BE1028659B1

BE1028659B1 - Profiel voor het vervaardigen van een lamel voor een oprolbare zwembadafdekking en oprolbare zwembadafdekking

Info

Publication number: BE1028659B1
Application number: BE20205674A
Authority: BE
Inventors: Ludo Vervoort
Original assignee: Technics and Applications BVBA
Priority date: 2020-09-30
Filing date: 2020-09-30
Publication date: 2022-05-02
Also published as: BE1028659A1; EP3978709A1

Abstract

Profiel (1) voor het vervaardigen van een lamel voor een oprolbare zwembadafdekking, waarbij het profiel (1) gemaakt is van kunststof, waarbij het profiel (1) minimaal één intern hol kanaal (8) omvat, waarbij het profiel (1) een eerste bovenwand (5) heeft boven het minimaal één holle kanaal, waarbij het profiel (1) een onderwand (4) heeft onder het minimaal één holle kanaal (8), waarbij de eerste bovenwand (5) en de onderwand (4) onderling verbonden zijn door verbindingswanden (7), waarbij het profiel (1) voorzien is van een zijdelingse groef (3) met een tweede bovenwand (6), voor de ontvangst van een koppelorgaan (2), waarbij de tweede bovenwand (6) een eerste opake laag (10) kunststof omvat die gemaakt is van een eerste kunststofsamenstelling, waarbij de onderwand (4) een tweede opake laag (11) kunststof omvat die gemaakt is van een tweede kunststofsamenstelling, waarbij de eerste kunststofsamenstelling anders is dan de tweede kunststofsamenstelling.

Description

Profiel voor het vervaardigen van een lamel voor een oprolbare zwembadafdekking en oprolbare zwembadafdekking.

De huidige uitvinding betreft een profiel voor het vervaardigen van een lamel voor een oprolbare zwembadafdekking en een oprolbare zwembadafdekking, meer bepaald een oprolbare zwembadafdekking die gemaakt is uit dergelijke profielen.

Het is bekend om oprolbare zwembadafdekkingen te maken uit lamellen die gemaakt zijn uit kunststof profielen die op hun uiteinden voorzien zijn van afsluitdoppen.

Deze profielen zijn met hun zijkanten scharnierend aan elkaar gekoppeld door middel van een zijdelingse haak die deel uitmaakt van het profiel en die past in een zijdelingse groef die deel uitmaakt van een identiek, naastliggend profiel.

Dergelijke profielen en zwembadafdekkingen zijn bekend uit bijvoorbeeld AU-A- 21669/95, FR2761711A1, DE29604839U1 en FR2719622A1. Hierbij heeft het een bijzonder voordeel als de onderzijde van de profielen zwart uitgevoerd is, en de bovenzijde transparant, zodat oververhitting van de bovenzijde vermeden wordt maar zonlicht maximaal geabsorbeerd wordt door de onderzijde van de profielen, waarbij deze warmte wederom kan worden afgegeven aan het zwembadwater om daardoor het zwembadwater op te warmen.

Ook wordt hierdoor algengroei in het zwembad beperkt en/of is deze algengroei niet zichtbaar door de zwarte onderkant.

Dergelijke profielen worden ook ‘Solar’ profielen genoemd.

Dergelijke profielen en zwembadafdekkingen zijn bekend uit bijvoorbeeld DE3044949A1 en DE4101727A1. Gebleken is echter dat in de zijdelingse groef relatief stilstaand water met een hoge temperatuur ontstaat, waardoor bij dergelijke profielen juist in de groef een aanmerkelijke algengroei plaatsvindt.

Daarom zijn er profielen ontwikkeld waarin de bovenwand en eventueel de zijwand van de groef ondoorzichtig uitgevoerd zijn, zodat er geen of weinig zonlicht in de groef kan binnentreden en algenontwikkeling beperkt en vermeden wordt. Ook worden hierdoor vervuilingen in de groeven, zoals bijvoorbeeld bladeren en dode insecten, aan het zicht onttrokken. Dergelijke profielen en zwembadafdekkingen zijn bekend uit bijvoorbeeld DE19646117C1, DE10103204A1 en EP2295676B1.

