BE1027059A1 - Gecoate kaasproducten - Google Patents

Gecoate kaasproducten Download PDF

Info

Publication number
BE1027059A1
BE1027059A1 BE20195106A BE201905106A BE1027059A1 BE 1027059 A1 BE1027059 A1 BE 1027059A1 BE 20195106 A BE20195106 A BE 20195106A BE 201905106 A BE201905106 A BE 201905106A BE 1027059 A1 BE1027059 A1 BE 1027059A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
dairy
layer
dairy product
coating layer
coating
Prior art date
Application number
BE20195106A
Other languages
English (en)
Inventor
Waele Wim De
Original Assignee
Natural Pack Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Natural Pack Bvba filed Critical Natural Pack Bvba
Priority to BE20195106A priority Critical patent/BE1027059A1/nl
Priority to EP20158015.6A priority patent/EP3695728A1/en
Publication of BE1027059A1 publication Critical patent/BE1027059A1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23CDAIRY PRODUCTS, e.g. MILK, BUTTER OR CHEESE; MILK OR CHEESE SUBSTITUTES; MAKING THEREOF
    • A23C19/00Cheese; Cheese preparations; Making thereof
    • A23C19/06Treating cheese curd after whey separation; Products obtained thereby
    • A23C19/09Other cheese preparations; Mixtures of cheese with other foodstuffs
    • A23C19/0908Sliced cheese; Multilayered or stuffed cheese; Cheese loaves
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23CDAIRY PRODUCTS, e.g. MILK, BUTTER OR CHEESE; MILK OR CHEESE SUBSTITUTES; MAKING THEREOF
    • A23C19/00Cheese; Cheese preparations; Making thereof
    • A23C19/06Treating cheese curd after whey separation; Products obtained thereby
    • A23C19/068Particular types of cheese
    • A23C19/08Process cheese preparations; Making thereof, e.g. melting, emulsifying, sterilizing
    • A23C19/084Treating the curd, or adding substances thereto, after melting
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L29/00Foods or foodstuffs containing additives; Preparation or treatment thereof
    • A23L29/20Foods or foodstuffs containing additives; Preparation or treatment thereof containing gelling or thickening agents
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23PSHAPING OR WORKING OF FOODSTUFFS, NOT FULLY COVERED BY A SINGLE OTHER SUBCLASS
    • A23P20/00Coating of foodstuffs; Coatings therefor; Making laminated, multi-layered, stuffed or hollow foodstuffs
    • A23P20/20Making of laminated, multi-layered, stuffed or hollow foodstuffs, e.g. by wrapping in preformed edible dough sheets or in edible food containers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23PSHAPING OR WORKING OF FOODSTUFFS, NOT FULLY COVERED BY A SINGLE OTHER SUBCLASS
    • A23P30/00Shaping or working of foodstuffs characterised by the process or apparatus
    • A23P30/20Extruding
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23CDAIRY PRODUCTS, e.g. MILK, BUTTER OR CHEESE; MILK OR CHEESE SUBSTITUTES; MAKING THEREOF
    • A23C2250/00Particular aspects related to cheese
    • A23C2250/10Cheese characterised by a specific form

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Dairy Products (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een zuivelproduct voorzien van minstens twee lagen, waarbij een eerste laag een vlakke zuivellaag is en waarbij een tweede laag een coatinglaag is, met het kenmerk dat de zuivellaag een eerste geleringsagent en een zuivelcomponent omvat en de coatinglaag een tweede geleringsagent, een verdikkingsmiddel, en een coatingcomponent omvat. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een productiemethode voor het zuivelproduct, de methode omvattende de extrusie van de vlakke zuivellaag en de coatinglaag, waarbij de vlakke zuivellaag en de coatinglaag bij voorkeur worden geëxtrudeerd en/of afgevuld in de verpakking, en waarbij de extrusie bij voorkeur gebeurt bij een temperatuur van minstens 70 °C. De uitvinding heeft verder ook betrekking op een verpakking omvattende het zuivelproduct.

Description

GECOATE KAASPRODUCTEN
TECHNISCH DOMEIN De onderhavige uitvinding betreft een zuivelproduct voorzien van minstens twee lagen, een verpakking omvattende het zuivelproduct, en een methode voor de productie van het zuivelproduct.
STAND DER TECHNIEK Verpakte zuivelproducten zijn algemeen bekend in de prior-art en worden vaak gebruikt als beleg of vullingen voor sandwiches. Dergelijke zuivelproducten zijn echter homogeen van smaak en uitzicht. Er is echter een steeds toenemende vraag naar nieuwe combinaties van smaken en texturen. In het bijzonder betreffende zuivelproducten. Dergelijke zuivelproducten zijn onder meer gekend uit US 6 814 996. US ‘996 beschrijft een samengesteld kaasproduct bestaande uit minstens twee discrete lagen, waarbij minstens één laag kaas omvat, bijvoorbeeld verse kaas, en minstens één laag een andere eetbare samenstelling omvat. Deze eetbare samenstelling kan bestaan uit een andere kaas, groenten, vlees, fruit, noten, kruiden, of combinaties hiervan. Consumenten stellen echter vast dat de samengestelde kaasproducten beschreven in US ‘996 onvoldoende versnijbaar zijn. Deze slechte versnijbaarheid is te wijten aan de inferieure hechting van de verschillende discrete lagen en de beperkte vormvastheid van de samengestelde kaasproducten. Meer in het bijzonder hechten de verschillende discrete lagen niet goed aan elkaar. Dergelijke zuivelproducten zijn ook onder meer gekend uit FR 2 959 102. FR ‘102 beschrijft een kaaspraline, ofwel een samengesteld kaasproduct, bestaande uit een kaasfractie enerzijds en een fruit- of groentefractie anderzijds. In de fruit- of groentefractie wordt een geleringsmiddel toegepast. De kaasfractie wordt op voorhand vormgegeven en ligt ingebed in de fruit- of groentefractie, onder de vorm van bijvoorbeeld een bolletje. Gelijkaardig aan US ‘996, stellen consumenten vast dat de verkregen kaasproducten niet vormvast zijn en dat beide lagen niet goed aan elkaar zijn verlijmd.
