BE1021783B1

BE1021783B1 - Element en werkwijze voor het vervaardigen van een inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen

Info

Publication number: BE1021783B1
Application number: BE2013/0649A
Authority: BE
Original assignee: Unibind Limited
Priority date: 2013-09-30
Filing date: 2013-09-30
Publication date: 2016-01-18
Also published as: UY35752A; WO2015044726A1; AR097845A1

Abstract

Element (1) voor het vervaardigen van een, van een afwerkbekleding (15) voorziene, inbindkaft (16) voor het inbinden van een bundel bladen, waarbij het element (1) twee kaftbladen (3) omvat met elk een binnenzijde (7) en een buitenzijde (8), waarbij minimaal één kaftblad (3) aan zijn buitenzijde (8) voorzien is van een laag smeltlijm (11) om later een afwerkbekleding (15) op aan te brengen, waarbij het element (1) een rugdeel (2) omvat waaraan beide kaftbladen (3) bevestigd zijn, waarbij het rugdeel een rugdeel (2) is met twee benen (5) voor het omvatten van een rand van de bundel, waarbij elk van de kaftbladen (3) aan een afzonderlijk been (5) is bevestigd.

Description

Element en werkwijze voor het vervaardigen van een inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een element voor het vervaardigen van een inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen en een werkwijze daarvoor die gebruik maakt van een dergelijk element.

Meer speciaal is de uitvinding bedoeld voor het vervaardigen van onder meer een inbindkaft bestaande uit een U-vormige rug en twee kaftbladen voor het inbinden van een bundel bladen zoals bijvoorbeeld bladen met foto's ter realisatie van een fotoalbum of bladen ter vorming van een gepersonaliseerd, of in kleine oplage te vervaardigen, boek.

Uit het Belgisch octrooi nr. 1.020.200 is reeds een dergelijk element bekend in de vorm van een halfafgewerkt product waaruit een inbindkaft kan worden vervaardigd, welk element hoofdzakelijk vlak is en hoofdzakelijk gevormd wordt door een drager die gevormd wordt door twee vlakke platen die de kaftbladen zullen vormen en daartussen een centrale vlakke strook waaruit later de rug zal worden gevormd en die met elkaar verbonden zijn door middel van een bekleding die over of rondom deze platen en strook is aangebracht.

De drager is aan de buitenzijde voorzien van een laag smeltlijm die zich uitstrekt aan het buitenoppervlak van de drager over één vlakke zijde van de drager tot enkele millimeters van de rand van de drager.

Deze elementen maken het mogelijk om op een relatief eenvoudige manier professioneel uitziende inbindkaften te maken met een decoratieve afwerkbekleding die bijvoorbeeld te kiezen is uit een stapel van bekledingen van uiteenlopende aard, bijvoorbeeld qua materiaal, textuur, bedrukking en dergelijke of die gepersonaliseerd gemaakt kan worden.

Hiervoor wordt een gewenste afwerkbekleding gekozen waarvan de afmetingen gelijk zijn aan de afmetingen van de laag smeltlijm. Deze afwerkbekleding wordt door middel van warmte, die de smeltlijm laat smelten, vastgekleefd op het element, waarna men het geheel laat afkoelen om de smeltlijm opnieuw te laten stollen.

Vervolgens kan door vervorming van de voornoemde centrale strook van het element een U-vormige rug worden gerealiseerd waarin een bundel bladen kan worden ingebonden.

Dergelijke elementen zijn, doordat zij hoofdzakelijk vlak zijn, gemakkelijk in stapels te stockeren zonder dat zij veel plaats in beslag nemen.

Zij hebben echter als nadeel dat het vormen van de rug een relatief dure en zware machine vereist, met een met grote kracht bewegende stempel, die daardoor een intrinsiek veiligheidsrisico met zich meedraagt.

Tevens vereist het goed aanbrengen van de rug een bepaalde mate van handigheid en ervaring.

Ook kan tijdens het vormen van de rug de afwerkbekleding beschadigd raken.

