BE1028593B1 - Muur - Google Patents
Muur Download PDFInfo
- Publication number
- BE1028593B1 BE1028593B1 BE20205621A BE202005621A BE1028593B1 BE 1028593 B1 BE1028593 B1 BE 1028593B1 BE 20205621 A BE20205621 A BE 20205621A BE 202005621 A BE202005621 A BE 202005621A BE 1028593 B1 BE1028593 B1 BE 1028593B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- wall
- insert
- bricks
- brick
- inserts
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/02—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/02—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
- E04B2/14—Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element
- E04B2/16—Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element using elements having specially-designed means for stabilising the position
- E04B2/18—Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element using elements having specially-designed means for stabilising the position by interlocking of projections or inserts with indentations, e.g. of tongues, grooves, dovetails
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04C—STRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
- E04C1/00—Building elements of block or other shape for the construction of parts of buildings
- E04C1/40—Building elements of block or other shape for the construction of parts of buildings built-up from parts of different materials, e.g. composed of layers of different materials or stones with filling material or with insulating inserts
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Finishing Walls (AREA)
Abstract
Muur (10) die rijen stenen (12) bevat. De stenen bevatten één of meerdere inzetstukken (14), voor het op mechanische wijze aan elkaar koppelen van aangrenzende rijen stenen. De stenen bevatten aan hun onderkant een uitsparing (16) die niet zichtbaar is aan de buitenkant van de muur. Bij ten minste één steen in de muur is een dikteplaatje (30) geplaatst in de uitsparing zodat de positie van deze steen verhoogd wordt.
Description
Muur Technisch domein De uitvinding betreft muren waarbij de stenen zonder adhesieve verbinding, maar door middel van een mechanische koppeling tussen inzetstukken in de stenen aan elkaar verbonden zijn.
Stand van de techniek Muren bestaan uit een aantal boven elkaar geplaatste horizontale rijen van stenen. Deze stenen kunnen bakstenen of betonsteen of dergelijke zijn. Om de muur een mooi uitzicht te geven, moeten de rijen stenen mooi horizontaal lopen. Dit wordt ook gewenst van de rijen stenen die zich boven deuren of ramen bevinden. De klassieke manier voor het verbinden van stenen in muren is het gebruik van mortel. Door een meer of minder dikke mortellaag te gebruiken, en door de stenen op geschikte hoogte in de mortel te positioneren, kan de metselaar zorgen voor een muur waarbij de stenen mooi horizontaal in rijen gepositioneerd zijn. Dit vergt de nodige expertise van de metselaar. Er zijn ook andere lijmverbinding gekend om stenen in muren te verlijmen. Er bestaan systemen waarbij afgestapt wordt van de adhesieve verbinding van de stenen, maar waarbij gebruik gemaakt wordt van een mechanische verbinding tussen inzetstukken geplaatst in de stenen. Deze systemen hebben een reeks voordelen. WO2013/144913A1 betreft een dergelijk systeem waarbij een muur gebouwd wordt met snelbouwstenen. De verbinding in de muur wordt verzorgd door kunststof inzetstukken in de snelbouwstenen, waarbij de kunstof inzetstukken van boven elkaar geplaatste stenen mechanisch gekoppeld worden.
Beschrijving van de uitvinding Het is een doelstelling van de uitvinding om muren en bouwsystemen ter beschikking te stellen waarbij een betere horizontaliteit van de rijen stenen gerealiseerd kan worden; en/of dat deze horizontaliteit op een meer eenvoudige manier bekomen kan worden.
