BE1027973B1 - Clips voor het bevestigen van een draadpaneel in een hek met steunpalen en hek daarmee uitgerust - Google Patents

Abstract

Clips voor de bevestiging van een paneel in een hek, meer speciaal een draadpaneel met verticale en horizontale draden (5), waarbij het paneel (4) wordt gemonteerd tussen verticale steunpalen (2) in de vorm van een profiel (6) met gleuven (7) begrensd door evenwijdige benen (14) van het profiel en waarbij het paneel (4) met de zijranden (8) in de gleuven (7) van het profiel (6) wordt bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de clips (9) een steunplaatje (28) bevat met een breedte (E) begrensd tussen twee zijranden en een steunrand (27) om tegen de bodem (22) van de gleuf (7) te rusten, welk steunplaatje (28) bedoeld is om horizontaal in een voornoemde gleuf (7) van de steunpaal (2) bevestigd te worden ter ondersteuning van een horizontale draad (5b) van het paneel (4) en minstens één gleuf (29) bevat voor een verticale draad (5a) aan een voornoemde zijrand (8) van het paneel (4), waarbij deze gleuf (29) hoofdzakelijk dwars is gericht op de voornoemde steunrand (27) en waarbij deze gleuf (29) is verbonden met een rand van het steunplaatje (28) via een ingang (31) voor de verticale draad (5a).

Description

, BE2020/5013 Clips voor het bevestigen van een draadpaneel in een hek met steunpalen en hek daarmee uitgerust.

De huidige uitvinding heeft betrekking cp een clips voor 9 net bevestigen van een draadpaneel in een hek met 9 srteunpalen, | Klassiek wordt een hek opgebouwd uit verticale steunpalen 3 10 die in de grond zijn vastgezet en die zijn voorzien van een | H-vormige doorsnede met gleuven aan weerskanten van de | steunpeal en panelen die tussen de steunpalen zijn 9 aangebracht en die met hun zijranden gevat zitten in de 9 voorncemde gleuven van de steunpalen. 9 15 9 De uitvinding is meer speciaal bedoeld voor panelen van het 9 type dat is samengesteld uit draden of staven die onderling zijn verbonden in een rooster van horizontale en verticale draden, 22 Bij zulke panelen onderscheidt men enerzijds 2D-panelen die hoofdzakelijk vlak zijn doordat de verticale draden recht zijn en in eenzelfde vlak zijn gelegen en 3D-panelen die niet vlak zijn maar een zekere dikte hebben en als het ware een soort open golfstructuur hebben met naar één kant uitstekende puntige geknikte uitsteeksels, in de £Depanelen zijn er ook verschillende gangbare zwaardere en lichtere uitvoeringen, met dikkere of dunnere draden,

zen nadeel is dat voor de bevestiging van deze verschillende types van panelen er gsen universele methode bestaat. | 5 De montage is omsiachtig en vereist bovendien gereedschap 9 voor de montage van bevestigingsbeugels of dergelijke op de steunpaai. : Een ander nadeel is dat zulke panelen makkelijk van tussen : 10 de steunpalen te verwijderen zijn en dus ook makkelijk te : stelen zijn, 9 De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de 9 voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, 9 15 Hiertoe betreft de uitvinding een clips voor de bevestiging van een paneel in een hek, meer speciaal een draadpaneel met verticale en horizontale draden, waarbij het paneel wordt gemonteerd tussen verticale steunpalen in de vorm van een profiel met gleuven begrensd door evenwijdige benen van het profiel en waarbij het paneel met de zijranden in de gieuven van het profiel wordt bevestigd, met als kenmerk dat de clips een steunplaatje bevat met een breedte begrensd tussen twee zijranden en een steunrand om tegen de bodem van de gleuf te rusten, welk steunplaatje bedoeld is om horizontaal in een voornoemde gleuf van de steunpaal bevestigd Le worden ter ondersteuning van een horizontale draad van het paneel en minstens één gleuf bevat voor een verticale draad aan een voornoemde zijrand van het paneel, waarbij deze gleuf hoofdzakelijk dwars is gericht op de voornoemde steunrand en dus evenwijdig met de benen van de gleuf, waarbij deze gieuËf is verbonden met een rand van het steunplaatje via een ingang voor de verticale draad, 9 Aldus kan het paneel via de ingang van het steunplaatje in | 5 een voornoemde gleuf of in één van voornoemde gleuven 9 worden vastgehaakt op zulke manier dat het pansel met een | norizontale draad, bij voorkeur de bovenste horizontale | draad, op het steunplaalje kan rusten. Voor de montage van | het paneel in het bevestigingsplaatje is er geen enkel | 10 gereedschap nodig. 9 Bij voorkeur is het steunplaatje een rechthoekig plaatje | dat met een breedte E die, op een zijdelingse speling S na, noofdzakelijk gelijk is aan de breedte F van de gleuf en met een lengte die nagenoeg gelijk is aan de diepte van de gieuf en dat de voornoemde ingang is uitgewerkt in een hoek van het steunpiaatje aan de tegenoverligaende rand van de voorncemde steunrand.

