BE1029856B1

BE1029856B1 - Oververhitte stoom- en luchtoven voor de ontmanteling van textielproducten

Info

Publication number: BE1029856B1
Application number: BE20215808A
Authority: BE
Inventors: Cédric Vanhoeck; William Allouche
Original assignee: Regeneration Bv
Priority date: 2021-10-14
Filing date: 2021-10-14
Publication date: 2023-05-15
Also published as: CA3234659A1; BE1029856A1; WO2023062190A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het ontmantelen (disassembling) van kledingstukken die ten minste gedeeltelijk zijn samengesteld met warmtegevoelig garen en/of warmte-losneembare klinknagels. Het systeem omvat een verwarmingskamer in combinatie met middelen om verwarmde lucht met een temperatuur van 100°C of meer of oververhitte stoom aan de verwarmingskamer te leveren. De verwarmingskamer heeft ten minste één opening waardoor kleding de verwarmingskamer kan binnenkomen, waarbij het systeem verder een roterende trommelsectie omvat, waarbij de trommelsectie zich in de verwarmingskamer bevindt of is geconfigureerd om in en uit de verwarmingskamer te worden bewogen. Een werkwijze voor het gebruik van het systeem wordt ook beschreven. Het systeem en de werkwijze bieden een energie-efficiënt, niet-destructief middel waarmee textielelementen van kledingstukken kunnen worden teruggewonnen voor verder gebruik.

Description

1 BE2021/5808

OVERVERHITTE STOOM- EN LUCHTOVEN VOOR DE ONTMANTELING VAN

TEXTIELPRODUCTEN

GEBIED VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op inrichtingen voor het verwerken van textielproducten. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op inrichtingen voor de ontmanteling [disassembly] van textielproducten.

ACHTERGROND

Uit de stand van de techniek zijn een aantal werkwijzen en inrichtingen bekend voor het ontleden van textielproducten. Deze werkwijzen en inrichtingen omvatten ten minste thermische en mechanische processen en omvatten verschillende graden van productontleding.

EP 3845323, op naam van Nunn, Karen Joy en getiteld ‘Apparatus for deconstructing textile waste materials’ [Inrichting voor het =— deconstrueren van textielafvalmaterialen] beschrijft een inrichting en een werkwijze voor het thermisch, chemisch en mechanisch behandelen van textielmateriaal. De in het document beschreven werkwijze omvat een eerste enzymatisch proces, gevolgd door een thermische behandeling en daaropvolgende ontleding van het textielmateriaal met mechanische middelen. De beschreven werkwijze resulteert in de transformatie van het textielmateriaal in vezelmateriaal. Deze transformatie resulteert in de vernietiging van een deel van het oorspronkelijke materiaal, waardoor de productie van kledingstukken uit de resulterende vezels duurder wordt en mogelijk de kwaliteit van de kledingstukken vermindert.

WO 2019175766, op naam van Regeneration BVBA en getiteld ‘Textile article and method for the production and disassembly of a textile article’ [Textielartikel en werkwijze voor de productie en ontmanteling van een textielartikel] beschrijft een werkwijze voor de productie van textielartikelen, waarbij de textielartikelen automatisch of semi-automatisch ontmanteld (disassembled) kunnen worden omdat gebruik is gemaakt van een polymeer smeltgaren. De ontmanteling van het vervaardigde artikel vindt plaats door middel van het verhitten van het artikel of het garen tot een temperatuur gelijk aan of hoger dan de smelttemperatuur, waardoor de stiksels losraken. De in dit document beschreven werkwijze vereist voorbereidende stadia waarin de textielartikelen eerst worden blootgesteld aan een

2 BE2021/5808 atmosfeer van hoge temperatuur en hoge vochtigheid. Deze stadia leiden echter tot textielartikelen met een hoge vochtigheidsgraad, welke vochtigheidsgraden nadelig zijn voor verdere stadia van het aanbrengen van warmte.