Deze profielen hebben echter als nadeel dat, wanneer zij tot een zwembadafdekking samengesteld zijn, de bovenzijde van deze zwembadafdekking er niet homogeen maar gestreept uitziet. Dit is het geval omdat de bovenwand van het profiel ter plaatse van de groef zwart is of omdat ter plaatse van de groef een zwarte wand dicht onder een transparante bovenwand ligt, terwijl op andere plaatsen dan de groef de zwarte onderwand zich op veel grotere afstand van de transparante bovenwand bevindt. Dit betekent dat de zwarte kleur ter plaatse van de groef veel nadrukkelijker zichtbaar is dan op andere plaatsen, wat leidt tot een gestreept, zebra-achtig patroon.

Dergelijke profielen veroorzaken daardoor een onaantrekkelijk gestreept patroon op de zwembadafdekking, hoewel zij technisch goed voldoen voor zover het de opwarming van het zwembadwater en het vermijden van algengroei betreft.

Bovendien hebben dergelijke profielen als nadeel dat de bovenwand van het profiel ter plaatse van de groef veel zonlicht absorbeert, waardoor deze zeer warm kan worden, dit terwijl de onderwand door het zwembadwater gekoeld wordt. Hierdoor kan een dergelijk profiel gemakkelijk kromtrekken.

Met als doel de bovengenoemde en andere nadelen te verminderen of te voorkomen betreft de huidige uitvinding een profiel voor het vervaardigen van een lamel voor een oprolbare zwembadafdekking, waarbij het profiel gemaakt is van kunststof, waarbij het profiel één of meer interne holle kanalen, die zich in de profielrichting uitstrekken, omvat waarbij het profiel een eerste bovenwand heeft die zich boven de één of meer holle kanalen bevindt, waarbij het profiel een onderwand heeft onder de één of meer holle kanalen, waarbij de eerste bovenwand en de onderwand aan elkaar verbonden zijn door twee of meer verbindingswanden, waarbij het profiel aan een eerste zijkant voorzien is van een groef voor de ontvangst van een koppelorgaan, om daardoor profielen zijdelings te kunnen koppelen, waarbij de groef zich in de profielrichting uitstrekt, waarbij de groef een tweede bovenwand heeft, waarbij de tweede bovenwand een eerste opake laag kunststof omvat die gemaakt is van een eerste kunststofsamenstelling, waarbij de onderwand een tweede opake laag kunststof omvat die gemaakt is van een tweede kunststofsamenstelling, waarbij de eerste kunststofsamenstelling anders is dan de tweede kunststofsamenstelling.

Een dergelijk profiel heeft als voordeel dat, bij een gegeven kleur van de onderwand, die traditioneel maar niet noodzakelijk zwart is en bij gegeven optische eigenschappen zoals de kleur, lichtdoorlatendheid en de mate van lichtreflectie van de eerste bovenwand, de kleur, en/of andere optische eigenschappen zoals de lichtdoorlatendheid en de mate van lichtreflectie, van de tweede bovenwand onafhankelijk van de onderwand zodanig aangepast kunnen worden dat het optreden van het genoemde gestreepte zebra-achtige patroon beperkt of vermeden kan worden, terwijl toch, doordat deze tweede bovenwand opaak is, voorkomen wordt dat er licht in de groef kan komen zodat algengroei in de groef beperkt wordt.

Ook kan hierbij de absorptie van zonlicht door de eerste laag verminderd worden vergeleken met de bekende zwarte bovenwanden van de groef, zodat overmatige opwarming van de tweede bovenwand, en daardoor kromtrekken, van de profielen beperkt wordt.

Hierbij wordt opgemerkt dat de profielrichting de richting is in welke de doorsnede van het profiel gelijk blijft. Hierbij wordt opgemerkt dat met een laag een volume bedoeld wordt waarbinnen de kunststofsamenstelling homogeen is en dat afwijkt van naastliggende volumes.

Hierbij wordt opgemerkt dat met opaak bedoeld wordt dat de betreffende laag geen licht doorlaat.

Hierbij wordt opgemerkt dat de interne holle kanalen in doorsnede haaks op de profielrichting gesloten zijn, en dus alleen aan de kopse kanten van het profiel open zijn. Bij voorkeur is het profiel een geëxtrudeerd profiel dat gemaakt is van polycarbonaat.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de eerste bovenwand vrij van een laag die gemaakt is van de genoemde eerste kunststofsamenstelling of tweede kunststofsamenstelling.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de eerste bovenwand minimaal 30%, en bij voorkeur minimaal 40%, lichtdoorlaatbaarheid zodat er een significante opwarming van het zwembadwater door het zonlicht kan plaatsvinden.