Op die manier kan het steunplaatje weinig bewegen in de gleuf en bevindt de ingang van het steunplaatje zich goed bereikbaar aan de ingang van de gleuf.

Bij voorkeur zijn de gieuven met de ingang van het steunplaatje verbonden via een verbindingsgleuf hoofdzakelijk evenwijdig met de steunrand van het bevestigingsplaatje, waardoor het pansel met zijn verticale draad aan een zijrand door een haakse beweging in een gleuf van het steunplaatje worden gehaakt.

. BE2020/5013 di Bij voorkeur bevat het bevestigingsplaatje minstens een : centrale gieuf in het midden tussen de twee zijranden van het steunplaatie. Deze gleuf kan bijvoorbeeld dienen voor de bevestiging van een 2D-paneel in het midden tussen de benen van de gleuf. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat het 9 cevestigingsplaatje minstens twee gleuven op een laterale | 10 afstand van elkaar en zijn deze gleuven met de ingang 9 verbonden via de voornoemde verbindingsgleuf, waarbij deze : gleuven bij voorkeur elk op eenzelfde laterale afstand zijn | gelegen van een aangrenzende zijrand van het steunplaatje. | 15 Deze gleuven zijn bedoeld voor de montage van een 3D- paneel, waarbij éen zulke gleuf bedoeld is voor de montage van het 3D-paneel met zijn uitstekende puntige uitsteeksels naar één zijde van het hek gericht en de andere gleuf bedoeld is voor de montage met de uitsteeksels gericht naar de andere zijde van het hek.

Aldus is de clips universeel bruikbaar voor alle gangbare 2D- en 3D-panslien.

Bij voorkeur is de voomcemde ingang vanaf de omtrek van het steunplaatje conisch versmallend toelopend uitgevoerd en mondt uit in de verbindingsgleuf.

Voor een bijzonder aspect van de uitvinding is de kleinste breedte G van de ingang, gemeten ten opzichte van een zijrand van het steunplaatje, zodanig dat in gemonteerde

N BE2020/5013 toestand van het steunplaatie met een zijdelingse speling S in een gieuf {7}, deze kleinste breedte G vermeerderd met de voorncemde speling S kleiner is dan de som van de | diameters van een verticale draad en een horizontale draad | S van het paneel. | Aldus kan een paneel siechts in het bevestigingsplaatje 9 worden vastgehaakt wanneer het paneel met zijn bovenste | horizontale draad over een zekere afstand boven het | 10 bevestigingsplaatsje wordt opgeheven en tegelijkertijd zijn [ zijrand lichtjes schuin wordt gehouden ten opzichte van de 9 steuncpaal.

