BE1027970A1 - Klepsamenstel voor een luchtkanaal in of aan een ventilatiesysteem - Google Patents

Klepsamenstel voor een luchtkanaal in of aan een ventilatiesysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1027970A1
BE1027970A1 BE20215030A BE202105030A BE1027970A1 BE 1027970 A1 BE1027970 A1 BE 1027970A1 BE 20215030 A BE20215030 A BE 20215030A BE 202105030 A BE202105030 A BE 202105030A BE 1027970 A1 BE1027970 A1 BE 1027970A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
valve
valve assembly
air duct
outer rotor
rotational resistance
Prior art date
Application number
BE20215030A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027970B1 (nl
Inventor
Thibault Louis Renson
Original Assignee
Prado Europe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from EP20152161.4A external-priority patent/EP3851757A1/en
Priority claimed from BE20205691A external-priority patent/BE1028676B1/nl
Application filed by Prado Europe Bv filed Critical Prado Europe Bv
Publication of BE1027970A1 publication Critical patent/BE1027970A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027970B1 publication Critical patent/BE1027970B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/08Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
    • F24F13/10Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers
    • F24F13/12Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers built up of sliding members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V33/00Structural combinations of lighting devices with other articles, not otherwise provided for
    • F21V33/0088Ventilating systems
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/08Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
    • F24F13/10Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers
    • F24F13/14Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers built up of tilting members, e.g. louvre
    • F24F13/1486Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers built up of tilting members, e.g. louvre characterised by bearings, pivots or hinges
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/08Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
    • F24F13/10Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers
    • F24F13/14Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers built up of tilting members, e.g. louvre
    • F24F13/1426Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers built up of tilting members, e.g. louvre characterised by actuating means
    • F24F2013/1473Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates movable, e.g. dampers built up of tilting members, e.g. louvre characterised by actuating means with cams or levers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2221/00Details or features not otherwise provided for
    • F24F2221/02Details or features not otherwise provided for combined with lighting fixtures

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)
  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
  • Multiple-Way Valves (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)
  • Electrically Driven Valve-Operating Means (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klepsamenstel voor gebruik in een luchtkanaal voor ventilatie van een gebouw. Het samenstel omvat een regelbare klep met stromingsregelmiddelen voor het regelen van de luchtstroom door de klep en roteerbare instelmiddelen om de positie van stromingsregelmiddelen van de klep aan te passen. Het samenstel omvat verder bevestigingsmiddelen om een buitenzijde van de regelbare klep roteerbaar te bevestigen met het luchtkanaal. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een mechanisch ventilatiesysteem voor geforceerde of ongedwongen ventilatie van een woning, kantoorgebouw en dergelijke, omvattende ten minste één luchtkanaal en een op dat luchtkanaal aangesloten ventilatie-inrichting waarin een dergelijk klepsamenstel is voorzien.

Description

: BE2021/5030
KLEPSAMENSTEL VOOR EEN LUCHTKANAALIN OF AAN EEN
VENTILATIESYSTEEM Deze aanvraag heeft betrekking op de volgende octrooien en aanvragen, die elk hierin door verwijzing In zijn geheel worden opgenomen: EP aañvraag nr. EP20152161.4, getiteld ADJUSTABLE VALVE FOR AN AIR DUCTINA VENTILATION SYSTEM, ingediend op 16 januari 2020, NL aanvraag nr. N2024689, getiteld ADJUSTABLE VALVE ASSEMBLY FOR AN AIR DUCT IN A VENTILATION SYSTEM, ingediend op 17 januari 2020, en BE aanvraag nr. 2020/5691, getiteld IN OF AAN EEN VENTILATIEKANAAL VOORZIENBARE ELEKTRISCHE INRICHTING, ingediend op 06 oktober 2020. De onderhavige uitvinding betreft een klepsamenstel voor gebruik in sen luchtkanaal voor ventijatie van een gebouw. Het samenstel omvat een regelbare kiep met siromingsregeimiddelen voor het regelen van de luchtstroom door de klep en roteerbare Iinstelmiddelen om de positie van stromingsregeimiddelen van de klep aan te passen, Het samenstel omvat verder bevestigingsmiddelen om sen buitenzijde van de regelbare klep roteerbaar te bevestigen met het luchikanaal. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een mechanisch ventilatiesysieem voor geforceerde of ongedwongen ventilatie van een woning, kantoorgebouw en dergelijke, omvattende ten minste één luchtkanaal en een op dat luchtkanaal aangesloten ventilatie-inrichting waarin een dergelijk klepsamensiel is voorzien. Stand van de Techniek Veel gebouwen hebben luchikanalen die doorgangen bieden voor uitwisseling, ventilatie, ciroulatie en/of beweging van lucht door de oppervlakken (bijv. muren en plafonds} van het gebouw. Gebouwen kunnen ventilatiesystemen hebben, die "frisse" lucht van buiten het gebouw aanzuigen en "ultlaatlucht" van binnen uit het gebouw verdrijven. Verse lucht kan in een gebouw worden aangezogen of uitlaatlucht kan via een of meer luchikanalen uit sen gebouw worden verdreven. Sommige gebouwen bevallen andere systemen en/of apparaten, zoals airconditioningsystemen, verwarmingssysiemen en badkamerventilatoren, die luchtkanalen gebruiken om doorgangen te voorzien voor de stroming van lucht door de oppervlakken van gebouwen. Typisch wordt een luchikanaal geassocieerd met inrichtingen zoals ventilatiemonden en/ot ventilatieroosters om luchtstromen uit de ventilatiekanalen te geleiden, Sommige van deze inrichtingen bevatten kleppen voor het aanpassen
+ = BE2021/5030 van de stroom. Hierdoor is het mogelijk om de luchtstroom door de inrichting te regelen. Daarnaast worden dergelijke kleppen gebruikelijk star verbonden aan de omringende structuren. Dit kan als nadeel hebben dat de installatie moeilijker is maar in het bijzonder dat het schoonmaken, herstellen of vervangen van ce klep (of zich achter de klep bevindende slementen} moeiijjker is. Bestaande inrichting kunnen verder als nadeel hebben dai bij manipulatie van de inrichting de klep ongewenst ontregeld wordt of schade oploopt door manipulatie met een grote hoeveelheid kracht.