Dit kan verkregen worden in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm waarin de tweede bovenwand transparant is.

Dit kan ook verkregen worden in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm waarin de tweede bovenwand translucent, maar niet transparant is. Dit heeft als voordeel dat druppeltjes condenswater, die kunnen ontstaan aan de binnenzijde van de profielen door condensatie van waterdamp en die onaantrekkelijk zijn, onzichtbaar zijn.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de eerste kunststofsamenstelling een eerste kleur en heeft de tweede kunststofsamenstelling een tweede kleur, waarbij de eerste kleur en de tweede kleur verschillend zijn. Hierbij heeft bij voorkeur de tweede kleur een V-waarde in de HSV-kleurruimte die 5 maximaal 0.40 is, en die bij voorkeur maximaal 0.20 is. Bij voorkeur is de tweede kleur zwart.

Een kleurruimte is een model om door middel van meestal drie parameters een kleur te karakteriseren. De meest bekende kleurruimtes zijn HSV, ook wel HSB genoemd, HSL, RGB en CMY. De HSV-kleurruimte heeft het voordeel dat deze het meest intuïtief is, dus het beste aansluit bij hoe mensen kleur waarnemen. Kleuren die in een van deze kleurruimtes gekarakteriseerd zijn, kunnen via bekende wiskundige relaties naar een karakterisatie in een andere kleurruimte worden omgerekend.

Bij voorkeur heeft de eerste kleur een eerste V-waarde in de HSV-kleurruimte en heeft de tweede kleur een tweede V-waarde in de HSV-kleurruimte, waarbij de eerste V- waarde minimaal 10 procentpunten hoger is dan de tweede V-waarde, waarbij bij voorkeur de eerste V waarde minimaal 15 procentpunten hoger is dan de tweede V- waarde.

Hierdoor is de eerste kleur lichter dan de tweede kleur, omdat deze dichter bij de bovenzijde van het profiel zit dan de tweede kleur, zodat vanaf de bovenzijde, gezien doorheen de eerste bovenwand, de kleuren meer op elkaar lijken.

Bij voorkeur hebben de eerste kleur en de tweede kleur beide een S-waarde in de HSV- kleurruimte, waarbij de S-waardes van zowel de eerste kleur als de tweede kleur beide lager zijn dan 50%.

Door de beperkte S-waardes zijn de kleuren niet erg fel, zodat het ontstaan van een gestreept patroon onderdrukt wordt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de tweede bovenwand tevens een laag kunststof die gemaakt is van een andere kunststofsamenstelling dan de eerste kunststofsamenstelling, waarbij de eerste opake laag kunststof de onderste laag vormt van de tweede bovenwand. Door een laag kunststof met een andere kunststofsamenstelling dan de eerste kunststofsamenstelling aan te brengen boven de eerste opake laag, kan het ontstaan van een gestreept patroon nog beter vermeden worden. Dit is met name het geval wanneer een dergelijke laag kunststof met een andere kunststofsamenstelling dan de eerste kunststofsamenstelling zowel in de eerste bovenwand als in of boven de tweede bovenwand aanwezig is. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de eerste bovenwand een derde laag kunststof die gemaakt is van een derde kunststofsamenstelling, waarbij de derde kunststofsamenstelling anders is dan de eerste kunststofsamenstelling en anders is dan de tweede kunststofsamenstelling. In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm hiervan bevindt de derde laag kunststof zich ook in de tweede bovenwand boven de eerste opake laag of in een andere wand die zich boven de tweede bovenwand bevindt. De derde laag kunststof is bij voorkeur een laag die transparant is, al dan niet voorzien van een lichte kleuring.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de eerste bovenwand een vierde laag kunststof die gemaakt is van een vierde kunststofsamenstelling, waarbij de vierde kunststofsamenstelling anders is dan de eerste kunststofsamenstelling en anders is dan de tweede kunststofsamenstelling en anders is dan de derde kunststofsamenstelling.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm hiervan bevindt de vierde laag kunststof zich ook in de tweede bovenwand boven de eerste opake laag of in een andere wand die zich boven de tweede bovenwand bevindt.

