BE1027621B1 - Valse rillen uitsnijden - Google Patents

Abstract

Een verpakkingsinrichting die wordt gebruikt om in het algemeen stijf velmateriaal om te zetten in verpakkingssjablonen voor assemblage in dozen of andere verpakkingen, waarbij de inrichting omvat: een vouwsysteem dat dwarsvouwen in het velmateriaal vormt, waarbij de dwarsvouwen over het velmateriaal en dwars op de lengte van het velmateriaal zijn georiënteerd, waarbij het vouwsysteem omvat: een drukplaat die het velmateriaal ondersteunt; en een eerste vouwrol die is georiënteerd over het velmateriaal en dwars op de lengte van het velmateriaal, waarbij de eerste vouwrol een eerste uitsteeksel heeft dat zich radiaal daaruit uitstrekt, waarbij de eerste vouwrol is geconfigureerd om te roteren om het eerste uitsteeksel daarvan in aangrijping te brengen met het velmateriaal om een vouw in het velmateriaal te vormen.

Description

Valse rillen uitsnijden De uitvindmg heeft betrekking op cen innchting voor het maken van plano’s uit cen continue band karton.

Een plano is cen stuk karton dat aangopast is om een doos mce te vouwen. Om het karton aan te passen om cen doos te vouwen wordt het karton op maat gesneden, worden verdere sneden aangebracht in het karton om bijvoorbeeld de zyflappen van de doos tc kunnen vormen. Ook worden rillen aangebracht. Een ril is con indrukking in het karton die vouwen van het karton vergemakkelijken. Door de rillen op voorhand aan ic brengen in het karton wordt het vouwen van de doos noemenswaardig vereenvoudigd. In de machine zal het karton namelijk de neiging hebben om te plooien ter plaatse van de nil. Dit vergemakkelgkt het hanteren van het karton bij het vormen van de doos.

Wanneer con grote hoeveelheid dozen gevormd moet worden, wordt typisch cen machine voorzien voor het maken van plano’s. Deze machine heeft cen aanvoer voor het aanvoeren van karton. Het karton wordt typisch continu of nagenoeg continu aangevoerd. Hiervoor kan het karion op rol aangevoerd worden. Alternatief kan cen continue band karton aangevoerd worden, waarbij de continue band gevouwen is in zigzag zodanig dat de continue band gevormd wordt door con aancenschakeling van rechte vlakken karton. Vanaf de aanvoer wordt het karton naar cen sni-inrichting gebracht, waar het karton in meerderc segmenten gesneden wordt. Elk segment vormt de basis voor het vormen van cen plano.

Na het snijden van de scgmenten in de snij-inrichting, kunnen rillen aangcbracht worden in clk stuk karton, welke rillen zoals hierboven beschreven het vouwen van de doos verder vergemakkelijkt.

Het is cen doel van de uitvinding om cen inrichting en cen werkwijze tc voorzien die de kwaliteit van de plano’s verder verhoogt.

Hicrtoe voorziet de uitvinding in cen richting voor het maken van plano’s uit cen continue band karton, waarbij de inrichtimg een aanvoer, een snij-inrichting en cen controller bevat, - waarbij de aanvoer voorzien is voor het aanvoeren van de continue band karton naar de snijzinrichting, - waarbij de snij-inrichting voorzien is om, op basis van input van de controller, de continue band karton te snijden in opcenvolgende segmenten, om de plano’s te maken, - waarbij de innichting verder een sensor bevat voor het detecteren van cen onregelmatigheid in de continue band karton, on voor het doorgeven van cen positie van de onregelmatigheid naar de controller, en

- waarbij de controller voorzien 1s om, op basis van de positie, cen afvocreyclus tc activeren m de snij-inrichtng waarin cen afvalsegment uit de continue band wordt gesneden en afgevoerd.

De uitvinding is gebascerd op het inzicht dat cen onregelmatigheid in de continue band karton potenticel cen negatieve invioed heeft op de kwaliteit van de plano en/of de docs.

Wanneer de continue band aangevoerd wordt als cen opeenvolging van platen karton die in zig-zag geplooid zijn en op cen stapel liggen, zal elke plooi cen zogenaamde valse ril vormen in de plano.

Een valse nil is cen nil die wel in de plano aanwezig is, maar niet aangcbracht is als vouwhulp bij het vouwen van het karton voor het vormen van de doos.

Tests hebben uitgewezen dat cen valse ril op een ongelukkige plaats in de plano de potentie heeft om het volledige vouwproces van de doos op de plaats van de plano te verstoren.

In de verdere verwerking van de plano’s kan dit voor problemen zorgen, bijvoorbeeld door het biokkeren van de vouwmachine.

Door de onregelmatigheid te detccteren en cen positic van de onregelmatigheid naar de controller, die de soy-inrichting aanstuurt, te sturen, kan een afvoercycius geactiveerd worden.

De afvoercyclus heeft als doel om een afvalsegment uit de continue band te snijden en af te voeren.

Deze afvoercyclus zorgt ervoor dat de onregelmatigheid niet in de planc terechikomt, of minstens niet in cen vooraf bepaalde probleemzone van de plano terechtkomt.

Dit wordt hieronder verder toegelicht.

Een andere onregelmatigheid kan betrekking hebben op cen aancenschakeling van twee banden karton.

De vakman zal begrgpen dat de continue band karton niet in cen onemdig lange vorm aangeleverd wordt, De continue band karton wordt aangeleverd op een rol of op een stapel.

In de praktijk kan het cinde van de rol of het einde van de stapel verbonden worden met het begin van cen nieuwe roi of cen nieuwe stapel, respectievelijk.

Ter plaatse van deze verbinding heeft de continue band karton andere eigenschappen die in een plano ongewenst kunnen zijn.