Doel van de uitvinding Een doel van de uitvinding is om een klepsamenstel van het hiervoor genoemde type ie verschaffen die niet ten minste één van de nadelen van de stand van de techniek vertoont. Een verder doel van de uitvinding kan zijn om een klepsamenstel van het hiervoor genoemde type te verschaffen in of aan een ventilatiekanaal.
Een doel van de uitvinding kan zijn om een klepsamenstel van het hiervoor genoemde type te verschaffen met instelmiddelen die een gebruiker toslaten een klep van het klepsamenstel in het ventilatiekanaal te regelen door middel van rotatie en een richt- en roteerbaar onderdeel, voorzien aan of verbonden met de insteimiddelen, dat enerzijds tosiaai om de instelimiddalen te manipuleren en anderzijds onafhankelijk van de positie van de instelmiddelen gericht kan worden.
Een ander doel van de uitvinding kan zijn om een klepsamenstel te verschaffen die bevestigingsmiddelen omvat om een gebruiker toe te laten het klepsamenstel in of aan een veniilatiekanaa! te bevestigen, Instelmiddelen omvat om een gebruiker ice te lalen een klep van het klepsamenstel in het ventilatiekanaal te regelen en vergrendelmiddelen omvat om een gebruiker toe te laten de positie van de klep te vergrendelen tegen ongewenste manipulatie. Een verder doel van de uitvinding kan zijn om te voorkomen dat het klepsamenstel in vergrendelde toestand schade oploopt door manipulatie met een grote hoeveelheid kracht. Een nog verder doel van de uitvinding kan zijn om het klepsamenstel eenvoudig, non-destructief verwijderbaar of vervangbaar te verschaffen.
“ BE2021/5030 Beschrijving van de uitvinding Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een samenstel die de technische kenmerken van de eerste onafhankelijke conclusie vertoont.
In een eerste aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uilvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een klepsamenste! voor gebruik in een luchtkanaal voor ventilatie van een gebouw. Het samenstel omvat een regelbare klep met stromingsregeimiddelen voor het regelen van de luchtstroom door de klep en roteerbare instelmiddelen om de positie van stromingsregelmicdelen van de klep aan te passen, Hel samenstel omvat verder bevestigingsmiddelen om sen builenzijde van de regelbare klep roteerbaar te bevestigen met het luchtkanaal, op een wijze die rotatie tussen de regelbare klep en het luchtkanaal toelaat. In het bijzonder om de regelbare klep - direct of indirect — mechanisch te verbinden met de binnenzijde van het luchtkanaal. Bij voorkeur met behulp van een niet-permanente verbinding, Le. een verbinding die kan worden verwijderd of gedemonteerd zonder de verbindingscomponenten te beschadigen.
Doordat, in een ontgrendelde configuratie van het klepsamenstel, de rotalieweersiand gerelateerd aan de bevesijgingsmiddelen groter is dan de rotatieweerstand gerelateerd aan de instelmiddelen, wordt relatieve rotatie tussen de klep en het luchtkanaal verhindert terwijl relatieve rotaile tussen de instelmiddelen, en dus stromingsregeling, mogelijk is. Verder kan het wenselijk zijn dat er een gewenste hoeveelheid rotatieweerstand is die relatieve rolatie lussen de instelmiddelen verhindert toidai een voldoende hoeveelheid kracht wordt uitgeoefend om de weerstand te overwinnen en een relatieve verplaatsing {ussen de stromingsregelmiddelen te initiéren.
Doordat, in een vergrendelde configuratie van het klepsamensiel, de rotatiewcerstand gerelateerd aan de bevestigingsmiddelen kleiner is dan de rotatieweerstand gerelateerd aan de instelmiddelen, wordt relatieve rotatie tussen de instelmiddelen en verpiaatsing van de stromingsregelmiddelen verhindert zelfs wanneer een voldoende hoeveelheid kracht wordt uitgecefend om de weerstand gerelateerd aan de boveostigingsmiddelen te overwinnen. Hierdoor blijft de positie van stromingsregelmiddelen van de klep behouden bij manipulatie van de instelmiddelen.
Een eerste uitvoeringsvorm, welke kan opireden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft sen voornoemde klepsamenstel, waarbij de rotatieweerstand gerelateerd aan de instelmiddelen aanpasbaar is {ussen een eerste voorafbepaalde waarde in de
+ BE2021/5030 ontgrendelde configuratie van het klepsamenstel en een tweede voorafbepaalde waarde in de vergrendelde configuratie van het klepsamenstel, waarbij de eerste voorafbepaalde waarde kleiner is dan de tweede vooralbepaalde waarde.