Tot slot, zijn dergelijke zuivelproducten ook gekend uit EP 3 009 003. EP ‘003 beschrijft een samengesteld kaasproduct omvattende een vulling tussen twee kaaslagen. In tegenstelling tot US ‘996 en FR 102, worden de kaaslagen worden van een zekere stevigheid voorzien door gebruik van een geleringsagent, waardoor wel een vormvast product kan worden bekomen. De vulling tussen de kaaslagen van EP ‘003, is echter eerder vloeibaar dan vast. Door deze vloeibare structuur is het samengesteld kaasproduct niet geschikt om te worden versneden, aangezien de vulling tijdens het versnijden zal gaan lekken. Bovendien is het niet mogelijk om het kaasproduct van een dikkere vulling te voorzien zonder dat deze vulling gaat gaan lekken en zonder afbreuk te doen aan de vormvastheid van het samengestelde kaasproduct. De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen. Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de uitvinding een zuivelproduct voorzien van minstens twee lagen, waarbij een eerste laag een vlakke zuivellaag is en waarbij een tweede laag een coatinglaag is, waarbij de zuivellaag een eerste geleringsagent en een zuivelcomponent omvat en de coatinglaag een tweede geleringsagent, een verdikkingsmiddel, en een coatingcomponent omvat. Het gebruik van specifieke geleringsagenten en verdikkingsmiddelen, zorgen er onder andere voor dat de structurele stabiliteit, de chemische stabiliteit, en de organoleptische eigenschappen behouden blijven. Voorkeursvormen van het zuivelproduct worden beschreven in de volgconclusies 2 tot en met 13. Deze voorkeursvormen beschrijven hebben betrekking tot de smaak, de textuur, en het gebruiksgemak van het zuivelproduct. In een tweede aspect betreft de uitvinding een productiemethode, de methode omvattende de extrusie van de vlakke zuivellaag en de coatinglaag, en waarbij de extrusie bij voorkeur gebeurt bij een temperatuur van minstens 70 °C.
In een derde aspect betreft de uitvinding een verpakking omvattende het zuivelproduct, waarbij de verpakking verder een eetinstrument omvat, waarbij diteetinstrument bij voorkeur een prikinstrument met een proximaal uiteinde en een distaal uiteinde is, en waarbij het distaal uiteinde van het prikinstrument bij grootste voorkeur een insnijding heeft.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van het zuivelproduct volgens een voorkeursvorm met groeven.
Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van het zuivelproduct volgens een voorkeursvorm zonder groeven.
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van het zuivelproduct volgens een andere voorkeursvorm zonder groeven.
GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking op een gecoat kaasproduct en een productiemethode van dit kaasproduct. Meer in het bijzonder heeft deze uitvinding betrekking op de een gecoat kaasproduct omvattende minstens twee lagen, waarbij een eerste laag een vlakke kaaslaag is en waarbij een tweede laag een coatinglaag is, waarbij dat de kaas laag een eerste geleringsagent omvat en de coating een tweede geleringsagent en een verdikkingsmiddel omvat.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
De term “verdikkingsmiddel” moet binnen de context van deze beschrijving worden begrepen als een hoogmoleculaire substantie die vloeistoffen absorbeert, bij voorkeur water, en welke vervolgens opzwelt en een viskeuze of colloïdale oplossing vormt.
“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgem aakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een zuivelproduct voorzien van minstens twee lagen, waarbij een eerste laag een vlakke zuivellaag is en waarbij een tweede laag een coatinglaag is, waarbij de zuivellaag een eerste geleringsagent en een zuivelcomponent omvat en de coatinglaag een tweede geleringsagent, een verdikkingsmiddel, en een coatingcomponent omvat.
