BE1030024B1

BE1030024B1 - Een methode voor het vervaardigen van een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen

Info

Publication number: BE1030024B1
Application number: BE20215987A
Authority: BE
Inventors: Dimitri Philippe B O; Maarten Thomas Bodewes
Original assignee: Loop
Priority date: 2021-12-14
Filing date: 2021-12-14
Publication date: 2023-07-10
Also published as: BE1030024A1

Abstract

Een methode voor het vervaardigen van een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen wordt voorzien, de methode omvattende de stappen: • het voorzien van de twee of meer elementen die in het oppervlak van het product voorziet; • het samenstellen van de twee of meer elementen tot een intermediair product, waarbij tussen twee of meer elementen naden zichtbaar zijn op het oppervlak van het intermediair product; • het vacuüm coaten van het intermediair product tot minstens de naden onzichtbaar zijn.

Description

1 BE2021/5987

EEN METHODE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN PRODUCT MET

EEN BUITENOPPERVLAK UIT MINSTENS TWEE ELEMENTEN

Technisch gebied

[01] De uitvinding heeft betrekking op methoden voor het vervaardigen van een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op methoden voor het vervaardigen van een oordop, welke oordop een deel omvat welk een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen is.

Stand van de techniek

[02] Producten met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen zijn gekend. Vaak zijn dit polymere producten, waarvan de buitenzijde voorzien wordt door op elkaar passende delen van het product. Aan de buitenzijde zijn naden zichtbaar. De aanwezigheid van naden wordt veelal als een teken van mindere of lagere kwaliteit aanzien ten opzichte van vergelijkbare producten welke uit één massief stuk zijn gemaakt. Dergelijke massieve één- stuksproducten zijn echter moeilijker of soms helemaal niet te vervaardigen.

Samenvatting van de uitvinding

[03] Het is een doelstelling van de uitvinding om in methoden te voorzien voor het vervaardigen van een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen, welke producten de indruk wekken van uit één massief geheel te bestaan.

2 BE2021/5987

[04] Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een methode voor het vervaardigen van een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen, de methode omvattende de stappen: e het voorzien van de twee of meer elementen die in het oppervlak van het product voorziet; e het samenstellen van de twee of meer elementen tot een intermediair product, waarbij tussen twee of meer elementen naden zichtbaar zijn op het oppervlak van het intermediair product; e het coaten van het intermediair product tot minstens de naden onzichtbaar zijn, waarbij één of meer coatinglagen aangebracht worden, minstens één coatinglaag wordt aangebracht door vacuüm coaten.

[05] Een, meerdere of alle coatinglagen kunnen aangebracht worden door vacuüm coaten.

[06] De methode heeft het voordeel dat de naden tussen twee of meer elementen aan de buitenzijde van het product, hierna ook multi-elementen product genoemd, verborgen wordt, en aldus het product het uitzicht krijgt van een solide en robuust eendelig product. De naden worden bovendien perfect gedicht. Door het dichten en verbergen van de naden, wordt ook de binnenzijde van het product afgeschermd van omgevingselementen, zoals licht, vochtigheid en geluid, die buiten het product heersen. De methode heeft verder het voordeel dat het oppervlak van het product glad en egaal gecoat is, welk het aanhechten van vuil kan verminderen of verhinderen.

[07] Het gebruik van een vacuüm gecoate laag als minstens één laag van de coating heeft verder het voordeel dat ook zeer kleine, minieme openingen ter hoogte van de naden zullen gedicht worden.

[08] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de minstens ene vacuüm gecoate coatinglaag een metalen coatinglaag zijn.

[09] Als voorbeeld kan de vacuüm gecoate coatinglaag vervaardigd zijn uit ijzerachtige of niet ijzerachtige metalen of legeringen, welk metalen of legeringen

3 BE2021/5987 afgezet worden op het oppervlak van het intermediair product via vacuüm coating. Voorbeelden van gebruikte metalen en legeringen zijn staal en roestvrij staal, chroom, titanium (ofte titaan), koper, zilver, goud, aluminium, zirkonium, brons, of nitriden zoals titaannitride, welke een gouden uitzicht geeft, chroomnitride welk een zilver uitzicht geeft, zirkoniumnitride welk een roosgouden uitzicht geeft, titaanaluminiumnitride, titaanboornitride, titaanoxynitride, titaancarbonitride, zirkoniumoxinitride, aluminiumnitride, etc.

