BE1027417B1 - Keramische bouwstenen en werkwijze voor het opbouwen van een muurelement - Google Patents

Abstract

Keramische bouwstenen en werkwijze voor het vervaardigen van een muurelement, waarbij deze werkwijze omvat het voorzien van genoemde keramische bouwstenen en het voorzien van een kraan voor het vastgrijpen van deze bouwstenen (1), waarbij deze bouwstenen (1) elk omvatten twee aangrijpdoorgangen (2) die zich op een eerste afstand (D) van elkaar uitstrekken en waarbij de kraan een aangrijpeenheid (3) met twee aangrijpelementen (4) omvat, die elk worden aangebracht in een genoemde aangrijpdoorgang (2) voor het zo vastgrijpen en plaatsen van deze bouwstenen (1), waarbij twee bouwstenen (1) tegenaan elkaar liggend worden voorzien en de twee tegenover elkaar gelegen en opeenvolgende aangrijpdoorgangen van de respectievelijke twee bouwstenen zich op een afstand (D) van elkaar uitstrekken die nagenoeg gelijk is aan de eerste afstand (D) zodat de aangrijpelementen (4) van de aangrijpeenheid (3) aanbrengbaar zijn in beide aangrijpdoorgangen (2) van één bouwsteen (1) en ook aanbrengbaar zijn in genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2) voor het tegelijkertijd vastgrijpen en verplaatsen van twee bouwstenen (1) door de kraan.

Description

KERAMISCHE BOUWSTENEN EN WERKWIJZE VOOR HET

OPBOUWEN VAN EEN MUURELEMENT Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze voor het vervaardigen van een muurelement, waarbij deze werkwijze omvat het voorzien van nagenoeg identieke keramische bouwstenen en het voorzien van een kraan voor het vastgrijpen van en voor het naast en boven elkaar plaatsen van deze bouwstenen ter vorming van een opstaand muurelement, waarbij deze bouwstenen balkvormig zijn en zich elk uitstrekken volgens een hoogterichting, een lengterichting en een breedterichting, en elk omvatten twee aangrijpdoorgangen die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting over de volledige hoogte van de bouwsteen en die zich op een eerste afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting en waarbij de kraan een aangrijpeenheid met twee aangrijpelementen omvat, waarbij deze aangrijpelementen elk worden aangebracht in een genoemde aangrijpdoorgang voor het zo vastgrijpen en plaatsen van deze bouwstenen.

Anderzijds betreft deze uitvinding keramische bouwstenen voor het opbouwen van een muurelement, waarbij deze bouwstenen nagenoeg identiek zijn en zich uitstrekken volgens een hoogterichting, een lengterichting en een breedterichting, en waarbij elke bouwsteen twee aangrijpdoorgangen omvat die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting over de volledige hoogte van de bouwsteen en die zich op een eerste afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting.

De term muurelement kan wijzen op een volledige muur, maar kan ook wijzen op een gedeelte van een muur. Twee muurelementen kunnen samen een hoek vormen en bijvoorbeeld in elkaar hakende bouwstenen hebben ter vorming van een stevige verbinding tussen de muurelementen. Deze muurelementen kunnen ononderbroken zijn, maar er kunnen zich ook openingen bevinden in deze muurelementen en dit bijvoorbeeld voor het plaatsen van ramen en/of deuren.

De keramische bouwstenen zijn bijvoorbeeld snelbouwstenen. Snelbouwstenen worden veelvuldig gebruikt om binnenmuren en dergelijke op te trekken.

Bij het vervaardigen van muurelementen is tijd een belangrijke factor.

Zo is het gewenst om muurelementen snel op te trekken, dit om de totale bouwtijd voor het optrekken van gebouwen laag te houden en ook om de arbeidskosten laag te houden.

Om muurelementen sneller op te trekken, wordt er nu reeds gebruik gemaakt van keramische bouwstenen met grotere volumes, dus grotere bouwstenen.

Grotere bouwstenen betekent ook zwaardere bouwstenen.

Vanaf een bepaald gewicht is het niet meer wenselijk om deze bouwstenen handmatig te gaan optillen en kan er gebruik worden gemaakt van een kraan.

De kraan en de bouwstenen zijn hier dan zo uitgevoerd dat de kraan eenvoudig de bouwstenen kan gaan vastgrijpen en op de gewenste positie kan gaan brengen.