Het onderhavige zuivelproduct is steeds voorzien van minstens twee lagen, waarbij een eerste laag een vlakke zuivellaag is en waarbij een tweede laag een coatinglaag is, waarbij de zuivellaag een eerste geleringsagent en een zuivelcomponent omvat en de coatinglaag een tweede geleringsagent, een verdikkingsmiddel, en een coatingcomponent omvat. Door deze specifieke combinatie bekomt men een gecoat zuivelproduct van superieure kwaliteit. Deze superieure kwaliteit wordt bekomen door specifieke geleringsagenten en verdikkingsmiddelen te combineren, om zo de structurele eigenschappen van de kaaslaag en de coatinglaag op elkaar af te stemmen. Door het hanteren van een kaaslaag en een coatinglaag met gelijkaardigestructurele eigenschappen, krijgt men onverwachts een zuivelproduct met een superieure verlijming, vormvastheid, versnijdbaarheid, en visuele kenmerken. Met name de geleringsagent in zowel de zuivellaag als de coatinglaag als het verdikkingsmiddel in de coatinglaag zijn zeer belangrijk opdat de zuivellaag en de 5 coatinglaag gelijkaardige structurele eigenschappen zouden hebben. Deze gelijkaardige structurele eigenschappen bleken onverwachts essentieel opdat een goede verlijming zou worden bekomen tussen beide lagen. De uitvinders stelden onverwachts vast dat een synergie van de geleringsagent en het verdikkingsmiddel in de coatinglaag ervoor zorgt dat er een goede verlijming optreedt tussen beide lagen. De visuele kenmerken omvatten bijvoorbeeld de glans van het zuivelproduct en het kleurcontrast tussen de coatinglaag en de kaaslaag. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, kan de zuivellaag ook een verdikkingsmiddel omvatten.
Verder werd onder andere de acceptatie met betrekking tot de zoetheid, de bitterheid, de smaak, de sympathie voor de textuur, de sympathie voor het product, en de smaak van het product wanneer gespreid, geanalyseerd middels een descriptieve sensorische analyse en een acceptatietest. Bovendien werden ook de organoleptische eigenschappen en de chemische en structurele stabiliteit van het zuivelproduct bepaald middels een organoleptische studie en een stabiliteitsstudie. De hierboven beschreven analyses worden verduidelijkt in de voorbeelden.
Dankzij deze uitgebreide analyses en studies, stelden de uitvinders vast dat er een enorm potentieel is voor nieuwe zuivelproducten. In het bijzonder zuivelproducten die een tot hiertoe onbekende combinatie van smaken, kleuren, en texturen combineren. In het bijzonder betreft de uitvinding een coatingcomponent en een zuivelcomponent. Waarbij deze coatingcomponent afkomstig is van een of meer karakteristieke producten uit de volgende lijst: groenten, fruit, vlees, noten, kruiden, alcoholische en non alcoholische dranken, honing, chocolade, speculaas of combinaties hiervan en waarbij deze zuivelcomponent zowel afkomstig kan zijn van koemelk of geitenmelk, schapenmelk, of plantaardige melksoorten zoals bijvoorbeeld sojamelk. Meer in het bijzonder is niet uitgeharde natuurkaas zeer geschikt voor de productie van het gecoate zuivelproduct.
Door de combinatie van de zuivellaag met de coatinglaag, waarbij deze coatinglaag zeer karakteristiek is van smaak, bekomt men een zuivelproduct dat kwalitatief superieur is aan de traditionele, smakeloze, en flauwe kaassmaken. In het bijzonderbetreft de uitvinding een zuivelproduct, waarbij zowel de zuivellaag als de coatinglaag een gladde textuur hebben. Dankzij de gladde textuur van zowel de coatinglaag als de zuivellaag, vermengen beide lagen zich zeer goed wanneer deze geconsumeerd worden. Bovendien tonen sensorische analyses aan, dat dankzij deze gladde textuur, de consument het gevoel heeft dat het zuivelproduct smelt in zijn/haar mond. Dit wordt ervaren als een superieure textuur in vergelijking met de textuur van de traditionele zuivelproducten.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een productiemethode, de methode omvattende de extrusie en/of het afvullen van de vlakke zuivellaag en de coatinglaag, en waarbij de extrusie bij voorkeur gebeurt bij een temperatuur van minstens 70 °C. Niet uitgeharde natuurkaas is over het algemeen zeer zacht en plakkerig, bovendien mist deze de elasticiteit vereist om een vormvaste vlakke zuivellaag te bekomen. Daarnaast wordt deze niet uitgeharde natuurkaas ook melig wanneer deze verwarmt wordt tot een temperatuur boven de 70 °C. Deze temperaturen zijn echter vereist opdat een goede doorloop zou worden verkregen gedurende het productieproces van de vlakke zuivellaag. Bovendien is deze temperatuur ook van belang opdat een goede werking van het geleringsmiddel zou worden verkregen. Aangezien niet uitgeharde natuurkaas zeer smeerbaar is ten opzichte van andere kazen, zal deze kaas traditioneel aan het extrusie-apparaat of het afvul-apparaat blijven kleven tijdens de productie van de vlakke zuivellaag. Desalniettemin hebben de uitvinders waargenomen dat de toevoeging van specifieke geleringsagenten alsook verschillende verdikkingsmiddelen, ervoor zorgen dat de vlakke zuivellaag kan worden vervaardigd zonder dat het product aan het extrusie-apparaat of het afvul- apparaat blijft kleven. Bovendien werd ook vastgesteld dat niet uitgeharde natuurkaas, gesupplementeerd met dergelijke geleringsagenten en verdikkingsmiddelen, gedurende lange perioden zijn smaak behoudt bij de hoge temperaturen vereist voor het extrusieproces, de gesupplementeerd natuurkaas wordt dus niet melig. Bovendien stelden de uitvinders ook onverwachts vast de het finale zuivelproduct door deze toevoegingen makkelijker uit een verpakking kan worden verwijderd. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat de extrusie van de vlakke zuivellaag en de coatinglaag, bijkomend een stap waarbij de coatinglaag en de zuivellaag rechtstreeks worden gedoseerd in de verpakking.