De uitvinding heeft dan ook tot doel om aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een element voor het vervaardigen van een, van een afwerkbekleding voorziene, inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen, waarbij het element twee kaftbladen omvat met elk een binnenzijde en een buitenzijde, waarbij minimaal één kaftblad aan zijn buitenzijde voorzien is van een laag smeltlijm om later een afwerkbekleding op aan te brengen, waarbij het element een rugdeel omvat waaraan beide kaftbladen bevestigd zijn, waarbij het rugdeel een rugdeel is met twee benen voor het omvatten van een rand van de bundel, waarbij elk van de kaftbladen aan een afzonderlijk been is bevestigd.

De binnenzijde wordt hierbij gedefinieerd als de zijde waar later de bundel dient te worden aangebracht, dus de zijde van het rugdeel en de kaftbladen waar het rugdeel concaaf is, en de buitenzijde als de andere zijde, die later het buitenoppervlak van een ingebonden bundel zal definiëren.

Een laag smeltlijm om later een afwerkbekleding op aan te brengen is een laag smeltlijm die nog niet bedekt is door en verkleefd is aan een afwerkbekleding, maar die nog een vrij oppervlak, al dan niet bedekt door een beschermfolie, heeft, dat kan dienen om een dergelijke afwerkbekleding op te kleven.

Een dergelijk element hoeft niet vervormd te worden om een rug te vormen waarin een bundel gebonden kan worden en is dus veel gemakkelijker in het gebruik dan een traditioneel element.

Een verder voordeel is dat er geen machine nodig is op de plaats van de gebruiker om de vervorming uit te voeren, zodat kosten voor een dergelijke machine bespaard worden.

Nog een verder voordeel bestaat erin dat er geen risico op beschadiging van een afwerkbekleding is tijdens het gebruik van het element.

Ook kan hierbij, in het geval het rugdeel aan zijn binnenzijde voorzien is van een laag smeltlijm om de bundel in te binden, het aanbrengen van de afwerkbekleding, ten minste ter plaatse van het rugdeel tegelijk gebeuren met het inbinden, zodat minder handelingen nodig zijn om tot een finaal product, een ingebonden bundel bladen, te geraken.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is minimaal één kaftblad scharnierend bevestigd aan het rugdeel, waarbij bij verdere voorkeur dit bereikt wordt doordat het kaftblad of de kaftbladen aan het rugdeel bevestigd zijn door middel van een scharnier dat gevormd wordt door een flexibele bekleding die zowel deel uitmaakt van het kaftblad als van het rugdeel.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een aan de buitenzijde over beide kaftbladen en het rugdeel doorlopende laag smeltlijm voorzien, zodat een ononderbroken verlijmde afwerkbekleding over de genoemde delen kan worden aangebracht.

In een alternatieve voorkeurdragende uitvoeringsvorm is één van de kaftbladen, of zijn beide kaftbladen, voorzien van een laag smeltlijm die zich niet verder dan het betreffende kaftblad, dus niet over het rugdeel, uitstrekt.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze om een inbindkaft voor het inbinden van een bundel bladen te vervaardigen, waarbij een element gebruikt wordt dat twee kaftbladen met elk een binnenzijde en een buitenzijde omvat en dat een rugdeel omvat waaraan beide kaftbladen bevestigd zijn, waarbij minimaal één kaftblad aan zijn buitenzijde voorzien is van een laag smeltlijm, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:

Stap A: het aanbrengen van een afwerkbekleding op een kaftblad door middel van de laag smeltlijm,

Stap B: het vormen van een rugdeel met twee benen voor het omvatten van een rand van de bundel, waarbij stap A plaatsvindt na stap B.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een element volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een praktische uitvoeringsvorm van een element volgens de uitvinding weergeeft voor het vormen van een inbindkaft; figuur 2 schematisch en in perspectief vanuit een andere hoek het element van figuren 1 en 2 weergeeft; figuur 3 op grotere schaal een doorsnede weergeeft van het element van figuur 1 volgens lijn III-III; figuren 4 en 5 schematisch stappen weergeven uit de werkwijze volgens de uitvinding, gebruik makend van een element volgens figuur 1; figuur 6 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een element volgens de uitvinding, in een weergave zoals in figuur 1; en figuur 7 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een element volgens de uitvinding, in een weergave zoals in figuur 3.