Zo zijn de bouwstenen bijvoorbeeld voorzien van aangrijpdoorgangen en is de kraan voorzien van corresponderende aangrijpelementen.

Door relatief grote bouwstenen en een kraan te gebruiken, kan men nu reeds muurelementen sneller gaan optrekken.

Echter het optrekken van muurelementen neemt nog steeds relatief veel tijd in beslag en is nog steeds arbeidsintensief.

Het is dan ook een doel van de uitvinding om muurelementen sneller te kunnen opbouwen en dit om tijd en arbeidskosten te besparen.

Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze zoals weergegeven in de eerste paragraaf van deze beschrijving, waarbij de bouwstenen zo worden voorzien dat minstens twee bouwstenen nagenoeg tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken en dat de bouwstenen zo zijn uitgevoerd dat de twee tegenover elkaar gelegen en opeenvolgende aangrijpdoorgangen van de respectievelijke twee bouwstenen zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting die nagenoeg gelijk is aan de eerste afstand zodat de aangrijpelementen van de aangrijpeenheid aanbrengbaar zijn in beide aangrijpdoorgangen van één bouwsteen en ook aanbrengbaar zijn in de genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen en dat tijdens het naast en boven elkaar plaatsen van de bouwstenen, de aangrijpelementen worden aangebracht in de genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen zodat de kraan de genoemde twee bouwstenen tegelijkertijd vastgrijpt en verplaatst.

Met twee bouwstenen die nagenoeg tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken, wordt aangeduid dat de lengterichtingen van deze bouwstenen zich nagenoeg in elkaars verlengde uitstrekken en dat de bouwstenen zich nagenoeg niet uitstrekken voorbij elkaar gezien volgens de breedterichting en de hoogterichting.

Hier zal men dan twee of meerdere bouwstenen per twee gaan vastgrijpen en verplaatsen door de kraan, waardoor muurelementen sneller kunnen worden opgebouwd en er dus minder arbeidsuren nodig zijn om een muurelement te gaan opbouwen. De bouwstenen worden hier bovendien zo voorzien dat minstens twee bouwstenen nagenoeg tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken.

Zijwanden van de respectievelijke bouwstenen die zich uitstrekken volgens de hoogterichting en de breedterichting leunen dus nagenoeg volledig tegen elkaar aan. Dit is ook de positie van deze bouwstenen ten opzichte van elkaar wanneer ze zich in het muurelement bevinden, waardoor men hier enkel deze twee bouwstenen zo moet gaan verplaatsen dat de twee bouwstenen niet ten opzichte van elkaar gaan bewegen. Met behulp van de kraan is dit hier zeer eenvoudig, net omdat de afstand tussen de genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen nagenoeg overeenkomt met de eerste afstand. Bij voorkeur zal men hier zo veel als mogelijk de bouwstenen per twee gaan vastgrijpen en verplaatsen. Bij de randen van het te vormen muurelement of op andere plaatsen is er bijvoorbeeld maar plaats voor één bouwsteen. Gezien men hier met dezelfde kraan één bouwsteen kan gaan verplaatsen en ook twee bouwstenen kan gaan verplaatsen, kan het vervaardigen van het muurelement zeer vlot verlopen en dit zonder dat er bijkomende kranen nodig zijn. Gezien men hier met een kraan werkt, is deze werkwijze uitermate geschikt om een muurelement te vervaardigen omvattende relatief grote bouwstenen, zijnde zogenaamde XL-bouwstenen die een lengte hebben van meer dan 30 cm en een hoogte hebben van meer dan 30 cm. Bij voorkeur worden de bouwstenen zo geleverd op de bouwwerf dat er reeds meerdere sets van twee bouwstenen aanwezig zijn die zo tegenaan elkaar liggen zoals hierboven weergegeven. Zo kan men voorzien in palletten omvattende meerdere dergelijke sets van twee bouwstenen en deze palletten dan gaan plaatsen op een bouwwerf. Zo kunnen de bouwstenen bijvoorbeeld een lengte van nagenoeg 50 cm, waarbij deze bouwstenen dan per twee naast elkaar geplaatst worden op een pallet met een afmeting van bijvoorbeeld 1 m op 1,20 m.

