BE1029072B1 - Inrichting voor het verpakken van trossen van trosvruchten in afgewogen hoeveelheden en verpakkingsmachine en stuurprogramma daarbij toegepast - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het verpakken van trosvruchten in afgewogen hoeveelheden waarbij de inrichting een automatische verpakkingsmachine bevat voor het verpakken van trosjes in zakjes welke een aanvoertransportband bevat voor de aanvoer van schaaltjes met een afgewogen hoeveelheid trosjes; een voorraad dichtgevouwen zakjes; minstens één houder om een zakje bij het vullen vast te houden met de opening naar de transportband gericht; middelen om het zakje op de houder te openen en open te houden tijdens het vullen; een aanvoerbekrachtiging om een schaaltje met trosvruchten in horizontale richting van de transportband tot in het opengevouwen zakje, te schuiven; een kantelmechanisme om de houder van het zakje samen met het schaaltje te kantelen onder een hoek; een terugtrekmechanisme om het zakje en het schaaltje uit elkaar te bewegen; een blokkering om tijdens het uit elkaar bewegen het schaaltje of het zakje vast te houden; een afvoer voor het afvoeren van het gevulde zakje.

Description

Inrichting voor het verpakken van trossen van trosvruchten in afgewogen hoeveelheden en verpakkingsmachine en stuurprogramma daarbij toegepast.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verpakken van trossen trosvruchten in afgewogen hoeveelheden, Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het verpakken van trossen in zakjes, bij voorkeur papieren zakjes, dit in tegenstelling tot het klassiek verkopen in bulk of voorverpakt oo schaaltjes uit kunststof of in dcosjes en omwikkeld in cellofaan of dergelijke, Verkoop in bulk heeft het nadeel dat de vruchten door iedereen kunnen = vastgenomen worden, wat verre van hygiënisch is.

Eunststoï verpakkingen zijn dan weer scologisch onverantwoord wegens niet recycleerbaar voor een groot gedeelte.

Het voorverpakken op schaaltjes of in doosjes gebeurt manueel en is daardoor zeer arbeidsintensief en neemt veel tijd in beslag.

Dit brengt met zich mee gat moeilijk flexibel kan ingespeeld worden op de vraag van de dag.

Ofwel dient men een buffer aan te leggen waarvan het niet verkochte overschot pas later kan verkocht worden ten koste van de dagversheid.

Bij sen te krappe productie ziet men potentiële inkomsten aan zijn neus voorbijgaan, Vaak is het zo dat de productie geiimitserd is door de beperking in arbeidskrachten, enerzijds, en door de voetafdruk die een manusle verpakkingslijn inneemt, anderzijds, Om aan één of meer van deze en andere nadelen te verhelpen, heeft de uitvinding Lot doel het inpakproces minstens gedeeltelijk Le kunnen automatiseren en daarvoor een werkwijze te bedenken waarmee afgewogen hoeveelheden trostomaatjes of andere trosvruchten automatisch in zakjes verpak: kunnen worden met een inrichting met een kleinere voeltafdruk en dus een efficiëntere benutting van de beschikbare ruimte en met sen verhoogde productiecapaciteit en snelheid, waardoor sneller flexibel kan gereageerd worden op de vraag van de dag en de dagversneid van het geleverde verpakte product, met ais doelstelling om de vruchten co de dag van het plukken te kunnen verpakken om Len laatste de dag nadien te kunnen vertrekken maar de distributieketens.

Hiertoe betreft de uitvinding sen inrichting voor het verpakken van Lrosjes van Lrosvruchten in afgewogen noeveelheden, bevattende een automatische verpaxkingsmachine voor het verpakken van de trosjes in zakjes, waarbij de verpakkingemachine een aanvoertransportband beval voor de zanvoer van schaaltjes voorzien van een voornoemde afgewogen hoeveelheid trosjes: een voorraad van dichtgevouwen zakjes om de afgewcgen