Het in de figuren 1 tot 3 weergegeven element 1 volgens de uitvinding voor het vormen van een inbindkaft is een half afgewerkt product dat hoofdzakelijk bestaat uit een rugdeel 2 en twee stijve kaftbladen 3.

Het rugdeel 2, dat zo genoemd wordt omdat het later, wanneer uit het element 1 een inbindkaft is vervaardigd, de rug van de inbindkaft zal vormen, wordt hoofdzakelijk gevormd door een U-profiel 4 met twee parallelle benen 5, dat voorzien is van een bekleding 6 aan zowel de binnenzijde 7 als de buitenzijde 8. De binnenzijde 7 van het rugdeel 2 is hierbij de zijde tussen de twee benen 5. Dit is de zijde die in figuren 1 en 3 aan de bovenkant ligt. De buitenzijde 8 is de andere zijde van het rugdeel 2.

De bekleding 6 kan uit vele materialen zoals papier, karton en kunststoffolie vervaardigd zijn. Het geniet echter de voorkeur een bekleding 6 uit wit, zwart of gekleurd papier te voorzien, liefst papier met een dichtheid van 90 gram/m2. De bekleding 6 is in dit voorbeeld, maar niet noodzakelijk, aan de binnenzijde 7 en de buitenzijde 8 uit hetzelfde materiaal gemaakt.

Het is uiteraard mogelijk dat de bekleding 6 meerdelig en/of meerlagig wordt uitgevoerd.

De kaftbladen 3 worden elk hoofdzakelijk gevormd door een vlakke plaat karton 9, die voorzien is van dezelfde bekleding 6 als het rugdeel 2. Elk kaftblad 9 is verbonden aan een afzonderlijk been 6 van het rugdeel 2, doordat de bekleding 6 op de platen karton 9 en op het ü-profiel 4 uit één stuk zijn gemaakt.

De bekleding 6 vormt hierdoor een scharnier 10 tussen de kaftbladen 3 en het rugdeel 2. De zijde van de kaftbladen 3 die aansluit op de binnenzijde 7 van het rugdeel 2 wordt eveneens de binnenzijde 7 genoemd, en de zijde van de kaftbladen 3 die aansluit op de buitenzijde 8 van het rugdeel 2 wordt analoog de buitenzijde 8 genoemd.

Het U-profiel 4 is dit voorbeeld maar niet noodzakelijk gemaakt van metaal. De platen 9 kunnen ook uit andere materialen dan karton gemaakt zijn.

De bekleding 6 aan de buitenzijde 8 is voorzien van een laag smeltlijm 11 met een vrij oppervlak, dus een oppervlak dat nog niet bedekt is door een verdere afwerklaag, hoewel het wel mogelijk is dat hierop een tijdelijke beschermlaag aangebracht is om de laag smeltlijm 11 tegen vervuiling te beschermen.

De laag smeltlijm 11 bedekt de gehele buitenzijde 8 van het element 1, met uitzondering van een zone met een breedte van, in dit voorbeeld, 4 mm vanaf de rand 13 van de kaftbladen 3, en vormt een over het rugdeel 2 en de beide kaftbladen 3 doorlopende laag.

Het rugdeel 2 is aan zijn binnenzijde voorzien van een lijmlaag 14, in dit voorbeeld ook een smeltlijm, voor de latere bevestiging van een bundel bladen.

Het vervaardigen van een inbindkaft door middel van een voornoemd element 1 is zeer eenvoudig en wordt geïllustreerd aan de hand van de figuren 3 tot 5.

In een eerste stap wordt door de gebruiker een gewenst element 1 en een geschikte afwerkbekleding 15 gekozen uit een voorraad.

De gebruiker kan deze afwerkbekleding 15 naar wens kiezen en het is duidelijk dat tal van materialen, zoals papier of karton, hiervoor geschikt zijn. Deze afwerkbekleding 15 kan al dan niet reeds vooraf bedrukt zijn of kan, indien gewenst, ter plaatse van een bedrukking worden voorzien. Het spreekt voor zich dat ook andere materialen zoals leder, linnen, kunststof of dergelijke als afwerkbekleding 15 kunnen worden aangewend.