Minstens zullen deze andere eigenschappen op vooraf bepaalde probicemzones in de plano’s voor problemen kunnen zorgen, waardoor de plano’s niet meer optimaal kunnen gevouwen worden.

Door het activeren van de afvoercyclus kunnen onregelmatigheden van verschillende soorten uit het karton gesneden worden en afgevoerd worden.

Bij voorkeur bevat het afvalsegment de onregelmatigheid.

Door de smj-inrichting zo te configureren dat het afvalsegment de onregelmatigheid in de continue band karton bevat, en daarmee afgevoerd wordt uit de inrichting, wordt cen uiterst cenvoudige manier bekomen om te garanderen dat de onregelmatigheid geen negatieve mvloed heeft in de plano’s.

Ook is het configureren van sen dergelijks oplossmg eenvoudig omdat de onregelmatigheid zelf uit het karton gesneden wordt en afgevoerd wordt.

Bij voorkeur is de controller ingericht om de onregelmatigheid te projecteren, op basis van de postte, op de opeenvolgende segmenten, om een locatie van de onregelmatigheid in één van de opeenvolgende segmenten te bepalen, waarbij de controller voorzien is om de afvoercyclus te activeron wanneer de locatie zich binnen cen vooraf bepaalde zone bovindt. Door het projecteren van de onregelmatigheid op de opeenvolgende segmenten, kan een locatie bepaald worden van de onregelmatigheid in sen van de segmenten. Zoals hierboven toegelicht is elk segment voorzien om de basis te vormen voor cen plans. Hierdoor is ook de positie of de plaats van de onrogelmatigheid in de plano gekend. Op basis van tests en simulaties is voor de vakman bekend op welks plaats in de plano cen onregelmatigheid voor problemen kan zorgen. Op basis van deze kennis kunnen één of meer vooraf bepaalde zones gedefinieerd worden in de plano. Wanncer op basis van het projecteren blijkt dat de onregelmatigheid in één van de vooraf bepaalde zones ligt, wordt de afvoercyclus geactiveerd. Wanneer zou blijken dat de onregelmatigheid zich niet in óéón van de vooraf bepaalde zones bevindt, dit wil zeggen dat de onregelmatigheid op cen plaats in de plano zit waar de onregelmatigheid geen of geen noemenswaardige negatieve invloed heeft bij hot vouwen van de doos, wordt de afvoercyclus niet geactiveerd.

Bij voorkeur activeert de controller de afvoercyclus voor bet afvoeren van cen afvalsegment voor genoemd éen van de opeenvolgende segmenten, waarbij het afvalsegment een grootte heeft die minstens voldoende is om de locate buiten de vooraf bepaalde zone te brengen. Door de grootte van het afvalsegment te bepalen wordt de hoeveelheid karton die weggeworpen wordt, bepaald. Het meeste karton wordt weggegooid of afgevoerd wanneer de onregelmatigheid zelf in het afvalsegment zit. Door het verwijderen van cen afvalscgment voor het genoemd Sen van de opeenvolgende segmenten, dit is het segment waarin de onregelmatigheid geprojecteerd 1s, wordt de positie van de onregelmatigheid binnen dit segment gewijzigd. Namelijk door het verwijderen van con afvalscgment worden de voorste en achterste grenzen van het segment verplaatst en zal dus ook de positie van de onregelmatigheid verplaatst worden binnen bet segment. Door de onregelmatigheid te verplaatsen van cen probleemzone naar cen niet-problecmzone, kan de grootte van het afvalsegment geminimaliseerd worden terwijl de negatieve invloed van de onregelmatigheid weggewerkt wordt.

Bij voorkeur is de onregelmatigheid óón of meerdere van cen valse ril cn cen naad tussen opcenvolgende banden van het karton. Alternatief is de onregelmatigheid cen verontremigme in het karton. De verontremging kan zich daarbij zowel door middel van een kleur en/of textuurverschil m het karton manifesteren. Ook kan de verontreiniging zich als verdikking of verdunning van het karton manifesteren.

Bij voorkeur bevat de innchtimg verder een aandrijflijn voor het voortbewegen van het karton in een beweegrichtine, en bevat de snij-inrichting één of meerdere messen voor het snijden in opeenvolgende segmenten en voor het vormen van blinde sneden in de sogmenten tenemde de plano’s te maken, Verder bij voorkeur bovatten de meerdere messen dwarsmessen die ingericht zijn om sneden tc maken in het karton in cen richting dwars op de bewcegrichtmg, en langsmessen die mgericht zijn om sneden te maken in het karton in de beweegrichtine. Door messen te voorzien in de dwarsrichting en in de langsrichting, kan con plano op con cenvoudige on snelle manier gemaakt worden.

Bij voorkeur bevat de snij inrichting verder nimiddelen voor het vormen van rillen in de plano’s.

Door het voorzien van rillen in de plano’s worden vouwlijnen aangebracht in het 53 karton.

De vouwlijnen of rillen hebben als doci om het karton gemakkelijk in een doos te vouwen.

Door het voorzien van de rillen zal het karton de neiging hebben om ter plaatse van de ni te vouwen zodat de inrichting voor het vouwen van de doos cenvoudiger kan uitgevoerd worden.

Bij voorkeur bevatten de riimiddelen minstens twee rilrollen die zich dwars op de beweegrichting uitstrekken en naast elkaar gepositioneerd zjn, zodanig dat twee dwarsrillen tegelijk vormbaar zijn met cen afstand tussen de dwarsrillon die overcenstemt met de afstand tussen de rilrollen.

Door twee rilrollen dwars op de beweegrichting naast elkaar te positioneren kunnen twee dwarsnllen tegelijk gevormd worden.