SS hoeveelheid trosjes in te verpakken; minstens één houder om een betreffend zakje bij het vullen vast te houden met de opening van het zakje naar de transportband gericht; middelen om de opening van het zakje op de houder te openen er open te houden tijdens het vullen; een id aanvosrbekrachtiging om een schaaltje met trosvruchten in horizontale richting van de transportband tot in het opengevouwen zakje te schuiven; een kanteimechanisme om de houder van het zakje samen met het schaaltje te kantelen onder een hoek; een terugtrekmechanisme om helt zakie en het schaaltje uit elkaar te bewegen; een blokkering om tijdens het uit elkaar bewegen van het zakje en het schaaltje één van beiden vast te houden; een afvoer voor het afvoeren van het gevulde zakje, waarbij de voornoemde aanvoerbekrachtiging om een schaaltje met trosvruchten in horizontale richting van de aanvoertransportband tot in het opengevouwen zakje te schuiven omkeerbaar is uitgevoerd om het schaaltje na het vallen van een zakje terug op de aanvoertransportband te plaatsen

Bij voorkeur wordt voor het openen van de zakjes een vacuimsysteem gebruikt met zuignappen, inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het terugtrekmechanigme voorzien is cm voor het uit elkaar bewegen van het zakje en het schaaltje, het schaaltje in de gekantelde stand vast te

A BE2021/5073 houden door activering van de voornoemde blokkering en het zakje met trosvruchten van het schaaltje te verwijderen, Voor de blokkering wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van

S een elektromagneet in combinatie met schaaltjes die minstens voor sen deel zijn gemaakt uit magnetisch aantrekbaar materiaal of een plaatje bevatten uit zulk materiaal, terwijl het schaaltje bijvoorbeeld voor het grootste gedeelte is gemaakt uit recyciserbare kunststof,

Bij voorkeur worden zakjes gebruikt, bij voorkeur papieren zakjes met een vlakke bodem in opengevouwen toestand, waarbij de trosvruchten kunnen aangeboden en gepresenteerd worden in opstaande zakjes met bijvoorbeeld een inhoud van 25 250 gram trosvruchten.

Dergelijke zakjes kunnen mooi gepresenteerd worden en nemen weinig plaats in cp de winkelrekken en zijn recycleerbaar.

De zakjes kunnen van een bedrukking en sen zegel worden voorzien wat ze extra aantrekkelijk maakt voor de consument.

Optioneel kunnen de zakies voorzien worden van een venster zodat de consument gemakkelijk de versheid van het product kan controleren,

Bij voorkeur is onder het niveau van de houder voor zakjes een afvoertransportband cogesteld om het gevulde zakje op te vangen, bi}? voorkeur onmiddellijk zonder verdere manipulatie in de opgerichte stand rustend op de bodem en met de opening naar boven,

Hiertoe kan de afvoercransportband voorzien zijn van sen schuine geleiding om het gevulde zakje tot in zijn juiste cositie tot op de afvoertransportband te leiden, & Bij voorkeur zijn er in de transportrichting van de aanvoertransportband mesrdere houders voor zakjes naast elkaar opgesteld en in lijn daarmee overeenstemmende aanvoerbekrachtigingen om de zakjes gelijktijdig te kunnen vullen uitgaande van evenveel schaaltjes met trosvruchten id die op de transportband worden aangevoerd cp een afstand van elkaar tot tegenover de betreffende sanvoerbekrachtigingen.

Aldus kunnen meerdere zakjes tegelijkertijd worden gevuld, waardoor de productiecapaciteit van de verpakkingsmachine aanzienlijk toeneemt, Optioneel kunnen aan het begin van de aanvoertransportband éên of meer UVC-lampen boven de asnvoertransportband zijn opgesteld voor het ontsmetten van de trosjes en aldus schiamelvorming op de vruchten te voorkomen, De inrichting kan geautomatiseerd worden door installatie van een geprogrammeerde sturing om de bewegingen van de verschillende bewegende onderdelen van de verpakkingsmachine op elkaar af te stemmen, meer Dcepaalad het verplaatsen van de schaaltjes met trosjes tot tegenover de positie van de zakjes door aansturing van de aanvoertransportband; het op de houders positioneren en openen van de zakjes; het verplaatsen van de schaaltjes tot in open zakjes door aansturing van de aanvoer bekrachtigingen; het kantelen van de schaaltjes door aansturing van het kantelmechanisme en het zansturen van de blokkering van de schaalties; het aansturen van het uit elkaar bewegen van de zakjes en schaaltjes; het opvangen van de gevulde zakjes, De uitvinding heeft tevens betrekking op de verpakkingsmachine en op een stuurprogramma voor het programmeren van de sturing van de verpakkingsmachine en/of 20 inrichting.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van inrichting en verpakkingsmachine volgens de uitvinding voor het verpakken van trosjes van trosvruchten in afgewogen hoeveelheden, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft voor het verpakken van trosjes van trosvruchten, gebruik makend van een verpakkingsmachine volgens de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal de verpakkingsmachine volgens de uitvinding Loont zoals aangeduid met het kader F2 in figuur 1; figuur 3 een bovenaanzicht weergeeft volgens pijl F3 in Éiquur 2; figuur 4 puur schematisch een doorsnede weergeeft volgens de lijn IV-IV in figuur 2 en dit tijdens een eerste stap van het verpakkingspraces van de trosvruchten; de figuren 5 tot 2 verdere opeenvolgende stappen tonen tijdens het verdere verpakkingsproces.