Een tweede uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinalie met de andere aspecten en uiivoeringsvormen van de ulivinding die hierin worden beschreven, betreft sen voornoemde klepsamenstel, waarbij, in de vergrendelde configuratie van het klepsamenstel, het klepsamensiel verder vergrendelingsmiddelen omvat die zodanig voorzien zijn om aanpassing van de positie van de stromingsregelmiddelen van de kiep te voorkomen.
Een derde uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemde klepsamenslel, waarbij de vergrendelingsmiddelen verwijderbaar voorzien zijn.
Een vierde uilvoeringsvorm, welke kan opireden in combinalie met de andere aspecten en ulivosringsvormen van de ultvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemde klepsamenstel, waarbij de bevestigingsmiddelen een ringvormige spiraalveer, die ingericht is om de regelbare klep mechanisch vast te houden, omvat.
In een vijfde uilvoeringsvorm volgens de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en ultvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat het klepsamenstel verder een behuizing met een behuizingsbultenzijde aangepast om te worden bevestigd aan het luchikanaal en een tegenoverliggende behuizingsbinnenzijde voor het ontvangen de bevestigingsmiddelen teneinde de regelbare klep en de behuizing aan elkaar te bevestigen met een voorafbepaalde rotatieweerstand.
Een zesde uilvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uiivoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemde klepsamenstel, waarbij de positie van de stromingsregelmiddelen van de klep handmatig instelbaar is in discrete stappen.
In een zevende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de regelbare klep: een stator met een ringvormig statorelement aangepast om te worden bevestigd aan het luchikanaal; een buitenste rotordee! voorzien in de ruimte gedefinieerd door het ringvormige staiorelement; en een binnenste rotordeel ingesloten in de ruimte tussen de stator en het buitenste rotordeel, en het binnenste rotordeel is verbonden met de stator en het buitenrotordeel. De klep is aangepas! om de axiale positie van het binnenste
> BE2021/5030 rotordeel ten opzichte van het buitenste rotordeel aan te passen, zodanig dat de dwarsdoorsnede van een luchtdoorgang tussen het buitenste rotordeel en het binnenrotordeel wordt veranderd door het buitenrotordeel te draaien. De rotatieweerstand gerelaleerd aan de verbindingsmiddelen is gerslaleerd aan de rotatieweerstand lussen de stator en het binnenste en/of buitenste rotordeel.
In een tweede aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringevormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een mechanisch ventilatiesysieem omvallende sen venlilatie-inrichting die is verbonden met een luchikanaal waarin een klepsamenstel zoals hierboven beschreven is voorzien.
in uitvoeringsvormen volgens de uiivinding, kan het luchikanaal sen hoofdzakelijk cirkelvormige doorsnede hebben met bij voorkeur een diameter van 80, 100, 125 of 160 mm. In uitvoeringsvormen voigens de uitvinding, kunnen de binnenzijde van het luchtkanaal en de buitenzijde van de behuizing een gelljkaardige doorsnede, bijvoorbeeld een hoofdzakelijk cirkelvormige doorsnede, of een verschillende doorsneden, bijvoorbeeld een hoofdzakelijk cirkelvormige doorsnede en een hoofdzakelijk veelhoekige doorsnede, hebben.
In sen derde aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een gebouw omvatiende een ventilatiesysieem zoals hierboven beschreven.
Andere aspecten, voordelen en opvallende kenmerken van de openbaring zullen voor de vakman duidelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving, die, in combinatie met de bijgevoegde tekeningen, verschillende uitvoeringsvormen van de huidige openbaring openbaart.
© BE2021/5030 Korte beschrijving van de figuren De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van sen in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor illustratieve doeleinden en niet om het inventieve concept, dat wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conciusies, te beperken.
Figuur 1 loont een dwarsdoorsnede van een klepsamenstei volgens een uilvoeringsvorm van de uitvinding; Figuur 2 loont in opengewerkt aanzicht het klepsamenstel getoond in Figuur 1; Figuur 3 toont in opengewerkt aanzicht een samenstel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; Figuur 4A toont in perspectief het buitenste rotorgedselie van het samenstel getoond in Figuur 3; Figuur 4B toont in een dwarsdoorsnedeaanzicht het buitenste rotorgedeelte getoond in Figuur 4A; Figuur BA toont in een perspectivisch aanzicht het binnenste rolordeel geloond in Figuur 3; Figuur 5B toont in een bovenaanzicht het binnenste rotordeel getoond in Figuur 5A; Figuur SA toont in perspectief de stator geloond in Figuur 3; en Figuur 6B loont in een dwarsdoorsnedeaanzicht de stator getoond in Figuur 6A. Uitgebreide beschrijving van de figuren De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking toi bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen maar de uilvinding is daartoe niet beperkt en wordt enkel door de conclusies bepaald. De beschreven iekeningen zijn enkel schematisch en niet-beperkend. In de iekeningen kan de grootte van bepaalde elementen overdreven en niet op schaal getexend zijn voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen stemmen niet noodzakslijk overeen met werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Bovendien worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven. De termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere sequenties dan hierin beschreven of geïllustreerd tosgepast worden.
Daarenboven worden de termen bovenaan, onderaan, over, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor illustratieve doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikie termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriënieringen dan hierin beschreven of geïiiustreerd worden toegepast.