WO 2019106453, op naam van Caso, Antonio et al. en getiteld ‘Recyclable quilt’ [Recycleerbare quilt] beschrijft een recycleerbare quilt, een machine en een relatieve werkwijze voor het recyclen van quilts en een naaigaren voor recycleebare quilts.

De machine en werkwijze omvatten de stadia van verwarmen, lostornen en scheiden van de meerdere lagen van een quilt in de textielelementen waaruit de quilt bestaat.

De werkwijze wordt toegepast op quilts waarvan de naden ten minste gedeeltelijk zijn gemaakt met thermisch gevoelig garen.

De bovengenoemde documenten omvatten werkwijzen en inrichtingen die ofwel leiden tot overmatige materiaaldecompositie of beperkt zijn in de soorten textielmateriaal die ze kunnen verwerken. Een andere beperking van de bovengenoemde werkwijzen en inrichtingen ligt in het aantal verwerkingsstadia waaruit de werkwijzen bestaan.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft. De uitvinding beoogt daartoe een inrichting en werkwijze te verschaffen die de recuperatie van herbruikbaar textielmateriaal mogelijk maken en lage daarmee gepaard gaande verwerkingskosten heeft.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan dienen om een oplossing te bieden voor één of meer van de bovengenoemde nadelen. Hiertoe heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een systeem voor het ontmantelen (disassembling) van kledingstukken die ten minste gedeeltelijk zijn samengesteld met warmtegevoelig garen en/of warmte-losneembare klinknagels volgens conclusie 1

Voorkeursuitvoeringen van de inrichting worden getoond in één van de conclusies 2 tot 9. Een verdere of andere specifieke voorkeursuitvoeringsvorm betreft een uitvinding volgens conclusie 3. Nog een verdere of andere specifieke voorkeursuitvoeringsvorm betreft een uitvinding volgens conclusie 7.

3 BE2021/5808

In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze 10. Meer in het bijzonder heeft de beschreven werkwijze betrekking op het gebruik van het systeem beschreven in één van de conclusies 1-9. Voorkeursuitvoeringen van de werkwijze zijn weergegeven in één van de conclusies 11-15.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De volgende beschrijving van de figuren van specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding is louter illustratief van aard en is niet bedoeld om de huidige leer, hun toepassing of gebruik te beperken. Door de figuren heen geven corresponderende verwijzingscijfers gelijke of corresponderende onderdelen en kenmerken aan.

Figuren 1-2 tonen een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij kledingstukken in batches in het systeem worden geïntroduceerd.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van de uitvindingen waarin kledingstukken continu in het systeem worden ingebracht en de ontmantelde (disassembled) stukken kledingstukken worden teruggewonnen in een bak nabij de ingang van het systeem.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van de uitvindingen waarin kledingstukken continu in het systeem worden ingebracht en de ontmantelde (disassembled) stukken kledingstukken worden teruggewonnen in een bak die zich in de zijkant van het systeem tegenover de ingang bevindt.

Er wordt verondersteld dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot enige vorm van realisatie zoals die eerder beschreven is en dat enkele modificaties toegevoegd kunnen worden aan het gepresenteerde voorbeeld van vervaardiging zonder heroverweging van de bijgevoegde conclusies. De verwarmingskamer kan bijvoorbeeld worden aangesloten op een extern oververhit stoomcircuit.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het ontmantelen (disassembling) van kledingstukken.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een deskundige in het gebied

4 BE2021/5808 waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn de definities van de termen opgenomen om de beschrijving van onderhavige uitvinding beter te begrijpen.