Zelfs wanneer twee dwarsnillen niet exact tegelijk gevormd moeten worden, kunnen twee rillen dicht bij elkaar snel gevormd worden terwij! het karton voortbeweegt doorheen de inrichting.

Wanneer twes nillen dicht by elkaar liggen, en slechts één rirol voorzien is, moet de ene rilrol een gehele rotatie ondergaan terwijl het karton over de afstand tussen de rillen beweegt.

In de praktijk blikt dit noemenswaardig vertragend te werken in de machine voor het vormen van de plano’s.

Het blijkt cen voordeel om minstens twee rilrollen achter elkaar te voorzien, die gesynchromsseerd met elkaar bruikbaar zijn om dwarsnllen in de plano’s die kort bij elkaar liggen snel en efficiënt te kunnen vormen, terwijl het karton door de inrichting beweegt.

Daarbij zal synchroon bruikbaar gedefmmicerd zijn als dat de bewegingen van de rilrollon aan elkaar gerclateerd zijn.

Deze voorkeursinierpretatie is noemenswaardig breder dan dat de rilrotlen exact dezelfde rotatie maken op hetzelfde moment.

De ultvinding heeft verder betrekking op cen werkwijze voor het vormen van piano’s uit een continue band karton, waarbij de werkwijze volgende stappen bevat, - het aanvoeren van de continue band karton naar cen snij inrichting, - het snijden in de snij-mrichting, op basis van cen input van cen controller, van de continue band karton in opeenvolgende segmenten, om de plano’s te maken, - het detecteren via een sensor van cen onregelmatigheid op een positie in de continue band karton, en voor het doorgeven van de positie naar de controller, en - het activeren door de controller, op basis van de positie, van cen afvoerevclus in de snij- inrichting waarm een afvalsegment uit de continue band wordt gesneden; - het afvoeren van het afvalsegment uit de snij-inrichting.

Via de werkwijze wordt op basis van onregelmatigheden in het karton door de snij- mrichtng afvalscgmenten afgovoerd.

Hierdoor kan, zoals hicrboven uitgebreid toegelicht, de kwalitert van de plano verbeterd worden.

Bi voorkeur bevat de werkwijze verder het projecteren van genoemde positie op genoemde opeenvolgende segmenten om cen locatie van de onregelmatigheid in één van de opeenvolgende segmenten te bepalen; waarbij de stap van het activeren door de controller van de afvoercyclus enkel uitgevoerd wordt wanneer de locatie zich binnen een vooraf bepaalde zone 5 van de een van de opeenvolgende segmenten bevmdt. Door de afvoercyclus enkel uit te voeren op basis van cen geprojecteerde locatie, kan de hoeveelheid afval geminimaliseerd worden.

Bij voorkeur bevat de stap van het projecteren verder het bepalen van een afstand tassen de locatie en een grens van de vooraf bepaalde zone, en het doorgeven van deze afstand naar de controller. Daarbij is bij voorkeur de afvoercycius ingericht is om cen afvalscgment met sen lengte van minstens genoemde afstand uit de continue band to snijden. De afstand bepaalt de lengte van het afvalseement dat moet afgevoerd worden om ervoor te zorgen dat de onregelmatigheid niet in een probleemzone van de plano terecht komt.

Bij voorkeur bevat de werkwijze vorder het vormen van dwarsnllen in de piano’s door het aandrijven van twee dwarsnilrollen die naast elkaar gepositioneerd zijn zodat door het gesynchroniseerd aandrijven van de twee dwarsrilrollen twee dwarsrillen nagenoeg selijktgdig vormbaar zijn. Door twee dwarsrilrollen te voorzien kunnen opeenvolgende rillen die kort bij elkaar in de plano moeten voorzien worden door verschillende van de twee dwarsrilrollen voorzien worden. Hiordoor kunnen twce dwarsrillen sneller gevormd worden terwijl het karton onder de rillen beweegt in cen voorgaande bewcegrichting.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening laat : figuur I cen plano zien m bovenaanzicht, figuur 2 een bovenaanzicht zien van cen voorbeeld van een snijinnchtmg die bruikbaar is in cen voorkeursuitvoeringsvorm: figuur 3 con bovenaanzicht zien van cen inrichtimg volgens cen voorkeurs uitvoeringsvorm van de uitvinding; en fizuur 4 een zijaanzicht zien van cen mrichtng volgens een voorkeurs uitvoermgsvorm van de uitvinding.

In de tekening is aan cenzelfde of analoog element cenzelfde vorwijzingscijfer tocgekend, In het kader van deze beschrijving is middenvlak van een plano gedefimeerd als een vlak dat niet grenst aan cen rand van de plano. Vlakken worden in cen plano van elkaar gescheiden door nillen en/of snede’s. Verder wordt in deze beschrijving, met het woord vouw bedoeld een hoek die gevormd 1s in cen plaatvormig materiaal.

Figuur Ì toont con plano 1. In figuur | is de plano 1 in bovenaanzicht weergegeven. Een plano 1 18 een stuk plaatvormig materiaal dat gevormd is om cen doos mee te vormen. Het plaatvormig materiaal is typisch cen karton. Alternatief kan cen plano ! ook uit kunststof vervaardigd worden. Met vormen van cen piano voor het maken van cen doos wordt typisch begrepen het uitsndon van het plaatvornug materiaal cn het vormen van rıllen m bet plaatvormig materiaal, In figuur 1 is een plano ! weergegeven waarin de volle lijnen snijlijnen zijn en waarbij de stippellijnen rillen zijn. Een ril is een mdrukkmg in het plaatvormig materiaal die plooien van het plaatvormig materiaal ter plaatse van de indrukking vergemakkelijkt. Alternatief kan een ri ook cen partiële ingnede zijn, waarbij het plaatvormig materiaal gedeeltelijk, dit wil zeggen niet over zijn volledige dikte of zijn volledige lengte, doorgesneden wordt, zodanig dat con verzwakkmg van het plaatvormig materiaal ontstaat ter plaatse van de snede. Deze verzwakking vergemakkelijkt de plooien van de plaat ter plaatse van de snede.