Verder dienen de verschilende uilvoeringsvormen, hoewel genoemd als “voorkeursvormen”, eerder te worden opgevat als wijze van voorbeeld waarop de uitvinding kan uitgevoerd worden dan als een beperking van de reikwijdie van de uitvinding.
De term “omvattend”, gebruikt in de conclusies, dient niet geïnterpreteerd te worden als zijnde beperkt toi de erna vermelde middelen ot stappen; de term siuit andere slemenlen of stappen niet uit. De term dient geînterpretserd te worden als specificerend voor de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, slementen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar Sluit de aanwezigheid of de toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, elementen, stappen of componenten, of groepen daarvan niel uit. De draagwijdie van de uitdrukking “sen inrichting omvattende middelen A en B” dient dus niet te worden beperkt tot inrichtingen die enke! uit de componenten A en B bestaan. De betekenis is dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding alleen de componenten A en B van de inrichting opgesomd worden, en de conclusie dient verder zo geïnterpreteerd te worden dat ze ook equivalenten van deze componenten beval.
Figuren 1 en 2 lonen een klepsamenstel 1 voor gebruik in een luchikanaal, of aan een uiteinde van nel luchikanaal, van een mechanisch of natuurlijk ventilatiesysteem van een woning of dergelijke. Het getoonde klepsamensiel | omvalt een ringvormige behuizing 40 waarin een klep 10 van het klepsamenstel 1 mechanisch wordt vastgehouden via sen ringvormige spiraalveer 140. Het klepsamenstel 1 omvat verder een armatuurdeel 20, 23 dat is verbonden met de klep 10 en zich uitstrekt vanaf een zijde van de klep 10 die is opgesteld om naar een kamer van de woning, waarin het luchtkanaal uitmondt, te zijn gericht wanneer de behuizing 40 wordt ingebracht in het luchtkanaal.
De behuizing 40 heeft een buitenste behuizingszijde 41 die is aangepas! om te worden verbonden met en bevestigd aan of nabij het luchtkanaai 2. De behuizing kan een of meerdere bevestigingselementen omvalien die in of achter een afwerkingslaag van de woning, bijvoorbeeld een pleisterlaag, voorzien worden en een of meerdere afsluitgiementen om het in het luchtkanaal uitstrekkende deel van de behuizing te verbinden met het luchtkanaal 2 en om de ruimte tussen de behuizing 40 en het luchtkanaal 2 nagenoeg luchtdicht af te sluiten.
In het bijzonder bevinden de afsluilelementen zich nabij het naar het luchikanaal te Keren eind van de behuizing.
De bevestigingselementen en de afsiuitelementen kunnen zich aan 5 tegenoverliggende einden van de behuizing of aan cenzelfde eind van de behuizing bevinden.
De behuizing 40 heeft verder een binnenste benuizingszijde 42, tegenover de buitenste behuizingszijde 41, die is aangepast om te worden verbonden met de klep 10. De klep 10 omvat een instelbare klep met instelmiddelen en stroomregelmiddelen voor het regelen van de stroom of druk van lucht die door de behuizing 40 stroomt op basis van de positie van de instelmiddelen.
Het armatuurdeel 20, 23 omvat een armatuurlichaam 20 dat is aangepast om te worden verbonden met en bevestigd aan de kiep 10 zodanig dat deze naar de kamer toe opgesteld is wanneer de behuizing 40 ingebracht in het luchtkanaal, en verbonden is met een binnenwand van het luchtkanaal.
In het bijzonder, kan het armatuurlichaam 20 verbonden worden met het instelmiddel voor het aanpassen van de positie van het afsteimiddel, waardoor de luchtstroom of druk van de lucht die door de behuizing 40 siroomt wordt geregeld Het proximale uiteinde 21 van het armatuurlichaam 20 is aangepast om rolerend verbonden te zijn met het insteimiddel, zodat axiale rotatie van het armatuurlichaam 20 de positie van het afstelmiddel wijzigt en puntrotatie van het armatuurlichaam 20 de richting van het armatuurlichaam B wijzigi ten opzichte van de klep 10 zonder de nositie van de instelmiddelen te veranderen.
Het distale uiteinde 22, tegenover het proximale uiteinde 21, van het armatuurlichaam 20 is aangepast om een lichtbron 23, b.v. een LED, te ontvangen en te verbinden met een elektrische verbinding die is aangepast om te worden aangesloten op sen stroombron.
Verder kan de klepsamenslel 1 sen ringvormig geleidingselsment 30 omvallen om de lucht te leiden tussen het naar de kamer te keren einde van de behuizing 40 en het naar de kamer te keren seinde van het samenstel.
Zoals bij de klep 10 kan het geleidingselement 30 mechanisch worden vastgehouden via een ringvormige spiraalveer 141. Eens geplaatst kan het ringvormig geleidingseiement 30 kan zich in de axiale richting À uitstrekken vanaf het ringvormige element 136 van de stator 130 tot de naar de ruimte gekeerde rand van de behuizing 40. Alternatief kan het ringvormig geleidingselement 30 zich in de axiale richting A uitstrekken voorbij de naar de ruimte gekeerde rand van de behuizing 40. Aldus zullen in beide gevallen eventueel zichtbare delen van de behuizing en/of de achterliggende afwerkingslaag verborgen kunnen worden voor sen gebruiker.