Wanneer éénmaal de panelen tussen de steunpalen zijn gemonteerd, kunnen de panelen niet meer verwijderd worden aangezien de panelen dan niet meer schuin kunnen gekanteld worden en ook slechts in beperkte mate omhoog kunnen getild worden, daarbij gehinderd door de horizontale draden net onder de bovenste draden,

Aldus zorgen de clipsen ook voor een beveiliging tegen diefstal van de panelen, De uitvinding heeft tevens betrekking on een hek dat is samengesteld uit steunpalen in de vorm van een profiel met gieuven en uit panelen die tussen de steunpalen zijn bevestigd door middel ciipsen zoals hiervoor beschreven, Bij voorkeur zijn de steunpalen gevormd als een hol H- profiel dat uit één stuk is geplooid uit een metalen plaat of band, waarbij de bodem van de gleuf wordt gevormd door

N BE2020/5013 c | een dwarswand en is de clips voorzien van een haakvormig deel waarmee de clips passend overheen de dwarswand kan vastgehaakt worden, | 3 De montage van de panelen lussen de steunpalen vereist dan | geen enkel gereedschap, noch voor de montage van de | clipsen, noch voor de montage van de panelen in de clipsen. : Bijkomend kunnen de steunpalen bovensan worden beveiligd | 10 door doppen met een klemgedeelte dat stevig in de holle : steunpaal wordt vastgekiemd om het verwijderen van de 9 ciipsen te bemoeilijken zonder schade aan het hek, 9 Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te | 15 Lonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een clips volgens de uitvinding voor het bevestigen van een paneel in een hek met steunpalen en van een hek daarmee uitgerust, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een hek volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede Loont volgens lijn II-IT in figuur 1; figuur 3 de piooilijnen toont waarlangs een metalen plaat wordt gevisoid om te komen tot een steunpaal met sen doorsnede voigens figuur 2: figuur 4 een perspectief zicht volgens pijl F4 in figuur 1 weergeeft van een bovenste gedeelte van het hek met gedeeltelijke weglating;

, BE2020/5013 figuur 5 een doorsnede toont volgens lijn V-V in ; figuur 4; figuur 6 een bovenaanzicht weergeeft volgens pijl F6 in figuur 5; figuur 7 een zicht weergeeft van de stansvorm waaruit : het gedeelte is gemaakt dat in fiquur 6 door F7 is 9 aangeduid; | figuur & een onderdeel weergeeft van een hek volgens 9 de uitvinding; : 10 de figuren 5 en 10 alternatieve uitvoeringsvormen : tonen van een hek volgens de uitvinding; : figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens lijn XI-XT 9 in figuur 4, doch met een steunpaal voorzien van een 9 dop. 9 15 Het in figuur 1 weergegeven hek 1 is opgebouwd uit verticale steunpalen 2 die bijvoorbeeld in de grond 3 zijn geheid en waartussen panelen 4 zijn bevestiod,

In het weergegeven voorbeeld zijn de panelen 4 draadpanelen die zijn samengesteld uit aan elkaar bevestigde draden 5 of staven, respectievelijk rechte stijve draden 5a die op verschillende hoogtes telkens gevat zitten tussen twee horizontale stijve rechte draden 5 op een verticale afstand

A van elkaar, 4ulke panelen 4 worden in het vakjargon 7D-panelen genoemd die in verschillende maten bestaan en die getvpeerd worden door de diameters van de draden 5. Zo bestaan er 2D panelen

8/6/B, wat duidt op twee horizontale draden Sb van & mm,

met daartussen een verticale draad Sa van fmm.

Er bestaan op analoge manier ook 2D-panelen 6/5/6, | De steunpalen Z zijn zoais te zien is in de doorsnede van | 5 figuur 2 uitgevoerd in de vorm van een H-profiel 6 met tvwee | tegenoverliggende gleuven 7 aan weerskanten van de | steumvaal 2 waar een paneel 4 met een draad Sa aan de 9 zijrand 8 van het paneel 4 in past en is bevesticd, : bijvoorbeeld door middel van een clips 9 zoals afgebeeld in 9 10 figuur 4. De steunpalen 2 zijn volgens de uitvinding vervaardigd uit één enkele metalen plaat of band 10 waarvan er in [iguur 3 9 gen strook met beperkte iengte A is afgebeeld en die in de breedte B tussen twee zijranden 11 geplcoid wordt langs plooilijnen 12, respectievelijk plocilijnen 12a en 12b, die zich evenwijdig aan de zijranden 11 uitstrekken ter vorming van het H-profiel 6 zoals getoond in figuur 2 met een kokervormige ziel 13 en benen 14 die de gleuven 7 begrenzen AU en paarsgewijs in elkaars verlengde liggen.