De plana uit figuur | heeft vier centrale vlakken A, B, C en D Elk van de vier centrale vlakken is voorzien om con wand van de doos te vormen. In de configuratie uit figuur 1 vormt het vlak B de onderwand van de doos, vormen vlakken A en C opstaande wanden van de doos, en vormt vlak D de bovenwand van de doos. In de figuur is ook aangeduid hoe de lengte 1, breedte b on hoogte h van de doos voortvloeit uit de afmetingen van de plano 1. Dit zal voor de vakman duidelijk zijn en wordt niet verder tocgelicht. Elk van de vlakken A, B, C en D heeft twee zijflappen, die respectievelijk aangeduid zijn met A’, B’, C’ en D’. Deze zijflappen zijn voorzien om de twee zijwanden van de doos te vormen. Verder is in de huidige uitvoeringsvorm aan vlak À in de beweegrichting 2 of lengterichting van de plano 1 cen sluitflap A” voorzien. Deze sluitflap A” dient om vlak À met vlak D te verbinden bij het vormen van de doos, Dit zal verder toegelicht worden aan de hand van de volgende figuren. In figuur 1 is de sluitflap À” gevormd als een flap die in de lengterichting van vlak A uitsteekt. Altematicf kan sluitflap A” ook van overeenstemmende zijflappen voorzien zijn zodat sluitflap A’ zich over de volledige breedie van de plano uitstrekt. Het voordeel hiervan is dat geen afvalstakken moeten afgevoerd worden. In figuur 1 1s tussen naburige zijflappen een spievormig stuk karton weggesneden. Bit is in de praktijk in sommige gevallen cen voordeel bij het vouwen van de zijflappen. In figuar 1 is deze uitvoeringsvorm getoond omdat ze duidelk de zijflappen illustreert, De werkwijze volgens de uitvindimg laat ook toe om met con plano | te starten waarm de naburige zijflappen slechts door een enkele snede van clkaar gescheiden zijn, en waarbij dus gecn spic karton weggesneden is. Met andere woorden kunnen de zijflappen in de plano 1 gevormd zijn door een rechte snede, in de dwarsrichting van de plano !, die start aan cen rand van de plano en die zich richting cen centrale as van de plano uitstrekt over cen lengte die gelijk is aan de lengte van de zijflappen. De vakman zal verder begrijpen dat de zyflappen A’, B’, ©’ en D’ gedimensioneerd kunnen zijn om het zijvlak volledig te vormen of gedeeltelijk te vormen. Wanneer het zijvlak slcchts gedoeltelijk gevormd 1s, zal het zijvlak typisch centraal con opening vertonen waardoor de doos niet volledig gesloten is. In sommige situaties 1s dit voordelig. Wanneer het zijvlak volledig gevormd is, komen de zijflappen aanshutend of overlappend zijn. Verschillende combinaties hiervan zijn mogelijk.

De vakman zal begripen hoc cen plano kan gevormd worden om cen doos met vooraf bepaalde afmetingen te vormen. Het vormen van de plano zelf is geen onderdeel van de huidige uitvinding, aangezien de huidige uitvinding met name betrekking heeft op het vouwen van een plano tot cen doos. Echter de uitvindine is wel ontstaan in het zoeken naar oplossing voor het vormen van dozen op maat. Bi; het toepassen van de uitvindine in cen bredere context, zullen daarom plano’s zoals gctoond in figuur 1 op maat gemaakt worden van de te verpakken goederen. Daarbij heeft de plano bij voorkeur een opbouw zoals getoond in figuor |. Een plano met cen dergelijke opbouw vormt het geprefereerde vertrekpunt voor het vouwen van cen doos volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont op schematische wijze cen snijmrichtng in bovenaanzicht. De smijinrichtne 12 kan beschouwd worden als een snij- en niinrichtine 12. De sniinrichtng uit figuur 2 heeft cen mgang 19, weergegeven aan de bovenzijde van de figuur, en cen uitgang 20, weergegeven aan de onderzijde van de figuur. Het karton wordt verplaatst van de ingang 19 aangeleverd als cen continue band. Op de plaats van de uitgang 20 komen plano’s, zoals weergegeven in figuur |, uit de snijmnichting 12. De snyinrichtmg 12 1s voorzien om cen continue band die via de ingang 19 de snijmrichting binnenkomt te segmenteren, waarbij elk segment voorzien is om cen plano tc vormen. Verder is de snijinrichting 12 voorzien om clk segment te voorzien van snedes, bijvoorbecid voor het vormen van de zijflappen in de plano, en het voorzien van rillen. Het zal voor cen vakman duidelijk zijn dat de continue band aangevoerd kan worden via de meang 19 op continue wijze, dit wil zeggen dat de snelheid waarmee het karton binnenkomt nagenoeg constant is, of op discontmue wijze, dit wil zeggen dat de snelheid waarmee karton binnenkomt niet constant is. Bj het aanvoeren van karton op discontinue wijze kan het karton bijvoorbeeld regelmatig gestopt worden. Deze stops van het karton worden bij voorkeur gesynchroniseerd met een of meer smijeenheden 14. De snijeenheden 14 kunnen dan een insnede maken in het karton terwijl het karton stilstaat. Dit laat toe om de snijeenheden 14 cen vaste positie te geven, beschouwd in de boweegrichting 2 van de snijiorichting 12. Wanneer het karton continu tocgevoerd wordt, worden de snijeenheden 14 bij voorkeur op een slede gezet die een snyeenbeid synchroon met het karton kan laten bewegen in de bewecgrichting 2, tijdens het snijden.