; 5 De inrichting 1 van figuur 1 bevat in hoofdzaak een verpakkingsmachine 2 en een afweeglijn 3 met een buïferband 4 en een aantal daarlangs opvestelde afweegstations 5 waar door een arbeider & manuee! afgemeten hoeveelheden van trosjes trosvruchten 7 zoals kerstomaatjes of dergelijke op lege schaaltjes 8 cop de bufferband 4 worden gelegd in een afgewogen hoeveelheid, De schaaltjes 8 zijn aangepast aan de verpakkingsmachine 2 en zijn zo gevormi dat zij door de verpakkingsmachine 2 kunnen gemanipuleerd worden zoals verder wordt uitgelegd. De trosjes trosvruchten 7 worden bijvoorbeeld in volle kratten 3 aan het begin 10 van de afweegliin 3 op een eerste transportband 11 geladen die de volle kratten 39 Langs de afweegstations 5 leidt, waar ze door de arbeiders 6 van de transportband 11 worden genomen. De Lege kratten 9 worden dan op een tweede transportband 12 geplaatst die de kratten 8 terugvoert naar het begin 10 van de afweeglijn 3. De arbeiders beschikken over een voorraad lege schaaltjes 6 die na gebruik in de verpakkingsmachine 2 via een derde transportband langs de arbeiders worden geleid,

De door de arbeiders 6 gevulde schaaltjes 8 worden op de bufferband 4 geplaatst die de gevulde schaaltjes 8 naar het einde van de bufferband 4 voert waar ze gebufferd worden.

In lijn met de bufferband 4 is stroomafwaarts achter de bufferband 4 een zogenaamde “race-track” 13 opgesteld cm de schaaitjes vanaf de bufferband 4 uit elkaar te trekken met een zekere tussenafstand A tussen de schaaltjes 8 in de transportrichting, Net achter de race-track 13 is de verpakkingsmachine 2 opgesteld met een gestel waarin een horizontaal lopende aanvoertransportband 14 is aangebracht in lijn met en op dezelfde hoogte als de race-track 13, De verpakkingsmachine 2 is verder voorzien van een voorraad dichtgevouwen zakjes 15 met een bodem 16 en een opening 17 in opengevouwen toestand.

De verpakkingsmachine 2 is bij voorkeur voorzien om een aantal zakjes tegelijk te kunnen vullen en is daarcm uitgerust met een dergelijk aantal houders 18, elk bedoeld com een betreffend zakje 15 pij het vullen vast te houden met de opening 17 van het dichtgevouwen zakje naar de aanvoertransrortband 14 gericht, in het voorbeeld zijn er bijvoorbeeld zes van zulke houders 18 voorzien die dwars op de transportrichiing van de zanvoertransportband 14 zijn gepositioneerd en op een dwarsafstand ervan en die zich in deze transportrichting naast elkaar bevinden met een kleine tussenafstand.

Verder is de verpakkingsmachine 2 voorzien van middelen 19 om de zakjes 15 op de houder 18 cpen te trekken en open te houden tijdens het vulien. Deze middelen 19 worden bijvoorbeeld gevormd door een vacuümsysteem met zuignappen 20 aan de houder 18 en boven de houder en dus aan weerszijden van het te openen zakje 15 en een aandrijving 21 om de zuignappen 20 naar elkaar toe ce bewegen om het zakje te grijpen en terug van elkaar weg te bewegen om het zakje open te trekken zoals schematisch weergegeven in de figuren 4 en 5.

