800) en het geperst volume van het sap.
21. De werkwijze volgens conclusie 20, waarbij stap g) het herhalen van stappen a)-9) op basis van het resterend vulvolume van het vat (800) en een werkelijke sapopbrengst omvat, waarbij de werkelijke sapopbrengst de verhouding is van het geperst volume van het sap en het benodigde gewicht aan vruchten.
22. De werkwijze volgens conclusie 20 of 21, ten minste in combinatie met conclusie 4, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) het meten van het tarra gewicht van het vat (800) door middel van de gewichtssensor omvat, en
33 BE2022/5225 waarbij stap e) het meten van het bruto gewicht van het vat (800) met het geperst sap door middel van de gewichtssensor omvat, en het bepalen van het geperst volume van het sap op basis van het netto gewicht van het geperst sap.
23. De werkwijze volgens eender welke van de conclusies 20-22, ten minste in combinatie met conclusie 6, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) desgevallend het meten van het gewicht van het vat (800) door middel van de gewichtssensor en/of het meten van de hoogte van het vat (800) door middel van de hoogtemeetsensor omvat, en waarbij stap a) pas gestart wordt als desgevallend het gemeten gewicht en/of de gemeten hoogte van het vat (800) overeenstemt met respectievelijk het vooraf bepaald gewicht en/of de vooraf bepaalde hoogte van het vat (800).
24, De werkwijze volgens conclusie 23, ten minste in combinatie met conclusie 7, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) het sluiten van het luik omvat als desgevallend het gemeten gewicht en/of de gemeten hoogte van het vat (800) overeenstemt met respectievelijk het vooraf bepaald gewicht en/of de vooraf bepaalde hoogte van het vat (800).
25. De werkwijze volgens eender welke van de conclusies 20-24, ten minste in combinatie met conclusie 8, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) het identificeren van het type van het vat (800) door middel van het derde meetsysteem (630) omvat, en waarbij de stappen a)-g) uitgevoerd worden op basis van het vulvolume van het eerste vulvolume en het tweede vulvolume overeenkomstig het geïdentificeerde type van het vat (800).
26. De werkwijze volgens conclusie 25, ten minste in combinatie met conclusie 9, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) het meten van het gewicht van het vat (800) door middel van de gewichtssensor omvat, en waarbij het type van het vat (800) geïdentificeerd wordt als één van het eerste type en het tweede type als het gemeten gewicht van het vat (800) overeenstemt met respectievelijk het eerste gewicht en het tweede gewicht.
27. De werkwijze volgens conclusie 25 of 26, ten minste in combinatie met conclusie 10, waarbij de werkwijze voorafgaand aan stap a) het meten van de hoogte van het vat (800) door middel van de hoogtemeetsensor omvat,
34 BE2022/5225 en waarbij het type van het vat (800) geïdentificeerd wordt als één van het eerste type en het tweede type als de gemeten hoogte van het vat (800) overeenstemt met respectievelijk de eerste hoogte en de tweede hoogte.
BE20225225A 2022-03-29 2022-03-29 Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten BE1030399B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225225A BE1030399B1 (nl) 2022-03-29 2022-03-29 Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten
PCT/IB2023/053055 WO2023187631A1 (en) 2022-03-29 2023-03-28 Device and method for squeezing juice from fruits

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225225A BE1030399B1 (nl) 2022-03-29 2022-03-29 Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030399A1 BE1030399A1 (nl) 2023-10-23
BE1030399B1 true BE1030399B1 (nl) 2023-10-30

Family

ID=81307371

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225225A BE1030399B1 (nl) 2022-03-29 2022-03-29 Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1030399B1 (nl)
WO (1) WO2023187631A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4924770A (en) * 1989-05-05 1990-05-15 Juice Tree Portable, automatic juice extraction machine
CN108324078A (zh) * 2018-04-04 2018-07-27 无锡科安自动化装备有限公司 具有计量功能的榨汁机
US20180325158A1 (en) * 2015-11-25 2018-11-15 Thompe B.V. A Device for Extracting Juice from Fruit and/or Vegetable Items

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4924770A (en) * 1989-05-05 1990-05-15 Juice Tree Portable, automatic juice extraction machine
US20180325158A1 (en) * 2015-11-25 2018-11-15 Thompe B.V. A Device for Extracting Juice from Fruit and/or Vegetable Items
CN108324078A (zh) * 2018-04-04 2018-07-27 无锡科安自动化装备有限公司 具有计量功能的榨汁机

Also Published As

Publication number Publication date
WO2023187631A1 (en) 2023-10-05
BE1030399A1 (nl) 2023-10-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5104002A (en) Food dispenser and method
US5191918A (en) Food dispenser and method
EP0755031B1 (en) Machine for dispensing fried potatoes
HUE025725T2 (en) Plastic pellet dosing procedure
BE1030399B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het persen van sap uit vruchten
US4450073A (en) Automatic weight grading and sorting apparatus
FR2781757A1 (fr) Procede et dispositif d'ensachage d'un nombre determine de grains dans chaque sac
EP0215926A1 (en) Weighing apparatus with compartmentalized weighing bucket
EP3892970A1 (en) Combination weighing device
NL195037C (nl) Inrichting voor het beladen en ontladen van kokers voor een testinrichitng voor halfgeleiderschakelingen.
EP0105756B1 (en) Combinatorial weighing apparatus and method
US4066107A (en) Packaging machine and method for chitterlings
NL1034384C2 (nl) Inrichting voor het overdragen van een stortbaar product, met name een voedingsproduct, op of in een onderliggend product.
JPH02269603A (ja) 商品の充填方法及び装置
JP3306187B2 (ja) 穀物の容積重検定装置
JP2017533425A (ja) 農産物を計量小分けして包装する装置
US4614154A (en) Peanut press feed mechanism
JP3647549B2 (ja) 組合せ秤
US493795A (en) smtser
EP0572341A2 (fr) Procédé et unité pour analyser automatiquement les paramètres physico-chimiques sur un échantillonnage de fruits ou similaire
US204477A (en) Improvement in machines for filling cans
US875181A (en) Liquid-measuring device.
JP2582018Y2 (ja) 自動計量機の計量槽
EP0278852A1 (fr) Système de tri d'un très grand nombre de petits objets émetteurs de radiations
US688537A (en) Weighing-machine.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20231030