Zoals hierin gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenissen: ‘Een’, ‘de’ en ‘het’, zoals ze hierin worden gebruikt, omvatten zowel enkelvoudige als meervoudige referenten, tenzij de context duidelijk anders aangeeft. Bij wijze van voorbeeld verwijst ‘een compartiment’ naar één of meer compartimenten. ‘Ongeveer’ zoals hierin gebruikt, verwijzend naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties van +/- 20% of minder, bij voorkeur +/- 10% of minder te omvatten, met meer voorkeur +/- 5% of minder, met nog meer voorkeur +/- 1% of minder, en met nog meer voorkeur +/- 0,1% of minder van en vanaf de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de geopenbaarde uitvinding. Het moet echter duidelijk zijn dat de waarde waarnaar de modificator ‘ongeveer’ verwijst, zelf ook specifiek wordt geopenbaard. ‘Omvatten’, ‘omvattende’ en ‘omvat’ en ‘bestaande uit’ zoals hier gebruikt, zijn synoniem met ‘bevatten’, ‘bevattende’ of ‘bevat’ en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt (bijv. een component) en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, tenzij anders aangegeven. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.

Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.

Terwijl de termen ‘één of meer’ of ‘ten minste één’, zoals één of meer of ten minste één lid (leden) van een groep leden, op zich duidelijk is, omvat de term door middel van verdere toelichting onder meer een verwijzing naar een van de leden, of naar twee of meer van de leden, zoals bijvoorbeeld elke >3, 24, 25, 26 of 27 enz. van de leden, en tot alle genoemde leden. 5 Tenziĳ anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een deskundige in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Bij wijze van verdere begeleiding worden definities voor de in de beschrijving gebruikte termen inbegrepen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen. De termen of definities die hierin worden gebruikt, zijn uitsluitend bedoeld om te helpen bij het begrijpen van de uitvinding.

Verwijzing doorheen deze specificatie naar ‘één uitvoeringsvorm’ of ‘een uitvoeringsvorm’ betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen ‘in één uitvoeringsvorm’ of ‘in een uitvoeringsvorm’ op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen. Verder, terwijl sommige uitvoeringsvormen die hier beschreven zijn, sommige, maar niet andere functies opnemen die zijn opgenomen in andere uitvoeringsvormen, zijn combinaties van functies van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om te vallen binnen het bereik van de uitvinding, en vormen ze verschillende uitvoeringsvormen, zoals duidelijk zal zijn voor de vakman. Zo kan bijvoorbeeld in de volgende conclusies eender welke van de geclaimde uitvoeringsvormen worden gebruikt in eender welke combinatie.

In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een systeem voor het ontmantelen (disassembling) van kledingstukken die ten minste gedeeltelijk zijn samengesteld met warmtegevoelig garen en/of warmte-losneembare klinknagels. Het systeem omvat een verwarmingskamer in combinatie met middelen om verwarmde lucht met een temperatuur van 100°C of meer of oververhitte stoom aan de verwarmingskamer te leveren. De verwarmingskamer heeft ten minste één opening waardoor kleding de verwarmingskamer kan binnenkomen, waarbij het systeem verder een roterende trommelsectie omvat, waarbij de trommelsectie zich in de

6 BE2021/5808 verwarmingskamer bevindt of is geconfigureerd om in en uit de verwarmingskamer te worden bewogen.

De term ‘warmtegevoelig garen’ verwijst naar een draad met een bekend smeltpunt of smelttemperatuur, waarbij de draad smelt wanneer deze wordt verwarmd tot een temperatuur binnen het bereik van de smelttemperatuur van de draad.