Een dunne doch egale coating kan aldus worden voorzien, terwijl ter hoogte van de naden, de dikte van de coating typisch iets dikker zal zijn aangebracht. Echter zal de coating ter hoogte van deze naden egaal en glad zijn, zodat het oppervlak niet de sporen van een onderliggende naad zal vertonen. Het product krijgt een metalen uitzicht en kan de illusie opwekken van een robuust eendelig metalen voorwerp. Een totale coatingdikte van minimum 0.015mm wordt bij voorkeur aangebracht. Een totale coatingdikte tussen 0.018mm en 0.050mm kan aangebracht worden, bijvoorbeeld een coatingdikte tussen de 0.020mm en 0.036mm. Een coating die bijvoorbeeld uit drie lagen bestaat, kan bijvoorbeeld een primer laag met dikte in het bereik van 11 tot 20 um omvatten (bijvoorbeeld tussen 12 en 18um), een vacuüm gecoate laag met dikte tussen de 3 en 10 um (bijvoorbeeld tussen de 4 en 8 um) en een afwerkingslaag met dikte tussen de 4 en 12 um (bijvoorbeeld tussen 5 en 10 um).

[10] Deze metalen coating zal het onderliggende materiaal, vaak polymeer, beschermen tegen invloeden van onder andere UV-licht, zuurstof, vocht, en gelijkaardige, waardoor de veroudering van het onderliggende materiaal vertraagd of voorkomen wordt.

[11] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het coaten van het intermediair product het aanbrengen van een primer coatinglaag, het aanbrengen van de vacuüm gecoate coatinglaag en het aanbrengen van een afwerklaag omvatten.

[12] Volgens sommige uitvoeringsvormen kunnen de twee of meer elementen polymere elementen zijn.

4 BE2021/5987

[13] Alle elementen kunnen uit hetzelfde polymeer vervaardigd zijn, of kunnen uit verschillend polymeer vervaardigd zijn.

[14] Volgens sommige uitvoeringsvormen kunnen de polymere elementen thermoplastisch polymeer omvatten.

[15] De polymere elementen kunnen vervaardigd zijn uit thermoplastisch polymeer. Mogelijke polymeren zijn bijvoorbeeld polyvinylchloride (PVC), polyethyleen (PE) polypropyleen (PP) of Acrylonitril-butadieen-styreen (ABS).

[16] Volgens sommige uitvoeringsvormen kunnen de polymere elementen

Acrylonitril-butadieen-styreen (ABS) omvatten.

[17] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan minstens één van de twee of meer elementen, en bij voorkeur alle elementen, via spuitgieten zijn vervaardigd.

[18] Volgens alternatieven zijn één of meerdere elementen gevormd door bijvoorbeeld spuitgieten (ofte injection molding), gieten, uitfrezen, 3D printen of door persgieten.

[19] De twee of meer elementen worden samengesteld of geassembleerd tot een multi-elementen intermediair product van deze twee of meer elementen. De meerdere elementen worden aan elkaar vastgemaakt. Dit kan bijvoorbeeld door het voorzien van een klikverbinding tussen een of meer paren van aan elkaar grenzende elementen. Het vastmaken kan ook het aan elkaar lijmen van een of meer paren van aan elkaar grenzende elementen omvatten, optioneel als aanvulling op het voorzien van een klikverbinding. Het vastmaken kan ook het aan elkaar lassen omvatten van een of meer paren van aan elkaar grenzende elementen, optioneel als aanvulling van het voorzien van een klikverbinding. Dit lassen kan thermisch of ultrasoon lassen omvatten. Dit ultrasoon lassen heeft het voordeel dat er geen bijkomende naden of rillen worden gevormd, maar zeer precies kan gebeuren.

[20] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan een of meer paren van aan elkaar grenzende elementen aan elkaar gelast worden door ultrasoon lassen.

[21] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het product een holle open torus omvat, met aan de torus een buisvormig lichaam wiens buitenwand aansluit op de torus. De interne holte van het buisvormig lichaam is gescheiden van de holte van de holle open torus, bijvoorbeeld door de wand van de torus 5 die doorloopt en de interne holte of kanaal van het buisvormig lichaam dicht aan de contactzijde tussen het buisvormig lichaam en de torus. In de holte van de holle open torus kunnen radiale verstevigingsribben voorzien worden.