De schaaltjes worden vanaf de racertrack 13 door de aanvoertransportband aangevoerd met een voornoemde tussenafstand A tot in een positie waarin zes schaaltjes 8 zich in dwarsrichting gezien recht tegenover de zakjes 15 bevinden.

De verpakkingsmachine zZ is voorzien van een aanvoerbexrachtiging 22 om een schaaltje 8 met trosvruchten 7 in horizontale richting van de aanvoertransportband 14 tot in het opengevouwen zakje 15 te schuiven, rustend op een geleider 23.

De schaaltjes 8 zijn aan hun achterste uiteinde, het is te zeggen het uiteinde dat weggegerioht is van het zakje 15, voorzien van een stalen plaatje 24 of dergelijke dat bij het verschuiven van het schaaltje & op de geleider 23 in contact komt met een elektromagneet 25 die zorgt voor een blokkering 26 wanneer de elektromagneet 25 bekrachtigd is,

De elektromagneet 25 is verplaatsbaar in de richting van het open zakie door middel van een cilinder of andere aandrijving 27, waarbij tijdens deze verplaatsing de elektromagneet 25 bekrachtigd blijft en dus het schaaltje 15 vasthoust en meeneemt in zijn beweging tot in het open zakje 15 op de houder 18 zoals weergegeven in fiquur 6.

In de geieider 23 is een gleuf 28 voorzien voor de geleiding van de elektromagneet 25.

De lengte van het schaaltje 8 in de dwarsrichting van de aanvoertransportband 14 heeft bij voorkeur sen lengte die groter is dan de diepte van een opengeplooid zakje 15, zodat bij het vullen het schaaltje 8 over de volledige diepte van het zakje 15 kan ingeschoven worden zonder dat de elektromagneet tot in het zakje 15 moet geschoven worden zoals het best blijkt uit figuur 6.

Voorts is een kantelmechanisme 28 voorzien om de houder 18 van het zakje 15 samen met het schaaltje 8 te laten kanteion met de bodem 16 van het zakie 15 naar beneden toe tot onder een hoek van bijvoorbeeld 30° zoals weergegeven in figuur 7.

Verder bevat de verpakkingsmachine 2 ook sen terustrekmechanisme 29 om het zakje 15 met de trosjes 7 en het schaaltje 15 uit elkaar te bewegen zoals weergegeven in figuur 8.

In het voorbeeld van figuur 8 wordt het schaaltje 8 in de gekantelde positie vastgehouden door de elektromagneet 25 en wordt het zakje 15 weggetrokken, maar het zou bijvoorbeeld ook andersom kunnen.

Onder het niveau van de gekantelde houder 18 voor zakjes 15 is een afvoertransportband 3230 opgesteld evenwijdig met de aanvoertransportband 14 om het gevulde zakje 15 oo te vangen, Een neerwaarts schuine geleiding boven de afvoertransportband 30 zorgt voor de geleiding van het gevuide zakje 15 zodat het zakje in opstaande positie met zijn bodem op de afvoertransportband 30 terecht komt en met zijn opening naar boven zoals weergegeven in figuur 9.

Optioneel kan een afstrijksysteem zijn voorzien om, bij het uit elkaar bewegen van net zakie 15 en het schaaltje 8, de trosjes 7 in het zakje 15 Legen te houden, Eventueel kan de verpakkingsmachine ook voorzien zijn van middelen om het zakje 15 met trosjes 7 bovenaan te sluiten. De verschillende aandrijvingen en Dekrachtigingen zijn cmkeerbaar, zodat na het vullen de lege schaalties 8 in ongekeerde richting terug op de aanvoertransportband 14 kunnen worden gebracht en de aanvoertransportband 14 opnieuw kan worden aangestuurd voor een volgende oyclus met de volgende zes schaaltjes met verse trosies 7, Onder de aanvoertransporthband 14 is een opvangtransportband 32 voorzien voor lege schaaltjes die, door activatie van de aanvoertransportband 14, co het einde van deze aanvoertransportband 14 op de opvangtransportband 32 vallen, De opvanatransportband 32 Kan de lege schaaltjes terugvoeren naar de afweegstations 5 om opnieuw gebruikt te kunnen worden.

Een omkeerder 33 kan zijn voorzien om de lege schaaltjes 8 die van de aanvoertransportband 14 vallen indien nodig om te keren zodat ze in de juiste positie met hun bodem cp de opvangtransportband terechtkomen.