De sngymnchtmg 12 is voorzien van de volgende onderdelen, beschouwd van ingang 19 tot uitgang 20: langsmessen 15, langsnilwiclen 16, dwarsnirollen 17, snijeenheden 14 on cen afvoer 13. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de volgorde van deze verschillende onderdelen kan gewijzigd worden op verschillende manieren zonder de wezenlijke werking van de machine negatief te beïnvloeden. Daarbij kunnen snijeenheden 14 bijvoorbeeld aan de ingang 19 voorzien worden, om de continue band karton m segmenten te snijden, waarna de verschillende segmenten individueel verder verwerkt worden. De afvoer 13 is steeds geplaatst na een snijeenheid 14 die voorzien is om de continue band karton in segmenten te versnijden. Dit wordt hieronder verdor toegelicht.

De langsmessen 15 zn bij voorkeur gevormd als schijven waarvan de perifere rand van de schijf als mes gevormd is om het karton te snijden. De schijven zijn op een as geplaatst die zich dwars over de snijinrichtine uitstrekt. Verder bij voorkeur zn de schijven verplaatsbaar in de dwarsrichting. Meer bij voorkeur zijn de schijven door middel van cen actuator in de dwarsrichting verplaatsbaar en is de dwarspositic van de schijven door de controller 18 regelbaar. Di laat toe om verschillende segmenten van het karton op verschillende breedtes te snijden. Hierdoor kunnen plano’s met verschillende breedtes achter elkaar vervaardigd worden met de soijmrichting. Alternatief kunnen de langsmesson 15 op verschillende dwarsassen geplaatst zijn.

De langsrilwiclen 16 zijn, net zoals de langsmessen, bij voorkeur op een dwarsas geplaatst. De langsrilwielen 16 zijn bij voorkeur ook via cen actuator positioncerbaar in de dwarsrichting, waarbij de positie gecontroleerd wordt door de controller 18. Dit laat toc om de langsrillen in opeenvolgende scgmenten op verschilende dwarsposities ic vormen. Hierdoor kunnen opcenvolgende plano’s verschillende vouwlijnen hobben.

Bij voorkeur zijn twee dwarsnilrollen 17 naast clkaar, m de beweegrichting 2 beschouwd, voorzien, Verder bij voorkeur zijn de dwarsrdrollen 17 nagenoeg identiek gevormd, en zijn ze individueel aanstuurbaar door de controller 18. Elke dwarsrilrol 17 is govormd als cen cilindervormig lichaam met cen voorafbepaalde diameter. Op bet cilmdervormig lichaam is con uitstulping voorzien die zich uitstrekt over nagenoeg de gehele lengte van het cilimdervormig lichaam. Deze uitstulping is voorzien om, wanneer het karton onder de rilrol door beweegt en wanneer het cilindervormig lichaam roteert, een mdrukking im het karton te maken door de uitstulpmg. Daarbi is onder de rilrollen 17 cen tegendrukclement voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een plaat. Daarbij is de afstand tussen de plaat en het cilindervormig oppervlak gelijk aan of groter dan een dikte van het karton, en is de afstand tussen de top van de uitstulpmg op het cilindervormige oppervlak en de plaat, wanneer de uitstulping zich op zijn dichtste positie bevindt ten opzichte van de plaat, kleiner dan de dikte van bet karton. Zo zal het karton onder de nirol kunnen bewegen zonder noemenswaardig daardoor beïnvloed te worden totdat de uitstulpmg geroteerd wordt om een indrukking te realiseren in het karton. De vakman is bekend met het principe van dwarsrilrollen en daarom worden deze niet verder in detail beschreven.

De vakman zal ook begrijpen hoe cen dwarstilrol kan aangestuurd worden om op cen voorafbepaalde positie in het karton cen dwarsnil te vormen. Omdat twee dwarstilrollen voorzien zijn, kunnen twee dwarsrillen dicht bij elkaar in het karton voorzien worden zonder dat de doorvoer van het karton doorheen de snijinrichting 12 moet vertraagd worden. Daarbij zal de vakman begrijpen dat wanneer twee dwarsrillen kort bij elkaar moeten voorzien worden in het karton, en slechts één dwarsrilro! voorzien zou zijn, doorvoer van het karton gestopt moet worden om de ene dwarsnilrol de tijd te geven een volledige rotatie te maken om de uitstulpmg opnieuw tot bij het karton te kunnen draaien. Twee dwarsrilrollen voorzien m een oplossing voor deze vertragmg waardoor de doorvoer hoog kan zijn.

Alternatief aan het voorzien van twee dwarsrijrolien, kan één dwarsrirol voorzien worden op een slede die in de lengterichting van het karton beweegbaar is, Een dergelijke configuratie laat ook toc om twee dwarsrilien kort bij elkaar te vormen zonder dat het karton moct gestopt worden. Namelijk via de slcde kan de dwarsritro! mec bewogen worden met het karton terwijl de dwarsrilrol een rotatie maakt zodat de tijd die de dwarsrilrol nodig heeft voor het maken van de rotatie in afstand minstens gedeeltelijk gecompenseerd wordt door de beweging van de slede.