[22] Een torus is een driedimensionaal omwentelingslichaam, dat ontstaat door een cirkel te wentelen om een lijn of as die zich in het vlak van de cirkel bevindt. Open tori worden ook wel donut-vormen genoemd. De holle open torus heeft intern een holte of kanaal, welk de as omringt of omcirkelt. In alternatieve uitvoeringen kan het product een torus-achtig hol omwentelingslichaam omvatten, verkregen door een gesloten 2D figuur rond een as te omwentelen, bijvoorbeeld een ellips of een veelhoek, optioneel met afgeronde hoeken, bijvoorbeeld een driehoek, vierhoek, vijfhoek of zeshoek. Bij open torus-achtige omwentelingslichamen snijdt de as de omwentelde figuur niet.

[23] Volgens sommige uitvoeringsvormen kunnen de as van het buisvormig lichaam en de as van de torus een hoek (a) vormen tussen de 0° en 60°

[24] Bij voorkeur vormen de as van het buisvormige lichaam en de as van de torus een hoek (a) tussen de 0° en 45°. De hoek tussen de twee assen is gedefinieerd als de kleinste hoek meetbaar tussen deze twee assen bij een loodrechte projectie van de assen op een vlak dat parallel is aan beide assen.

De as van het buisvormige lichaam is de as van het rechte stuk van de buis, en houdt geen rekening met de richting van de as in het aansluitdeel aan de torus.

Een hoek van 0° geeft een as van het buisvormige lichaam en de as van de torus die parallel zijn. Een hoek van 90° is gevormd wanneer de as van het buisvormige lichaam zich radiaal uitstrekt ten opzichte van de torus.

[25] Gezien het middenvlak van de torus loodrecht staat op de as van de torus, is de hoek tussen het middenvlak van de torus en de as van het buisvormige lichaam bij voorkeur tussen de 90° en 150°, bijvoorbeeld 100°. Deze hoek wordt

6 BE2021/5987 gemeten in het vlak gedefinieerd door de as van het cilindervormig lichaam, welk vlak loodrechts staat op het middenvlak van de torus.

[26] De torus heeft een minimale of binnendiameter bij voorkeur tussen de 5 en 15mm, en een maximale of buitendiameter van bij voorkeur tussen de 10 en 20mm.

[27] Het buisvormige lichaam hoeft niet noodzakelijk recht te zijn over zijn gehele lengte, maar kan deels gebogen zijn. De buitendiameter van het buisvormige lichaam is bij voorkeur identiek aan de diameter van de cirkel wiens omwenteling de torus vormt. Alternatief kan de buitendiameter van het buisvormige lichaam verschillend zijn van de diameter van de cirkel wiens omwenteling de torus vormt.

[28] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het product een buitenoppervlak omvatten dat uit twee elementen bestaat.

[29] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het eerste element het buisvormig lichaam en een eerste van twee secties van de holle open torus omvatten, welke twee secties gevormd worden door het snijden van de holle open torus met een imaginair snijvlak loodrecht op de as van de holle open torus.

Het tweede element kan de tweede van twee secties van de holle open torus omvatten.

[30] Volgens sommige uitvoeringsvormen kunnen de twee secties elk de helft van de torus vormen.

[31] Het imaginaire snijvlak snijdt dus de torus ter hoogte van de cirkel gevormd door de posities van het middelpunt van de omwentelende cirkel, dit is ter hoogte van het middenvlak van de torus. Dit wil zeggen dat het imaginaire snijvlak coplanair is met deze middencirkel.

[32] Volgens een alternatieve uitvoering omvat het product een holle open torus en een tubulair deel ofte buisvormig lichaam. Het buisvormig lichaam heeft

7 BE2021/5987 een as, welke as een hoek a vormt met de as van de holle open torus en welke as snijdt met de middencirkel van de holle open torus.

[33] Het product omvat twee elementen. Het product wordt gesneden door twee imaginaire snijvlakken. Een eerste snijvlak snijdt de torus loodrecht op de as van de torus in twee gelijke helften. Het ene imaginaire snijvlak snijdt dus de ring in twee gelijke helften boven en onder de middencirkel van de ring. Het tweede imaginaire vlak snijdt het buisvormige lichaam in twee helften, en dit snijvlak loopt coplanair met de as van het buisvormige lichaam. De twee imaginaire snijvlakken zijn ten opzichte van elkaar dermate georiënteerd dan de twee snijvlakken zelf elkaar snijden volgens een lijn, die samenvalt met de raaklijn aan de middencirkel van de holle ring er hoogte van het snijpunt van deze middencirkel met de as van het buisvormig lichaam. Deze lijn staat loodrecht op de as van het buitvormig lichaam.