Wanneer de stenen dan bijvoorbeeld een hoogte hebben van nagenoeg 50 cm, kan men dan eenvoudig met twee handelingen, zijnde tweemaal het vastgrijpen en verplaatsen van twee genoemde bouwstenen, 1 m’ muurelement gaan opbouwen, waardoor het opbouwen van het muurelement zeer snel kan gaan plaatsvinden.

Naast de genoemde identieke keramische bouwstenen, kan men nog voorzien in andere (keramische) bouwstenen en dit om bijvoorbeeld eenvoudig muurelementen op te trekken met de gewenste lengte, de gewenste openingen, enz.

Zo kan men bijvoorbeeld voorzien in passtukken met een bijvoorbeeld een geringere lengte, waarbij deze passtukken dan bijvoorbeeld eenvoudig op maat te verzagen zijn.

Om de verschillende bouwstenen goed met elkaar te verbinden, kan er gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld lijm.

Men kan er hier voor kiezen om enkel lijm aan te brengen op de bovenkant van de bouwstenen zodat de verschillende lagen bouwstenen goed met elkaar verbonden zijn.

Men kan er echter ook voor kiezen om bijkomend lijm aan te brengen op zijkanten van bouwstenen om zo ook bouwstenen in éénzelfde laag goed met elkaar te verbinden.

Bij voorkeur worden de genoemde twee bouwstenen die tezamen worden vastgegrepen en verplaatst door de kraan niet rechtstreeks via lijm met elkaar verbonden, gezien dit extra tijd in beslag zou nemen.

Verder bij voorkeur zijn de bouwstenen voorzien van corresponderende tanden en groeven zodat de bouwstenen die zich in één laag bevinden goed in elkaar aangrijpen.

Deze tanden en groeven helpen er bovendien mee voor zorgen dat tijdens het verplaatsen van twee genoemde bouwstenen door de kraan, deze twee bouwstenen niet ongewenst uit elkaar gaan bewegen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de bouwstenen perforaties die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting en doorgangen vormen van de bouwsteen, waarbij de oppervlakken van doorsnedes van deze perforaties, gezien volgens een vlak loodrecht op de hoogterichting, kleiner zijn dan de oppervlakken van de corresponderende doorsnedes van de aangrijpdoorgangen.

Deze perforaties zorgen dat de bouwstenen niet meer materiaal omvatten dan nodig voor de stevigheid en zorgen er ook voor dat de bouwstenen niet te zwaar zijn, zodat men niet hoeft te voorzien in al te krachtige kranen. Bij voorkeur zijn deze perforaties en de aangrijpelementen zodanig uitgevoerd, dat de aangrijpelementen zich niet kunnen 5 begeven in de perforaties, zodanig dat de bouwstenen steeds goed worden vastgegrepen door de kraan en ook eenvoudig op de gewenste positie kunnen worden geplaatst door de kraan.

Bij voorkeur zijn de aangrijpdoorgangen zo uitgevoerd dat de aangrijpdoorgangen ook dienst kunnen doen als handvat. De aangrijpdoorgangen kunnen dan zo zijn uitgevoerd dat in elke aangrijpdoorgang aanbrengbaar is, 4 vingers van een volwassen man en/of een duim van een volwassen man. Dit is gewenst wanneer men de bouwstenen ook wenst te verplaatsen met de hand. De bouwstenen kunnen bijvoorbeeld zo worden uitgevoerd dat één bouwsteen nog net verplaatsbaar is met de hand. Wanneer men dan één bouwsteen wenst te verplaatsen en dit zonder gebruik te maken van de kraan, kan met behulp van de aangrijpdoorgangen de bouwsteen handmatig gaan vastgrijpen en verplaatsen.

In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevinden de voorziene bouwstenen zich op palletten, waarbij de bouwstenen zo gestapeld zijn op deze palletten dat er zich meerdere sets van twee tegenaan elkaar gelegen bouwstenen bevinden, waarbij de twee bouwstenen van elk set nagenoeg tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken. Hier hoeft men dan enkel palletten met bouwstenen te gaan plaatsen op de bouwwerf en kan men twee genoemde stenen tegelijkertijd en rechtstreeks vanop de pallet gaan vastgrijpen en verplaatsen met de kraan, waardoor het opbouwen van een muurelement zeer efficiënt en snel kan gaan plaatsvinden.