De rechtstreekse extrusie van zowel de zuivellaag als de coatinglaag in de verpakking, zorgt ervoor dat deze verpakking kan worden gebruikt als een mal voor het finale zuivelproduct. Deze methodologie heeft als voordeel dat een zuivelproduct kan worden verkregen in eender welke vorm, zonder dat dit bijkomende stappen vereist in het productieproces. Bovendien zorgt de verpakking er op die manier voor, dat er een permanente matrijs wordt gevormd rond de coatinglaag. Deze permanente mal heeft als voordeel, dat er geen vervorming mogelijk is van de coatinglaag gedurende het transport of gedurende de opslag van het zuivelproduct.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat de extrusie van de vlakke zuivellaag en de coatinglaag, bijkomend een stap waarbij de coatinglaag en de zuivellaag rechtstreeks worden gedoseerd op een transportband.
De rechtstreekse extrusie van zowel de zuivellaag als de coatinglaag op de transportband laat een operator toe, de breedte van het finale zuivelproduct alsook de laagdikte van de verschillende lagen te bepalen. Dit middels een aangepaste extrusie spuitmond en/of middels een variabele snelheid van de transportband. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de vlakke zuivellaag een laagdikte heeft die minstens 1,5 keer een laagdikte is van de coatinglaag.
De uitvinders stelden vast middels een sensorische evaluatietest, dat een gemiddeld panellid een laagdikte van de zuivellaag verkoos die minstens 1,5 keer de laagdikte is van de coatinglaag. Deze verhouding in laagdikte bleek optimaal voor een portie. Zo gaven panelleden bijvoorbeeld aan dat bij laagdiktes van de zuivellaag, minder dan 1,5 keer de coatinglaag, het coatingproduct een overheersende smaak heeft. Deze panelleden verkozen deze verhouding van laagdikten op basis van een descriptieve sensorische analyse en een acceptatietest, beide worden verduidelijkt in de voorbeelden.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de zuivellaag de eerste geleringsagent omvat met een gewichtspercentage tussen 0.5 gew. % en 1.5 gew. %, bij voorkeur tussen 0.7 gew.
% en 1.3 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.1 gew. % en 1.0 gew. %. Volgens een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de coatinglaag de tweede geleringsagent omvat met eengewichtspercentage tussen 0.05 gew. % en 4 gew. %, bij voorkeur tussen 0.07 gew. % en 3.7 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.1 gew. % en 3.5 gew. %. Volgens een nog verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de coatinglaag het verdikkingsmiddel omvat met een gewichtspercentage tussen 0.005 gew. % en 1.5 gew. %, bij voorkeur tussen 0.007 gew. % en 1.3 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.01 gew. % en 1.0 gew. %. Volgens een nog verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de eerste geleringsagent en de tweede geleringsagent geselecteerd worden uit de groep omvattende gelatine, carrageen, agar, alginaat, pectine , en gellan.
Als geleringsagenten voor de zuivellaag en de coatinglaag kan geopteerd worden voor zowel plantaardige of dierlijke geleringsagenten, of een combinatie van beide.
Voorbeelden van geleringsagenten omvatte maar zijn niet beperkt tot: gelatine, carrageen, agar, alginaat.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij het verdikkingsmiddel geselecteerd wordt uit de groep bestaande uit johannesbroodpitmeel, guargom, xanthaan, zetmeel, cellulose, vezels, of arabische gom.
Als verdikkingsmiddel voor de coatinglaag kan geopteerd worden voor plantaardige verdikkingsmiddelen.
Voorbeelden van verdikkingsmiddelen omvatte maar zijn niet beperkt tot: johannesbroodpitmeel en guargom.
De optimale concentratie van de eerste geleringsagent, de tweede geleringsagent, en het verdikkingsmiddel werd bepaald middels een organoleptische studie, een chemische stabiliteitsstudie, en een structurele stabiliteitsstudie.
Deze analyses worden verduidelijkt in de voorbeelden.
De structurele stabiliteit van het finale zuivelproduct werd onderzocht om de hechting tussen de coatinglaag en de zuivellaag, de vormvastheid, en de snijvastheid van het finale zuivelproduct te optimaliseren en zo een superieur zuivelproduct te bekomen.
Een goede hechting tussen de coatinglaag en de zuivellaag is van uitermate belang voor de goede vormvastheid van het product.
Deze vormvastheid is van uitermatebelang opdat de verschillende lagen niet zouden vermengen gedurende het bewaren of tijdens het versnijden van het product. Bovendien is deze goede hechting van belang opdat het product makkelijk uit de verpakking zou kunnen worden verwijderd en opdat het zuivelproduct eenvoudig zou kunnen verhandeld worden. Een goede snijvastheid van het zuivelproduct is van belang, opdat de gebruiker het zuivelproduct zou kunnen versnijden, zonder dat het product zijn vormvastheid verliest. Op die manier kan een compact hapje worden bekomen dat makkelijk kan worden opgeprikt door een consument. Bovendien is deze snijvastheid van belang opdat het product niet zou gaan kleven aan het snijinstrument.