De picoilijnen 12 bakenen meer specifiek een aantal verticale banden af overeenkomend met plooigedeelten van het H-profiel 6, respectievelijk banden en plooigedeslten 1253, 16, 17, 18 en 19 met oversenstemmende breedtes 815, 816, B17, B18 en B19, Ter plaatse van de plcoilijnen 12a is de plaat of band 10 in een rechte hoek omgeplooid ter vorming van de hoeken van 39 de kokervormige ziel 13, terwijl ter plaatse van de piooilijnen 12b de piaat of band 10 over 180” dubbel is omgeplooid tot de plaatdelen aan weerkanten van de ; plooilijn 12b tegen elkaar komen ter vorming van de benen | 14 met de plocilijnen 125 ter plaatse van de vrije | uiteinden van de benen 14, | 5 De plaat of band 10 wordt zo geplooid dat de zijranden 11 9 tegen elkaar of nagenoeg Legen elkaar komen, zodat deze 9 zijranden 11 van de banden 15 met elkaar kunnen verbonden | worden door een lasnaad 20, # 10 De banden 17 vormen vlakke evenwijdige flanken 21 van het 9 H-profiel 6, terwijl de samengelaste banden 15 en de band # 19 de owarswanden 22 tussen de flanken 17 vormen.

Door deze manier van plooien van een plaat of band 10 met dikte C van bijvoorbeeld 1,25 mm bekomt men een stevig en slank kokervormige ziel 13 met enkele dikte C van 1,25 mu en benen 14 met een dubbele dikte D van om en bij de 2,50 mm, De panelen 4 worden met hun zijranden 8 in de gleuven 7 bevestigd, zoals getoond in figuur 4, door middel van ciipsen 9, zoals weergegeven in de figuren 4 tot 6.

De clipsen 9 zijn bijvoorbeeld gevormd uit uitgestanste plaatjes 23 zoals weergegeven in figuur 7 met een versmald lipvormig deel 24 dat langs een plooizone 25 wordt ongeplooid ter vorming van een U-vormig haakvormig omgeplooid deel 25 waarmee de clips 9 passend over een dwarswand 22 van de steunpaal 2 kan gehaakt worden zoals weergegeven in de figuren d tot 6 en er desnoods aan kan bevestigd worden door middel van een vijs, rivet of dergelijke. # Het plaatje 23 is verder op een afstand van de plooizone 25 | 5 haaks omgepiooid langs een plooiliin 27 ter vorming van een 9 zich naar de gleuf 7 uitstrekkend rechthoekig steunplaatje 9 28 met een breedte E die tussen de benen 14 van het H- 9 profiel (6) past met een minimale speling S ten opzichte | van de breedte F van de gleuf 7 en een lengte die ongeveer : 10 overeenstemt met de diepte van de gleuf 7. De plooilijn 27 vormt Levens een steunrand 27 waarmee het steunplaatje 28 9 tegen een dwarswand 22 van het H-profiei 6 rust, welke | dwarswand 22 tevens de bodem vormt van de gleuf 7.

In het steunplaatje 26 zijn een drietal gleuven 29 voorzien die zich hoofdzakelijk dwars op de richting van de plooiiiin 27 uitstrekken op een afstand van elkaar, respectievelijk twee buitenste gleuven 20a en 290 en een centrale gleuf 290, De buitenste gleuven 29a en 295 vertrekken vanaf een verbindingsglieuf 30 die hoofdzakelijk evenwijdig is aan de plcoilijn 27 en die aan één uiteinde verbonden is met een in een hoek van het steunplaatie 28 uitgestanste ingang 31 voor een verticale draad 5a aan de zijrand 8 van een paneel 4, welke ingang 31 vanaf de omtrek van het steunplaatje 28 conisch versmallend toeloopt en uitmondt in de verbindingsgieuf 30.