Verder bij voorkeur grijpt vast en verplaatst de kraan het merendeel van de bouwstenen van de meerdere sets van twee tegenaan elkaar gelegen bouwstenen, per twee. Uiteraard kan de kraan ook één of meerdere bouwstenen één per één gaan vastgrijpen en verplaatsen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de bouwstenen elk slechts twee genoemde aangrijpdoorgangen.

Dit is een eenvoudige uitvoering.

Een kraan omvattende slechts twee aangrijpelementen is hier ook zeer geschikt.

Verder bij voorkeur strekken de centra van de aangrijpdoorgangen gezien volgens de lengterichting, zich respectievelijk uit ter hoogte van nagenoeg 1/4 en van nagenoeg 3/4 van de corresponderende afmeting van de bouwsteen.

Een dergelijke bouwsteen kan nagenoeg symmetrisch worden uitgevoerd.

Er kan een afwijking zijn met betrekking tot de symmetrie indien de bouwstenen een tand- en groef systeem omvatten voor het naast elkaar plaatsen van de bouwstenen gezien volgens de lengterichting.

In een specifieke uitvoeringsvorm zijn de bouwstenen balkvormig en zijn de zijwanden van de bouwstenen die zich uitstrekken volgens de hoogterichting en de breedterichting, respectievelijk voorzien van één of meerdere uitsparingen en één of meerdere uitsteeksels, waarbij deze één of meerdere uitsparingen corresponderen aan de één of meerdere uitsteeksels en dat twee genoemde bouwstenen zo worden geplaatst dat de één of meerdere uitsteeksels van de ene bouwsteen aangrijpen in de één of meerdere uitsparingen van de andere bouwsteen.

Deze uitsparingen kunnen aangeduid worden met de term groeven en de uitsteeksels kunnen worden aangeduid met de term tanden.

Gezien de één of meerdere uitsteeksels van een genoemde bouwsteen aangrijpen in corresponderende één of meerdere groeven van de opeenvolgende bouwsteen, zijn de bouwstenen van één laag bouwstenen goed met elkaar verbonden.

Specifiek worden één of meerdere passtuk bouwstenen voorzien voor het opvullen van gaten in het muurelement die kleiner zijn dan de eerstgenoemde bouwstenen, waarbij deze passtuk bouwstenen zich uitstrekken volgens een lengterichting, een hoogterichting een breedterichting, waarbij de afmetingen van de passtuk bouwstenen volgens de hoogterichting en de breedterichting nagenoeg overeenkomen met de corresponderende afmetingen van de eerstgenoemde bouwstenen en waarbij de afmeting van de passtuk bouwstenen volgens de lengterichting kleiner is dan de corresponderende afmeting van de eerstgenoemde bouwstenen.

Het doel van de uitvinding wordt ook bereikt door te voorzien in keramische bouwstenen voor het opbouwen van een muurelement, waarbij deze bouwstenen nagenoeg identiek zijn en zich uitstrekken volgens een hoogterichting, een lengterichting en een breedterichting, en waarbij elke bouwsteen twee aangrijpdoorgangen omvat die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting over de volledige hoogte van de bouwsteen en die zich op een eerste afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting, waarbij, bij twee bouwstenen die nagenoeg tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde liggen, de afstand tussen de opeenvolgende en tegenover elkaar gelegen aangrijpdoorgangen van de twee genoemde bouwstenen nagenoeg gelijk is aan de eerste afstand.

Een kraan die twee aangrijpelementen omvat die geschikt zijn om in respectievelijke aangrijpdoorgangen van één bouwsteen aan te grijpen om zo deze bouwsteen vast te grijpen en te verplaatsen, zal hier ook geschikt zijn om twee genoemde tegen elkaar aanliggende bouwstenen vast te grijpen.

Deze keramische bouwstenen zijn dan ook zeer geschikt om de werkwijze zoals hierboven weergegeven mee uit voeren.

Bij voorkeur is de lengte van deze bouwstenen minstens 30 cm en is de hoogte van deze bouwstenen minstens 30 cm.