Deze eigenschappen werden over verscheidene discrete temperatuurspunten en tijdspunten onderzocht middels een organoleptische studie en een stabiliteitsstudie. Hierdoor zijn de uitvinders zeker dat de superieure eigenschappen van het zuivelproduct, zijnde de superieure verlijming, de vormvastheid, de versnijdbaarheid, ende visuele kenmerken, tijdens het bewaren behouden blijven. Op basis van de organoleptische studie, de chemische stabiliteitsstudie, en de structurele stabiliteitsstudie, verkiezen de panelleden de volgende geleringsagenten: gelatine, carrageen, agar, en alginaat, en de volgende verdikkingsmiddelen: johannesbroodpitmeel, en guargom. Bovendien werden concentraties van de eerste geleringsagent met een gewichtspercentage tussen 0.5 gew. % en 1.5 gew. %, bij voorkeur tussen 0.7 gew. % en 1.3 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.1 gew. % en 1.0 gew. % als superieur ervaren door de panelleden. Analoog werden ook concentraties van de tweede geleringsagent met een gewichtspercentage tussen 0.05 gew. % en 4 gew. %, bij voorkeur tussen 0.07 gew. % en 3.7 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.1 gew. % en 3.5 gew. % als superieur ervaren door de panelleden. Een concentratie van het verdikkingsmiddel met een gewichtspercentage tussen
0.005 gew. % en 1.5 gew. %, bij voorkeur tussen 0.007 gew. % en 1.3 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.01 gew. % en 1.0 gew. % werd ook superieur bevonden door de panelleden. Bovendien observeerden de uitvinders ook onverwachts, dat bij deze concentraties, de structurele en chemische stabiliteit van het kaasproduct het best behouden blijft over langere tijdsperioden bij slechte bewaarcondities. Binnen het kader van deze tekst worden slechte bewaarcondities beschouwd, als zijnde condities die niet voldoen aan een of meerdere parameters uit de volgende groep: lange termijn bewaring bij 2 °C tot 8 °C, lange termijn bewaring bij 5 % tot 60 % relatieve vochtigheid, en lange termijn bewaring waarbij het product dagelijks minstens een uur word wordt blootgesteld aan licht. Concentraties binnen deze ranges voor de eerste en tweede geleringsagent leiden onverwachts tot gelijkaardigestructurele eigenschappen. Deze gelijkaardige structurele eigenschappen zijn essentieel voor een goede verlijming tussen de twee lagen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de coatinglaag een of meer coatingcomponent omvat gekozen uit de groep bestaande uit: groenten, fruit, vlees, noten, kruiden, alcoholische en non alcoholische dranken, honing, chocolade, speculaas, of combinaties hiervan. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, kan de zuivellaag naast de eerste geleringsagent ook een of meerdere bijkomende geleringsagenten omvatten, waarbij deze geleringsagenten geselecteerd worden uit de groep omvattende gelatine, carrageen, agar, en alginaat.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, kan de coatinglaag naast de tweede geleringsagent ook een of meerdere bijkomende geleringsagenten omvatten, waarbij deze geleringsagenten geselecteerd worden uit de groep omvattende gelatine, carrageen, agar, en alginaat.
Door meerdere geleringsagenten te voorzien in zowel de coatinglaag als de zuivellaag, kan de chemische en structurele stabiliteit van het zuivelproduct verder worden verfijnd.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, kan de coatinglaag naast de geleringsagent ook een of meerdere bijkomende verdikkingsmiddelen omvatten, waarbij deze verdikkingsmiddelen geselecteerd worden uit de groep bestaande uit johannesbroodpitmeel, guargom.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de coatinglaag voorzien is van groeven.
Opdat een consument het zuivelproduct makkelijk zou kunnen snijden, zijn er groeven voorzien in de coatinglaag. Deze groeven geven een indicatie waar de consument moet snijden om een optimale portie te bekomen, dit kan bijvoorbeeld de ideale portie omvatten van een aperitiefhapje. Bovendien vergemakkelijken deze groeven de snijpeweging om het zuivelproduct in verschillende porties te verdelen.
In het bijzonder worden deze groeven aangebracht door de verpakking als mal te gebruiken.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de groeven van het zuivelproduct een insnijdingsdiepte hebben, en waarbij deze insnijdingsdiepte minstens 5 % is van de diepte van de coating.
De uitvinders stelden vast dat een insnijdingsdiepte van minstens 5 % nodig is om de groeven visueel goed zichtbaar te maken. Bovendien zorgt een insnijdingsdiepte van minstens 5 % dat er makkelijk een recht snijoppervlak wordt gevormd. Dankzij dit recht snijoppervlak kan het zuivelproduct mooi worden gepresenteerd als hapje.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de vlakke zuivellaag een of meer additieven omvat, gekozen uit groep bestaande uit hydrocolloïden, in het bijzonder een of meer uit de groep bestaande uit galactomannanen, aroma's, kleurstoffen, vitaminen, mineralen, voedingsvezels, en smaakstoffen. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de laagdikte van de vlakke zuivellaag tussen 8 mm en 15 mm ligt en de laagdikte van de coatinglaag tussen 3 mm en 6 mm ligt, bij voorkeur is de laagdikte van de zuivellaag 10 mm en is de laagdikte van de coatinglaag 5 mm. De uitvinder stelden vast dat een 10 mm laagdikte van de zuivellaag en een 5 mm laagdikte van de coatinglaag, de optimale dosering omvat voor een aperitiefhapje. In het bijzonder omvat de coatinglaag van dit aperitiefhapje groeven, welke aangebracht zijn door een extrusie en/of afvullen in de verpakking. Meer in het bijzonder hebben deze groeven een insnijdingsdiepte van 1 mm. Nog meer in het bijzonder omvat de coatinglaag van dit aperitiefnapje geen groeven. In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt zowel de zuivellaag als de coatinglaag van het aperitiefhapje zonder groeven rechtstreek geëxtrudeerd op een transportband.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, betreft de uitvinding een zuivelproduct waarbij de vlakke zuivellaag een dikte heeft tussen 3 mm en 8 mm en de coatinglaag een dikte heeft tussen 1 mm en 3 mm, bij voorkeur is de laagdikte van de zuivellaag 5 mm en is de laagdikte van de coatinglaag 2 mm.