[34] Een eerste element is het deel van het product welk boven de twee imaginaire snijvlakken ligt, het tweede element is het deel van het product welk onder deze twee imaginaire snijvlakken ligt. Deze twee elementen, de ene vormende het bovendeel van het product, de andere het onderste deel, zijn bij voorkeur uit ABS vervaardigd, en kunnen aan elkaar gelijmd of gelast worden, bijvoorbeeld met ultrasoon lassen.

[35] In het algemeen zijn de elementen zijn bij voorkeur polymere, meer bij voorkeur ABS-elementen, die aan elkaar gelast worden met een ultrasone las.

[36] De las kan bestaan uit twee cirkels, één cirkel aan de buitenzijde van de holle open torus, en één cirkel aan de binnenzijde van de holle open torus, en dit ter hoogte van het middenvlak van de torus.

[37] De wanddikte van de elementen is bij voorkeur tussen de 0.6mm en 2 mm.

[38] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de holle open torus een opening hebben aan binnenzijde van holle open torus ter hoogte van de plaats waar het buisvormig lichaam aanhecht of koppelt aan de holle open torus.

8 BE2021/5987

[39] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het product deel uitmaken van een oordop.

[40] Volgens sommige uitvoeringsvormen kan het product in het buitenoordeel van de oordop voorzien.

[41] Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt voorzien in methoden voor het vervaardigen van een oordop, de methode omvat de stappen e het vormen van een product door een methode volgens het eerste aspect van de uitvinding, welk product het buitenoors deel van de oordop omvat; e het aanbrengen van een plug op het buitenoors deel van de oordop.

[42] De plug is het binnenoors deel, ook wel oorstukje genoemd. De oordop kan ook een filter omvatten. Bij voorkeur wordt deze filter aan het buitenoors deel gehecht, bij voorbeeld gelijmd of gehecht met dubbelzijdige tape, met bijvoorbeeld gemodificeerde acryl als lijmstof, ter hoogte van de overgang tussen buitenoors en binnenoors deel. De filter is bij voorkeur geschikt voor akoestische doelen. De filter kan uit één, twee of meer lagen bestaan, en elke laag kan geschikt zijn voor akoestische toepassingen. De laag of lagen kunnen bijvoorbeeld meshes zijn, of foams, membranen, etc. De laag of lagen kunnen aan elkaar gelijmd zijn. Één of meerdere lagen kunnen in de holte van het buitenoors deel ingeperst zijn.

[43] Bij de uitvoeringsvormen waar het buitenoors deel een holle open torus en een buisvormig lichaam, ofte tubulair deel, omvat, kan de filter aan het uiteinde van het buisvormig lichaam gelijmd worden.

[44] De onafhankelijke en afhankelijke conclusies geven specifieke en geprefereerde kenmerken van de uitvoeringsvormen van de uitvinding weer.

Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen gecombineerd worden met kenmerken van de onafhankelijke en afhankelijke conclusies, of met kenmerken hierboven en/of hierna beschreven, en dit op om het even welke geschikte manier zoals duidelijk zou zijn voor een vakman.

9 BE2021/5987

[45] De bovengemelde en andere kenmerken, eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt met behulp van volgende voorbeelden van uitvoeringsvormen, eventueel in combinatie met de tekeningen.

[46] De beschrijving van deze voorbeelden van uitvoeringsvormen is gegeven als verduidelijking, zonder de intentie de omvang van de uitvinding te beperken.

De referentiecijfers in de hierna volgende beschrijving refereren naar de tekeningen. Zelfde referentiecijfers in eventueel verschillende figuren refereren naar identieke of gelijkaardige elementen.

Korte beschrijving van de figuren

[47] Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeursdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen. e Figuur 1 is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm van een methode volgens de uitvinding e Figuur 2 geeft een schematisch voorstelling weer van twee elementen die samen een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen vormen. e Figuren 3 en 4 geeft een schematisch voorstelling weer van een eerste product gevormd volgens de methode van figuur 1. Figuur 3 is een bovenaanzicht, daar waar figuur 4 een zijaanzicht is van het product. e Figuur 5 geeft een doorsnede weer van een eerste product gevormd volgens de methode van figuur 1.