Bij voorkeur omvatten de bouwstenen perforaties die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting en doorgangen vormen van de bouwstenen, waarbij de oppervlakken van doorsnedes van deze perforaties gezien volgens een vlak loodrecht op de hoogterichting kleiner zijn dan de oppervlakken van de corresponderende doorsnedes van de aangrijpdoorgangen.

De perforaties zorgen voor een gewichtsbeperking van de bouwstenen en dit zonder de sterkte van de bouwstenen al te sterk in te perken.

Doordat de aangrijpdoorgangen groter zijn uitgevoerd dan de perforaties, zal men voor het vastgrijpen van de bouwstenen eerder geneigd zijn de aangrijpdoorgangen te gebruiken.

De aangrijpdoorgangen zijn bij voorkeur zo uitgevoerd dat de aangrijpdoorgangen ook dienst kunnen doen als handvat.

Met andere woorden, men kan de bouwstenen met behulp van een kraan gaan verplaatsen, maar ook handmatig.

Bij voorkeur omvatten de bouwstenen elk slechts twee genoemde aangrijpdoorgangen. Zo omvatten de gebruikte kranen meestal slechts twee aangrijpelementen. Mensen omvatten ook slechts twee handen. Deze aangrijpdoorgangen zijn bij voorkeur symmetrisch opgesteld zodat de bouwstenen stabiel kunnen worden vastgegrepen.

Verder bij voorkeur strekken de aangrijpdoorgangen zich respectievelijk uit ter hoogte van nagenoeg Y% en van nagenoeg % van de afmeting van de bouwsteen gezien volgens de lengterichting.

In een specifieke uitvoeringsvorm zijn de bouwstenen balkvormig en zijn de zijwanden van de bouwstenen die zich uitstrekken volgens de hoogterichting en de lengterichting, respectievelijk voorzien van één of meerdere uitsparingen en één of meerdere uitsteeksels, waarbij deze één of meerdere uitsparingen corresponderen aan de één of meerdere uitsteeksels. Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een werkwijze en keramische bouwstenen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten. In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij figuur 1 een bovenaanzicht is van een keramische bouwsteen volgens de uitvinding; ‘figuur 2 een bovenaanzicht is van twee keramische bouwstenen zoals weergegeven in figuur 1, waarbij deze bouwstenen tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken; figuur 3 een perspectiefvoorstelling is van de keramische bouwsteen weergegeven in figuur 1;

figuur 4 een perspectiefvoorstelling is van de twee keramische bouwstenen weergegeven in figuur 2; figuur 5 een schematische weergave is van een muurelement tijdens het opbouwen ervan, waarbij twee keramische bouwstenen, zoals weergegeven in figuur 4 vastgegrepen worden door een kraan; figuur 6 een schematische weergave is van hetgeen weergegeven is in figuur 5 en dit tijdens een verdere stap van de opbouw van het muurelement, waarbij de door de kraan vastgegrepen bouwstenen zijn opgetild door de kraan; figuur 7 een schematische weergave is van hetgeen weergegeven is in figuur 6 en dit tijdens een verdere stap van de opbouw van het muurelement waarbij de door de kraan vastgegrepen bouwstenen in de nabijheid zijn gebracht van de plaats waar de bouwstenen dienen te komen; figuur 8 een schematische weergave is van hetgeen weergegeven is in figuur 7 en dit tijdens een verdere stap van de opbouw van het muurelement, waarbij de door de kraan vastgegrepen bouwstenen zijn aangebracht op de gewenste plaats en de kraan de bouwstenen terug heeft losgelaten; figuur 9 een perspectiefvoorstelling is van een bouwsteen zoals weergegeven in de figuren 1 tot 8 en een gedeelte van een kraan en dit tijdens het vastgrijpen van de bouwsteen door de kraan.