Aan het begin van de aanvoertransportband 14 kunnen één of meer UVC-lampen 34 boven de saanvoertransportband 14 zijn opgesteld voor het ontsmetten van de trosvruchten op de schaaltjes 8 wanneer deze onder de lampen passeren.

De verpakkingsmachine 2 is bij voorkeur geautomatiseerd en is hiertoe voorzien van geprogrammeerde of programmeerbare sturing om de bewegingen van de verschillende bewegende onderdelen van de verpakkingsmachine 2 op elkaar af te stemmen, meer bepaald het verplaatsen van de schaaltjes 8 met trosje 7 tot tegenover de positie van de zakjes 15 door aansturing van de aanvoertransportband 14; het op de houders 18 positioneren en openen van de zakjes 15; het verplaatsen van de schaaltjes 8 tot in de open zakjes door aansturing van de aanvoerbekrachtigingen 22 en 27 en het activeren van de blokkering 26; het kantelen van de schaaltjes 8 door aansturing van het kantelmechanisme 28: 39 het aansturen van het uit elkaar bewegen van de zakjes en schaaltjes door aansturing van het terugtrekmechanisme 29; het opvangen van de gevulde zakjes 15, De werking van de inrichting 1 volgt genoegzaam uit het voorgaande.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorn, doch sen inrichting en sen verpakkingsmachine volgens de uitvinding voor het verpakken van trosjes van trosvruchten in afgewogen hoeveelheden, kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conclusies, le Inrichting voor het verpakken van Lrosjes van trosvruchten in afgewogen hoeveelheden, in het bijzonder van Lrosjes kerstomaatjes, waarbij de inrichting {1} een automatische verpakkingsmachine {2} Cevat voor het verpakken van de trosjes (7) in zakjes (15), waarbij de verpakkingsmachine (2) een aanvoertransportband {14} bevat voor de aanvoer van schaaltjes {8} voorzien van een voornoemde afgewogen hoeveelheid trosjes (7); een voorraad van dichtgevouwen zakjes (5) om de afgewogen hoeveelheid trosjes (7) in te verpakken; minstens één houder {18} om een betreffend zakje (15) bij het vullen vast te houden met de opening (47) van het zakje (15) naar de aanvoertransportband (14) gericht; middelen {13} om de opening {17} van het zakje (15} op de houder {18} te openen en open te houden tijdens het vullen; gen aanvoerbekrachtiging (22) om sen schaaltje {8} met trosvruohten in horizontale richting van de aanvoertransporthand (14) tot in het opengevouwen zakje {15} te schuiven; een kantelmechanisme {28} om de houder {18} van het zakje {15} samen met het schaaltje (8) te kantelen onder een hoek {A}; een terugtrekmechanisme {23} om het zakje {15} en het schaaltje (8) uit elkaar te bewegen; een blokkering (26) om tijdens het uit elkaar bewegen van het zakje (15) en het schaaltje (E) één van beiden vast te houden; een afvoer {30} voor het afvoeren van het gevulde zakje (15), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aanvoerbekrachtiging {22} om een schaaltje (83 met trosvruchten in horizontale richting van de aanvoertransportband (14) tot in het cpengevouven zakje {15} te schuiven omkeerbaar is uitgevoerd om het schaaltje (B) na het vullen van een zakje (15) terug op de aanvoertrananporthand {14} te plaatsen.

   ze inrichting volgens conclusie li, daardoor gekenmerkt dat de middelen (19) om de zakjes (15) op te trekken en open Le houder een vacuimsysteen bevatten met zuignappen {20} aan beide kanten van het te ovenen zakje (15) en sen aandrijving (21) om de zuignappen (20) naar elkaar Lose te bewegen om het zakje (15) te grijpen en terug van elkaar weg te bewegen om het zakje (15) open te trekken, 3,- Inrichting volgens één van de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat het cerugtrekmechanisme (29) voorzien is om voor het uit elkaar bewegen van het zakje {15} en het schaaltje {8}, het schaaltje (8) in de gekantelde stand vast te houden door activering van de voornoemde blokkering (26) en het zakje {15} met trosvruchten van het schaaltje (8) te verwijderen.