Indien er zowel een derde laag kunststof als een vierde laag kunststof aanwezig zijn, bevindt de vierde laag zich bij voorkeur boven de derde laag. Door een dergelijke derde laag kunststof of vierde laag kunststof aan te brengen, zowel in de eerste bovenwand als in of boven de tweede bovenwand, kan het ontstaan van een gestreept patroon nog beter vermeden worden.

De vierde kunststofsamenstelling omvat bij voorkeur een UV-blokkerend middel, om de vierde laag kunststof en de onderliggende andere delen van het profiel te beschermen tegen veroudering door UV-licht.

De vierde kunststofsamenstelling omvat bij voorkeur lichtweerkaatsende deeltjes om een aantrekkelijk metaalachtig, glanzend uitzicht te geven aan het profiel. Deze glans helpt ook om een gestreept patroon visueel te verminderen.

Bij voorkeur omvat de vierde kunststofsamenstelling een zodanig lage concentratie van de genoemde lichtweerkaatsende deeltjes dat de lichtdoorlatendheid van de eerste bovenwand minimaal 30%, en bij voorkeur minimaal 40%, bedraagt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de groef een zijwand aan een naar de één of meer interne holle kanalen gerichte zijkant, waarbij een, aan de tweede bovenwand aansluitend, gedeelte van deze zijwand een vijfde opake laag kunststof omvat die gemaakt is van de genoemde eerste kunststofsamenstelling.

Door de vijfde opake laag kunststof wordt voorkomen dat via deze zijwand schuin invallend licht tot in de groef kan raken en daar algengroei stimuleren.

Hierbij vormt bij voorkeur de vijfde opake laag kunststof tevens het naar de groef gerichte oppervlak van het genoemde gedeelte van de zijwand.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het onderste gedeelte van de zijwand van de groef een zesde opake laag kunststof die gemaakt is van de genoemde tweede kunststofsamenstelling, waarbij de zesde laag opake kunststof en de vijfde laag opake kunststof in de zijwand zich gezamenlijk ononderbroken uitstrekken van de onderwand tot de eerste opake laag kunststof.

Hierdoor is deze zijwand over zijn volledige hoogte voorzien van een opake laag kunststof, waardoor via geen enkel punt van deze zijwand licht kan binnendringen in de groef. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de onderwand alleen uit de genoemde tweede opake laag. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het profiel aan een tweede zijkant voorzien van een koppelorgaan dat is ingericht om in de groef van een ander dergelijk profiel gebracht te worden om daardoor twee profielen scharnierend zijdelings aan elkaar te koppelen, waarbij het koppelorgaan een opake laag kunststof omvat, waarbij bij voorkeur het koppelorgaan gemaakt is van de tweede kunststofsamenstelling. Hierdoor vormt ook het koppelorgaan, in gekoppelde toestand, een blokkade die verhindert dat licht via een ruimte tussen twee profielen in de groef kan raken. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de eerste kunststofsamenstelling een eerste kleur en heeft de derde kunststofsamenstelling of de vierde kunststofsamenstelling een derde kleur, waarbij de eerste kleur een eerste V-waarde en een eerste S-waarde en een eerste H-waarde heeft in de HSV-kleurruimte, waarbij de derde kleur een derde V-waarde en een derde S-waarde en een derde H-waarde heeft in de HSV-kleurruimte, waarbij het verschil tussen de eerste V-waarde en de derde V- waarde maximaal 40 procentpunten is en bij voorkeur maximaal 30 procentpunten is en waarbij het verschil tussen de eerste S-waarde en de derde S-waarde maximaal 40 procentpunten en bij voorkeur maximaal 30 procentpunten is en waarbij bij voorkeur de absolute waarde van ((eerste H-waarde - derde H-waarde) modulo 360°) minder is dan 90° en bij voorkeur minder is dan 60°. Hierbij heeft, in het geval er geen vierde laag kunststof is of de vierde laag kunststof kleurloos is, de derde kunststofsamenstelling de genoemde derde kleur, en heeft in andere gevallen de vierde kunststofsamenstelling de genoemde derde kleur.

In deze uitvoeringsvorm is de bovenwand minimaal gedeeltelijk lichtdoorlatend maar ook gekleurd en wordt de eerste kleur zodanig gekozen dat deze niet veel afwijkt van de kleur van de bovenwand, om het zebraeffect te vermijden.