De afwerkbekledingen 15 bezitten afmetingen die hoofdzakelijk gelijk zijn aan de afmetingen van de laag smeltlijm 11 aan de buitenzijde 8 van het element 1, één en ander zodanig dat de afwerkbekleding 15 de laag smeltlijm 11 volledig kan bedekken en de afwerkbekleding 15 zich eveneens tot op een afstand van 4 enkele millimeter van de rand 13 van de drager uitstrekt.

De afwerkbekleding wordt dan met de niet bedrukte zijde bedekkend tegenover de laag smeltlijm 7 geplaatst. Dit is weergegeven in figuur 3.

Nu wordt het rugdeel 2 verwarmd, bijvoorbeeld door hiertoe een toestel met een sleuf met een verwarmde bodem en verwarmde wanden te voorzien, en het rugdeel 2 samen met de afwerkbekleding 15 in de genoemde sleuf te plaatsen, totdat de laag smeltlijm 11 op het rugdeel 2 voldoende opgewarmd is om te smelten, waarna het rugdeel 2 met de afwerkbekleding 15 weer uit de sleuf wordt genomen om af te koelen en te stollen, zodat de afwerkbekleding 15 op het rugdeel 2 gekleefd wordt.

Vervolgens wordt de afwerkbekleding 15 netjes over de buitenzijde 8 van de kaftbladen 3 geplaatst, met het element 1 in dichtgeklapte toestand. Het geheel wordt tussen twee verwarmde platen geplaatst, met gelijktijdige uitoefening van enige druk, zodat de laag smeltlijm 11 ter plaatse van de kaftbladen 3 smelt en de afwerkbekleding 15 na wederom afkoelen over nagenoeg de gehele buitenzijde 8 van het element 1 gekleefd is, en de inbindkaft 16 klaar is om gebruikt te worden voor het inbinden van een bundel bladen.

Het kan hierbij nuttig zijn een afstandshouder tussen de beide kaftbladen 3 te plaatsen om ze beide parallel met elkaar te houden.

Deze toestand is weergeven in figuur 5, waarbij de inbindkaft 16 getoond is in een toestand waarin deze weer is opengeslagen.

Het inbinden van een bundel bladen in de inbindkaft 16 gebeurt door het plaatsen van een rand van de bundel tussen de benen 6 van het rugdeel 2, en het wederom verwarmen van het rugdeel 2, bijvoorbeeld in de reeds genoemde sleuf, waarbij de lijmlaag 14 smelt, gevolgd door afkoelen.

Het is mogelijk, afhankelijk van de dikte van de bundel bladen die ingebonden dient te worden, om het aanbrengen van de afwerkbekleding 15 op het rugdeel 2 en het inbinden van de bundel in het rugdeel 2 tegelijkertijd uit te voeren. Bij het aanbrengen van de afwerkbekleding 15 op de kaftbladen 3 is dan geen afstandshouder nodig, omdat de bundel ervoor zorgt dat de kaftbladen 3 voldoende parallel lopen.

Vanzelfsprekend kunnen ook afwerkbekledingen worden aangebracht op de binnenzijde 7 van de kaftbladen 3. Dit kan met eender welke soort lijm, dus ook smeltlijm. Deze lijm kan naar wens eerst op de afwerkbekleding, of eerst op het element 1 worden aangebracht.

Een uitvoeringsvorm van het element 1 volgens de uitvinding waarbij dit laatste het geval is, in de vorm van een afzonderlijke laag smeltlijm 11 aan de binnenzijde 7 van ieder kaftblad 3, is getoond in figuur 6, die voor het overige dezelfde kenmerken heeft als de bovenbeschreven uitvoeringsvorm van figuur 1.

De alternatieve uitvoeringsvorm van het element 1 van figuur 7 verschilt van de uitvoeringsvorm van figuur 1 doordat er aan de buitenzijde 8 van het element twee afzonderlijke gebieden met een laag smeltlijm 11 voorzien zijn, te weten één op ieder kaftblad 3. Hierbij is het rugdeel 2 niet voorzien van een laag smeltlijm aan zijn buitenzijde 8.

Deze uitvoeringsvorm van een element 1 volgens de uitvinding is bij uitstek geschikt wanneer een inbindkaft 16 met een decoratieve afwerkbekleding 15 op het rugdeel 2 niet wenselijk is, of wanneer de voorziene afwerkbekledingen 2 eerder een kleine oppervlakte hebben zodat zij niet ononderbroken de gehele buitenzijde 8 kunnen bedekken.