In de figuren 5 tot 9 wordt schematisch weergegeven hoe een muurelement met behulp van nagenoeg identieke keramische bouwstenen (1) kan worden opgebouwd. De figuren 1 tot 4 geven deze bouwstenen (1) weer. De bouwstenen (1) zijn balkvormig en strekken zich elk uit volgens een hoogterichting (A), een lengterichting (B) en breedterichting (C). Verder omvatten deze bouwstenen (1) elk twee aangrijpdoorgangen (2) die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting (A) over de volledige hoogte van de bouwsteen (1) en die zich op een eerste afstand (D) van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting (B). Elke bouwsteen (1) omvat slechts twee genoemde aangrijpdoorgangen (2). Deze aangrijpdoorgangen (2) zijn nagenoeg identiek en hebben steeds nagenoeg dezelfde doorsnede loodrecht op de hoogterichting (A) en dit over de volledige hoogte van de bouwsteen (1). Verder omvatten de bouwstenen (1) elk meerdere perforaties (5) die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en doorgangen vormen van de bouwsteen (1), waarbij de oppervlakken van doorsnedes van deze perforaties (5) gezien volgens een vlak loodrecht op de hoogterichting (A) kleiner zijn dan de oppervlakken van de corresponderende doorsnedes van de aangrijpdoorgangen (2). De dimensies van de perforaties (5) en de dimensies van de aangrijpdoorgangen (2) zijn zodanig dat een volwassen hand kan aangrijpen in een aangrijpdoorgang (2) en dat dus bijvoorbeeld 4 vingers en/of een duim aanbrengbaar zijn in een genoemde aangrijpdoorgang (2), maar dat een volwassen hand niet aanbrengbaar is in een perforatie (5), zodat de aangrijpdoorgangen (2) bruikbaar zijn voor het optillen van de bouwstenen (1) en de perforaties (5) niet gebruikt worden voor het optillen van de bouwstenen (1) en dus voornamelijk zorgen voor gewichtsreductie.

Voor het optillen van de bouwstenen (1) zal men hier gebruik maken van een kraan omvattende een aangrijpeenheid (3) met twee aangrijpelementen (4) (zie verder). De dimensies van de perforaties (5) en de dimensies van de aangrijpdoorgangen (2) zijn ook zodanig dat een genoemd aangrijpelement (4) aanbrengbaar is in een genoemde aangrijpdoorgang (2), maar dat een genoemd aangrijpelement (4) niet aanbrengbaar is in een perforatie (5), zodat enkel de aangrijpdoorgangen (2) bruikbaar zijn voor het optillen van de bouwstenen (1) met behulp van de genoemde kraan.

Verder zijn de zijwanden (8a, 8b) van de bouwstenen (1) die zich uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en de breedterichting (C) respectievelijk voorzien van een uitsparing (6), zijnde een groef (6), en een uitsteeksel (7), waarbij dit uitsteeksel (7) correspondeert met de groef (6). Hierdoor kan men bij het opbouwen van een muurelement, twee genoemde bouwstenen (1) zo gaan plaatsen dat het uitsteeksel (7) van de ene bouwsteen (1) aangrijpt in de groef (6) van de andere bouwsteen (1) en dit op een zodanige wijze dat de lengterichtingen (B) van de bouwstenen (1) zich in elkaars verlengde uitstrekken en deze bouwstenen (1) over nagenoeg hun volledige breedte en hoogte tegenaan elkaar aanleunen.

Respectievelijke zijwanden (8a, 8b) van twee tegenaan elkaar geplaatste bouwstenen (1), die zich uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en de breedterichting (C) leunen hier dus tegen elkaar aan.

De bouwstenen (1) zijn verder zo uitgevoerd dat wanneer twee bouwstenen (1) tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken, de twee tegenover elkaar gelegen en opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2) van de respectievelijke twee bouwstenen (1) zich op een afstand (D) van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting (B) die nagenoeg gelijk is aan de eerste afstand (D). In figuren 2 en 4 zijn enkel de genoemde opeenvolgende doorgangen (2) aangeduid met een cijfer en dit om duidelijk te maken dat de afstand (D) tussen deze doorgangen (2) ook de genoemde eerste afstand (D) is.

Met andere woorden de afstand (D) tussen de opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2) van een rij openvolgende bouwstenen (1) en op elkaar aansluitende bouwstenen (1) waarbij de bouwstenen (1) zich allen volgens dezelfde lengterichting (B) uitstrekken is hier steeds nagenoeg gelijk aan de eerste afstand (D). Om een muurelement op te bouwen met behulp van de bouwstenen (1) weergegeven in de figuren wordt er gebruik gemaakt van een kraan.

Deze kraan omvat een aangrijpeenheid (3) die twee aangrijpelementen (4) omvat.