[48] Dezelfde referentiecijfers refereren naar een gelijkaardige of identieke kenmerken of objecten in de verschillende figuren.

10 BE2021/5987

Beschrijving van voorbeelden van uitvoeringsvormen

[49] De onderhavige uitvinding wordt hierna beschreven gebruik makende van specifieke uitvoeringsvormen.

[50] Het moet opgemerkt dat de term "omvattende", zoals bijvoorbeeld gebruikt in de conclusies, niet mag geïnterpreteerd worden in beperkende zin, beperkend tot de daarna volgende elementen, kenmerken en/of stappen. De term "omvattende" sluit niet de aanwezigheid van andere elementen, kenmerken of stappen uit.

[51] Dus de omvang van een uitdrukking "een voorwerp omvattende de elementen A en B”, is niet gelimiteerd tot een voorwerp dat enkel de elementen

A en B bevat. De omvang van een uitdrukking "een methode omvattende de stappen A en B”, is niet gelimiteerd tot een methode die enkel de stappen A en

B bevat.

[52] In het licht van de onderhavige uitvinding betekenen deze uitdrukkingen enkel dat de relevante elementen respectievelijk stappen voor de uitvinding de elementen respectievelijk stappen A en B zijn.

[53] In de hierna volgende specificatie wordt referentie gemaakt naar "een uitvoeringsvorm” of "de uitvoeringsvorm". Dergelijke referentie betekent dat een specifiek element of kenmerk, beschreven aan de hand van deze uitvoeringsvorm, is omvat in minstens deze ene Uitvoeringsvorm.

[54] Het voorkomen van de termen "in een uitvoeringsvorm“ of "in de uitvoeringsvorm* op verschillende plaatsen in deze beschrijving, refereert echter niet noodzakelijkerwijze naar dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel het echter wel kan refereren naar een zelfde uitvoeringsvorm.

[55] Voorts kunnen de eigenschappen of de kenmerken op om het even welke geschikte manier in een of meerdere uitvoeringsvormen worden gecombineerd, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman.

11 BE2021/5987

[56] Een voorbeeld van een methode 1 voor het vervaardigen van polymere producten volgens de uitvinding wordt schematisch voorgesteld in figuur 1. In stap 10 worden minstens twee, en in dit voorbeeld twee elementen 110 en 120 die in het oppervlak van het product voorzien, gevormd door spuitgieten. Het gebruikte polymeer is ABS. Twee dergelijke elementen 110 en 120 worden voorgesteld in figuur 2.

[57] De samen te stellen elementen worden in stap 20 eventueel lichtjes bijgewerkt om bijvoorbeeld bramen te verwijderen of kleine onregelmatigheden te verwijderen.

[58] In stap 30 worden de elementen 110 en 120 bij elkaar gebracht, gemonteerd en door middel van ultrasoon lassen aan elkaar gehecht. Hierbij wordt een intermediair product gevormd waar de naden tussen de elementen zichtbaar zijn. In stap 40 wordt het intermediair product via vacuüm coating voorzien van een metalen coating, bijvoorbeeld een coating uit titaannitride, chroomnitride of zirkoniumnitride. Een coating die uit drie lagen bestaat werd voorzien, omvattende de primer laag met dikte in het bereik van 12 en 18um, een vacuüm gecoate laag met dikte tussen de 4 en 8 um en een afwerkingslaag met dikte tussen 5 en 10 um. Door deze totale coating worden de naden 250 onder de coating verborgen en gedicht, en zijn er geen sporen van naden meer zichtbaar op de buitenzijde van het gecoate product. Het product ziet er nu uit als een massief stuk metaal.

[59] Het eerste element 110 omvat het buisvormig lichaam 220 en een eerste 111 van twee secties van de holle open torus 210, welke twee secties 111 en 112 gevormd worden door het snijden van de holle open torus 210 met een imaginair snijvlak loodrecht op de as 211 van de holle open torus. Het tweede element 120 omvat het tweede 112 van twee secties van de holle open torus.