Een ‘garen’ of draad wordt gebruikt om te verwijzen naar een draad die is gemaakt door vezels te spinnen of om te verwijzen naar filamentgaren, die in principe eindeloos zijn en dus al een garen vormen. In het kader van de onderhavige uitvinding wordt onderscheid gemaakt tussen ‘standaardgaren’ en ‘warmtegevoelig garen’.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem zĳn de wanden van de verwarmingskamer geïsoleerd. Op deze manier worden warmte-uitwisselingen met de buitenkant van de verwarmingskamer geminimaliseerd, wat het gebruik van het systeem zowel veiliger als energetisch efficiënt maakt.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat ten minste één van de wanden van het verwarmingsplatform een platform dat is geconfigureerd om de trommel in en uit de verwarmingskamer te bewegen. Op deze manier wordt de toegang tot de binnenkant van de verwarmingskamer vergemakkelijkt voor onderhoud en/of belading van de trommel. Bij voorkeur omvat het platform een oppervlak dat is geconfigureerd om de verwarmingskamer luchtdicht af te sluiten. Hierdoor wordt voorkomen dat hete vloeistoffen, deeltjes of warmte verloren gaan, welke verliezen nadelig zouden zijn voor zowel de efficiëntie als de veiligheid van het systeem.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat het systeem een ventilator in flurdumverbinding met een verwarmingstoestel, welke verwarmingstoestel verder in verbinding staat met ten minste een inlaat van een verwarmingskamer. Bij voorkeur heeft het systeem een uitlaat in fluïdumverbinding met een filter, welk filter is geconfigureerd om in fluïdumverbinding te staan met de inlaat van de ventilator. Op deze manier kan het systeem in een gesloten kringloop functioneren, waardoor warmteverliezen worden geminimaliseerd, vooral door verlies van warmtedragende vloeistoffen naar de buitenkant van het systeem. Dit verhoogt verder, en zeer voordelig, de energie-efficiëntie van het systeem, waardoor de kosten en de milieu- impact van het gebruik van het systeem worden verminderd.

7 BE2021/5808

In een verdere of andere uitvoeringsvorm is de verwarmingskamer voorzien van een eerste opening en een tweede opening, welke eerste opening is ingericht om te worden aangesloten op een inkomende transportband, en welke tweede opening is ingericht om te worden aangesloten op een uitgaande transportband. Bij voorkeur zijn de op de eerste en tweede openingen van de verwarmingskamer aangesloten transportbanden verder voorzien van een mantel. Op deze manier kan de trommel continu werken, terwijl de mantel het mogelijk maakt om warmte-uitwisseling met de buitenkant van het systeem tot een minimum te beperken. Bij voorkeur kan een warmtewisselaar of secundair kanaal aan het einde van de tweede opening een deel van de warmte afleiden naar de ruimte tussen de binnenkomende transportband en zijn mantel. Op deze manier worden de kledingstukken die door de inkomende transportband worden getransporteerd met voordeel voorverwarmd, waardoor de tuimeltijd van de kledingstukken wordt verkort, waardoor de energie-efficiëntie en het rendement van het systeem verder worden verbeterd.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm kan de temperatuur in de verwarmingskamer worden ingesteld tussen 100°C en 220 °C. Bij voorkeur kan de temperatuur in de verwarmingskamer worden ingesteld tussen 100°C en 300°C. Op deze manier kunnen meerdere soorten kledingstukken en warmtegevoelige garens worden behandeld, terwijl het risico op beschadiging van enig onderdeel van de kleding wordt verminderd. Bij voorkeur worden meerdere vooraf ingestelde temperatuurstanden door middel van een bedieningspaneel aan de bediener ter beschikking gesteld. Op deze manier wordt het risico op menselijke fouten geminimaliseerd en tegelijkertiid het risico van overmatig energieverbruik geminimaliseerd. Met nog meer voorkeur dient de temperatuur in de verwarmingskamer ten minste ongeveer 20 °C boven het smeltpunt van het warmtegevoelig garen te zijn.

Een tweede aspect van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontmantelen (disassembling) van kledingstukken die ten minste gedeeltelijk zijn samengesteld met warmtegevoelig garen en/of warmte-losneembare klinknagels door middel van een systeem volgens het eerste aspect. Bij deze werkwijze worden de kledingstukken onderworpen aan lucht met een temperatuur van ten minste 100°C, een verwarmd inert gas of oververhitte stoom terwijl ze mechanisch worden belast door middel van een tuimelende en/of roterende beweging.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van:

8 BE2021/5808 - het instellen van een te bereiken ontmantelingstemperatuur in de verwarmingskamer; - het verwarmen en circuleren van ten minste één vloeistof totdat de ingestelde ontmantelingstemperatuur is bereikt; - het laden van de trommel met te ontmantelen kledingstukken; - het tuimelen van de kledingstukken op de vooraf ingestelde ontmantelingstemperatuur; en - de ontmantelde kledingstukken uit de tuimelinrichting halen.