Deze aangrijpeenheid (3) is zo uitgevoerd dat de aangrijpelementen (4) van de aangrijpeenheid (3) aanbrengbaar zijn in beide aangrijpdoorgangen (2) van één bouwsteen (1) voor het optillen van één bouwsteen (1) (zie figuur 9). Gezien de afstand (D) tussen genoemde opeenvolgende doorgangen (2) van twee genoemde tegenaan elkaar liggende bouwstenen (1) overeenkomt met de eerste afstand (D), zijn de aangrijpelementen (4) ook aanbrengbaar in genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2). Men kan er hier dan ook voor opteren om deze twee bouwstenen (1) tegelijkertijd vast te grijpen en zo tegelijkertijd te gaan verplaatsen voor het opbouwen van het muurelement.

In figuur 5 is zichtbaar dat de aangrijpelementen (4) zijn aangebracht in genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2) van twee bouwstenen (1). In figuur 6 zijn de aangrijpelementen (4) vastgezet op de twee bouwstenen (1) en zijn de twee bouwstenen (1) opgetild en in figuur 7 zijn de twee bouwstenen (1) gebracht boven de positie waar ze dienen te komen.

In figuur 8 hebben de twee bouwstenen (1) de gewenste positie in het muurelement en zijn de aangrijpelementen (4) terug losgemaakt van de twee bouwstenen (1).

Eventueel kunnen er een aantal kleinere bouwstenen worden voorzien voor het opvullen van kleinere gaten in het muurelement.

Deze kleinere bouwstenen kunnen worden aangeduid met de term passtukken.

In de figuren worden er geen passtukken weergegeven.

Wanneer er geen passtukken worden voorzien, kan men de bovengenoemde nagenoeg identieke bouwstenen (1) gaan doorzagen tot de gewenste lengte bereikt is.

Claims (15)

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een muurelement, waarbij deze werkwijze omvat het voorzien van nagenoeg identieke keramische bouwstenen (1) en het voorzien van een kraan voor het vastgrijpen van en voor het naast en boven elkaar plaatsen van deze bouwstenen (1) ter vorming van een opstaand muurelement, waarbij deze bouwstenen (1) balkvormig zijn en zich elk uitstrekken volgens een hoogterichting (A), een lengterichting (B) en een breedterichting (C), en elk omvatten twee aangrijpdoorgangen (2) die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting (A) over de volledige hoogte van de bouwsteen (1) en die zich op een eerste afstand (D) van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting (B) en waarbij de kraan een aangrijpeenheid (3) met twee aangrijpelementen (4) omvat, waarbij deze aangrijpelementen (4) elk worden aangebracht in een genoemde aangrijpdoorgang (2) voor het zo vastgrijpen en plaatsen van deze bouwstenen (1), met het kenmerk dat de bouwstenen (1) zo worden voorzien dat minstens twee bouwstenen (1) nagenoeg tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken en dat de bouwstenen (1) zo zijn uitgevoerd dat de twee tegenover elkaar gelegen en opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2) van de respectievelijke twee bouwstenen (1) zich op een afstand (D) van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting (B) die nagenoeg gelijk is aan de eerste afstand (D) zodat de aangrijpelementen (4) van de aangrijpeenheid (3) aanbrengbaar zijn in beide aangrijpdoorgangen (2) van één bouwsteen (1) en ook aanbrengbaar zijn in de genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2) en dat tijdens het naast en boven elkaar plaatsen van de bouwstenen (1), de aangrijpelementen (4) worden aangebracht in de genoemde opeenvolgende aangrijpdoorgangen (2) zodat de kraan de genoemde twee bouwstenen (1) tegelijkertijd vastgrijpt en verplaatst.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de bouwstenen (1) perforaties (5) omvatten die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en doorgangen vormen van de bouwsteen (1), waarbij de oppervlakken van doorsnedes van deze perforaties (5), gezien volgens een vlak loodrecht op de hoogterichting (A), kleiner zijn dan de oppervlakken van de corresponderende doorsnedes van de aangrijpdoorgangen (2).