u BE2020/5013 De buitenste gieuven 29a en 29 Lopen vanaf de verbindingsgleuf 30 in de richting van de plooilijn 27 iichtjes naar elkaar toe, | 5 De centrale gleuf 29c strekt zich dwars over en aan beide | kanten van de verbindingsgleuf 30 uit. | De gleuven 29 en 30 hebben een breedte van om en bij Emm, : zodat zij alie meest voorkomende —draaddiameters van : 10 verticale draden Sa kunnen bevatten, | In figuur 4 wordt getoond dat een 2D-paneei 4 in een clips 9 wordt bevestigd door het vaneel met een verticale draad 5b 9 via de ingang 31 in de centrale gleuf 25c te haken, zoals # 15 weergegeven in figuur 4, en het paneel 4 te laten zakken 9 tot twee horizontale draden 5b op het steunplaaltje 28 rusten, De clips 9 is zo ontworpen dat het inhaken echter niet mogelijk is met een geïnstalleerde clips 9 zonder het paneel eerst een stuk op te lichten met de bovenste draden Sb een stuk boven de ton van de steunpaal 2 en lichtjes te kantelen,

Hiervoor is het steunplaatje 28 zo uitgevoerd dat, in gemonteerde toestand van het steunplaatje 28, de kleinste breedte SG van de ingang 31 gemeten ten opzichte van een zijrand van het steunplaatje 28 en vermeerderd met de speling S kleiner is dan de som van de diameters van een draad Sa en een draad 5b, waardoor een paneel 4 dat met zijn bovenste draden 5b op het steunplaatie 28 rust niet

_ BE2020/5013

À doorheen deze smalste breedte van de ingang 13 kan, noch # voor het insteken van een verticale draad 5a als voor het terugtrekken ervan uit een gleuf 29 van het steunplaatje 28, zelfs niet wanneer het steunplaatje 28 in de gleuf 7 # 3 voliedig tot Legen het been 14 aan de tegenoverliggende 9 zijde van de ingang 31 is verschoven zoals getoond in | figuur 2. | Op die manier wordt belet dat wanneer eenmaal het paneel € | 10 cp zijn plaats zit tussen twee steunpalen 2, het paneel er | niet zonder breekwerk uit kan verwijderd worden en is het { nek 1 ais het ware beveiligd tegen diefstal. 9 Het paneel 4 wordt op zijn plaats gehouden tussen de 9 15 steunpalen door de afstandshouders 32, zoals weergegeven in figuur &, in de vorm van blokjes die in de gleuven 7 van de steunpalen Z passen en die voorzien zijn van een groef 33 waar een buitenste verticale draad 5a in past, Voor een extra beveiliging kan er bovenaan de steunpaal 2 een dop 34 worden vastgeklemd zoals weergegeven in figuur ll, die bijvoorbeeld is voorzien van een klemgedeelte dat wordt vastgeklemd in het kokervormig gedeelte 13 van de steunpaai 2.

Ervan uitgaande dat de clipsen 9 vastzitten, dan kan een gemonteerd paneel 4, zelfs bij afwezigheid van een dop 34, siechts over een beperkte hoogte overeenstemmend met de afstand A tussen de draden 5b in de clipsen 3 worden omhooggetrokken, wat belet dat het paneel 4 voldoende kan

; BE2020/5013 13 gekanteld worden om het paneel uit de clips te kunnen verwijderen, Volgens een praktische uitvoeringsvorm van een steunplaatje 9 5 28 dat geschikt is voor de montage van alle gangbare types 9 praneien 4, zowel 2D-panelen als 3D-panelen, is het | steunplaatje 28 uitgevoerd met een breedte G van de smalste : opening van de ingang 31 van om en bij de Smm. | 10 Er wordt opgemerkt dat voor de montage van de panelen 4 : geen enkel gereedschap nodig is buiten eventueel een 9 gereedschap om de clipsen 9 op de steunpalen 2 vast te schroeven of dergelijke, in de figuren 9 en 10 wordt de montage getoond van een 3D- paneel 4 waarbij de verticale draden 5a niet recht zijn zoals bij de Z2D-panelen, maar driehoekig gebogen delen bevatten die uit het vlak van het paneel uitspringen, hetzij naar voren zoals in figuur S of naar achter zoals in figuur 10.

