BE1029422B1 - Element voor het vervaardigen van een kaft, folder of doos - Google Patents

Abstract

Element (1) voor het vervaardigen van een kaft, of doos, daardoor gekenmerkt dat het element (1) een plaat (2) bevat die bekleed is met een afwerkingslaag (4), welke plaat (2) aan minstens één zijde voorzien is van een U-vormige groef (5) met een bodem (6) en twee opstaande randen (7a, 7b) elk met een vrij uiteinde (8a, 8b), waarbij de zijde van de plaat (2) met de vrije uiteinden (8a, 8b) de eerste zijde (3a) vormt en de tegenoverliggende zijde de tweede zijde (3b), en waarbij minstens één verzwakking (9) is aangebracht in de bodem (6) in de lengterichting van de groef (5) zodanig dat bij het plooien van de plaat (2) de bodem (6) plooit langsheen de verzwakking (9) ' zodanig dat de afstand (C) tussen de vrije uiteinden (8a, 8b) van de opstaande randen (7a, 7b) maximaal even groot is als de afstand (A) tussen de vrije uiteinden (Sa, Sb) van de opstaande randen (7a, 7b) van een ongeplooide plaat (2).

Description

Element voor het vervaardigen van een kaft, folder of doos, De huidige uitvinding heeft betrekking op sen element voor het vervaardigen van een kaft, foider of doos. Meer speciaal is de uitvinding bedoeld voor het vervaardigen van een kaft, folder of doos.

Men kent reeds dergelijke elementen onder de vorm van een claat bijvoorbeeld uit een stijf papier of karton, al dan niet voorzien van groeven die toelaten cm het element te picoien of vouwen tot een kaït voor bijvoorbeeld een boek, een folder om bijvoorbeeld een bundel bladen in te binden 153 of een doos om een object in te verpakken, In vele gevallen worden zulke voornoemde dozen vervaardigd als een plaat en gestockeerd en getransporteerd in vlakke toestand en omgevormd tot een docs als 3D-structuur door de 28 gebruiker, Zulke dozen bevatten doorgaans een V-vormige groef en/of sen U-vormige groef waarlangs de plaat geplocid of gebogen kan worden ter realisatie van de 3D-structuur van de doos.

De voornoemde platen zijn meestal bekleed aan twee zijden met een afwerkingslaag die relatief soepel en/of plooibaar is.

Een nadeel hiervan is echter dat de plaat slechts buigbaar is in de richting van één zijde, namelijk de zijde van de plaat met de opening van de groef.

5 Indien een gebruiker de plaat zou buigen of plooien in een richting weg van de zijde van de plaat met de opening van de groef dan zou de aïwerkingslaag scheuren.

Nog een ander nadeel is dat zuike groeven slechts buigbaar of plocibaar zijn over maximaal 30° in de richting van de zijde van de piaat met de opening van de groef. De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een element voor het vervaardigen van een kaft, folder, omslag of doos, waarbij het element een plaat bevat die aan twes zijden bekleed is met een afwerkingslaag, welke plaat aan minstens één zijde voorzien is van een U-vormige groeï met een bodem en twee opstaande randen elk met een vrij uiteinde, waarbij de zijde van de plaat met de vrije uiteinden van de groef de cerste zijde vormt en de tegenoverliggende zijde de tweede zijde is, en waarbij minstens één verzwakking is aangebracht in de bodem van de groef en in de lengterichting van de groef zodanig dat bij het plooien van de plaat de bodem picoit langsheen de verzwakking, één en ander, zodanig dat de afstand tussen de vrije uiteinden van de opstaande randen van de groef maximaal even groot is als de afstand tussen de vrije randen van de opstaande randen van de groef van een ongeplooide plaat.

Zen voordeel hiervan is dat het element plooibaar en/of buigbaar is in de richting van de zijde met de vrije uiteinden zonder dat daarbij de afwerkingslaag waarmee de S& plaat bekleed is, zou scheuren.

Een ander voordeel is dat het element plooibaar en/of buigbaar is in een richting weg van de zijde met de vrije uiteinden, Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding kan het element omgeplooid worden volgens de groef over een hoek van maximaal 180 graden in de richting van de tweede zijde, Een voordeel hiervan is dat dit nieuws mogelijkheden biedt voor het plooien van zulk element ter realisatie van een 3M-structuur.