In een verdere of andere voorkeursuitvoeringsvorm worden de stappen van het laden van de trommel met kledingstukken en het lossen van de trommel gedaan in batches en door de bediener directe toegang tot de trommel te verschaffen. Dit maakt het gebruik van een gesloten kringloopsysteem mogelijk, zodat een zeer hoge energie-efficiëntie en veiligheid tijdens bedrijf met voordeel worden gehandhaafd.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm worden de stappen van het laden van de trommel met kledingstukken en het lossen van de trommel continu en door middel van ten minste één transporteur uitgevoerd. Dit maakt een constante werking en dus een hoger capaciteit mogelijk.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm is de gebruikte vloeistof oververhitte stoom, welke oververhitte stoom wordt geproduceerd door water te sproeien, dit water door de verwarmingstoestel te leiden en de resulterende oververhitte stoom in de verwarmingskamer te brengen. Op deze manier wordt de atmosfeer in de verwarmingskamer zodanig gemaakt dat oxidatie met voordeel wordt voorkomen, waardoor ook ongewenste degradatie van het textiel waaruit de kleding bestaat wordt voorkomen. Bovendien maakt op deze manier geproduceerde stoom het systeem mogelijk om zelfvoorzienend te werken zonder dat een zeer dure externe toevoer van oververhitte stoom nodig is. Bij voorkeur wordt het water dat aan het systeem wordt geleverd voor de stoomproductie gedemineraliseerd en altijd op een temperatuur boven 80°C gehouden. Zo zijn in water oplosbare gassen zoals CO2 en/of O2 met voordeel geëlimineerd en geweerd van het water gebruikt in het systeem.

In een verdere of andere uitvoeringsvorm wordt oververhitte stoom door een stoomgenerator of verwarmingsketel aan de verwarmingskamer toegevoerd. Zoals gekend door de vakman, worden stoomsystemen zeer algemeen gebruikt in een grote verscheidenheid aan industrieën. Door gebruik te maken van bestaande

9 BE2021/5808 stoomsystemen kunnen de kosten van aanschaf en gebruik van het systeem verder worden verlaagd. Bovendien kan stoom die het kledingontmantelingssysteem verlaat nog steeds worden gebruikt bij andere bewerkingen met een lagere warmtebehoefte. Het gebruik van oververhitte stoom van bronnen buiten het systeem maakt niet alleen het voorkomen van oxidatie van het textielmateriaal mogelijk, maar draagt ook bij tot een efficiëntere algemene werking van de fabriek waar het systeem werkt.

Om een homogene warmteverdeling te garanderen en voldoende mechanische belasting op de kleding te geven tijdens het tuimelen, moet de snelheid van de trommel minimaal 30 RPM en maximaal 50 RPM zijn. Bij voorkeur dient de rotatiesnelheid van de trommel instelbaar te zijn.

De duur van het tuimelen is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid kleding die wordt behandeld. Zo werd het systeem in een gesloten kringloopconfiguratie getest voor de ontmanteling van 14 spijkerbroeken. Als warmtedragende vloeistof werd in eerste instantie lucht gebruikt, welke lucht met een snelheid van ongeveer 10 m/s in de verwarmingskamer werd gebracht. Het proces werd gedurende 15 minuten uitgevoerd, waarna volledige ontmanteling van de kledingstukken werd bereikt. In een tweede instantie werd dezelfde test uitgevoerd, ook voor 14 spijkerbroeken die identiek waren aan de spijkerbroeken die in de eerste test werden behandeld. In dit tweede geval werd oververhitte stoom gebruikt als warmtedragende vloeistof, welke warmte gedurende een periode van 10 minuten met ongeveer 10 m/s in de verwarmingskamer werd gebracht, waarna volledige ontmanteling van de kledingstukken werd bereikt.