De twee secties omvatten dus elk de helft van de torus vormen. Het imaginaire snijvlak snijdt dus de torus ter hoogte van de cirkel gevormd door de posities van het middelpunt van de omwentelende cirkel.

12 BE2021/5987

[60] Het vervaardigde product kan een deel zijn van een oordop. Het vervaardingen van deze oordop kan verder het voorzien omvatten van een plug, bijvoorbeeld een conische plug uit silicone polymeer, die op het uiteinde van het buisvormige deel van het eerste element past. Deze plug wordt op dit uiteinde van het buisvormige deel van het eerste element geplugd, eventueel nadat er op het uiteinde van het buisvormige deel een akoestische filter werd aangebracht, bijvoorbeeld gelijmd.

[61] Een eerste product 100 dat een deel uitmaakt van een oordop, en welk deel vervaardigd wordt volgens bovenbeschreven methode 1, is getoond in figuur 3 en figuur 4.

[62] Het product 100 omvat een open torus 210 met hieraan een buisvormig lichaam 220 welke een topzijde 221 heeft die aansluit op de torus. De tegenovergestelde zijde 222 omvat koppelingsribben 223 om te koppelen aan een ander product. De open torus is gevormd door het omwentelen van een cirkel met diameter 219 rond een centrale as 211, waarbij het middelpunt van de cirkel zelf een cirkel 218 rond de as 211 beschrijft. Een radiale doorsnede van de torus 210 wordt getoond in figuur 5. De torus 210 is hol binnenin. Een kanaalvormige holte 240 is voorzien, die bijvoorbeeld twee rechte wanden 241 heeft die aan elkaar verbonden zijn door twee gekromde wanden 242. Andere vormen voor deze holte zijn mogelijk. De twee elementen 110 en 120, die elk in een deel van de torus 210 voorzien, raken elkaar langsheen een raakoppervlak 243. Het raakoppervlak heeft dergelijke vorm dat de aan de buitenzijde aanwezige naad 250 zich niet radiaal doorzet richting de kanaalvormige holte 240, maar dat het inwendige deel van de naad 250 een zigzaglijn vormt in radiale richting. Gezien het cirkelvormige buitenoppervlak van de torus enerzijds en de kanaalvormige vorm van de holte anderzijds, varieert de dikte van de wand van de torus tussen de 0.6mm en 2mm, bijvoorbeeld tussen de 1.3mm en 2mm.

[63] Aan de torus zit een buisvormig lichaam 220 vast, met een diameter die varieert langsheen de as van het buisvormig lichaam 220. De wanddikte varieert tussen 0.6 en 2mm, waarbij intern er een kanaal wordt voorzien met diameter

13 BE2021/5987 van bijvoorbeeld ongeveer 2.5mm. De hoek a tussen de as 225 van het buisvormig lichaam en de as 211 van de torus is ongeveer 10°. De hoek B tussen het middenvlak 212 van de torus 210 en de as 225 van het buisvormig lichaam 220 is ongeveer 100°.

[64] Het buisvormig lichaam is licht gebogen nabij het aansluitpunt van cilindervormig lichaam op de torus. Ter hoogte van de aansluiting van het buisvormig lichaam en torus is buitendiameter van het buisvormig lichaam identiek aan de diameter van de cirkel wiens omwenteling de torus vormt. De wand van de torus begrenst en dicht het kanaal van het buisvormige lichaam ter hoogte van het aansluitpunt.

[65] De torus heeft een centrale opening 215 met een minimale of binnendiameter 216 in het bereik van 5mm tot 15mm; de torus heeft een maximale of buitendiameter 217 in het bereik van 10mm tot 20mm.

[66] Ter hoogte van de aansluiting van het kanaal van het buisvormige lichaam en de torus, is aan de binnenzijde van de torus een opening 270 voorzien.

[67] Het product 100 is voorzien van een metalen coating opgebracht door vacuüm coaten.

[68] Dit product 100 is het buitenoors deel van een oordop. Op de zijde 222 van het buisvormig lichaam wordt de plug van de oordop opgeduwd, die conisch is en die een centrale holte heeft om het buisvormig lichaam te ontvangen. De binnenzijde van de plug heeft verdiepingen die overeenkomen met de één of meerdere koppelingsribben 223. De plug kan uit silicone polymeer gemaakt zijn, gematteerd zijn en eventueel voorzien zijn van een vuilafstotende siliconelaag.