Het is een doelstelling van de uitvinding om een esthetisch aantrekkelijke muur te bouwen. Het eerste aspect van de uitvinding is een muur, waarbij de muur rijen stenen bevat, waarbij de stenen één of meerdere inzetstukken bevatten, waarbij inzetstukken van stenen van aangrenzende rijen op mechanische wijze aan elkaar gekoppeld zijn zodat een verbinding bekomen wordt tussen de stenen die deze inzetstukken bevatten. De stenen bevatten aan hun onderkant een uitsparing die niet zichtbaar is aan de buitenkant van de muur. De muur wordt daardoor gekenmerkt dat er bij ten minste één steen in de muur, en bij voorkeur bij meerdere stenen in de muur, een dikteplaatje geplaatst is in de uitsparing zodat de positie van deze steen verhoogd wordt. Het is een voordeel van de uitvinding dat het gebruik van het dikteplaatje toelaat om de hoogtepositie van stenen in de muur te regelen. Dit is vooral van belang bij het bouwen van muren met stenen die een dikteverschil hebben, bijvoorbeeld bij het bouwen met handgevormde stenen. Handgevormde stenen hebben een niet onbelangrijke variatie in dikte. Deze variatie kan gemakkelijk gecamoufleerd worden bij het bouwen met mortel door een dikkere laag mortel te leggen, of de hoogte van de steen in de mortel te regelen, zoals gedaan wordt door metselaars. Dit is echter niet mogelijk bij het mechanisch koppelen van stenen met behulp van inzetstukken in de stenen. Dit wordt opgelost door het gebruik van dikteplaatjes bij dunnere stenen. Het is van belang dat de dikteplaatjes niet zichtbaar zijn in de muur, daarom dat de dikteplaatjes geplaatst moeten worden in uitsparingen die niet zichtbaar zijn van de buitenkant van de muur. De uitvinding laat tevens toe om muren te bouwen met minimale voeghoogte. Hierdoor is het niet nodig de voeg op te voegen met mortel. Hierdoor wordt werk, tijd en kosten bespaard tijdens het bouwen. Bovendien zijn vaklui die het voegen onder de knie hebben moeilijker en moeilijker te vinden, en kunnen er lange wachttijden zijn voor deze vaklui. In voorkeur uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn de dikteplaatjes niet zichtbaar aan de buitenkant van de muur. In uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn de stenen bakstenen.
In uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn de stenen handgevormde stenen, bij hogere voorkeur handgevormde bakstenen.
Bij voorkeur is er geen adhesieve verbinding tussen stenen die door middel van de inzetstukken aan elkaar gekoppeld zijn.
Bij voorkeur zijn de inzetstukken kunststof inzetstukken.
Bij voorkeur bestaat het dikteplaatje uit kunststof.
Bij hogere voorkeur is het dikteplaatje door middel van spuitgieten geproduceerd.
Bij voorkeur bevatten de inzetstukken eerste koppeldelen en tweede koppeldelen, voor het mechanisch koppelen van de tweede koppeldelen van een eerste steen aan de eerste koppeldelen van een tweede steen.
De inzetstukken kunnen uit één onderdeel bestaan die zowel één of meerdere eerste koppeldelen als één of meerdere tweede koppeldelen bevatten.
Het is ook mogelijk dat de eerste koppeldelen en de tweede koppeldelen als afzonderlijke inzetstukken uitgevoerd zijn.
Bij voorkeur hebben de inzetstukken een basis en één of meerdere opstaande onderdelen die verticaal door openingen door de steen lopen.
De basis bevat eerste koppeldelen en de bovenkant van de opstaande onderdelen bevat tweede koppeldelen, voor het mechanisch koppelen van de tweede koppeldelen van een eerste dergelijk inzetstuk aan de eerste koppeldelen van een tweede dergelijk inzetstuk.
Bij hogere voorkeur bevindt de basis zich in de uitsparing aan de onderkant van de steen.
Bij voorkeur bevindt het dikteplaatje zich in de steen tussen de basis van het inzetstuk in deze steen en de onderkant van deze steen.
Bij hogere voorkeur bevindt het dikteplaatje zich op en in contact met de basis van het inzetstuk en in contact met deze steen.
In uitvoeringsvormen waarbij het inzetstuk één of meerdere opstaande onderdelen bevat die verticaal door openingen door de steen lopen, is het voordelig wanneer de één of meerdere opstaande onderdelen in verticale richting elastisch samendrukbaar zijn.
Dergelijke uitvoeringsvormen laten toe om door middel van het gewicht van de muur de stenen in de muur goed tegen elkaar te drukken, zodat een minimale hoogte van voeg bekomen wordt tussen de rijen stenen.
Een voeg met minimale hoogte moet niet opgevoegd worden, dit spaart tijd, werk en kosten.
Het is tevens zo dat vaklui die het voegen onder de knie hebben schaars worden en moeilijk te vinden zijn.
Bij voorkeur bevat het dikteplaatje aan één of aan beide zijkanten een uitsparing, waarbij de uitsparing(en) in het dikteplaatje elk rond een opstaand onderdeel van het inzetstuk gepositioneerd zijn. Bij voorkeur zijn de inzetstukken niet zichtbaar aan de buitenkant van de muur.