De uitvinding wordt verder beschreven door de volgende niet-beperkende voorbeelden die de uitvinding verder illustreren, en niet zijn bedoeld, noch mogen worden geïnterpreteerd, om het bereik van de uitvinding te beperken.

VOORBEELDEN EN/ OF BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De onderhavige uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden. De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de gegeven voorbeelden of tot de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen.

Figuren 1-2 tonen een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij kledingstukken in batches in het systeem worden geïntroduceerd. Het systeem 1

10 BE2021/5808 omvat een verwarmingskamer 2. De verwarmingskamer 2 heeft ten minste één opening waardoorheen een roterende trommel 3 wordt gestoken door middel van een verplaatsbaar platform 4. Een ventilator 8 is weergegeven in fluïdumverbinding met een verwarmingstoestel 5 door middel van leidingwerk 6, welke leidingwerk de verwarmingstoestel verder verbindt met de verwarmingskamer 2. De verwarmingskamer 2 is ook weergegeven in fluidumverbinding met een filter 7, welk filter verder is verbonden met de ventilator 8. Figuur 1 toont de roterende trommel 3 bovenop het platform 4, beide in een neergelaten positie. Figuur 2 toont de roterende trommel 3 bovenop het platform 4, beide in een verhoogde positie, waarbij het platform 4 is weergegeven de opening van de verwarmingskamer 2 afdichtend.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van de uitvindingen waarin kledingstukken continu in het systeem 1 worden ingebracht en de ontmantelde (disassembled) stukken kledingstukken worden teruggewonnen in een bak 14 nabij de ingang van het systeem 1. In deze figuur bevat een verwarmingskamer 2 een roterende trommel 3 en een verwarmingstoestel 5, het inbrengen van kleding wordt uitgevoerd door middel van een eerste transporteur 9 in verbinding met een eerste uiteinde van de roterende trommel 12. Bewerkte kledingstukken verlaten de roterende trommel 3 via een tweede uiteinde van de roterende trommel 13, welk uiteinde is verbonden met een tweede transporteur 10, welke transporteur de verwerkte kledingstukken naar bak 14 brengt. Een warmtewisselaar 11 is weergegeven in fluïdumverbinding met de verwarmingskamer 2 nabij het tweede uiteinde van de roterende trommel 13 om warmte uit de verwarmingskamer 2 te verzamelen en de lucht op de eerste transporteur 9 voor te verwarmen.

Figuur 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van de uitvindingen waarin kledingstukken continu in het systeem 1 worden ingebracht en de ontmantelde (disassembled) stukken kledingstukken worden teruggewonnen in een bak 14 die — zich in de zijkant van het systeem tegenover de ingang bevindt. In deze figuur bevat een verwarmingskamer 2 die wordt voorzien van oververhitte stoom uit een extern stoomsysteem (niet getoond), die verwarmingskamer 2 verder een roterende trommel 3 bevat. Het inbrengen van kledingstukken wordt uitgevoerd door middel van een eerste transporteur 9 in verbinding met een eerste uiteinde van de roterende trommel 12. Bewerkte kledingstukken verlaten de roterende trommel 3 via een tweede uiteinde van de roterende trommel 13, welk uiteinde is verbonden met een tweede transporteur 10, welke transporteur de verwerkte kledingstukken naar bak 14 brengt.

11 BE2021/5808

Lijst met genummerde items 1 oven systeem 2 verwarmingskamer 3 roterende trommel 4 platform 5 verwarmingstoestel 6 leidingwerk 7 filter 8 ventilator 9 eerste transporteur 10 tweede transporteur 11 warmtewisselaar 12 eerste uiteinde van roterende trommel 13 tweede uiteinde van roterende trommel 14 bak

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de in de voorbeelden beschreven en/of in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. Integendeel, werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding kunnen op veel verschillende manieren worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te gaan.

