BE1017065A3 - Werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelijke en inbindelement, schutblad of omslag daarbij toegepast. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelijke in een omslag (4) met een rug (5), daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak de volgende stappen omvat : -het nieten van een vrije rand van voornoemde bundel losse bladen (1); -het aanbrengen van de bundel bladen (1) met zijn geniete rand in de rug (5) van de omslag (4) en het bevestigen van deze bundel (1) in de omslag (4).

Description

Werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelijke en inbindelement, schutblad of omslag daarbij toegepast.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelij ke.

Meer speciaal heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelijke in een omslag met een rug.

Men kent reeds een werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen in een omslag met een rug, waarbij de schutbladen van deze bundel aan de respectievelijke buitenzijden en over hun volledige oppervlak worden voorzien van een lijmlaag en waarbij de bladen van deze bundel vervolgens aan één zijrand met elkaar worden verbonden door middel van lijmen of naaien, waarna deze bundel bladen met de gelijmde of genaaide rand aangebracht wordt in de rug van de omslag en de omslag vervolgens wordt dicht geplooid zodat de schutbladen door de voornoemde lijmlaag aan de binnenzijde van de omslag worden vastgekleefd.

Een nadeel van zulke bekende werkwijze is dat, voor het onderling verbinden van de bundel losse bladen door middel van lijmen of naaien en het aanbrengen van een lijmlaag aan de binnenzijde van de omslag, steeds een bewerkingsinrichting vereist is die doorgaans relatief duur is, waardoor zulke werkwijze niet interessant is voor sporadisch en/of particulier gebruik.

De huidige uitvinding heeft als doel een antwoord te bieden aan het voornoemde en andere nadelen.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelijke in een omslag met een rug, welke werkwijze in hoofdzaak de volgende stappen omvat: het nieten van een vrije rand van voornoemde bundel losse bladen; - het aanbrengen van de bundel bladen met zijn geniete rand in de rug van de omslag en het bevestigen van deze bundel in de omslag.

Het bevestigen van de bundel bladen in de omslag gebeurt bij voorkeur door toepassing van een lijmlaag die bij voorkeur op voorhand is aangebracht, hetzij op de omslag, hetzij op de bundel losse bladen, meer speciaal op schutbladen die samen met de bundel losse bladen worden ingeniet of op een inbindelement dat voorafgaandelijk rond de te nieten rand van de bundel is aangebracht.

Zulke werkwijze heeft als voordeel dat zij toelaat om een bundel losse bladen op zeer eenvoudige en snelle wijze, door middel van nieten, te verbinden en deze bundel vervolgens in een omslag te bevestigen, zonder dat gebruik dient te worden gemaakt van dure bewerkingsinrichtingen.

De uitvinding heeft ook betrekking op een schutblad dat samen met een bundel losse bladen kan worden ingebonden in een werkwijze volgens de uitvinding, welk schutblad is voorzien van een lijmstrook die bij voorkeur vooraf is aangebracht nabij een vrije rand daarvan.

Ook betreft de huidige uitvinding een omslag die kan worden toegepast in een werkwijze volgens de uitvinding, waarbij deze omslag is voorzien van een rug en twee bladen en waarbij op de binnenzijden van de voornoemde bladen van deze omslag een lijmstrook is voorzien.

Tenslotte heeft de uitvinding ook nog betrekking op een inbindelement dat kan worden toegepast in een werkwijze volgens de uitvinding, waarbij dit inbindelement bestaat uit een U- of V-vormig geplooid of plooibaar inbindelement dat aan zijn buitenzijde is voorzien van minstens één lijmstrook en dat bedoeld is om te worden aangebracht rond de te nieten vrije rand van de bundel bladen alvorens deze in de omslag wordt aangebracht.

Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelijke beschreven, evenals een schutblad, omslag of inbindelement daarbij toegepast, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: de figuren 1 en 2 een werkwijze volgens de uitvinding weergeven; figuur 3 een variante weergeeft van een werkwijze volgens figuur 1; figuur 4 een inbindelement weergeeft dat kan worden toegepast in een werkwijze volgens de uitvinding; de figuren 5 en 6 verschillende stappen weergeven die achtereenvolgens worden doorlopen tijdens het inbinden van een bundel losse bladen met een inbindelement volgens figuur 4; de figuren 7 en 8 varianten weergeven van een inbindelement volgens figuur 4; figuur 9 een schutblad voor het toepassen van een werkwijze volgens figuur 3 weergeeft; figuur 10 het gebruik van een schutblad volgens figuur 9 weergeeft; figuur 11 een variant weergeeft volgens figuur 9.

Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 wordt in een werkwijze volgens de uitvinding eerst een vrije rand van een bundel losse bladen 1 geniet door middel van één of meer nieten 2.

In dit geval, doch niet noodzakelijk kan hierbij gebruik worden gemaakt van schutbladen 3 die aan de buitenzijden van de voornoemde bundel bladen 1 zijn aangebracht en die zijn uitgevoerd in een relatief stevig, al dan niet flexibel materiaal dat toelaat om te worden geniet, zoals bijvoorbeeld karton, kunststof of papier. Deze materialen kunnen enkellagig, meerlagig, bekleed of gelamineerd uitgevoerd zijn.

Vervolgens wordt de voornoemde bundel bladen 1 met zijn geniete rand aangebracht in een omslag 4 die in dit geval is opgebouwd in de vorm van een U-vormige rug 5 die bij voorkeur is vervaardigd uit metaal, doch, die tevens kan worden verwezenlijkt in enig ander, bij voorkeur hard materiaal, zoals bijvoorbeeld keramiek, een stijve kunststof of dergelijke.

Het is duidelijk dat de voornoemde rug 5 van de omslag 4 tevens uit eender welk soepel materiaal kan worden vervaardigd en dat deze rug 5 ook niet noodzakelijk U-vormig dient te worden uitgevoerd.

Tegen de binnen- en buitenzijde van deze rug 5, is in dit geval een bekleding 6, respectievelijk 7 aangebracht.

Tevens is de omslag 4 voorzien van twee, bij voorkeur stijve, bladen 8 en 9 die aan weerszijden plooibaar met de voornoemde rug 5 zijn verbonden doordat zij zich eveneens uitstrekken tussen de voornoemde bekledingen 6 en 7.

Volgens de uitvinding kunnen de voornoemde bladen 8 en 9 worden uitgevoerd in plastic of in de vorm van een, al dan niet bekleed, stuk karton of papier. Deze materialen kunnen enkellagig, meerlagig, bekleed of gelamineerd uitgevoerd zijn.

Het is duidelijk dat in een werkwijze volgens de uitvinding velerlei types van omslagen kunnen worden toegepast en dat de huidige uitvinding bijgevolg niet beperkt is tot het gebruik van een omslag 4 van het in figuur 1 weergegeven type.

Op de binnenzijden van de voornoemde bladen 8 en 9 is nabij de rug 5 van de omslag 4 een lijmstrook 10 voorzien die in dit geval op voorhand is aangebracht en die kan zijn afgedekt door middel van een verwijderbare afdekfolie 11.

Teneinde, in een laatste stap van de werkwijze volgens de uitvinding, de geniete bundel bladen 1 in de omslag 4 te bevestigen, wordt, na het verwijderen van de voornoemde afdekfolies 11, de omslag 4 dicht geplooid, één en ander zodanig dat de bundel 1 met zijn buitenste schutbladen 8 en 9 door de lijmstroken 10 tegen de binnenzijde van de omslag 4 wordt vastgekleefd.

Aangezien bij zulke werkwijze volgens de uitvinding enkel gebruik dient te worden gemaakt van een eenvoudige, alledaagse nietmachine in plaats van dure en complexe bewerkingsmachines is zulke werkwijze goedkoop en leent zij zich uitstekend tot kleinschalige of particuliere toepassingen.

In figuur 3 is een variante weergegeven van de werkwijze volgens figuur 1, waarbij de voornoemde lijmstroken 10 op voorhand zijn aangebracht op de voornoemde schutbladen 3 die samen met de bundel 1 zijn ingeniet.

Bij voorkeur zijn de lijmstroken 10 hierbij nabij en evenwijdig met de vrije rand van de schutbladen 3 aangebracht en meer speciaal op een afstand die nagenoeg gelijk of enigszins groter is dan de diepte D van de rug 5 van de omslag 4.

In figuur 4 is een inbindelement 12 volgens de uitvinding weergegeven dat in dit geval in hoofdzaak bestaat uit een plooibaar element 13 dat in dit geval, doch niet noodzakelijk, is vervaardigd uit een laag karton en dat tevens is voorzien van plooilijnen 14.