Bij voorkeur bevat de muur meerdere dergelijke dikteplaatjes, geplaatst in verschillende stenen, waarbij de dikteplaatjes dikteplaatjes van verschillende dikte bevatten. Dergelijke uitvoeringsvormen laten toe om de dikte van het toegepaste dikteplaatje te kiezen volgens de dimensies van de stenen, en laat toe stenen te gebruiken waarin een belangrijke range aan variatie in dikte optreedt. Het is ook mogelijk om twee of meer dikteplaatjes op elkaar te leggen als alternatief voor het gebruik van dikteplaatjes van verschillende dikte. Bij voorkeur bevat de muur een binnenmuur, waarbij het geheel van rijen stenen van de muur door middel van spouwankers aan de binnenmuur bevestigd is. Het tweede aspect van de uitvinding is een methode om een muur te bouwen, waarbij de muur een muur is zoals in om het even dewelke uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de uitvinding, waarbij tijdens het bouwen van de muur bij dunnere stenen een dikteplaatje geplaatst wordt voor het bekomen van een betere horizontale alignering in rijen van de stenen in de muur. Het derde aspect van de uitvinding is een methode, optioneel zoals in zoals in om het even dewelke uitvoeringsvorm van het tweede aspect van de uitvinding, om een muur te bouwen, waarbij de muur optioneel een muur is zoals in om het even dewelke uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de uitvinding. De muur bevat rijen stenen, waarbij de stenen een inzetstuk bevatten, waarbij inzetstukken van stenen van aangrenzende rijen op mechanische wijze aan elkaar gekoppeld zijn zodat een verbinding bekomen wordt tussen de stenen die deze inzetstukken bevatten, waarbij de stenen aan hun onderkant een uitsparing bevat, waarbij de uitsparing niet zichtbaar is aan de buitenkant van de muur. De inzetstukken hebben een basis en één of meerdere opstaande onderdelen die verticaal door openingen door de steen lopen, waarbij de basis eerste koppeldelen bevat en de bovenkant van de opstaande onderdelen tweede koppeldelen bevat, voor het mechanisch koppelen van de eerste koppeldelen van een tweede dergelijk inzetstuk aan de tweede koppeldelen van een eerste dergelijk inzetstuk.
De methode bevat herhaaldelijk de stap van het koppelen van een tweede dergelijk inzetstuk op een eerste inzetstuk dat zich in een eerste steen bevindt, waarbij een tweede steen genomen wordt en geëvalueerd wordt of deze tweede steen qua hoogte geschikt is om met zijn uitsparing over de basis van het tweede inzetstuk 5 geplaatst te worden, zodat het tweede dergelijk inzetstuk zich in de tweede steen zal bevinden.
Hierbij treden tijdens het bouwen de volgende situaties op: - een eerste situatie, waarbij de tweede steen te laag is om, wanneer een derde steen, via zijn derde inzetstuk gekoppeld aan het tweede inzetstuk, op de tweede steen geplaatst wordt, een voldoend dunne voeg tussen de tweede steen en de derde steen te vormen,
ener een dikteplaatje op de basis van het tweede dergelijk inzetstuk gelegd wordt, waarna deze tweede steen met zijn uitsparing op het dikteplaatje geplaatst wordt; en - een tweede situatie, waarbij de tweede steen in hoogte geschikt is om, wanneer de tweede steen op het tweede inzetstuk geplaatst is, een derde inzetstuk op het tweede inzetstuk te koppelen, en een derde steen op het derde inzetstuk te plaatsen zodat een voeg met correcte hoogte tussen de tweede steen en de derde steen bekomen wordt.
In uitvoeringsvormen van het derde aspect van de uitvinding treedt tijdens het bouwen een derde situatie, waarbij in de derde situatie de tweede steen te hoog is om, als de tweede steen op het tweede inzetstuk geplaatst is, een derde inzetstuk op het tweede inzetstuk te koppelen, en waarbij deze derde steen weggelegd wordt en een andere steen genomen wordt om op het tweede inzetstuk te plaatsen.
Het vierde aspect van de uitvinding is een set van onderdelen, optioneel voor gebruik in een methode zoals in om het even dewelke uitvoeringsvorm van het derde aspect van de uitvinding, waarbij de set stenen, inzetstukken en dikteplaatjes bevat geschikt voor het bouwen van een muur zoals in om het even dewelke uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de uitvinding.