De uitvinding betreft tevens een oprolbare zwembadafdekking die twee of meer zijdelings aan elkaar gekoppelde profielen volgens de uitvinding omvat.

Om de uitvinding te verduidelijken, wordt hieronder een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een profiel volgens de uitvinding, met referentie aan de volgende figuren, waarbij figuur 1 een doorsnede van een profiel volgens de uitvinding weergeeft, en figuren 2, 3, en 4 de met F2, F3 en F4 aangegeven delen van het profiel van figuur 1 op grotere schaal weergeven. Het in de figuren weergegeven profiel 1 heeft een totale breedte B van 73mm en een totale hoogte H van 14 mm. De relatieve afmetingen van de diverse onderdelen van het profiel 1 zijn in de figuren correct weergegeven. Het profiel 1 strekt zich uit in een profielrichting P. Aan een zijkant is het profiel 1 voorzien van een koppelorgaan 2 met een dubbele haakvorm. Aan de tegenoverliggende zijkant is het profiel 1 voorzien van een groef 3 die een dergelijk koppelorgaan 2 kan ontvangen, zodat dergelijke profielen 1 zijdelings aan elkaar gekoppeld kunnen worden ter vorming van een zwembadafdekking. Het profiel 1 omvat een onderwand 4 en een eerste bovenwand 5 en een tweede bovenwand 6. De eerste bovenwand 5 is aan de onderwand 4 verbonden door middel van vier verbindingswanden 7 die drie gesloten holle kanalen 8 tussen de onderwand 4 en de eerste bovenwand 5 definiëren. Een van de verbindingswanden 7, in dit voorbeeld de meest rechtse verbindingswand, vormt tevens de zijwand 9 van de groef 3. De tweede bovenwand 6 bevindt zich boven de groef 3 en is de bovenwand van deze groef 3.

De eerste bovenwand 5 en de tweede bovenwand 6 vormen samen een licht gebogen gezamenlijke bovenwand zonder knik of hoek ter plaatste van de overgang tussen de eerste bovenwand 5 en de tweede bovenwand 6.

De onderwand 4 strekt zich in dit voorbeeld uit onder zowel de holle kanalen 8 als onder de groef 3.

Het profiel 1 omvat vier verschillende kunststofsamenstellingen zoals onderstaand zal worden uitgelegd en is in dit voorbeeld, maar niet noodzakelijk, vervaardigd uit polycarbonaat, en is vervaardigd door middel van co-extrusie van de vier kunststofsamenstellingen.

De tweede bovenwand 6 bestaat uit drie lagen kunststof en de eerste bovenwand 5 bestaat uit twee lagen kunststof.

De onderste laag van de tweede bovenwand 6, verder te noemen de eerste laag 10 kunststof, is gemaakt van een eerste kunststofsamenstelling.

Deze eerste laag 10 kunststof is opaak, dat wil zeggen dat deze geen licht doorlaat, en heeft een eerste kleur.

De eerste kleur is een middelgrijze RAL-kleur 7004. In de de HSV kleurruimte komt dit overeen met een eerste H-waarde van 0°, een eerste S-waarde van O en een eerste V- waarde van 61%. De onderwand 4 bestaat uit één laag kunststof, verder te noemen de tweede laag 11 kunststof, die gemaakt is van een tweede kunststofsamenstelling.

Deze tweede laag 11 kunststof is opaak en heeft een tweede kleur, die in dit voorbeeld zwart is, en dus in de de HSV-kleurruimte een tweede H-waarde heeft van 0°, een tweede S-waarde heeft van 0 en een tweede V-waarde heeft van 0. De onderste laag van de eerste bovenwand 5, verder te noemen de derde laag 12 kunststof, is gemaakt van een derde kunststofsamenstelling, en loopt door in de tweede bovenwand 6, waarbij de genoemde derde laag 12 kunststof de middelste laag van de tweede bovenwand 6 vormt.

Deze derde laag 12 kunststof is transparant.

De bovenste laag van de eerste bovenwand 5, verder te noemen de vierde laag 13 kunststof, is gemaakt van een vierde kunststofsamenstelling, en loopt door in de tweede bovenwand 6, waarbij de genoemde vierde laag 13 kunststof ook de bovenste laag van de tweede bovenwand 6 vormt.

Deze vierde laag 13 kunststof is hoofdzakelijk transparant met een grijze metallische glans en bevat een toevoegstof die UV-licht blokkeert.