Een ander voordeel hiervan is dat het voornoemde element gebruikt kan worden om meer verschillende vormen en/of objecten te realiseren.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een clement volgens de uitvinding. met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een element volgens de uitvinding weergeeft;

figuur 2 het element van figuur 1 in onbeklede toestand weergeeft; figuur 3 een doorsnede van figuur 1 volgens lijn III- III weergeeft: figuur à een weergave is van figuur 3, doch in gepiooide toestand; figuur 5 een aiternatieve uitvceringsvorm van figuur 1 weergeeft; figuur 6 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat 12 in figuur 5 aangeduid is met kader F6; figuur 7 een weergave is van het element uit figuur 5, omgeplcoid volgens pijl F7; figuur Sa een doos weergeeft, gebruikmakend van een element voigens de uitvinding; figuur Bb een kaft weergeeft, gebruikmakend van een element volgens de uitvinding. Het in figuur 1 weergegeven element 1 bevat een plaat Z die aan Lwee zijden 3a en 3b bekleed is met een afwerkingslaag 4, Bij voorkeur is de plaat 2 rondom rond afgewerkt met zulke afwerkingslaag 4.

De voornoemde plaat 2 is aan minstens één zijde 3a of 3b voorzien van een U-vormige groef 5, zcals weergegeven in figuren 2 en 3, met een bodem 6 en twee opstaande randen 7a en 7b elk met een vrij uiteinde fa en 8b.

De U-vormige groef 5 van sen ongeplooide plaat 2 is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de afstand A tussen de

= BE2021/5413 vrije uiteinden Ba en &b even groot of nagenoeg even groot is als de breedte B van de bodem 6 van de groef 5. De zijde van de plaat 2 met de vrije uiteinden 8a en 8b van de groef 5 vormt de eerste zijde 3a en de tegenoverliggende zijde vormt de tweede zijde 3b. De eerste zijde Ja wordt in wat volgt de buitenzijde 3a genoemd en de tweede zijde 3b de binnenzijde 3b.

In de bodem 6 van de groef 5 is in het voorbeeld van ficuur 2 éên verzwakking 3 aangebracht die zich in de lengterichting van de groef 5 uitstrekt en zodanig is dat bij het plooien van de plaat 2, zoals weergegeven in figuur 4, de bodem 6 vervormt langsheen de verzwakking 3 op zodanige manier dat de afstand C tussen de vrije uiteinden Za en Sb van de opstaande randen 7a en 75 van de groef 5 mazimaal even groot is als de afstand A tussen de vrije uiteinden Ba en 8b van de opstaande randen 7a en 7b van de groef 5 van een ongeplcoide plaat 2, zoals weergegeven in figuren 2 en 3. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de verzwakking 9% in de bodem 6 zodanig aangebracht dat het de bodem 6 in twee delen 1Ua en 10h opdeeit, éen deel aan weerskanten van de verzwakking 5, zoals weergegeven in figuren 3 en 4, Bij voorkeur is de voornoemde verzwakking % in het midden van de bodem & van de groeï 5 aangebracht zodat de delen 39 10a en 10b aan weerszijden van de verzwakking 5 even breed zijn,

Bij het plooien van de plaat 2 in een richting weg van de vrije uiteinden 8a en 8b van de groef 5 in de plaat 2 kunnen de opstaande randen 7a en 7b van de groef 5 naar > elkaar toe bewegen en kan de bodem & van de groef 5 vervormen, waarbij de afwerkingslaag 4 aan de binnenziide jb van de plaat 2 mee met de delen 10a en 10b van de groef beweegt.

Bij het vervormen van de bodem 6% van de groef 5, zoals weergegeven in figuur 4, komen de voornoemde delen 10a en 10b aan de binnenzijde 3b van de plaat 2 bij voorkeur bij elkaar aan te liggen en beweegt de vervormde bodem 6 naar de buitenzijde 3a van de plaat 2 toe.

Het element 21 kan omgeplooid worden overheen de groef 5 over een hoek D van bijvoorbeeld minstens 90 graden in de richting van de binnenzijde 3b.

Bij voorkeur kan het element 1 omgeplcoid worden overheen de groef 5 over een hoek D van maximaal 180 graden in de richting van de binnenzijde 3b.

Het element L kan ook omgepiccid worden overheen de groef 5 over een hoek van bijvcorbeeld 90 graden in de richting van de buitenzijde 3a, Het element 1 kan omseplooid worden overheen de groef 5 over een noek van maximaal ongeveer 180 graden in de richting van de buitenzijde 3a.