Beknopte beschrijving van de figuren Figuur 1 illustreert een muur volgens het eerste aspect van de uitvinding.
Figuren 2A, B en C illustreren een steen zoals gebruikt kan worden in de uitvinding.
Figuur 3 toont een doorsnede van een steen met een inzetstuk zoals gebruikt kan worden in de uitvinding.
Figuur 4 illustreert een dikteplaatje in combinatie met het inzetstuk.
Figuur 5 toont de doorsnede van een inzetstuk in een steen waarbij een dikteplaatje op het inzetstuk gelegd werd.
Uitvoeringsvormen en voorbeelden De uitvinding wordt aan de hand van de volgende voorbeelden en tekeningen geïllustreerd.
Figuur 1 illustreert een muur volgens het eerste aspect van de uitvinding,
waarbij de muur getoond wordt in buitenaanzicht.
Figuren 2A, B en C illustreren een steen zoals gebruikt kan worden in de uitvinding.
Figuur 3 illustreert de doorsnede van een steen met een inzetstuk zoals gebruikt kan worden in de uitvinding.
Figuur 4 illustreert een dikteplaatje in combinatie met het inzetstuk.
Figuur 5 toont de doorsnede van een inzetstuk in een steen waarbij een dikteplaatje op het inzetstuk gelegd werd.
De muur 10 van figuur 1 bevat rijen stenen 12. De stenen 12 worden in figuren 2A, 2B en 2C weergegeven, waarbij figuur 2A het bovenaanzicht, figuur 2B een aanzicht van de achterkant, en figuur 2C de onderkant van de steen toont.
De stenen 12 bevatten aan hun onderkant een uitsparing 16. Deze uitsparing 16 is niet zichtbaar aan de voorzijde 18 van de steen, en is dus niet zichtbaar aan de buitenkant van de muur.
De stenen 12 bevatten verticale openingen 20 die door de stenen lopen; en open zijn aan de bovenkant en de onderkant van de stenen.
De stenen 12 bevatten een kunststof inzetstuk 14 (zie figuren 3 en 5). De kunststof inzetstukken 14 van aangrenzende rijen zijn op mechanische wijze aan elkaar gekoppeld zodat een verbinding bekomen wordt tussen de stenen 12 die deze inzetstukken 14 bevatten.
De inzetstukken 14 hebben een basis 22 en opstaande onderdelen 24 die verticaal door de verticale openingen 20 door de steen 12 lopen.
De basis 22 bevindt zich in de uitsparing 16 aan de onderkant van de steen.
De opstaande onderdelen 24 van het inzetstuk 14 zijn in verticale richting elastisch samendrukbaar.
In het voorbeeld wordt dit bekomen door hun specifieke vormgeving.
De basis 22 bevat aan zijn onderzijde eerste koppeldelen; deze zijn niet zichtbaar in de figuren.
De bovenkant van de opstaande onderdelen 24 bevat tweede koppeldelen 28. Door horizontaal schuiven van inzetstukken ten opzichte van elkaar, kunnen de tweede koppeldelen van een eerste dergelijk inzetstuk aan de eerste koppeldelen van een tweede dergelijk inzetstuk mechanisch gekoppeld worden.
In het voorbeeld zijn de eerste koppeldelen en de tweede koppeldelen zo uitgevoerd dat een klikverbinding bekomen wordt tussen eerste koppeldelen en tweede koppeldelen van gekoppelde inzetstukken.
In het voorbeeld van de muur van figuur 1 zijn de inzetstukken niet zichtbaar aan de buitenkant van de muur.
Dit wordt bereikt doordat de basis van de inzetstukken zich in de uitsparing aan de onderkant van de steen bevinden, uitsparing die niet zichtbaar is aan de voorzijde van de steen, en door het samendrukken van opstaande onderdelen van de inzetstukken, waardoor de tweede koppeldelen in de uitsparing aan de onderkant van de bovenliggende steen komen te liggen; en door de uiterst dunne voeg tussen rijen stenen.
Bij een aantal stenen 12 in de muur — meer bepaald bij de lagere/ dunnere stenen werd een dikteplaatje 30 uit kunststof geplaatst op de basis 22 van het inzetstuk 14 in de uitsparing 16 aan de onderkant van de steen, zodat de positie van deze stenen verhoogd wordt.