> BE2021/5030 Het ringvormig geleidingselement 30 strekt zich verder uit in de radiale richting zodanig dat de visuele indicaties van het ringvormige element 136, bij voorkeur het volledige ringvormige element 136, onttrokken wordt aan het zicht van de gebruiker. Het binnenste oppervlak van het ringvormig geleidingselement 30 is aangepas! om een goede, gewensle luchtstroming te verkrijgen lussen de naar de ruimie gekeerde rand van de behuizing 40 en de naar de ruimte gekeerde zijde van de stator. De ringvormige spiraalveren 140, 141 zijn aangepas! om te worden aangebracht in een ringvormige sieuf 31, 134 van de klep 10 of het geleidingselement 30 om het respectieve onderdeel aan de behuizing 40 te bevestigen (vergrendelen en vasthouden). Hierdoor is het mogelijk om de kiep 10 en het geleidingselement 30 uit de behuizing 40 te nalen om reiniging van het klepsamenstei 1 en het luchtkanaai 2 op eenvoudige wijze mogelijk te maken. De spiraalveren kunnen bijvoorbeeld drukveren en/of gekantelde schroefveren zijn. Op voordelige wijze produceert de spiraalveer 140, 141 sen radiale of axiale kracht zodat de spiraalveer 31, 140 in contact blijft met het paringsoppervlak en kan compenseren voor grote aanpassingsioleranties, uitliining en oppervlakteonregelmatigheden. In een ontgrendelde configuratie van het klepsamenstel, zal de rotatieweerstand iussen de klep 10, de ringvormige spiraalveer 140 en de behuizing 40 groter zijn dan de rolalieweersland van de Insteimiddelen wanneer de klep met het luchtkanaal verbonden is.
Figuren 3, 4A-B, SA-B en SA-5 tonen een klep 100 voor het bevestigen van het armatuurlichaam 20 aan de behuizing 40 en voor het regelen van de luchistroom of druk van lucht die door de behuizing 40 stroomt. De klep 100 omvat een staiionair deel 130, ook wel stator genoemd, aangepast om stationair verbonden te zijn met de behuizing 40 of het luchtkanaal, en een roteerbaar samenstel 110, 120, ook wel rotor genoemd, roterend verbonden met genoemde slalor 130, Het roteerbare samenstel omval een binnenste rolordeel 120 en sen buitenste rotordeel 110. Zoals geloond in figuren 4A-B, wordt het buitenste rotordeel 110 gevormd door een ringvormig buitenste rotorelement 111 dat is verbonden met een centraal komvormig element 113 via een aantal afstandhouders 115, bij voorkeur symmetrisch gepositioneerd rond het komvormige element 113, bij het bovenste uiteinde van het buitenste rotorelement 111. Het buitenste rotorelement 111 omvat een aantal parallelle sleuven 112 die zich uitstrekken vanaf het onderste uiteinde van het ringvormige element 111 dat is opgesteld om naar de stator 130 te zijn gericht, en gencemde sleuven 112 zijn bij voorkeur symmetrisch gepositioneerd rond het komvormige element 113. Het buitenste rotorelement 111 omvat verder een aantal verzonken oppervlakken 116 op het buitenoppervlak die zich in een hoekrichting uitstrekken tussen de sleuven 112 en een aantal gegolfde oppervlakken 117 aan het ondereinde van het buitenoppervlak die zich in een hoekrichting uitstrekken tussen de sleuven 112. In het komvormige element 113 kan een verbindingselement 114 zijn aangebracht! om verbinding te maken met sen elektrisch lichaam.
Zoals getoond in figuren 5A-B, wordt het binnenste rotordeel 120 gevormd door sen ringvormig binnenste rotorelement 121. Aan het boveneinde van het binnenste rotorelement 124, dat is opgesteld om naar het buitenrotordeel 110 en weg van de stator 130 te zijn gericht, is het binnenste rotordeel 120 voorzien van een ringvormig element 126 dat zich naar binnen uitstrekt vanaf het binnenste oppervlak 122 van het binnenste rotorelement en met een aantal uitsteeksels 125 op het buitenopperviak 123, legenover het binnenste oppervlak 122, van het ringvormige element 121. Het aantal uitsteeksels 125 van het binnenste rotordeel 120 en het aantal paralielle sleuven 112 van hel buitenste rotordeel 110 zijn gepositioneerd op corresponderende hoskposities in de Hhoekrichting, bil voorkeur symmetrisch opgesteld rond het respectievelijke ringvormige element, Als zodanig, wanneer het binnenste rotlordeel 120 wordt ingebracht in het buitenrotordeel 110, strekt elk uitsteeksel 125 zich uit door een respectieve gleuf 112 naar een verbreed deel van het uitsteeksel 127 dat is aangebracht buiten het buitenste rotordeel 110, waarbij de breedte van het verbrede deel van het uitsteeksel 127 is groter dan de breedte van de respectievelijke sleuf 112. Daarom zal het uitsteeksel 125 beweging voorkomen van het binnenste en buitenste rotorelement 111, 121 ten opzichte van elkaar in sen vlak loodrecht op de axiale richting A, bv. door translatie in radiale richting of door rotatie in hoekrichting.