De uitvinder stelden vast dat een 5 mm laagdikte van de zuivellaag en een 2 mm laagdikte van de coatinglaag, de optimale dosering omvat voor broodbeleg. In hetbijzonder wordt de coatinglaag en de zuivellaag rechtstreeks gedoseerd op een transportband, waarna het zuivelproduct vacuüm wordt verpakt.
In een derde aspect betreft de uitvinding een verpakking omvattende het Zuivelproduct, waarbij de verpakking verder een eetinstrument omvat, waarbij dit eetinstrument bij voorkeur een prikinstrument met een proximaal uiteinde en een distaal uiteinde is, en waarbij het distaal uiteinde van het prikinstrument bij grootste voorkeur een insnijding heeft.
Door een prikinstrument te voorzien in de verpakking is een gebruiker steeds voorzien van een eetinstrument en kan het zuivelproduct eenvoudig worden geconsumeerd als snack. Door het distaal uiteinde van het prikinstrument te voorzien van een insnijding, hecht het doorprikte zuivelproduct beter aan het prikinstrument waardoor het zuivelproduct of een afgesneden portie van het zuivelproduct niet van het prikinstrument kan schuiven.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden of figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
De huidige uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven, onder verwijzing naar voorbeelden of figuren die niet beperkend zijn.
VOORBEELDEN De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van het volgende voorbeeld, zonder hiertoe overigens te worden beperkt.
VOORBEELD 1 De acceptatie met betrekking tot de zoetheid, de bitterheid, de smaak, de sympathie voor de textuur, de sympathie voor het product, en de smaak van het product wanneer gespreid, werden geanalyseerd middels een descriptieve sensorische analyse en een acceptatietest.
Deze descriptieve sensorische analyse en acceptatietest werden gebruikt om de sensorische eigenschappen van het zuivelproduct te bepalen, meer in het bijzonder werd de invloed van de verhouding van de verschillende laagdiktes op de smaak geanalyseerd.
Hiertoe werden dertig panelleden geselecteerd. Deze panelleden werd gevraagd verschillende uitvoeringsvormen met variabele laagdiktes te beoordelen op zoetintensiteit, bitterintensiteit, afwijkende smaakintensiteit, zoete nasmaakintensiteit, bittere nasmaakintensiteit, en textuur, middels een ongestructureerde 100 punten lijnschaal. Panelleden werden ook gevraagd de aanvaardbaarheid van het product te beoordelen met behulp van een hedonische negenpuntenschaal (1 = extreme afkeer, 5 = neutraal, 9 = extreme voorkeur). Deze evaluaties omvatten beoordelingen voor acceptatie van de zoetheid, de bitterheid, de smaak, de sympathie voor de textuur, de sympathie voor het product, en de smaak van het product wanneer gespreid. Middels deze analyses, stelden de uitvinders onder andere vast, dat de panelleden een laagdikte van de zuivellaag verkiezen die minstens 1,5 keer de laagdikte is van de coatinglaag. Bovendien toonden deze analyses onverwachts aan, dat dankzij de gladde textuur van het zuivelproduct, de consument het gevoel heeft dat het zuivelproduct smelt in zijn/haar mond. Dit werd ervaren als een superieure textuur in vergelijking met de textuur van de traditionele zuivelproducten.
VOORBEELD 2 De organoleptische eigenschappen alsook de chemische en structurele stabiliteit van het zuivelproduct werd bepaald middels een organoleptische studie en een stabiliteitsstudie. In het bijzonder werd de invloed van de verschillende geleringsagenten en verdikkingsmiddelen op de structurele en chemische stabiliteit alsook op de organoleptische eigenschappen bepaald. Hiertoe werden verschillende variaties van het zuivelproduct geproduceerd, waarin telkens een verschillende concentratie van de verschillende geleringsmiddelen en verdikkingsmiddelen werd gebruikt.
Dertig panelleden werden geselecteerd. Deze panelleden werd gevraagd om de verschillende uitvoeringsvormen met variabele geleringagenten en verdikkingsmiddelen te beoordelen op zoetintensiteit, bitterintensiteit, afwijkende smaakintensiteit, zoete nasmaakintensiteit, bittere nasmaakintensiteit en textuur middels een ongestructureerde 100 punten lijnschaal. Bovendien werden ook discrete variaties in temperatuur voorzien, waarin telkens de verschillende variaties van de zuivelproducten werden bepaald (T1 = 5 °C, T2 = 20 °C, T3 = 30 °C). Dezeongestructureerde 100 punten lijnschaal moest door de verschillende panelleden op discrete tijdspunten worden ingevuld (t0 = 0 dagen, t1 = 50 dagen, t2 = 70 dagen, t3 = 100 dagen, t4 = 150 dagen, t5 = 200 dagen). Op elk van deze discrete tijdspunten werd ook de snijvastheid van het zuivelproduct geanalyseerd.