Het koppelorgaan 2 is net als de onderwand 4 gemaakt van de tweede kunststofsamenstelling.

Het bovenste gedeelte van de zijwand 9 van de groef 3 bestaat uit twee lagen, meer specifiek een laag kunststof die zich bevindt aan de zijde van de holle kanalen 8 en die gemaakt is van de derde kunststofsamenstelling en die aansluit aan de derde laag 12 kunststof, en een laag, verder te noemen de vijfde laag 14 kunststof, die zich bevindt aan de zijde van de groef 3. Deze vijfde laag 14 is gemaakt van de eerste kunststofsamenstelling en is daardoor opaak. De vijfde laag 14 kunststof sluit aan op de eerste laag 10 kunststof zodat zij gezamenlijk een continue laag vormen die gemaakt is van de eerste kunststofsamenstelling. De eerste laag 10 kunststof en de vijfde laag 14 kunststof hebben een dikte van circa 0.2 mm. De vierde laag 13 kunststof heeft een dikte van circa 0.15 mm. De totale wanddikte van de eerste bovenwand 5, de tweede bovenwand 6 en de onderwand 4 is circa 0.9mm.

Het onderste gedeelte van de zijwand 9 van de groef 3 bestaat uit één laag kunststof, verder te noemen de zesde laag 15 kunststof, die gemaakt is van de tweede kunststofsamenstelling en daardoor opaak is. De zesde laag 15 kunststof sluit zonder onderbreking aan op de tweede laag 11 kunststof.

De vijfde laag 14 kunststof en de zesde laag 15 kunststof sluiten zonder onderbreking op elkaar aan, zodat de gehele zijwand 9 van de groef 3 opaak is, evenals de tweede bovenwand 6 en de onderwand van de groef 3.

Zoals te zien is in de figuren is het onderste gedeelte van de verbindingswanden 7 gemaakt van de tweede kunststofsamenstelling en is het bovenste gedeelte van de verbindingswanden 7 gemaakt van de derde kunststofsamenstelling. Hierbij is bij voorkeur het genoemde bovenste gedeelte minimaal even hoog als het genoemde onderste gedeelte, zodat de zwarte kleur van het onderste gedeelte van de verbindingswanden 7 niet of slechts zeer beperkt te zien is van boven.

De vier kunststofsamenstellingen zijn de volgende: De eerste kunststofsamenstelling bestaat uit opake polycarbonaat met daaraan toegevoegd kleurstoffen om RAL-kleur 7004 te verkrijgen.

De tweede kunststofsamenstelling bestaat uit polycarbonaat met daaraan toegevoegd

0.5% carbon black. De derde kunststofsamenstelling bestaat uit transparante polycarbonaat. De vierde kunststofsamenstelling bestaat uit transparante polycarbonaat met 3% grijs- metallic masterbatch en een toevoegstof die UV-licht blokkeert. Deze masterbatch heeft RAL-kleur 9007. In de de HSV kleurruimte komt dit overeen met een H-waarde van 60°, een S-waarde van 4% en een V-waarde van 53%. De gemiddelde lichtdoorlaatbaarheid van de eerste bovenwand 5 is 42% in het interval 380 nm tot 780 nm. Dit is gemeten met een Shimadzu UV-1800 spectrofotometer volgens norm NBN EN ISO 13468-2 : 2006.

Door de grote lichtdoorlatendheid van de eerste bovenwand 5 en de zwarte kleur van de onderwand 4 wordt, bij gebruik in een zwembadafdekking van aan elkaar gekoppelde profielen, een groot deel van het op de profielen vallende licht geabsorbeerd door de onderwand 4. Deze energie wordt daarna afgegeven aan het water dat daardoor opwarmt. Tegelijkertijd kan er geen zonlicht in de groef 3 raken doordat de tweede bovenwand 6 en zijwand 9 van de groef 3 opaak zijn uitgevoerd. Hierdoor wordt algengroei in stilstaand water in de groef 3 vermeden, en wordt eventuele vervuiling aan het zicht onttrokken. Doordat de eerste laag 10 in een lichtere kleur is uitgevoerd dan de tweede laag 11, oftewel de onderwand 4, wordt grotendeels of volledig vermeden dat er in de zwembadafdekking een zebra-achtig, patroon van donkere lijnen en lichte lijnen ontstaat.