   4.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schaaltjes (8) zijn voorzien van een magnetisch aantrekbaar gedeelte {24} en dat de voornoemde biokkering (26) wordt gevormd door sen elektromagneet (25).

   5.- Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het schaaltje {8} in de dwarsrichting van de aanvoertransportband (14) een iengte heeft die groter is dan de diepte van een opengeplooid zakje (15), zodat bij het vulien van het zakje (15} het schaaltje (8} nog met een uiteinde uit het zakje {15} steekt, en dat het schaaltje (8) minstens aan dit uiteinde magnetisch aantrekbaar is uitgevoerd,

   6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat het schaaltje {B} in kunststof is uitgevoerd en dat het magnetisch aantrekbare gedeelte wordt gevormd door een metalen plaatje (24).

   7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een afstrijksysteem is voorzien om, biz het uit elkaar bewegen van het zakje (15) en het schaaltje (8), de trosjes in het zakje {15} tegen te houden,

   8.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat onder het niveau van de houder (18) voor zakjes (15) een afvoertransportband (30) is opgesteld om het gevulde zakje (15) op te vangen.

   3. Inrichting volgens eén van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zakjes een vlakke bodem hebben,

   10.- Inrichting volgens conclusie 8 en 2, daardoor gekenmerkt dat de afvoertransportband (30) evenwijdig loopt met de aanvoertransportcand {14} en voorzien is van eer neerwaarts schuine geleiding (313 om het zakje (15), na het vulien, in opsrtaande positie met zijn bodem (16) op de afvoertransportband (30} en met zijn opening (17) naar boven op de afvoertransportband (30) te laten belanden,

   li. Inrichting voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de transportrichtino van de asnvoertransportband {14} meerdere houders (18) voor zakjes {19}; naast elkaar zijn opgesteld en in lijn daarmee overeenstemmende aanvoerbekrachtigingen (22) om de zakjes {15} gelijktijdig te kunnen vullen uitgaande van evenveel schaaltjes 18) met trosvruchten die op de aanvoertransportband {14} worden aangevoerd op een afstand 16 van elkaar Lot tegenover de betreffende aanvoerbekrachtigingen {22}.

   12.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat onder de aanvoertransportband {14} een opvangtransportband (32) is voorzien om lege schaalties {15} op te vangen van de aanvoertransportband (14) wanneer deze met de lege schaaltjes {8} in werking wordt gesteld na net vulien van de zakjes (15).

   13, Inrichting volgens éên van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan net begin var de aanvoertransportoand {14} één of meer UVC-lampen (34} boven de aanvcertransportband (14) zijn opgesteld.

   Lé.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat stroomopwaarts van de aanvoertransportband {ld} en in het verlengde ervan een bufferband (à) is opgesteld met daarlangs één of meer afwesgstations (5) waar afgemeten hoeveelheden van trosjes {7} trosvruchten op lege schaaitjes (15) op de bufferband {4} worden gelegd en afgewogen en in de richting van de verpakkingsmachine {2} worden getransporteerd en op het einde van de bufferband {4} worden gebufferd. is.

   Inrichting volgens éên van de conclusies 11 tot 14,

   daardoor gekenmerkt gat tussen de bufferband {4} en de aanvoertransportband (14) een zogenaamde “race-track” {13} is opgesteld om de schaaltjes (8) vanaf de buffer (4) uit elzaar te trekken en op de voornoemde afstand van elkaar op de sanvoertransportband (14) te positioneren,

   16,- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is voorzien van geprogrammeerde sturing om de bewegingen van de verschillende bewegende onderdelen var de verpakkingsmachine {2} op elkaar af te stemmen, meer bepaald het verplaatsen van de schaaltjes (B} met trosies {7} tot tegenover de positie van de zakjes (15) door aansturing van de aanvoertransportband {14}; het op de houders (18) positioneren en openen van de zakjes (15); het <0 verplaatsen van de schaaitjes (8) tot in open zakjes (15) door aansturing van de aanvoerbekrachtigingen {22}; het kanteien van de schaaltjes (8) door aansturing van het kanteimechanisme {28} en het aansturen van de blokkering {25} van de schaaltjes (8): het aansturen van het uit elkaar bewegen van de zakjes {15} en schaaltjes (8); het opvangen van de gevulde zakjes (15). ij.

   Stuurprogramma voor het programmeren van de sturing var de inrichting volgens conclusie 16.