Zoals geloond in figuren GA-B, wordt de sialor 130 gevormd door een ringvormig statorelement 131 waarin een buiiensieuf 134 is aangebracht op het buitenopperviak 133 van het statorelement 131 om de ringvormige spiraaiveer 140 op te nemen, getoond in figuur 3, om de stator 130 mechanisch vast te houden in het luchtkanaal, en waarin ten minste sen binnenste sleuf 135 is aangebracht op het binnenste oppervlak 132 van het statorslement 131 om het aantal uitsteeksels 125 van het binnenste rotordeel 120 op te nemen en te geieiden. ten minste een binnenste sleuf 135 is aangepast om het aanlal uitsteeksels 125 te geleiden en daardoor het binnenste rotordeel 120 axiaal te bewegen, wanneer hel aantal uitsteeksels 125 rond de centrale as À wordt geroteerd. Aan het ondereinde van de stator 130, dat is opgesteld om naar een kamer van het huis te zijn gericht, omvat de stator 130 verder een ringvormig element 136. Aan een onderzijde van het ringvormige element 136 is het ringvormige element 136 voorzien van visuele indicaties met betrekking toi de axiale positie van de tenminste ens binnenste sleuf 135 op een vooraf bepaalde
+ BE2021/5030 hoekpositie, en, aan de tegenoverliggende bovenzijde, is het ringvormige element 136 aangepast om het ondereinde van het buitenste rotorelement 111 op te nemen in een ringvormige uitsparing 137, zoals getoond in figuur 1. De siator 130 omvat verder openingen 13562, 138b, van respectievelijk een vergrendelingsmechanisme en een ratelmechanisme, die zich axiaal uitstrekken vanaf het onderste uiteinde van het statoreiement 131 om het inbrengen van een complementair element door een gebruiker mogelijk te maken wanneer deze is geïnstalleerd en zich radiaa! uitstrekken over hel binnensle oppervlak 132 om interactie tussen het complementaire element en het buitenoppervlak van het buitenste rotorelement 111 mogelijk te maken.
Door het hoofdzakslijk inbrengen van vergrendelmiddelen 150 in de opening 1383, werken de vergrendelm iddelen 150 samen met het gegolfde oppervlak 117 van het buitenste rotordeel 110 om de relatieve positie tussen de stator 130 en de rotordelen 110, 120 te vergrendelen.
Door het hoofdzakelijk inbrengen van palmiddelen 160 in de opening 138b werken de palmiddelen 169 samen met het gegolfde oppervlak 117 van net buitenste rotordeel 110 om de rotatiebeweging tussen de stalor 130 en de rotordelen 110, 120 te beperken tot beweging met de klok mee of tegen de klok in.
Door het inbrengen van vergrendeimiddelen 150 in de opening 1384, wordt het klepsamenstel van een ontgrendelede configuratie naar een vergrendelde configuratie gebracht en wordt de rotatieweerstand gerelateerd aan de insteimiddelen aangepast van een eerste voorafbepaalde waarde naar een iweede, grotere voorafbepaalde waarde.
De tweede waarde is vooraf bepaald zodanig dat de insteimiddelen, in de vergrendelde configuratie, meer rotatieweerstand ondervinden dan de rotatieweerstand tussen de klep 10, de ringvormige spiraalveer 140 en de behuizing 40. indien de vergrendelmiddelen 150 reeds deels voorzien zijn in de respectievelijke openingen 138a, 138b, dan kunnen deze volledig ingebracht worden met behulp van het hierboven beschreven ringvormig geleidingselement 30 en het klepsamenstel van de onigrendelede configuratie naar de vergrendelde configuratie brengen.
In een uitvoeringsvorm, zijn de vergrendelmiddelen 150 niet-verwijderbaar voorzien aan de stator 130 op zodanige wijze dat ze door axiale verplaatsing in de opening 138a gebracht kunnen worden.
Bij voorkeur met behulp van het ringvormig geleidingselement 30. Het voorgaande geldt mutatis mutandis ook voor de palmiddelen 160. Het staïorelement 131 omvat verder een aantal verzonken galen 139 op zijn buitenoppervlak om gen respectieve schroef of iets dergelijks 170 te ontvangen die zich uitstrekt in een respectief verzonken oppervlak 116 van het buitenste rotorelement 111 om mechanisch het buitenste rotordeel 110 vast te houden, en daarbij ook het binnenste rotordeel 120, binnen het ringvormige statorelement 131, d.w.z. in de ruimte bepaald door het ringvormige statorelement 131 en de onderste ring 136. De schroef 170 en verzonken oppervlaken 116 beperken verder de rotatiebeweging van het buitenrotordeel 110 in de hoekrichting.