Dit wordt geïllustreerd in figuur 4 waar het inzetstuk 14 en het dikteplaatje getoond wordt; en in figuur 5 waarbij een doorsnede getoond wordt van een steen 12 die een inzetstuk 14 en een dikteplaatje 30 bevat.
Het dikteplaatje 30 is niet zichtbaar aan de buitenkant van de muur.
Het dikteplaatje 30 bevindt zich in de steen 12 tussen de basis 22 van het inzetstuk 14 in de uitsparing 16 aan de onderkant van de steen 12. Het dikteplaatje 30 maakt contact met de basis 22 van het inzetstuk 14 en met de onderkant van de steen 12. Het dikteplaatje 30 van het voorbeeld bevat aan beide zijkanten een uitsparing 32, waarbij de uitsparingen 32 in het dikteplaatje 30 elk rond een opstaand onderdeel 24 van het inzetstuk gepositioneerd zijn.
Claims (19)
1. Muur (10), waarbij de muur (10) rijen stenen (12) bevat, waarbij de stenen (12) één of meerdere inzetstukken (14) bevatten, waarbij inzetstukken (14) van stenen (12) van aangrenzende rijen op mechanische wijze aan elkaar gekoppeld zijn zodat een verbinding bekomen wordt tussen de stenen (12) die deze inzetstukken (14) bevatten, waarbij de stenen (12) aan hun onderkant een uitsparing (16) bevatten, waarbij de uitsparing (16) niet zichtbaar is aan de buitenkant van de muur (10), daardoor gekenmerkt dat er bij ten minste één steen (12) in de muur (10), en bij voorkeur bij meerdere stenen in de muur, een dikteplaatje (30) geplaatst is in de uitsparing (16) zodat de positie van deze steen (12) verhoogd wordt.
2. Muur zoals in conclusie 1, waarbij het dikteplaatje (30) niet zichtbaar is aan de buitenkant van de muur.
3. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij de stenen handgevormde stenen zijn.
4. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij er geen adhesieve verbinding is tussen stenen (12) die door middel van de inzetstukken (14) aan elkaar gekoppeld zijn.
5. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij de inzetstukken (14) kunststof inzetstukken zijn.
6. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij het dikteplaatje (30) uit kunststof bestaat.
7. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij de inzetstukken (14) eerste koppeldelen en tweede koppeldelen (28) bevatten, voor het mechanisch koppelen van de tweede koppeldelen (28) van een eerste steen aan de eerste koppeldelen van een tweede steen.
8. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij de inzetstukken (14) een basis (22) hebben en één of meerdere opstaande onderdelen (24) die verticaal door openingen (20) door de steen (12) lopen,
waarbij de basis (22) eerste koppeldelen bevat en de bovenkant van de opstaande onderdelen (24) tweede koppeldelen (28) bevat, voor het mechanisch koppelen van de tweede koppeldelen (28) van een eerste dergelijk inzetstuk (14) aan de eerste koppeldelen van een tweede dergelijk inzetstuk (14).
9. Muur zoals in conclusie 8, waarbij de basis (22) zich in de uitsparing (16) aan de onderkant van de steen (12) bevindt.
10. Muur zoals in conclusie 9, waarbij het dikteplaatje (30) zich in de steen (12) tussen de basis (22) van het inzetstuk (14) in deze steen (12) en de onderkant van deze steen bevindt, en bij voorkeur op en in contact met de basis (22) van het inzetstuk (14) en in contact met deze steen (12).
11. Muur zoals in om het even dewelke van de conclusies 8 - 11, waarbij de één of meerdere opstaande onderdelen (24) in verticale richting elastisch samendrukbaar zijn.
12. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 8 — 11, waarbij het dikteplaatje (30) aan één of aan beide zijkanten een uitsparing (32) bevat, waarbij de uitsparing(en) (32) in het dikteplaatje (30) elk rond een opstaand onderdeel (24) van het inzetstuk (14) gepositioneerd zijn.
13. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij de inzetstukken (14) niet zichtbaar zijn aan de buitenkant van de muur (10).
14. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij de muur meerdere dergelijke dikteplaatjes (30) bevat, geplaatst in verschillende stenen (12), waarbij de dikteplaatjes dikteplaatjes van verschillende dikte bevatten.