[69] Aan de zijde 222 van het buisvormig lichaam kan een akoestische filter worden voorzien.-De filter is met een lijm, bijvoorbeeld een acrylaat lijm op de zijde 222 van het buisvormig lichaam gehecht. De filter is geschikt voor akoestische doelen en kan bestaan uit bijvoorbeeld twee lagen.

14 BE2021/5987

[70] Het is duidelijk dat, hoewel de uitvoeringsvormen en/of de materialen voor het verstrekken van uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding zijn besproken, diverse wijzigingen of veranderingen kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van het werkingsgebied en/of de geest van deze uitvinding.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch kan volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims

15 BE2021/5987 Conclusies

1.- Een methode voor het vervaardigen van een product met een buitenoppervlak uit minstens twee elementen, de methode omvattende de stappen: e het voorzien van de twee of meer elementen die in het oppervlak van het product voorziet; e het samenstellen van de twee of meer elementen tot een intermediair product, waarbij tussen twee of meer elementen naden zichtbaar zijn op het oppervlak van het intermediair product; e het coaten van het intermediair product tot minstens de naden onzichtbaar zijn, waarbij meerdere coatinglagen aangebracht worden, meer dan één of alle van deze meerdere coatinglagen worden aangebracht door vacuüm coaten.

2- Een methode volgens conclusie 1, waarbij alle van deze meerdere coatinglagen worden aangebracht door vacuüm coaten.

3.- Een methode volgens één van de conclusies 1 tot 2, waarbij minstens één vacuüm gecoate coatinglaag een metalen coatinglaag is.

4- Een methode volgens één van de conclusies 1 tot 3, waarbij het coaten van het intermediair product het aanbrengen van een primer coatinglaag, het aanbrengen van de vacuüm gecoate coatinglaag en het aanbrengen van een afwerklaag omvat.

5.- Een methode volgens conclusie 4, waarbij de primerlaag een dikte in het bereik van 11 tot 20um heeft, de coatinglaag een dikte in het bereik van 12 tot 18um heeft en de afwerkingslaag een dikte in het bereik van 4 tot 12um heeft.

6.- Een methode volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de twee of meer elementen polymere elementen zijn.

16 BE2021/5987

7.- Een methode volgens conclusie 6, waarbij de polymere elementen thermoplastisch polymeer omvatten.

8.- Een methode volgens conclusie 7, waarbij de polymere elementen Acrylonitril-butadieen-styreen (ABS) omvatten.

9.- Een methode volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij minstens één van de twee of meer elementen, en bij voorkeur alle elementen, via spuitgieten zijn vervaardigd.

10.- Een methode volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een of meer paren van aan elkaar grenzende elementen aan elkaar gelast worden door ultrasoon lassen.

11.- Een methode volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het product een holle open torus omvat, met aan de torus een buisvormig lichaam wiens buitenwand aansluit op de torus.

12.- Een methode volgens conclusie 11, waarbij de as van het buisvormig lichaam en de as van de torus een hoek (a) vormen tussen de 0° en 60°.

13.- Een methode volgens één van de conclusies 11 of 12, waarbij het product een buitenoppervlak omvat dat uit twee elementen bestaat.

14.- Een methode volgens conclusie 13, waarbij het eerste element het buisvormig lichaam en een eerste van twee secties van de holle open torus omvat, welke twee secties gevormd worden door het snijden van de holle open torus met een imaginair snijvlak loodrecht op de as van de holle open torus, en het tweede element het tweede van twee secties van de holle open torus omvat.

15.- Een methode volgens conclusie 14, waarbij de twee secties elk de helft van de torus vormen.

16.- Een methode volgens één van de conclusies 11 tot 15, waarbij de holle open torus een opening heeft aan binnenzijde van holle open torus ter hoogte van de plaats waar de het buisvormig lichaam aanhecht aan de holle open torus.

17 BE2021/5987

17.- Een methode volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het product deel uitmaakt van een oordop.

18.- Een methode volgens conclusie 17, waarbij het product in het buitenoordeel van de oordop voorziet.

19.- Een methode voor het vervaardigen van een oordop, de methode omvat de stappen e het vormen van een product door een methode volgens één van de conclusies 1 tot 18, welk product het buitenoors deel van de oordop omvat; e het aanbrengen van een plug op het buitenoors deel van de oordop.