Er kan gemakkelijk experimenteel bepaald worden welke kleur de eerste laag 10 kunststof dient te hebben om, bij gegeven kleuren van de tweede laag 11 kunststof en/of de derde laag 12 kunststof en/of de vierde laag 13 kunststof een zo beperkt mogelijk zebra-effect te geven.

Als richtlijn geldt dat de eerste H-waarde slechts beperkt mag afwijken van de tweede H-waarde, dat de beide S-waardes bij voorkeur beperkt zijn, en dat de eerste V-waarde hoger is dan de tweede V-waarde.

In het geval de derde laag 12 kunststof of de vierde laag 13 kunststof gekleurd zijn, geldt aanvullend dat de H-waarde, V-waarde en S-waarde van de kleur van de derde laag 12 kunststof of de vierde laag 13 kunststof bij voorkeur slechts beperkt afwijken van de eerste H-waarde, de eerste S-waarde en de eerste V-waarde.

De aanwezigheid van de derde laag 12 kunststof en de vierde laag 13 kunststof, elk met hun eigen optische eigenschappen, die de twee bovenste lagen vormen van zowel de eerste bovenwand 5 als de tweede bovenwand 6, dragen nog verder bij aan het maskeren van dit zebra-achtige patroon.

Een tweede uitvoeringsvorm van een profiel volgens de uitvinding verschilt van het bovenstaand omschreven profiel, doordat de vierde kunststofsamenstelling de transparante RAL-kleur 110 70 70-P-T heeft, ook aan te duiden als de derde kleur, en doordat de eerste kunststofsamenstelling een eerste kleur heeft die de niet transparante RAL kleur 110 50 55-P is.

De derde kleur RAL 110 70 70-P-T komt in de HSV-kleurruimte overeen met een derde H- waarde van 66°, een derde S-waarde van 100% en een derde V-waarde van 69%. De eerste kleur RAL 110 50 55-P komt in de HSV-kleurruimte overeen met een eerste H- waarde van 65°, een derde S-waarde van 100% en een derde V-waarde van 49%.

De lichtdoorlaatbaarheid van de eerste bovenwand 5 van het alternatieve profiel is 52%, gemeten op de eerder genoemde wijze.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat, hoewel in bovenstaande voorbeelden, de derde laag 12 en de vierde laag 13 kunststof in de tweede bovenwand 6 zijn aangebracht, het ook mogelijk is dat de bovenwand van het profiel zich bevindt op enige afstand van de bovenwand van de groef, zoals bijvoorbeeld het geval is in het profiel van figuur 5 van AU-A-21669/95 en figuur 1 van EP2295676B1, zodat in dat geval de derde laag 12 en vierde laag 13 kunststof ook kunnen zijn aangebracht in een wand boven de tweede bovenwand, dus in de bovenwand van het profiel boven de bovenwand van de groef.

Claims

Conclusies

1.- Profiel (1) voor het vervaardigen van een lamel voor een oprolbare zwembadafdekking, waarbij het profiel (1) gemaakt is van kunststof, waarbij het profiel (1) één of meer interne holle kanalen (8) omvat, waarbij het profiel (1) een eerste bovenwand (5) heeft die zich boven de één of meer holle kanalen (8) bevindt, waarbij het profiel (1) een onderwand (4) heeft onder de één of meer holle kanalen (8), waarbij de eerste bovenwand (5) en de onderwand (4) aan elkaar verbonden zijn door twee of meer verbindingswanden (7), waarbij het profiel (1) aan een eerste zijkant voorzien is van een groef (3) voor de ontvangst van een koppelorgaan (2), waarbij de groef (3) een tweede bovenwand (6) heeft, daardoor gekenmerkt dat de tweede bovenwand (6) een eerste opake laag (10) kunststof omvat die gemaakt is van een eerste kunststofsamenstelling, waarbij de onderwand (4) een tweede opake laag (11) kunststof omvat die gemaakt is van een tweede kunststofsamenstelling, waarbij de eerste kunststofsamenstelling anders is dan de tweede kunststofsamenstelling.

2.- Profiel (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste kunststofsamenstelling een eerste kleur heeft en de tweede kunststofsamenstelling een tweede kleur heeft, waarbij de eerste kleur en de tweede kleur verschillend zijn.