In het geval van zulke 3D-panelen 4, wordt de gleuf 294 of de gleuf 29b gebruikt voor de bevestiging van een verticale draad Sa en dit al naargelang de situatie van figuur 9 of van figuur 10.

Het is duidelijk dat de steunpalen ook kunnen gebruikt worden om in de plaats van draadpanelen 4, massieve platen of balken te gebruiken die met hun uiteinden in de gleuven 7 worden geschoven,

Op dezelfde manier kunnen de clipsen 3 ook op andere steunpalen dan hier beschreven worden toegepast, 9 bijvoorbeeld clipsen zonder haakvormig gedeelte maar met { een lip in de plaats waarmee de clips in een gleuf 7 van | 5 een steunpaal wordt bevestigd. 9 Het is ook duidelijk dat het steunplaatie 28 specifiek is | uitgevoerd voor één van voornoemde montages van een paneel : 4 en daartoe slechts is voorzien van één enkele gieuf 29, : 10 Twee of meer dan drie gleuven 29 is eveneens niet | uitgesioten, afhankelijk van het type panelen dat moet 9 gemonteerd worden, 9 De huidige uitvinding is geenszins beperkt Lot de als 9 lb voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een clips en een hek volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

1. Conclusies. à l.- Clips voor de bevestiging van een pansel in een hek, | 2 meer speciaal een draadpaneel met verticale en horizontale | draden {5}, waarbij het paneel (4} wordt gemonteerd tussen | verticale steunpalen (2) in de vorm van een profiel {6} met gleuven {7} begrensd door evenwijdige benen {14} van het : profiel en waarbij het paneel {4} met de zijranden (8) in | 20 de gieuven (7) van het profiel (6) wordt bevestiod, | daardoor gekenmerkt dat de clips (9) een steunplaatje (26) 9 bevat met een breedte (E} begrensd tussen twee zijranden en | een steunrand (27) om tegen de bodem (22) van de gleuf (7) te rusten, welk steunplaatje (28} bedoeld is om horizontaal 153 in een voornoemde gleuf (7) van de steunpaal (2) bevestigd te worden ter ondersteuning van een horizontale draad (5b) van het paneel (4) en minstens één gleuf (29) bevat voor een verticale draad (5a) aan een voornoemde zijrand {8} van het paneel {4}, waarbij deze gleuf (29) hoofdzakelijk dwars is gericht op de voornoemde steunrand (27) en waarbij deze gieuf (29) is verbonden met een rand van het steunplaatje (28) via een ingang (31) voor de verticale draad (5a).

   2.7 Clips volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het steunplaatje (28) een rechthoekig plaatje is met een breedte (E}) die, op een zijdelingse speling (58) na, hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte {F} van de gleuf (7) en een lengte die nagenoeg gelijk is aan de diepte van de gleuf {7} en dat de voornoemde ingang (31) is uitgewerkt in een hoek van het steunplaatje (28) aan de tegenoverliggende rand van de voornoemde steunrand {27},

   _ BE2020/5013 16

   3.- Clips volgens conclusie L of 2, daardoor gekenmerkt dat | de minstens één gleuf (29) met de ingang (31) is verbonden 9 via een verbindingsgleuf (30) hoofdzakelijk evenwijdig met | 5 de steunrand (27). [ à.- Clips volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat er { minstens twee gleuven (29) zijn voorzien op een laterale 9 afstand van elkaar en dat deze gleuven (29) met de ingang | 10 {131} zijn verbonden via een verbindingsgleuf {30) 9 hoofdzakelijk evenwijdig met de steunrand (27). 9 5.” Clips volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de # minstens twee buitenste gleuven {(29a,29b} zijn die elk op eenzelfde laterale afstand zijn gelegen var sen aangrenzende zijrand van het steunplaatie (28). b.- Clips volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardcor gekenmerkt dat er minstens één centrale gleuï {29%c} is die in het midden is gelegen is tussen de twee zijranden van het steunplaatie (28). 7, Clips volgens conclusie 5 en 6, daardoor gekenmerkt dat ar minstens drie gleuven {25} zijn, respectievelijk minstens twee buitenste gleuven (25a,259b} en een daartussen gelegen centrale gleuf (29c) die met de ingang (31) zijn verbonden via een verbindingsglieuf {30} hoofdzakelijk evenwijdig met de steunrand (27),