In figuur 2 bevat de snimnchtng 12 drie sets van snycenheden 14. Een sniteenheid 14 is gevormd door een mes dat beweegbaar is ten opzichte van een tegenmes om een dwarssnede in het karton te maken. Bj voorkeur is elke smijcenheid in de dwarsnchting beweegbaar om de lengte van de snede, gemeten in de dwarsrichting, te variéren. Omdat de snijecnheden in de dwarsrichting beweegbaar zijn, is het mogelijk om de soyimnchting 12 met slechts een paar snijeenheden 14 uit te rusten. Daarbij zijn snipeenheden naar cen buitenzijde beweegbaar om de snedes tussen de zgflappen te maken. Door de snijeenheden naar het centrum van de snijinrichting 12 te bewegen, kunnen de snijoenheden 14 zo gepositioneerd worden dat ze elkaar ter plaatse van het centrum nagenoeg raken. Hierdoor kan het karton volledig doorgesneden worden in de dwarsrichting, waardoor meerdere scgmenten van elkaar konnen gescheiden worden. Hierboven is beschreven dat het snijden kan uitgevoerd worden in stilstand of tijdens bowegmg van het karton.

De snijmrichting 12 bevat verder bij voorkeur cen afvoer 13. De afvoer 13 is in de figuur getoond als cen afvoer naar cen zijkant van de inrichting. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de afvoer ook naar de bovenkant of naar de onderkant van de machine kan uitgevoerd worden. De afvoer 13 is ingericht met middelen om afvalsegmenten van het karton te verwijderen.

Meer bepaald 18 de afvoer 13 ingericht om te verhinderen dat afvalsegmenten van bet karton naar de uitgang 20 van de snijmnchting 12 bewegen. De afvoer 13 kan op verschillende manieren gevormd worden bijvoorbeeld door een transportband in de dwarsrichting van de snipmrichting 12. Alternatief kan de afvoer 13 gevormd worden door cen of meerdere blaasmonden die een afvalsegment kunnen wogblazon. Verder alternatief kan de afvoer 13 gevormd worden als cen arm met cen grijpelement dat voorzien is om het afvalsegment te grijpen en via de arm te verwijderen. De afvoer 13 is steeds geplaatst in de snijinrichting 12 achter cen snijeenheid 14. Hierdoor kan de snijccnheid 14 bet afvalscgment lossnijden van de continue band, en kan daarna de afvoer 13 het afvalsegment afvoeren.

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de afvoer 13 met noodzakelijk direct achter de snijsenheid 14 moet voorzien worden.

Figuur 3 toont de smjinrichting 12 op schematische wijze in zijaanzicht.

Daarbij toont figuur 3 van de snymnchtmg 12 enkel de dwarsrilrolien 17 en de controller 18. De dwarsnlrollen 17a en 17b bevatten clk een uitstulpmg 4. Verder zijn de dwarsnirollen 17a en 17b elk boven een drukplaat 5 voorzien zoals hierboven beschreven.

Alternatief aan de uitvoeringsvorm uit figuur 3, kan cen aparte drukplaat 5 voorzien worden voor elke rilrol 172 en 17b. verder alternatief kan in plaats van cen drukplaat 5 cen tegenrol voorzien worden {niet wecrgegeven). De tegonrol kan dan synchroon aangedreven worden met de rilrol zodat bet karton door de rollen kan bewegen.

Het voordeel van een dwarsrilrol 17a, 17b in combmatie met een tegenrol is dat wanneer de uitstulpine 4 ter plaatse van het karton passeert, de tegenro! cenzelfde voortgaande bewegmg aan con onderzijde van bet karton uitvoert dan de dwarsrilrol, Hierdoor zal de weerstand tegen voortbeweging niet verhogen.

Wanneer een drukplaat 5 voorzien wordt, zal de schuifweerstand ter plaatse van de onderzijde van het karton tijdelijk verhogen wanneer de uitstulping 4 tegen de drukplaat 5 drukt.

Met cen tegenrol wordt wel de druk tussen de rollen en op het karton verhoogd, maar wordt geen weerstand tegen voortbeweging verkregen.

Figuur 3 toont verder de aanvoer 10 voor het aanvoeren van cen continue band karton.

In de uitvocringsvorm uit figuur 3 is de continue band karton gevormd door cen stapel 9. In de stapel 9 zijn meerdere rechte platen karton in zigzag met clkaar verbonden tot cen continue band.

Het voordeel van cen stapel karton is dat de stapel efficiënter kan vervoerd worden dan cen rol omdat de stapel cen balkvornuge ruunte inneemt en daardoor makkelijker en efficiënter te plaatsen en te hanteren is.

Een verder voordeel is dat de platen in de stapel in alle richtmgen recht zijn, en dus geen buiging vertonen.

Een alternatief voor de stapel is cen rolkarton.

Echter, cen rol is moeilijker hanteerbaar en minder efficiënt op te slaan, In cen rol zal het karton verder cen buiging vertonen, dic noodzakelijk is om de rol te vormen.

Verder zullen niet alle types van karton aangeleverd kunnen worden op rol.

Een verder alternatief is dat het karton ter plaatse van de aanvoer gefabriceerd wordt.

Het nadeel van een stapel 9 is dat tussen aangrenzende platen van de continue band het karton 180 graden gevouwen is.

Hierdoor ontstaat cen Til.

Ter plaatse van deze Til zal het karton steeds, ook bij toekomstig gebruik, de neiging hebben om gemakkelijk te plooien.

Wanneer deze ril bij verders verwerking van het karton in een plano terechtkomt, op een plaats waar geen vouw gewenst is, wordt deze ril cen valse rij genoemd.

In bepaalde omstandigheden kan cen valse ril problematisch zjn bij het vormen van de doos.