3.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste bovenwand (5) een derde laag (12) kunststof omvat die gemaakt is van een derde kunststofsamenstelling, waarbij de derde kunststofsamenstelling anders is dan de eerste kunststofsamenstelling en anders is dan de tweede kunststofsamenstelling, waarbij de derde laag (12) kunststof zich ook bevindt boven de eerste opake laag (10) in de tweede bovenwand (6) of in een andere wand die zich boven de tweede bovenwand (6) bevindt.

4.- Profiel (1) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de eerste bovenwand (5) een vierde laag (13) kunststof omvat die gemaakt is van een vierde kunststofsamenstelling, waarbij de vierde kunststofsamenstelling anders is dan de eerste kunststofsamenstelling en anders is dan de tweede kunststofsamenstelling en anders is dan de derde kunststofsamenstelling.

5.- Profiel (1) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de vierde laag (13) kunststof zich ook bevindt in de tweede bovenwand (6) boven de eerste opake laag (10) of in een andere wand die zich boven de tweede bovenwand (6) bevindt.

6.- Profiel (1) volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de eerste kunststofsamenstelling een eerste kleur heeft en de derde kunststofsamenstelling of vierde kunststofsamenstelling een derde kleur heeft, waarbij de eerste kleur een eerste V-waarde en een eerste S-waarde en een eerste H-waarde heeft in de HSV-kleurruimte, waarbij de derde kleur een derde V-waarde en een derde S-waarde en een derde H- waarde heeft in de HSV-kleurruimte, waarbij het verschil tussen de eerste V-waarde en de derde V-waarde maximaal 40 procentpunten is, waarbij het verschil tussen de eerste S-waarde en de derde S-waarde maximaal 40 procentpunten bedraagt en waarbij de absolute waarde van ((eerste H-waarde - derde H-waarde) modulo 360°) minder is dan 90°, waarbij in het geval er geen vierde laag (13) kunststof is of de vierde laag (13) kunststof kleurloos is de derde kunststofsamenstelling de genoemde derde kleur heeft en waarbij in andere gevallen de vierde kunststofsamenstelling de genoemde derde kleur heeft.

7.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste opake laag (10) kunststof de onderste laag vormt van de tweede bovenwand (6).

8.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de groef (3) een zijwand (9) heeft aan een naar de één of meer interne holle kanalen (8) gerichte zijkant, waarbij een, aan de tweede bovenwand (6) aansluitend, gedeelte van deze zijwand (9) een vijfde opake laag (14) kunststof omvat die gemaakt is van de genoemde eerste kunststofsamenstelling.

9.- Profiel (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de vijfde opake laag (14) kunststof tevens het naar de groef (3) gerichte oppervlak van dat gedeelte van de zijwand (9) vormt.

10.- Profiel (1) volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat het onderste gedeelte van de zijwand (9) van de groef (3) een zesde opake laag (15) kunststof omvat die gemaakt is van de genoemde tweede kunststofsamenstelling, waarbij de zesde opake laag (15) kunststof en de vijfde opake laag (14) kunststof in de zijwand (9) zich gezamenlijk ononderbroken uitstrekken van de onderwand (4) tot de eerste opake laag (10) kunststof.

11.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste kunststofsamenstelling een eerste kleur heeft en de tweede kunststofsamenstelling een tweede kleur heeft, waarbij de eerste kleur een eerste V- waarde heeft in de HSV-kleurruimte, waarbij de tweede kleur een tweede V-waarde heeft in de HSV-kleurruimte, waarbij de eerste V-waarde minimaal 10 procentpunten hoger is dan de tweede V-waarde.

12.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste kunststofsamenstelling een eerste kleur heeft en de tweede kunststofsamenstelling een tweede kleur heeft, waarbij de eerste kleur en de tweede kleur beide een S-waarde hebben in de HSV-kleurruimte, waarbij de S-waardes van zowel de eerste kleur als de tweede kleur beide lager zijn dan 50%.

13.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste bovenwand (5) vrij is van een laag die gemaakt is van de genoemde eerste kunststofsamenstelling of tweede kunststofsamenstelling.

14.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste bovenwand (5) minimaal 30%, en bij voorkeur minimaal 40%, lichtdoorlaatbaarheid heeft.

15.- Profiel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste bovenwand (5) en de onderwand (4) aan elkaar verbonden zijn door drie of meer verbindingswanden (7).