Lijst met verwijzingsiekens
1. Klepsamenstel 2, Ventilatiekanaal 10, 100. klep
11. naar de Kamer van het Gebouw te keren eind van de Klep
20. Armatuurlichaam
21. Proximaai Eind
22. Distaal Eind
23. Lamp
30. Geleidingselement
31. Buitenste Sleuf van het Geleidingselement
40. Behuizing
41. Buitenste Behuizingszijde
42. Binnensie Behuizingszijde
43. naar de Kamer van het Gebouw te keren eind van de Behuizing
44. naar het Luchtkanaal van het Gebouw te keren eind van de Behuizing
45. Doorgang
110. Buitenste Rotordesl
111. Buitenste Rotorelement
112. Sleuf van het Buitenste Rotorelement
113. Komvormig Element
114. Verbindingselement
115. Aïstandshouder
116. Verzonken Oppervlak
147. Gegolfd Oppervlak
120. Binnenste Botordeel
121. Binnenste Botoreiement
122. Binnenste Oppervlak van het Binnenste Rotordeel
123. Buitenste Oppervlak van het Binnenste Rotordeel
124. Bovenste Eind van het Binnenste Rotordeel
125. Uitstseksel
126. Ringvormig Element
127. Moer
130. Stator
131. Statorelement
132. Binnenoppervlak van het Statorelement
133. Buitenoppervlak van het Statorelement
134. Buitenste sleuf
135. Binnenste sleuf
136. Hingvormig element met visuele indicaties
137. Ringvormige uitsparing 138A. Opening van het vergrendelingsmechanisme 1388 Opening van het ratelmechanisme
138. Verzonken gal 140, 141. Gekantelde veer
150. Vergrendelmiddelen van het vergrendelmechanisme
160. Ratelmiddelen van het ratelimechanisme
170. Schroef A. Centrale As B, As van het Armatuurlichaam a. Afstand tussen het naar de kamer van het gebouw te keren eind van de behuizing en een naar de kamer van het gebouw le keren eind van de bevestigingsmiddelen

Claims (11)

Conclusies
1. Klepsamenstel (1) voor gebruik in een luchtkanaal voor ventilatie van een gebouw, omvattende: een regelbare klep (10: 100) met siromingsregelmiddelen (113, 126) voor het regelen van de luchtsiroom door de klep en roteerbare instelmiddelen (112, 114, 125, 135) om de positie van stromingsregelmiddelen (113, 126) van de klep (10; 100) aan te passen, en bevestigingsmiddelen (140) om een buitenzijde (133) van de regelbare klep {10; 190) roteerbaar te bevestigen met het luchtkanaal, waarbij, in een onigrendelde configuratie van het klepsamensiel, de rotatiewsersiand gerelateerd aan de bevestigingsmiddelen groter is dan de rotatieweerstand gerelateerd aan de instelmiddelen teneinde de klep te kunnen inregelen door rotatie van de insteimiddelen wanneer de klep met het luchtkanaal verbonden is, en waarbij, in een vergrendelde configuratie van het klepsamenstel, de rotatieweerstand gerelaleerd aan de verbindingsmiddelen kleiner is dan de rotatieweerstand gerelateerd aan de insteimiddelen teneinde de inregeling van de klep te kunnen vergrendelen wanneer de klep met het luchtkanaal roleerbaar verbonden is.
2. Klepsamenstel (1) volgens conclusie 1, verder omvattende een richt- en roteerbaar lichaam (20) aangepast om te worden verbonden met de instelmiddelen van de regelbare klep zodanig dal de positie van de stromingsregelmiddelen van de klep (10; 100) handmatig kan worden ingesteld via axiale rotatie van het lichaam (20) in de onigrendelde configuratie van het klepsamenstel en dat de positie van het lichaam (20) ten opzicht van de regelbare klep handmatig kan worden aangepast in de vergrendelde configuratie van het klepsamenstel.
3. Klepsamenstel {1} volgens conclusie 2, waarbij het lichaam gevormd wordt door een elektrisch lichaam (20) aangepast om een stroombron te verbinden met sen elektrische verbuiksinrichting.
4. Klepsamenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rotatieweerstand gerelateerd aan de instelmiddelen aanpasbaar is tussen zen eerste voorafbepaalde waarde in de ontgrendelde configuratie van het klepsamenstel! en een tweede voorafbepaalde waarde in de vergrendelde configuratie van het klepsamenstel, waarbij de eerste voorafbepaalde waarde kleiner is dan de tweede voorafbepaalde waarde.
5. Klepsamenstel {1} volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij, in de vergrendelde configuratie van het klepsamenstel, het klepsamenstel verder vergrendelingsmiddelen {150} omvat die zodanig voorzien zijn om aanpassing van de positie van de stromingsregelmiddelen van de klep (10; 100) te voorkomen.
6. Klepsamensiel {1} voigens conciusie 5, waarbij de vergrendelingsmiddelen (150) verwijderbaar voorzien zijn.
7. Klepsamenstel {1} volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen een ringvormige spiraalveer {140}, die ingericht is om de regelbare klep (10, 100) mechanisch vast te houden, omvat.
8. Klepsamenstel {1} volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: een behuizing {40} met een behuizngsbuitenzijde (41) aangepast om te worden bevestigd aan het luchtkanaal en een tegenoverliggende behuizingsbinnenzijde {42} voor het ontvangen de bevestigingsmiddelen (140) teneinde de regelbare klep (10, 100) en de behuizing (40) aan elkaar te bevestigen met een voorafbepaalde rotatieweerstand.
9. Klepsamenstel (1) volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de positie van de stromingsregelmiddelen van de klep (10; 100) handmatig instelbaar is in discrete stappen.
10. Klepsamenstel (1) volgens sen van de voorafgaande conclusies, de regslbars klep (10; 100) omvattende: een stator (130) met con ringvormig statorelement (131) aangepast om te worden bevestigd aan het luchtkanaal; een buitenste rotordeel (110) voorzien in de ruimte gedefinieerd door het ringvormige statorelement (131); en een binnenste rotordeel (120) ingesloten in de ruimte tussen de stator (130) en het buitenste rotordeel (110), en het binnenste rotordeel (120) is verbonden met de stator (130) en het buitenrotordeel (110), waarbij de klep (100) is aangepast om de axiale positie van het binnenste rotordeel (120) ten opzichte van het buitenste rotordee! (110) aan te passen, zodanig dat de dwarsdoorsnede van een luchtdoorgang tussen het buitenste rotordeel (110) en het binnenrotordeel (120) wordt veranderd door het buitenrotordeel (110) te draaien, waarbij de rotatieweerstand gerelateerd aan de verbindingsmiddelen gelijk is aan de rotatieweerstand tussen de stator (130) en het binnenste en/of buitenste rotordeel (120).