15. Muur zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, waarbij de muur een binnenmuur bevat, waarbij het geheel van rijen stenen van de muur door middel van spouwankers aan de binnenmuur bevestigd is.
16. Methode om een muur te bouwen, waarbij de muur een muur is zoals in om het even dewelke van de vorige conclusies 1 - 15, waarbij tijdens het bouwen van de muur bij dunnere stenen een dikteplaatje geplaatst wordt voor het bekomen van een betere horizontale alignering in rijen van de stenen in de muur.
17. Methode, optioneel zoals in conclusie 16, om een muur (10) te bouwen, waarbij de muur optioneel een muur is zoals in om het even dewelke van de vorige conclusies 1-15, waarbij de muur (10) rijen stenen (12) bevat, waarbij de stenen (12) een inzetstuk (14) bevatten, waarbij inzetstukken (14) van stenen (12) van aangrenzende rijen op mechanische wijze aan elkaar gekoppeld zijn zodat een verbinding bekomen wordt tussen de stenen (12) die deze inzetstukken (14) bevatten, waarbij de stenen (12) aan hun onderkant een uitsparing (16) bevatten, waarbij de uitsparing (16) niet zichtbaar is aan de buitenkant van de muur, waarbij de inzetstukken (14) een basis (22) hebben en één of meerdere opstaande onderdelen (24) die verticaal door openingen (20) door de steen lopen, waarbij de basis (22) eerste koppeldelen bevat en de bovenkant van de opstaande onderdelen (24) tweede koppeldelen (28) bevat, voor het mechanisch koppelen van de eerste koppeldelen van een tweede dergelijk inzetstuk aan de tweede koppeldelen van een eerste dergelijk inzetstuk; waarbij de methode herhaaldelijk de stap bevat van het koppelen van een tweede dergelijk inzetstuk (14) op een eerste inzetstuk (14) dat zich in een eerste steen bevindt, waarbij een tweede steen genomen wordt en geëvalueerd wordt of deze tweede steen qua hoogte geschikt is om met zijn uitsparing over de basis van het tweede inzetstuk geplaatst te worden, zodat het tweede dergelijk inzetstuk zich in de tweede steen zal bevinden, waarbij tijdens het bouwen de volgende situaties optreden: - een eerste situatie, waarbij de tweede steen te laag is om, wanneer een derde steen, via zijn derde inzetstuk gekoppeld aan het tweede inzetstuk, op de tweede steen geplaatst wordt, een voldoend dunne voeg tussen de tweede steen en de derde steen te vormen, en er een dikteplaatje (30) op de basis van het tweede dergelijk inzetstuk gelegd wordt, waarna deze tweede steen met zijn uitsparing op het dikteplaatje geplaatst wordt; en - een tweede situatie, waarbij de tweede steen in hoogte geschikt is om, wanneer de tweede steen op het tweede inzetstuk geplaatst is, een derde inzetstuk op het tweede inzetstuk te koppelen, en een derde steen op het derde inzetstuk te plaatsen zodat een voeg met correcte hoogte tussen de tweede steen en de derde steen bekomen wordt.
18. Methode zoals in conclusie 17, waarbij tijdens het bouwen een derde situatie optreedt, waarbij in de derde situatie de tweede steen te hoog is om, als de tweede steen op het tweede inzetstuk geplaatst is, een derde inzetstuk op het tweede inzetstuk te koppelen, en waarbij deze derde steen weggelegd wordt en een andere steen genomen wordt om op het tweede inzetstuk te plaatsen.