Claims

12 BE2021/5808 CONCLUSIES

1. Een systeem voor het ontmantelen (disassembling) van kledingstukken die ten minste gedeeltelijk zijn samengesteld met warmtegevoelig garen en/of warmte-losneembare klinknagels, het systeem omvattende een verwarmingskamer in combinatie met middelen om verwarmde lucht met een temperatuur van 100°C of meer of oververhitte stoom aan de verwarmingskamer te leveren, waarbij de verwarmingskamer ten minste één opening heeft waardoor kleding de verwarmingskamer kan binnenkomen, waarbij het systeem verder een roterende trommelsectie omvat, waarbij de trommelsectie zich in de verwarmingskamer bevindt of is geconfigureerd om in en uit de verwarmingskamer te worden bewogen.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wanden van de verwarmingskamer geïsoleerd zijn.

3. Systeem voor het ontmantelen van samengestelde kledingstukken volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de wanden van het verwarmingsplatform een platform omvat dat is geconfigureerd om de trommel in en uit de verwarmingskamer te bewegen.

4. Systeem voor het ontmantelen van samengestelde kledingstukken volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het platform een oppervlak omvat dat is geconfigureerd om de verwarmingskamer luchtdicht af te sluiten.

5. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het systeem een ventilator omvat die in fluïdumverbinding staat met een verwarmingstoestel, welke verwarmingstoestel verder in verbinding staat met ten minste een inlaat van een verwarmingskamer.

6. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde systeem een uitlaat omvat in fluïdumverbinding met een filter, welks filter is geconfigureerd om in fluïdumverbinding te staan met de inlaat van de ventilator.

7. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verwarmingskamer voorzien is van een eerste opening en een tweede opening, welke eerste opening is ingericht om te worden aangesloten op een

13 BE2021/5808 inkomende transportband, en welke tweede opening is ingericht om te worden aangesloten op een uitgaande transportband.

8. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de op de eerste en tweede openingen van de verwarmingskamer aangesloten transportbanden verder voorzien zijn van een mantel.

9. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de temperatuur in de verwarmingskamer kan worden ingesteld tussen 100°C en 220°C.

10. Werkwijze voor het ontmantelen van kledingstukken die ten minste gedeeltelijk zijn samengesteld met warmtegevoelig garen en/of warmte- losneembare klinknagels door middel van een systeem volgens één der conclusies 1-9, waarbij de kledingstukken worden onderworpen aan lucht met een temperatuur van ten minste 100°C, een verwarmd inert gas of oververhitte stoom terwijl ze mechanisch worden belast door middel van een tuimelende en/of roterende beweging.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, omvattende de stappen van: - het instellen van een te bereiken ontmantelingstemperatuur in de verwarmingskamer; - het verwarmen en circuleren van ten minste één vloeistof totdat de ingestelde ontmantelingstemperatuur is bereikt; - het laden van de trommel met te ontmantelen kledingstukken; - het tuimelen van de kledingstukken op de vooraf ingestelde ontmantelingstemperatuur; en - de ontmantelde kledingstukken uit de tuimelinrichting halen.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 en conclusie 11, met het kenmerk, dat de stappen van het laden van de trommel met kledingstukken en het lossen van de trommel worden gedaan in batches en door de bediener directe toegang tot de trommel te verschaffen.

13. Werkwijze volgens conclusie 10 en conclusie 11, met het kenmerk, dat de stappen van het laden van de trommel met kledingstukken en het lossen van de trommel continu en door middel van ten minste één transporteur worden uitgevoerd.

14 BE2021/5808

14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 10 tot 13, met het kenmerk, dat de gebruikte vloeistof oververhitte stoom is, welke oververhitte stoom wordt geproduceerd door water te sproeien, dit water door de verwarmingstoestel te leiden en de resulterende oververhitte stoom in de verwarmingskamer te brengen.

15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 10 tot 13, met het kenmerk, dat het gebruikte fluïdum oververhitte stoom is, welke oververhitte stoom door een stoomgenerator of verwarmingsketel aan de verwarmingskamer wordt geleverd.