Figuur 3 toont voor de volledigheid principieel een afwikkcihulp & voor het afwikkelen van de stapel 9. De afwikkelhulp 8 is voorzien om te roteren 7 zodanig dat door de rotatie de continue band karton aangevoerd wordt naar de ingang 19 van de smjmrichting 12. De vakman zal begrijpen dat de afwikkelhulp 8 ook anders gevormd kan worden, bijvoorbeeld door cen statische gebogen seleidingsplaat. Figuur 3 toont verder cen verbinding 6 bussen het emd van de stapel 9, en het begin van een verdere stapel (niet weergegeven). Een dergelijke verbinding 6 kan bij verdere verwerking van het karton ook problematisch zijn. In het kader van de uitvmding worden verbindingen 6 en vouwlijnen tussen aangrenzende platen van de stapel 9 beschouwd als onregelmatigheden. Figuur 3 toont verder cen sensor 11 voor het detecteren van de onregelmatigheden. De sensor 11 is in figuur 3 geïllustreerd als een contactloze sensor, bijvoorbeeld cen camera.

Echter, het zal voor de vakman duidelijk zijn, dat con contactsensor ook kan voorzien worden om onregelmatigheden te detecteren. Daarom is de uitvinding niet beperkt tot cen contactloze sensor. In figuur 3 is de sensor geplaatst tussen de aanvoer 10 en de snijmrichting 12. Alternatief kan de sensor 11 gopositioncerd zijn aan cen ingang van de snijinrichting 12. Verder alternatief kan de sensor 11 geïntegreerd zijn in de aanvoer 10.

De sensor 11 is operationeel verbonden met de controller 18. De controller 18 ontvangt cen input van de sensor 11 wanneer de sensor 11 cen onregelmatigheid detecteert. De controller 18 controleert bij voorkeur verder ook de ingangssnelheid 19 van het karton ter plaatse van de mgang van de smjinrichting 12. Doordat de positie van de sensor 11 gekend is, en de ingangssnelheid van het karton door de controller 18 geregeld wordt, is de positie van de onregelmatigheid, gedetecteerd door de sensor 11 gekend. Meer bepaald, kan de controller 18 projecteren waar de onregelmatigheid zou terechtkomen in de opeenvolgende segmenten die door de snijinrichting 12 worden gomaakt. Dit laat toe om de controller 18 cen afvoercyclus te laten initialiseren wanneer de onregelmatigheid als potentiee!l problematisch mgeschat wordt. De controller is bij voorkeur voorzien van logica die toelaat in te schatten wanneer een onregelmatigheid, geprojecteerd op con segment of op een plano, potentieel problematisch is. Zo kan bijvoorbeeld op voorhand ingesteld worden dat wanneer cen valse nil zich op cen minder dan voorafbepaalde afstand, bijvoorbeeld 2 cm, bevindt van een gewenste Til, de valse ril problematisch is. Alternatief en/of bijkomend kan de controller 18 geprogrammeerd worden om in te schatten dat wanneer de valse nl zich in het B-segment van de plano 1 bevindt, de valse nil problematisch is. Op basis van de projectie van de valse ril op de segmenten en/of op de tc vormen plano’s, kan de controller een probleemsituatie detecteren. Wanneer de controller cen probleemsituatie detecteert, wordt de afvalevclus geïnihaliseerd.

In dit kader wordt verduidelijkt dat de controller 18 de smipnrichting 12 aanstuurt, om plano’s 1 tc maken, waarbij opeenvolgende plano’s 1 verschillende afmetingen Kunnen hebben.

De verschillende afmetingen zijn gerelateerd aan goederen die mgepakt moeten worden in de doos die door de overeenstemmende plano gevormd wordt, De controller 18 verzamelt informatie over de in te pakken gocderon, meer bepaald over de afmetingen daarvan, on maakt overcenstommende plano’s 1, Daarbij bevat de controller 18 bij voorkeur cen geheugen waarm specificaties van meerdere te vormen plano’s opgenomen is, tijdens gebruik van de sngmrichtmg 12. Deze kennis laat toe om de onregelmatigheid te projecteren on om te bepalen wanneer cen afvalsegment afecvoerd wordt. Het afvalsegment wordt typisch gevormd door cen stuk van de band karton die tussen twee opeenvolgende segmenten het. Door het verwijderen van cen afvalsegment, zuilen de anders opeenvolgende segmenten van elkaar gescheiden worden, met een afstand dic gelijk is aan de lengte van het stuk kartonnen band dat als afvalsegment uitgesneden wordt en afgevoerd wordt. De vakman zal begrijpen dat de grootte van het afvalsegment op verschillende manicren kan bepaald worden. Za kan cen minimumgrootte voorzien worden om hantcren van het afvalsegment te vergemakkelijken. De vakman zal begrijpen dat het hanteren van cen uiterst smalle strook in de snijinrichting 12 moeilijk zou kunnen zijn. De grootic van het afvalscgment kan bepaald worden zodanig dat de onregelmatigheid zich in het afvalsegment bevindt. Alternatief kan de grootte van het afvalsegment bepaald worden op basis van de projectie, met als doel om ervoor te zorgen dat de valse ril buiten sen probleemzones komt te liggen in het segment. Bij een dergelijke configuratie zal de hocveciheid afval kleiner zijn, maar zullen de algoritmes in de controller complexer zijn. Door het afvoeren van het afvalsegment kan ervoor gezorgd worden dat onrogelmatigheden de verdere verwerking door cen vouwmachine van de planc’s 1 niet nadelig beïnvloeden.

Figuur 4 toont een bovenaanzicht van de inrichting ait figuur 3. Figuur 4 toont hoe de sensor 11 operationcel verbonden is met de controller 18. De figuur illastreert verder hoe uit de continue band karton 3 plano’s 1 kunnen gemaakt worden. Dit proces wordt gecontrolcerd door de controller 18, waarbij de controller 18 de specificaties, dit wil zeggen de plaats van de snedes, de afmetingen en de plaats van de nillen, kent en de clementen uit de snijmnchtng 12 aanstuurt.