Het is vanzelfsprekend ook mogelijk dat slechts één van beide kaftbladen voorzien is van een laag smeltlijm, al dan niet samen met de rug.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de figuren de diverse uitvoeringsvormen enkel schematisch weergeven. De verhoudingen tussen de verschillende componenten of onderdelen, voornamelijk de diktes, werden uit proportie getekend, dit enkel met het doel de uitvinding beter te kunnen toelichten aan de hand van de figuren.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven varianten, doch een element voor het vervaardigen van een inbindkaft en een werkwijze daarbij toegepast, kunnen in allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. *

1. - Element (1) voor het vervaardigen van een, van een afwerkbekleding (15) voorziene, inbindkaft (16) voor het inbinden van een bundel bladen, waarbij het element (1) twee kaftbladen (3) omvat met elk een binnenzijde (7) en een buitenzijde (8), waarbij minimaal één kaftblad (3) aan zijn buitenzijde (8) voorzien is van een laag smeltlijm (11) om later een afwerkbekleding (15) op aan te brengen, waarbij het element (1) een rugdeel (2) omvat waaraan beide kaftbladen (3) bevestigd zijn, daardoor gekenmerkt dat het rugdeel een rugdeel (2) is met twee benen (5) voor het omvatten van een rand van de bundel, waarbij elk van de kaftbladen (3) aan een afzonderlijk been (5) is bevestigd.
2. - Element volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de genoemde laag smeltlijm (11) zich uitstrekt tot op een afstand (B) van minimaal één van de randen (13) van het kaftblad (3) .
3. - Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de genoemde laag smeltlijm (11) zich uitstrekt tot op een afstand (B) van minimaal drie van de randen (13) van het kaftblad (3).
4. - Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het rugdeel (2) aan zijn binnenzijde (7) voorzien is van een lijmlaag (14).
5. - Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de benen (5) minimaal deels parallel lopen of naar elkaar toegebogen zijn.
6. - Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat precies één kaftblad (3) aan de buitenzijde (8) voorzien is van een laag smeltlijm (11) om later een afwerkbekleding (15) op aan te brengen.
7. - Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat beide kaftbladen (3) aan de buitenzijde (8) voorzien zijn van een laag smeltlijm (11) om later een afwerkbekleding (15) op aan te brengen.
8. - Element volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het rugdeel (2) aan zijn buitenzijde (8) voorzien is van een laag smeltlijm (11) om later een afwerkbekleding (15) op aan te brengen.
9. - Element volgens conclusies 7 en 8, daardoor gekenmerkt dat de laag smeltlijm (11) op de buitenzijde (8) van het rugdeel (2) en de lagen smeltlijm (11) op de buitenzijde (8) van de kaftbladen (3) een doorlopende laag smeltlijm (11) vormen.
10. - Element volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het rugdeel (2) aan zijn buitenzijde (8) niet voorzien is van een laag lijm.
11. - Werkwijze om een inbindkaft (16) voor het inbinden van een bundel bladen te vervaardigen, waarbij een element (1) gebruikt wordt dat twee kaftbladen (3) met elk een binnenzijde (7) en een buitenzijde (8) omvat en dat een rugdeel (2) omvat waaraan beide kaftbladen (3) bevestigd zijn, waarbij minimaal één kaftblad (3) aan zijn buitenzijde voorzien is van een laag smeltlijm (11), waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: Stap A: het aanbrengen van een afwerkbekleding (15) op een kaftblad (3) door middel van de laag smeltlijm (11), Stap B: het vormen van een rugdeel (2) met twee benen (5) voor het omvatten van een rand van de bundel, daardoor gekenmerkt dat stap A plaatsvindt na stap B.
12. - Werkwijze om een bundel bladen in te binden, daardoor gekenmerkt dat deze een werkwijze volgens conclusie 11 omvat, waarbij aanvullend tegelijkertijd met stap A of na stap A een rand van de bundel bladen bevestigd wordt aan het rugdeel (2) en tussen de benen (5) daarvan.
13. - Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat het element een element (1) volgens één van de conclusies 1 tot 10 is.