   | BE2020/5013 1 7

   8.- Clips volgens één van de conciusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de buitenste gleuven (29a en 259b) vanaf de 9 verbindingsgleuf {30} lichtjes schuin naar mekaar toelopen 9 in de richting van de steunrand (27). | 3.- Clips volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor 9 gekenmerkt dat de buitenste gleuven (29a en 29b) vertrekken | vanaf de verbindingsgleuf (30). : 10 ld. Clips volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor | gekenmerkt dat de buitenste gleuven (29a en 29b) vertrekken 9 vanaf de verbindingsgleuf {30}. 9 ll. Clips volgens één van de conclusies 6 tot 9, daardoor 9 15 gekenmerkt dat de centrale gleuf (29c) zich aan weerskanten | van de verbindingsgleuf {30} uitstrekt. | 12.- Clips volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de breedte van de gleuven niet breder is dan Gm,

   13.- Clips volgens éên van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de ingang {31} vanaf de omtrek van het steunpiaatje (28) conisch versmaliend toeloopt en uitmondt in de verbindingsgleuf (301.

   14.- Clips volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de kleinste breedte (G} van de ingang {31}, gemeten ten opzichte van een zijrand van het steunplaatie (28), zodanig is dat in gemonteerde toestand van het steunplaatje (28) met een zijdelingse speling (S) in een gleuf (7), deze kleinste breedte (G) vermeerderd met de voornoemde speling {5}; kleiner is dan de som van de diameters van een verticale draad (5a) en een horizontale draad (5b} van het paneel (4}. | 15.- Clips volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de 9 voornoemde kleinste breedte (GC) van de ingang {31} om en 9 bij de 9 mm bedraagt. | LG ls. Clips volgens één van de voorgaande conclusies, : daardoor gekenmerkt dat de clips is vervaardigd uit een | metalen plaatje waarvan een gedeelte haaks is omgeplooid 9 ten opzichte van het steunplaatje (38) voor de bevestiging 9 tegen de bodem {22} van een gleuf (7) van de steunpaal {2}. 9 15

   17.- Hek dat is samengesteld uit steunpalen {2} in de vorm van een profiel (6) met gleuven (7) en uit panelen (4) die russen de steunpaien zijn bevestigd en zijn samengesteld uit verticale en horizontale draden (5) die samen een draadpaneel vormen dat met een zijrand (8) is bevestigd in een gleuf (7), daardoor gekenmerkt dat het paneel (4) met verticale draad (Sa) in de gleuf (7) is bevestigd door middel van een clips volgens &&n van de voornoemde conclusies, waarbij de betreffende verticale draad (5a) gevat zit in één van de gleuven (29) van het steunplaatje (28) die zich dwars op de steunrand (27) van het steunplaatje (28) uitstrekken, hoofdzakelijk evenwijdig met de benen {14} van de gleuf (7) en waarbij het paneel (4) met een horizontale draad (Bb) rust op het steunplaatie {18},

   18. Hek volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de steunpalen (2) zijn gevormd als een hol H-profiel {6} dat uit één stuk is geplooid uit een metalen plaat of band, 9 waarbij de bodem van de gleuf {7} wordt gevormd door een | 5 dwarswand en dat de clips {9} een haakvormig deel (26) | bevat waarmee de clips passend overheen de dwarswand (22) 9 kan vastgenaakt worden. : 19,- Hek voigens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de : 10 steunpalen {2} bovenaan zijn afgedekt door een dop 34 met | een xiemgedeelte dat in de holle steunpaal {2} is 9 vastgeklemd.