Figuur 4 illustreert hoe opeenvolgende segmenten van de continue band karton opeenvolgende plano’s 1 kunnen vormen. Verder illustreort figuur 4 een afvalsegment 21 dat zich tussen twee plano’s 1 bevindt. In de uitvoeringsvorm uit figuur 4 bevat het afvalsegment 21 een verbinding 6 die hierboven met verwijzing naar figuur 3 is wtgelegd. Figuur 4 illustreert daarbg hos het afvalsegment 21 kan afgevoerd worden 13. Op basis van bovenstaande beschrijving en op basis van de getoonde figuren zal de vakman bogrijpen dat het afvocren van cen afvalsegment 21 met een voorafbepaalde grootte tot gevolg heeft dat plano’s 1 meer optimaal kunnen gevormd worden. Meer optimaal is gedefineerd als zonder valse rillen in voorafbepaalde zones van de plane 1.

Om afvoer van het afvalsegment 21 tc vergemakkelijken, kan in sommige situaties het afvalsegment 21 zelf ook gesegmenteerd zijn zodat in feite mcerdere afvalsegmonten 21 achter elkaar verwijderd worden.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden.

Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoermgsvormen.

De hierboven beschreven uitvoermgsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het

53 begrip van de uitvinding te vergroten.

De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoermgsvormen die hierm beschreven zijn, maar wordt gedefineerd in de conclusies.

Claims (11)

1. Conclusies |. Een verpakkingsimnchting dic wordt gebruikt om in het algemeen stijf velmateriaal om te zetten in verpakkingssjablonen voor assemblage in dozen of andere verpakkingen, waarbij de mrichtmg omvat: con vouwsysteem dat dwarsvouwen in het velmateriaal vormt, waarbij de dwarsvouwen over het velmateriaal en dwars op de lengte van bet velmateriaal zijn georiënteerd, waarbij het vouwsysteem omvat: cen drukplaat die het velmatenaal ondersteunt; en cen eerste vouwrol die is gepositioneerd boven on is gooriéntcerd over minstens sen gedeelte van de breedte van de drukplaat en dwars op con voorwaartse beweegrichtmg van het velmateriaal, waarbij de eerste vouwrol cen eerste uitsteeksel heeft dat zich radiaal daaruit uitstrekt, waarbij de eerste vouwrol is geconfigureerd om te roteren om het eerste uitsteeksel daarvan in aangriping te brengen met het velmateriaal om cen vouw in het velmateriaal te vormen, waarbü con afstand tussen de drukplaat en het corste uitstceksel kleiner is dan con dikte van het velmateriaal wanneer de eerste vouwrol zo geroteerd is dat het eerste uitsteeksel gericht is naar de drakplaat.
2. 2. Vorpakkingsinrichting volgons conclusie 1, verder omvattende een tweede vouwrol die is gepositioncerd boven en is georiënteerd over mmstens een gedeelte van de breedte van de drukplaat en dwars op de voorwaartse beweegriching van het velmateriaal, waarbij de tweede vouwrol cen tweede uitsteeksel heeft dat zich radiaal daannt uitstrekt, waarbij de tweede vouwrol is geconfigureerd om te roteren om het tweede uitsteeksel met het velmatenaal te koppelen om een vouw in het velmateriaal te vormen.
3. 3. Verpakkingsmrichtmg volgens conclusie 2, waarbij de eerste en tweede vouwrollen naast clkaar zijn geplaatst en onafhankelijk bedienbaar zgn.
4. 4. Verpakkmgsinnchtng volgens conclusie 1, waarbij de cerste vouwrol een cilindnsch lichaam omvat.
5. 3. Verpakkmgsmnchtmg volgens conclusie 1, waarbij cen afstand tussen bet cilmdrische lichaam van de drukplaat gelijk is aan of groter is dan cen dikte van het velmatenaal,
6. 6. Verpakkingsmnichtmg volgens cen van de conclusies 1-3, waarbij de eerste en tweede vouwrollen zijn geconfigureerd om afwisselend het velmateriaal aan te grijpen om daarm vouwen te vormen,
7. 7. Verpakkingsinnchting volgens cen van de conclusies 1-3 of 6, waarbij de cerste en tweede vouwrollen zijn geconfigureerd om gelijktijdig de uitsteeksels naar de druktplaat te roteren en in contact te komen met het velmateriaal om gelijktijdig meerdere vouwen daarm te vormen.
8. 8. Verpakkingsinnchting volgens een van de conclusies 1-7, verder omvattende een aandrijflijn die is geconfigureerd om het velmateriaal door de verpakkmgsinrichting te vooren, waarbij het vouwsysteem is geconfigureerd om vouwen m het velmateriaal te vormen terwijl het veimateriaal doorloopt de verpakkmgsinrchting.
9. 9, Verpakkingsmriching volgens sen van de conclusies 1-5, waarbij de cerste vouwrol en de drukplaat op een afstand van elkaar Liggen zodanig dat het velmateriaal ertussen kan bewegen.
10. 10. Verpakkingsmnichting volgens cen van de conclusies 1-8, waarbij de eerste vouwrol het velmateriaal naar de drukplaat drukt wanneer de cerste vouwrol wordt geroteerd om het eerste uitsteeksel met het velmateriaal te laten aangrijpen om cen vouw in hot velmateniaal te vormen.
11. 11. Verpakkingsinrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de tweede vouwrol en de steunplaat op cen afstand van elkaar liggen zodame dat het velmatenaal ertussen kan bewegen.

    12, Verpakkingsimnchting volgens cen van de conclusies 1-3 of 11, waarbij de tweede vouwrol het velmateriaal naar de drukplaat drukt wanneer de tweede vouwrol wordt gcroteerd om het tweede uitsteeksel met het volmateriaal te laten aangrijpen om cen vouw in het velmateriaal.