De uitvinders stelden onder andere vast, dat de panelleden op basis van organoleptische eigenschappen, een concentratie van het eerste geleringsagent voor de zuivellaag verkiezen met een gewichtspercentage tussen 0.1 gew. % en 1.0 gew. %, een concentratie van het tweede geleringsagent voor de coating laag verkiezen met een gewichtspercentage tussen 0.1 gew. % en 3.5 gew. %, en een concentratie van het verdikkingsmiddel verkiezen met een gewichtspercentage tussen 0.01 gew. % en 1.0 gew. %. De uitvinders observeerden ook dat bij deze concentraties de structurele en chemische stabiliteit alsook de snijvastheid van het zuivelproduct het best behouden bleef. Bovendien, verkozen de panelleden de volgende geleringsagenten: gelatine, carrageen, agar, en alginaat, en de volgende verdikkingsmiddelen: johannesbroodpitmeel, en guargom.
VOORBEELD 3 Dit voorbeeld betreft een productiemethode voor het zuivelproduct, waarbij het zuivelproduct gebruikt wordt als aperitiefhapje.
In een eerste stap wordt de coatinglaag geproduceerd. Hiertoe worden initieel de verschillende ingrediënten afgewogen, gemengd, en eventueel verkleint, bijvoorbeeld middels een snijinstrument, tot een lopend coatingmengsel wordt bekomen. Vervolgens wordt dit lopend coatingmengsel opgewarmd tot 90 °C, waarna het mengsel wordt gedoseerd in de reepverpakking en vervolgens wordt gekoeld in deze reepverpakking.
In een tweede stap wordt de zuivellaag geproduceerd. Hiertoe worden initieel de verschillende ingrediënten afgewogen, gemengd, en eventueel verkleint, bijvoorbeeld middels een snijinstrument, tot een lopend zuivelmengsel wordt bekomen. Vervolgens wordt dit lopend zuivelmengsel opgewarmd tot 90 °C waarna het wordt geëxtrudeerd in de reepverpakking.
Na het afvullen van de coatinglaag en de kaaslaag in de reepverpakking, wordt deze verpakking vacuüm gesloten. Tot slot, wordt het verpakt zuivelproduct afgekoeld.
De gebruikte reepverpakking heeft een karakteristiek gestructureerd patroon. Deze karakteristieke vorm van de verpakking laat groeven na in de coatinglaag, welke de consument helpt de kaasreep te versnijden tot gelijke blokjes. VOORBEELD 4 Dit voorbeeld betreft een productiemethode voor het zuivelproduct, waarbij het zuivelproduct gebruikt wordt als broodbeleg. Dit zuivelproduct is rechthoekig in doorsnede en de zuivellaag heeft een laagdikte van 5 mm en de coatinglaag heeft een laagdikte van2 mm. Dankzij deze vorm kan het zuivelproduct eenvoudig worden versneden tot de gewenste grootte. Deze vorm in combinatie met de juiste receptuur maakt het zuivelproduct bovendien zeer makkelijk verhandelbaar. In een eerste stap wordt de zuivellaag geproduceerd. Hiertoe worden initieel de verschillende ingrediënten afgewogen, gemengd, en eventueel verkleint, bijvoorbeeld middels een snijinstrument, tot een lopend zuivelmengsel wordt bekomen. Vervolgens wordt dit lopend zuivelmengsel opgewarmd tot 90 °C waarna het wordt geëxtrudeerd tot de zuivellaag op een transportband. In een tweede stap wordt de coatinglaag geproduceerd en gehecht op de zuivellaag. Hiertoe wordt initieel een afkoelingsstap van de zuivellaag voorzien. Vervolgens worden de verschillende ingrediënten afgewogen, gemengd, en eventueel verkleint, bijvoorbeeld middels een snijinstrument, tot een lopend coatingmengsel. Vervolgens wordt dit lopend coatingmengsel opgewarmd tot 90 °C, waarna het mengsel wordt geëxtrudeerd op de zuivellaag. Tot slot, wordt het gevormde zuivelproduct afgekoeld, gesneden, en verpakt. De breedte van het finale zuivelproduct, alsook de laagdikte van de verschillende lagen wordt bepaald door de gebruikte extrusie spuitmond en de snelheid van de transportband.
VOORBEELD 5 Een eenvoudige samenstelling volgens onderhavige uitvinding betreft een samenstelling waarbij de vlakke zuivellaag een eerste geleringsagent en een zuivelcomponent omvat en waarbij de coatinglaag een tweede geleringsagent, een verdikkingsmiddel, en een coatingcomponent omvat.