19. Set van onderdelen, optioneel voor gebruik in een methode zoals in om het even dewelke van de conclusies 16 — 18, waarbij de set stenen (12), inzetstukken (14) en dikteplaatjes (30) bevat geschikt voor het bouwen van een muur zoals in om het even dewelke van de vorige conclusies 1 — 15.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20205621A BE1028593B1 (nl) | 2020-09-09 | 2020-09-09 | Muur |
PCT/IB2021/057520 WO2022053894A1 (en) | 2020-09-09 | 2021-08-16 | Wall |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20205621A BE1028593B1 (nl) | 2020-09-09 | 2020-09-09 | Muur |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1028593A1 BE1028593A1 (nl) | 2022-04-01 |
BE1028593B1 true BE1028593B1 (nl) | 2022-04-04 |
Family
ID=80854501
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20205621A BE1028593B1 (nl) | 2020-09-09 | 2020-09-09 | Muur |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1028593B1 (nl) |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4034529A (en) * | 1976-06-03 | 1977-07-12 | Lampus Donald L | Rebar bolster for solid grouted walls |
US4091587A (en) * | 1977-02-14 | 1978-05-30 | Depka Charles W | Cement block wall |
AU6169580A (en) * | 1979-10-31 | 1981-05-14 | Eric Denis Stallard | Bricklaying |
GB2169932A (en) * | 1985-01-17 | 1986-07-23 | Martin Rigby | Spacing bricks |
JPH0921199A (ja) * | 1995-07-07 | 1997-01-21 | Taisuke Matsufuji | ブロック組積構造 |
US20130212956A1 (en) * | 2012-02-17 | 2013-08-22 | Jeff Olaes | Brick Tile Inserts |
WO2013144913A1 (en) * | 2012-03-30 | 2013-10-03 | Vandenbempt Patent Cv | Building block, as well as an insert piece to be applied in such a building block |
-
2020
- 2020-09-09 BE BE20205621A patent/BE1028593B1/nl active IP Right Grant
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4034529A (en) * | 1976-06-03 | 1977-07-12 | Lampus Donald L | Rebar bolster for solid grouted walls |
US4091587A (en) * | 1977-02-14 | 1978-05-30 | Depka Charles W | Cement block wall |
AU6169580A (en) * | 1979-10-31 | 1981-05-14 | Eric Denis Stallard | Bricklaying |
GB2169932A (en) * | 1985-01-17 | 1986-07-23 | Martin Rigby | Spacing bricks |
JPH0921199A (ja) * | 1995-07-07 | 1997-01-21 | Taisuke Matsufuji | ブロック組積構造 |
US20130212956A1 (en) * | 2012-02-17 | 2013-08-22 | Jeff Olaes | Brick Tile Inserts |
WO2013144913A1 (en) * | 2012-03-30 | 2013-10-03 | Vandenbempt Patent Cv | Building block, as well as an insert piece to be applied in such a building block |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1028593A1 (nl) | 2022-04-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2625825C (fr) | Nouveau type de batiment, procede et moyens pour sa realisation | |
BE1022564B1 (nl) | Isolatiewand en isolatieplaat voor het opbouwen van de isolatiewand | |
BE1028593B1 (nl) | Muur | |
BE1020576A3 (nl) | Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen. | |
GB2585726A (en) | Prefabricated frames for masonry slips | |
DE202010003239U1 (de) | Grundkörper für Duschen mit bodenebenen Zugang und Randeinfassung | |
ATE475755T1 (de) | Bauelement | |
US20100011675A1 (en) | Method and Apparatus for Integral Modular Masonry Flashing | |
US8065840B2 (en) | Modular building construction system and method of constructing | |
JPH11159030A (ja) | 躯体壁・擁壁の構築方法及びその躯体壁・擁壁の構築に使用される構築材料体 | |
JP6928351B2 (ja) | 連結構造 | |
NL1042867B1 (nl) | Wandbouwsysteem | |
JP6593691B2 (ja) | 鉄筋コンクリート建物を成形する透明仮枠構造 | |
RU190204U1 (ru) | Фасадный облицовочный модуль | |
NL1015570C1 (nl) | Methode voor het stapelen van een wand opgebouwd uit losse elementen, zoals baksteen. | |
NL2024557B1 (nl) | Werkwijze het isoleren van een constructief ruimtebegrenzingsonderdeel van een gebouw, buitengevelplaat en isolatieplaat | |
GB2189820A (en) | Brick or tile laying spacer aid | |
RU190206U1 (ru) | Фасадный облицовочный модуль | |
NL1015607C2 (nl) | Werkwijze voor het bouwen van een spouwmuur. | |
BE1025744B1 (nl) | Verbeterd constructiepaneel | |
EP2631366A2 (en) | Concrete shuttering | |
NL1035007C2 (nl) | Latei. | |
JP2890288B2 (ja) | 内装パネル | |
BE1017383A6 (nl) | Bouwsteen, set van bouwstenen en muur daarmee vervaardigd. | |
NL1020969C2 (nl) | Afstandshouder aan tegel. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20220404 |