; In figuur 5 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de plaal 2 voorzien is van twee verzwakkingen 9a en Jb in de bodem 6 van de groef 5 die zich uitstrekken in de lengterichting van de groef 5, De voorncemde verzwakkingen Sa en Sb zijn, in het weergegeven voorbeeld van figuur 5, dichtbij de opstaande randen 7a en 75 van de groef 5 aangebracht.

Met dichtbij wordt hier bedoeld dat de verzwakkingen Sa en 5b op maximaal 2 mm en liever nog op maximaal 1 mn van de opstaande randen 7a en 7b van de groef S zijn aangebracht, Het is niet uitgesloten dat de verzwakkingen Za en Zh een halve millimeter of minder van de opstaande randen 7a en 7b zijn aangebracht of dat de verzwakkingen Sa en 9b tegen de cpstaande randen 7a en 7b van de groef 5 zijn aangebracht. Bij het plooien van de plaat 2 in de richting van de vrije 320 uiteinden Sa en Sb van de groef 5 in de plaat 2, zoals weergegeven in [iguur 7, kannen de opstaande randen 7a en 75 van de groeï 5 naar elkaar toe bewegen en kan de bodem € van de groef 5 langs de verzwakkingen Sa en 9b loskomen van de plaat 2, De plaat 2 is bij voorkeur voorzien van iwee of meerdere groeven 5. Het aantal groeven 5 en hun lccatie hangt af van het object of product dat men wenst te vervaardigen met het element 1.

De verzwakking of verzwakkingen kunnen gevormd worden door opeenvolgende perforaties en/of insnijdingen en/of dergelijke.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevinden de perforaties en/of insnijdingen en/cf dergelijke zich op dezelfde afstand van elkaar, De plaat Z is bij voorkeur vervaardigd uit een stijf id materiaal zoals een stijf papier en/o[ karton en/of kunststof en/of dergelijke, Met stijf wordt hier bedoeld dat de plaat 2 niet ongewild kan buigen of plooien.

Het is niet uitgesloten dat de plaat 2 uit een kunststof vervaardigd is. De voorncemde verzwakking of verzwakkingen kunnen dan gerealiseerd worden met behulp van een filmecharnier.

In een praktische uitvoeringsvorm is de breedte B van de bodem 6 van de groef 5 bij voorkeur minstens dubbel zo breed als de dikte F van de plaat 2 waarin de groef 5 is aangebracht.

Hierdoor kan het element 1 over 180 graden omgepicoid of omgebogen worden, waarbij de afwerkingslaag 4 aan de zichtbare zijde van het omgeplooide of omgebogen element 1 strak en/of netjes aan de plaat 2 blijft of is aangebracht,

De afwerkingsiaag 4 is bij voorkeur een decoratief papier en/0Ë een bedrukt papier en/of een gelamineerd papier en/of een stof en/of dergelijke.

De voornoemde afwerkingslaag € is bij voorkeur op plaat 2 aangebracht door kleven door middel van lijm en/of smeitiijm en/of dergelijke, Zoals weergegeven in figuren Sa en 8b kan het element 1 gebruikt worden voor het vervaardigen van een kaft 11, folder, omsiag of doos 12, Door het plooien en/of ombuigen van het voornoemde element 1 kan een gebruiker een doos 12 of dergelijke bekomen, 35 De plocien kunnen zeer netjes en/of strak gerealiseerd worden, Kenmerkend aan de uitvinding is dat bij het picoien en/of ombuigen van het element 1 de afwerkingslaag 4 intact bLij£ft en de kans op het scheuren en/of breken ervan minimaal is, De groeven 5 in het element 1 laten toe om het element 1 180° te kunnen plooien en/of buigen waardoor er meer verschillende 3Drcbjecten of vormen gerealiseerd kunnen worden, Het is echter niet noodzakelijk dat de eerste zijde 3a de buitenzijde 3a vormt en de tweede zijde 3b de binnenzijde vormt van de gevormde kaft, dcos, omslag en/of folder.