Tevens is het inbindelement 12 voorzien van twee materiaalstroken 15 en 16 die in dit geval deel uitmaken van dit inbindelement 12, doch die tevens kunnen worden uitgevoerd in de vorm van afzonderlijke materiaalstroken die plooibaar met de vrije uiteinden van het plooibaar inbindelement 12 verbonden zijn, ter plaatse van plooi- of perforatielijnen 17.

Op elk van de voornoemde materiaalstroken 15 en 16 is in dit geval aan de buitenzijde van het plooibaar inbindelement 12 een lijmstrook 10 voorzien die zich volledig of over een gedeelte van een respectievelijke materiaalstrook 15 of 16 uitstrekt en die desgewenst kan worden afgedekt door middel van een afdekfolie 11.

Het is duidelijk dat volgens de uitvinding het inbindelement 12 niet noodzakelijk dient voorgevormd te zijn, maar dat het ook mogelijk is te vertrekken van een vlak element dat aan één zijde is voorzien van één of meer lijmstroken 10 en dat voor het gebruik in de gewenste U-vorm wordt geplooid, zoals weergegeven in figuur 4.

De werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen 1 of dergelijke door middel van een inbindelement 12 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en is weergegeven in de figuren 5 en 6.

Zoals weergegeven in figuur 5 wordt het voornoemde U-vormig geplooid inbindelement 12 rond een vrije rand van een bundel losse bladen 1 aangebracht en wordt deze vrije rand van de voornoemde bundel losse bladen 1 en het daarrond aangebracht inbindelement 12 door middel van één of meer nieten 2 met elkaar verbonden.

Zoals weergegeven in figuur 6, wordt vervolgens de bundel bladen 1 met zijn geniete rand in de U-vormige rug 5 van een omslag 4 aangebracht en wordt deze bundel bladen 1 in deze omslag 4 bevestigd, waartoe in het weergegeven voorbeeld de voornoemde materiaalstroken 15 en 16, na het verwijderen van de voornoemde afdekfolies 11, met hun lijmstroken 10 tegen de respectievelijke binnenzijden van de omslag 4 worden gekleefd.

In het weergegeven voorbeeld is het inbindelement 12 vervaardigd uit karton, doch, het is duidelijk dat dit inbindelement 12 uit velerlei andere materialen, zoals onder andere papier, kan worden vervaardigd die bij voorkeur toelaten om te worden geniet en die tevens bij voorkeur plooibaar zijn ter vorming van een ü-vormig element of die reeds volgens zulke U-vorm vervaardigd zijn.

Het in figuur 4 weergegeven voorbeeld van inbindelement 12 is voorzien van twee materiaalstroken 15 en 16, doch het is duidelijk dat de aanwezigheid van zulke materiaalstroken 15 en 16 volgens de uitvinding niet vereist is en dat de voornoemde bundel bladen 1 tevens in de omslag 4, en meer speciaal in de rug 5 van deze omslag 4, kan worden bevestigd door middel van een lijmstrook die is aangebracht op de rug van het ü-vormig gedeelte van het inbindelement 12.

Het is eveneens niet uitgesloten dat slechts één materiaalstrook 15 of 16 wordt voorzien waarop een lijmstrook 10 is aangebracht, al dan niet in combinatie met de aanwezigheid van een lijmstrook op de rug van het inbindelement 12.

De uitvinding is niet beperkt tot een uitvoeringsvorm van inbindelement 12 waarbij de lijmstrook 10 zich slechts over een gedeelte van de respectievelijke materiaalstrook 15 of 16 uitstrekt, doch de lijmstroken 10 kunnen zich ook over de volledige materiaalstroken 15 of 16 uitstrekken en kunnen zelfs op het volledige oppervlak van het inbindelement 12 worden voorzien.

In figuur 7 is een andere uitvoeringsvorm van een inbindelement 12 volgens de uitvinding weergegeven, dat is vervaardigd in de vorm van een vooraf geplooid U-vormig profiel uit een flexibel materiaal, waarbij de materiaalstroken 15 en 16 integraal deel uitmaken van het inbindelement 12 en waarbij door de flexibiliteit van het gekozen materiaal geen plooi- of perforatielijnen dienen te worden voorzien.

In figuur 8 is nog een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een inbindelement 12 volgens de uitvinding weergegeven, dat in dit geval V-vormig in plaats van U-vormig is uitgevoerd en dat beter geschikt is voor het inbinden van dunne bundels bladen 1.