11. Mechanisch venlilaliesysieem omvallende een luchtkanaal en een met hei luchtkanaal verbonden ventilatie-inrichting waarin een klepsamenstel (1} volgens een van de voorgaande conclusies voorzien is.
BE20215030A 2020-01-16 2021-01-18 Klepsamenstel voor een luchtkanaal in of aan een ventilatiesysteem BE1027970B1 (nl)

Applications Claiming Priority (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP20152161.4A EP3851757A1 (en) 2020-01-16 2020-01-16 Adjustable valve for an air duct in a ventilation system
NL2024689A NL2024689B1 (en) 2020-01-16 2020-01-17 Adjustable valve assembly for an air duct in a ventilation system
BE20205691A BE1028676B1 (nl) 2020-01-16 2020-10-06 In of aan een ventilatiekanaal voorzienbare elektrische inrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027970A1 true BE1027970A1 (nl) 2021-08-02
BE1027970B1 BE1027970B1 (nl) 2022-02-16

Family

ID=74669206

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215030A BE1027970B1 (nl) 2020-01-16 2021-01-18 Klepsamenstel voor een luchtkanaal in of aan een ventilatiesysteem

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20230341146A1 (nl)
EP (2) EP4090894B1 (nl)
BE (1) BE1027970B1 (nl)
CA (1) CA3169037A1 (nl)
NL (2) NL2027341B1 (nl)
WO (2) WO2021144774A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023025969A1 (en) * 2021-08-27 2023-03-02 Delta Light N.V. Assembly for a light fixture system
BE1029732B1 (nl) * 2021-09-07 2023-04-03 Delta Light N V Verlichtingssamenstel

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7523491U (de) * 1975-07-23 1977-02-17 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Abluftleuchte mit verstellbarem tellerventil
FR2331755A1 (fr) * 1975-11-17 1977-06-10 Strulik Wilhelm Luminaire distributeur d'air
ES2212719B1 (es) * 2002-05-22 2005-10-01 Cata Electrodomesticos, S.L Extractor de aire de apertura automatica.
AU2005205768B2 (en) * 2004-09-06 2007-01-18 Rickard Air Diffusion (Proprietary) Limited Air diffuser
EP2080959A1 (en) * 2008-01-15 2009-07-22 Vahik Petrossian Damper positioning lock
CN102588307A (zh) * 2011-01-06 2012-07-18 广东松下环境系统有限公司 带照明顶棚埋入式换气扇
EP2492606B1 (en) * 2011-02-28 2017-06-28 Acticon AB Air flow adjustment device
AU2012271640B2 (en) * 2011-06-15 2015-12-03 Airius Ip Holdings, Llc Columnar air moving devices, systems and methods
KR101369290B1 (ko) * 2012-04-17 2014-03-04 강성실 조명이 구비된 환기구
CN107830618B (zh) * 2017-10-26 2023-11-21 珠海格力电器股份有限公司 导风装置及应用其的空调器

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027970B1 (nl) 2022-02-16
EP4090893A1 (en) 2022-11-23
NL2027341A (nl) 2021-08-31
CA3169037A1 (en) 2021-07-22
NL2027339A (nl) 2021-08-31
US20230341146A1 (en) 2023-10-26
EP4090894B1 (en) 2023-12-20
NL2027339B1 (nl) 2023-09-13
EP4090894C0 (en) 2023-12-20
NL2027341B1 (nl) 2023-09-11
WO2021144774A1 (en) 2021-07-22
WO2021144775A1 (en) 2021-07-22
EP4090894A1 (en) 2022-11-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1027970B1 (nl) Klepsamenstel voor een luchtkanaal in of aan een ventilatiesysteem
US20080182505A1 (en) Air diffuser for high velocity hvac systems
US6991534B2 (en) Adjustable vent
KR100957122B1 (ko) 환기덕트의 디퓨저
KR200414327Y1 (ko) 디퓨저
BE1028676B1 (nl) In of aan een ventilatiekanaal voorzienbare elektrische inrichting
JP6846593B2 (ja) 換気装置
NL2024689B1 (en) Adjustable valve assembly for an air duct in a ventilation system
JP2019135432A (ja) ルーバ、空気調和機及び空気調和機の組立方法
JP3898282B2 (ja) 換気口
KR200452110Y1 (ko) 다분지 배기팬의 풍량조절 장치
KR20220051918A (ko) 자동 조절식 디퓨저
KR102436405B1 (ko) 단면적 제어 방식의 풍량 가변형 디퓨저
WO2022123517A1 (en) Assembly for an air duct in a ventilation system
EP3575702B1 (en) Air diffuser and air diffusing system
EP4226095A1 (en) Valve assembly for an air duct
KR20170103150A (ko) 풍량비 조절이 가능한 환기시스템
EP4341618A1 (en) An air valve with improved ventilation

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220216