Zo kan het ook omgekeerd zijn, afhankelijk van de richting waarin het element 1 wordt geplooid of vervormd.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een dergelijke presentatiedoos kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, 16

Claims (1)

1. Conclusies, l.- Element {1} voor het vervaardigen van een kaft, folder, omsiag of doos, daardoor gekenmerkt dat het element {1} een piaat {2} bevat die aan twee zijden {3a en 3b} bekleed is met een afwerkingslaag {4}, welke plaat {2} aan minstens één zijde voorzien is van een U-vormige oroef (5) met een bodem {6} en twee opstaande randen (7a en 790) elk met een 18 vrij uiteinde (8a en 8b), waarbij de zijde van de plaat (2) met de vrije uiteinden (Ba en 8h) van de groef (5) de verste zijde ({3a} vormt en de tegenoverliggende zijde de tweede zijde (30) is, en waarbij minstens één verzwakking {9} is aangebracht in de bodem {6} van de groef (5) en in ; is de lengterichting van de groef (5) zodanig dat bij het plooien van de plaat (2) de bodem {6} picoit langsheen de 9 verzwakking {9}, eén en ander, zodanig dat de afstand (C) tussen de vrije uiteinden (8a en 8b) van de opstaande randen (7a en 7b} van de groef (5) maximaal even groot is als de afstand (A) tussen de vrije uiteinden (Ba en 8b} van de opstaande randen (7a en 7b) van de groef (5) van een ongepicoide plaat (2).

   2. Element voigens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat bij het picoien van de plaat (2) in een richting weg van de vrije uiteinden {8a en 8b} van de groef {5} in de plaat, de opstaande randen van de groef {5} naar elkaar toe bewegen en de bodem (6) van de groef (5) vervormt, waarbij de afwerkingslaag aan de tweede zijde {3b)}) van de plaat mee met de delen van de groef (5) beweegt.

   3.- Element volgens conclusies | of 2, daardoor gekenmerkt dat de verzwakking (9) de bodem {6} van de groef (5) opdeelt in twee of meer delen {10a en 10b), minstens één deel aan weerskanten van de verzwakking (5), waardoor bij ; 5 het vervormen van de bodem (6) van de groef (5} de voornoemde delen (10a en 10b} aan de tweede zijde (3b) van de plaat (2) bij elkaar aanleunen en naar de eerste zijde (3a) van de plaat (2} toe bewegen,

   4. Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verzwakking in het midden van de podem van de groef {5} aangebracht is.

   5.- Element volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de plaat {2} voorzien ls van minstens twee verzwakkingen {Sa en Sb) in de bodem van de groef {5} die zich uitstrekken in de lengterichting van de groef (5},

   6.- Element volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de verzwakkingen dichtbij de opstaande randen (7a en 7b) van de groef {5} zijn aangebracht.

   7, Element volgens conclusies 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat bij het plocien van de plaat in de richting van de vrije uiteinden {£a en 8b} van de groef (5) in de plaat, de opstaande randen {7a en 7b) van de groef (5) naar elkaar toe bewegen en de bodem (6) van de groef (5) langs de verzwakkingen {9a en 9b} Iocskont van de plaat {2}, 3, Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plaat (2) omgepiooid kan worden overheen de groef {5} over een hoek (D) van minstens 30 graden in de richting van de tweede zijde (3D).

   9. Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plaat {2} omgeplooid kan worden overheen de groef (5) over een hoek van maximaal 180 graden in de richting van de tweede zijde (3b}.

   10.- Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plaat {2} omgeplooid kan worden overheen de groef (5) over een hoek van minstens 90 graden in de richting van de eerste zijde (3a).

   il. Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plaat (23) omgepicoid kan worden overheen de groef (5) cover sen hoek van mazimaal 180 graden in de richting van de eerste zijde (3a}.

   12.- Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plaat (2) voorzien is van twee of meerdere groeven (53,

   13.- Element voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verzwakking (9) gevormd wordt door opeenvolgende perforaties en/of insnijdingen en/of dergelijke, 14,- Element volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de perforaties en/of insnijdingen en/of dergelijke zich op dezelfde afstand van elkaar bevinden,

   15.- Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plaat (2) vervaardigd is uit een stijf materiaal zoals stijf papier en/of karton en/of kunststof en/of dergelijke, 16,- Element voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afwerkingslaag {4} een decoratief papier en/of een bedrukt papier en/of een gelamineerd papier en/of een stof en/cË dergelijke bevat,

   17.- Gebruik van een element volgens één van de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat het element {1} gebruikt wordt voor het vervaardigen van een kaft (11), folder, omslag of doos {12},