In figuur 9 is een variant van een schutblad 3 volgens de uitvinding weergegeven waarbij dit schutblad 3 aan één zijrand is voorzien van een bevestigingsstrook 18, bijvoorbeeld uit papier, welke bevestigingsstrook 18, in dit geval, aan de betreffende rand van het schutblad 3 is bevestigd door middel van lijmen.

Hierbij wordt volgens de uitvinding slechts de in te binden zijrand van de bevestigingsstrook 18 aan het schutblad 3 bevestigd.

Op het niet aan het schutblad 3 verlijmde gedeelte van de bevestigingsstrook 18 is, volgens de uitvinding, aan de van het schutblad 3 weggekeerde zijde, een lijmstrook 10 voorzien op een afstand van de voornoemde in te binden zijrand van het schutblad 3.

Op de voornoemde lijmstrook 10 is bij voorkeur een verwijderbare afdekfolie 11 aangebracht.

In figuur 10 is het gebruik weergegeven van zulk schutblad 3, waarbij, in dit geval, aan weerszijden van de in te binden bundel, bladen 1 een schutblad 3 volgens figuur 9 is aangebracht.

De schutbladen 3 worden hierbij zodanig gepositioneerd dat hun voornoemde bevestigingsstrook 18 zich aan de in te binden zijrand van de bundel bladen 1 bevindt en dat deze bevestigingsstroken 18 naar buiten gekeerd zijn, weg van de bundel bladen 1.

Het aan elkaar bevestigen van de bundel bladen 1 met de schutbladen 3, gebeurt bij voorkeur door het aanbrengen van nieten 2 doorheen de aan de schutbladen 3 gekleefde gedeelten van de bevestigingsstroken 18.

Na het aan elkaar nieten van de bundel bladen 1 en de schutbladen 3, worden de afdekfolies 11 van de lijmstroken 10 verwijderd en wordt de samengeniete bundel in een omslag 4 aangebracht en door middel van deze bevestigingsstroken 18 tegen de binnenzijde van de omslag 4 gekleefd.

Doordat het gedeelte van de bevestigingsstrook 18 waarop de voornoemde lijmstrook is aangebracht niet rechtstreeks aan het schutblad 3 is bevestigd, worden de schutbladen 3, bij het openen van de omslag 4, niet mee opengetrokken, wat wel het geval is bij een schutblad zoals weergegeven in figuur 3.

Een voordeel van zulk schutblad volgens figuur 9 bestaat er dan ook in dat de bundel bladen steeds mooi openvalt en dat de aanwezigheid van de nieten 2 niet zichtbaar is doordat de schutbladen 3 niet aan de omslag 4 gekleefd zi jn.

Nog een voordeel van zulk schutblad 3 is dat tussen de omslag 4 en het schutblad 3 de lijmstrook 10 niet zichtbaar is doordat het eigen gewicht van het schutblad 3 de lijmstrook 10 niet belast bij het openen van de omslag 4.

In figuur 11 is een variant van een schutblad 3 volgens figuur 9 weergegeven, waarbij de bevestigingsstrook 18 in dit geval aan het schutblad 3 is bevestigd doordat zij wordt gevormd door een omgeplooid gedeelte van dit schutblad 3.

Een voordeel van zulke uitvoeringsvorm van schutblad 3 bestaat erin dat de productie ervan zeer eenvoudig is, doordat de bevestigingsstrook 18 niet op het schutblad 3 dient te worden gekleefd.

Het gebruik van zulk schutblad volgens figuur 11 is analoog aan dat van de uitvoeringsvorm uit figuur 9.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven werkwijze en schutblad 3, omslag 4 of inbindelement 12, doch een werkwijze volgens de uitvinding voor het inbinden van een bundel losse bladen 1 of dergelijke, en een schutblad 3, omslag 4 of inbindelement 12 daarbij toegepast, kunnen volgens velerlei varianten worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (24)

1. Werkwijze voor het inbinden van een bundel losse bladen of dergelijke in een omslag (4) met een rug (5), daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak de volgende stappen omvat: het nieten van een vrije rand van voornoemde bundel losse bladen (1); het aanbrengen van de bundel bladen (1) met zijn geniete rand in de rug (5) van de omslag (4) en het bevestigen van deze bundel (1) in de omslag (4).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het bevestigen van de bundel bladen (1) in de omslag (4) wordt verwezenlijkt door middel van kleven.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het kleven gebeurt door middel van een lijmstrook (10) die is voorzien op de binnenzijde van bladen (8 en 9) van de voornoemde omslag (4).

4. Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde lijmstrook (10) is aangebracht nabij de rug (5) van de omslag (4).

5. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het kleven gebeurt door middel van een lijmstrook (10) die is voorzien op minstens één van de schutbladen (3) van de voornoemde bundel bladen (1).

6. Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde lijmstrook (10) is voorzien nabij de voornoemde vrije rand van de bundel bladen (1) en op een afstand van deze vrije rand die nagenoeg gelijk of enigszins groter is dan de diepte (D) van de rug (5) van de omslag (4).

7. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat, alvorens de vrije rand van de voornoemde bundel losse bladen (1) te nieten, rond deze vrije rand een U- of ν'-vormig geplooid of plooibaar inbindelement (12) wordt aangebracht dat vervolgens samen met de vrije rand van de bundel bladen (1) geniet wordt.

8. Werkwijze volgens conclusies 1 en 2, daardoor gekenmerkt dat het kleven gebeurt door middel van een lijmstrook (10) die is voorzien op de buitenzijde van twee materiaalstroken (15 en 16) die plooibaar verbonden zijn met het voornoemde ü- of V-vormig inbindelement (12) of er deel van uitmaken.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde materiaalstroken (15 en 16) door middel van de voornoemde lijmstroken (10) tegen de bladen (8 en 9) van de omslag (4) worden gekleefd.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde materiaalstroken (15 en 16) tegen de voornoemde bladen (8 en 9) van de omslag (4) worden gekleefd, nabij de rug (5) van deze omslag (4).

11. Werkwijze volgens één van de conclusies 3, 5 of 8, daardoor gekenmerkt dat op de voornoemde lijmstrook (10) een afdekfolie (11) wordt aangebracht.

12. Inbindelement dat kan worden toegepast in een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit een U- of V-vormig geplooid of plooibaar inbindelement (12) dat aan zijn buitenzijde is voorzien van minstens één lijmstrook (10) .

13. Inbindelement volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het aan één of beide van zijn vrije uiteinden is voorzien van een materiaalstrook (15 en/of 16) die plooibaar verbonden is met dit inbindelement (12) of er deel van uitmaakt en dat de lijmstroken (10) zijn aangebracht ter plaatse van deze materiaalstroken (15 en/of 16).

14. Inbindelement volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde materiaalstroken (15 en 16) plooibaar zijn ten opzichte van het ü-vormig inbindelement (12) door middel van plooilijnen (14) of perforatielijnen.

15. Inbindelement volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het is vervaardigd uit een materiaal dat toelaat om te worden geniet.

16. Inbindelement volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het is vervaardigd uit papier of karton.

17. Schutblad dat samen met een bundel losse bladen (1) kan worden ingebonden door toepassing van een werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat dit schutblad (3) is voorzien van een lijmstrook (10).

18. Schutblad volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde lijmstrook (10) is aangebracht nabij en evenwijdig met een vrije rand van dit schutblad (3).

19. Schutblad volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat het is uitgevoerd in een materiaal dat toelaat om te worden geniet.

20. Schutblad volgens één van de conclusies 17 tot 19, daardoor gekenmerkt dat het aan zijn in te binden zijrand is voorzien van een bevestigingsstrook (18) die gedeeltelijk aan het schutblad is (3) bevestigd en die op een niet aan het schutblad (3) bevestigd gedeelte ervan en op de van het schutblad (3) weggekeerde zijde, is voorzien van een lijmstrook (10) die is aangebracht op een afstand van de voornoemde in te binden zijrand van het schutblad (3) .

21. Schutblad volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bevestigingsstrook (18) aan het schutblad (3) is bevestigd door middel van lijmen.

22. Schutblad volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bevestigingsstrook (18) wordt gevormd door een omgeplooid gedeelte van het voornoemde schutblad (3) .

23. Omslag die wordt toegepast in een werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat deze omslag (4) is voorzien van een rug (5) en twee bladen (8 en 9) en dat op de binnenzijden van de voornoemde bladen (8 en 9) van deze omslag (4) een lijmstrook (10) is voorzien.

24. Omslag volgens conclusie 23, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde lijmstroken (10) zijn aangebracht nabij de rug (5) van de omslag (4).