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de aangrijpdoorgangen (2) zo zijn uitgevoerd dat de aangrijpdoorgangen (2) ook dienst kunnen doen als handvat.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de voorziene bouwstenen (1) zich op palletten bevinden, waarbij de bouwstenen (1) zo gestapeld zijn op deze palletten dat er zich meerdere sets bevinden van twee tegenaan elkaar gelegen bouwstenen (1) die zich in elkaars verlengde uitstrekken.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de kraan het merendeel van de bouwstenen (1) van de meerdere sets van twee tegenaan elkaar gelegen bouwstenen (1), per twee vastgrijpt en verplaatst.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bouwstenen (1) elk slechts twee genoemde aangrijpdoorgangen (2) omvatten.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de centra van de aangrijpdoorgangen (2) gezien volgens de lengterichting (B), zich respectievelijk uitstrekken ter hoogte van nagenoeg 4 en van nagenoeg % van de corresponderende afmeting van de bouwsteen (1).

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de de zijwanden (8a, 8b) van de bouwstenen (1) die zich uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en de breedterichting (C) respectievelijk voorzien zijn van één of meerdere uitsparingen (6) en één of meerdere uitsteeksels (7), waarbij deze één of meerdere uitsparingen (6) corresponderen aan de één of meerdere uitsteeksels (7) en dat twee genoemde bouwstenen (1) zo worden geplaatst dat de één of meerdere uitsteeksels (7) van de ene bouwsteen (1) aangrijpen in de één of meerdere uitsparingen (6) van de andere bouwsteen (1).

9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat één of meerdere passtuk bouwstenen worden voorzien voor het opvullen van gaten in het muurelement die kleiner zijn dan de eerstgenoemde bouwstenen (1), waarbij deze passtuk bouwstenen zich uitstrekken volgens een lengterichting, een hoogterichting een breedterichting, waarbij de afmetingen van de passtuk bouwstenen volgens de hoogterichting en de breedterichting nagenoeg overeenkomen met de corresponderende afmetingen van de eerstgenoemde bouwstenen (1) en waarbij de afmeting van de passtuk bouwstenen volgens de lengterichting kleiner is dan de corresponderende afmeting van de eerstgenoemde bouwstenen (1).

10. Keramische bouwstenen (1) voor het opbouwen van een muurelement, waarbij deze bouwstenen (1) nagenoeg identiek zijn en zich uitstrekken volgens een hoogterichting (A), een lengterichting (B) en een breedterichting (C), en waarbij elke bouwsteen (1) twee aangrijpdoorgangen (2) omvat die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting (A) over de volledige hoogte van de bouwsteen (1) en die zich op een eerste afstand (D) van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting (B), met het kenmerk dat, bij twee bouwstenen (1) die nagenoeg tegenaan elkaar liggen en zich in elkaars verlengde uitstrekken, de afstand (D) tussen de opeenvolgende en tegenover elkaar gelegen aangrijpdoorgangen (2) van de twee genoemde bouwstenen (1) nagenoeg gelijk is aan de eerste afstand (D).

11. Keramische bouwstenen (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de bouwstenen (1) perforaties (5) omvatten die zich nagenoeg uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en doorgangen vormen van de bouwstenen (1), waarbij de oppervlakken van doorsnedes van deze perforaties (5) gezien volgens een vlak loodrecht op de hoogterichting (A) kleiner zijn dan de oppervlakken van de corresponderende doorsnedes van de aangrijpdoorgangen (2).

12. Keramische bouwstenen (1) volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk dat de aangrijpdoorgangen (2) zo zijn uitgevoerd dat de aangrijpdoorgangen (2) ook dienst kunnen doen als handvat.

13. Keramische bouwstenen (1) volgens één of meerdere van de conclusies 10 tot 12, met het kenmerk dat de bouwstenen (1) elk slechts twee genoemde aangrijpdoorgangen (2) omvatten.

14. Keramische bouwstenen (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de aangrijpdoorgangen (2) zich respectievelijk uitstrekken ter hoogte van nagenoeg 44 en van nagenoeg % van de afmeting van de bouwsteen (1) gezien volgens de lengterichting (B).

15. Keramische bouwstenen (1) volgens één van de conclusies 10 tot 14, met het kenmerk dat de bouwstenen (1) balkvormig zijn en de zijwanden (8a, 8b) van de bouwstenen (1) die zich uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en de breedterichting (C), respectievelijk voorzien zijn van één of meerdere uitsparingen (6) en één of meerdere uitsteeksels (7), waarbij deze één of meerdere uitsparingen (6) corresponderen aan de één of meerdere uitsteeksels (7).