Voorbeelden van verdere mogelijke samenstellingen van de vlakke zuivellaag volgens de onderhavige uitvinding zijn onder meer: 7 [Niet uilgeharde natuurkaas [Gs ian | 2 [Neraigeherde uus [oz an 3 [Niet uilgeharde rauwe [G7gw ian | + [Niet ultgeharde natuurkass [oto ian | [Meraeharderaiuwieas [Toeren | 5 Voorbeelden van verdere mogelijke samenstellingen van de coatinglaag volgens de onderhavige uitvinding zijn onder meer: | [Ssstingeomponent [Geleringsagenien | Verdikkingsmiddel 200 g honing 6 g rundergelatine en | 1.8 g guargom IT le [3 [80a chosopasla [Tian [oaeen | 3 [4 oploskoiie (Téva [Gaan |
EE EE ET [3 [00 a wigen sonfiuur [tsaar [Taen | 8 [3009 r0de urkonfit EE [12 avan
FI GUURBESCHRI JVING In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden of figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren. In de figuren zijn gelijke of overeenkomstige delen met dezelfde verwijzingscijfers benoemd. De huidige uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven, onder verwijzing naar voorbeelden of figuren die niet beperkend zijn. Figuur 1 illustreert een perspectivisch aanzicht van het zuivelproduct volgens een voorkeursvorm met groeven 7. Figuur 2 illustreert een perspectivisch aanzicht van het zuivelproduct volgens een voorkeursvorm zonder groeven 8. Figuur 3 illustreerteen perspectivisch aanzicht van het zuivelproduct volgens een voorkeursvorm zonder groeven 8. Figuren 1, 2, en 3 illustreren voorkeursvormen van het zuivelproduct met een vlakke zuivellaag 1, waarbij de laagdikte 4 van deze vlakke zuivellaag 1 minstens
1.5 keer de laagdikte 5 is van de coatinglaag 2.
De groeven 3 van het zuivelproduct 7, hebben een insnijdingsdiepte 6 die minstens 5% is van de laagdikte 5 van de coatinglaag 2. Deze groeven 3 geven een indicatie waar de consument moet snijden om een optimale en mooi presenteerbare portie te bekomen. Bovendien vergemakkelijken deze groeven 3 de snijbeweging om het zuivelproduct in verschillende porties te verdelen. De uitvoeringsvorm 8 zonder groeven, zoals geïllustreerd in Figuur 2, wordt gebruikt als broodbeleg. Aangezien dit broodbeleg geen mooie presentatie vereist werden geen groeven voorzien in de coatinglaag. Figuur 3, beschrijft een uitvoeringsvorm 9 zonder groeven. Bij deze uitvoeringsvorm wordt zowel de zuivellaag als de coatinglaag rechtstreek geëxtrudeerd op een transportband. Zoals zal worden onderkend door personen uit het vakgebied, kunnen de innovatieve concepten die worden beschreven in de huidige aanvraag, worden aangepast en gevarieerd over een enorme verscheidenheid aan toepassingen. Evenmin is de omvang van de geoctrooieerde concept gelimiteerd door om het even welk van de voorbeelden hierboven gegeven.

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Zuivelproduct voorzien van minstens twee lagen, waarbij een eerste laag een vlakke zuivellaag is en waarbij een tweede laag een coatinglaag is, met het kenmerk dat de zuivellaag een eerste geleringsagent en een zuivelcomponent omvat en de coatinglaag een tweede geleringsagent, een verdikkingsmiddel, en een coatingcomponent omvat.
2. Het zuivelproduct volgens conclusie 1, waarbij de vlakke zuivellaag een laagdikte heeft die minstens 1,5 keer een laagdikte is van de coatinglaag.
3. Het zuivelproduct volgens conclusies 1 en 2, waarbij de zuivellaag de eerste geleringsagent omvat met een gewichtspercentage tussen 0.5 gew. % en 1.5 gew. %, bij voorkeur tussen 0.7 gew. % en 1.3 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.1 gew. % en 1.0 gew. %.
4. Het zuivelproduct volgens conclusies 1 tot 3, waarbij de coatinglaag de tweede geleringsagent omvat met een gewichtspercentage tussen 0.05 gew. % en 4 gew. %, bij voorkeur tussen 0.07 gew. % en 3.7 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.1 gew. % en 3.5 gew. %.
5. Het zuivelproduct volgens conclusies 1 tot 4, waarbij de coatinglaag het verdikkingsmiddel omvat met een gewichtspercentage tussen 0.005 gew. % en 1.5 gew. %, bij voorkeur tussen 0.007 gew. % en 1.3 gew. %, en meest bij voorkeur tussen 0.01 gew. % en 1.0 gew. %.
6. Het zuivelproduct volgens conclusies 1 tot 5, waarbij de eerste geleringsagent en de tweede geleringsagent geselecteerd worden uit de groep omvattende gelatine, carrageen, agar, en alginaat, pectine, gellan.
7. Het zuivelproduct volgens conclusies 1 tot 6, waarbij het verdikkingsmiddel geselecteerd wordt uit de groep bestaande uit johannesbroodpitmeel, en guargom, xanthaan, zetmeel, cellulose, vezels, arabische gom.
8. Het zuivelproduct volgens conclusie 1 tot 7, waarbij de coatinglaag een of meer coatingcomponent omvat gekozen uit de groep bestaande uit groenten, fruit, vlees, noten, kruiden, alcoholische en non alcoholische dranken, honing, chocolade, speculaas of combinaties hiervan.
9. Het zuivelproduct volgens conclusies 1 tot 8, waarbij de coatinglaag voorzien is van groeven.
10.Het zuivelproduct volgens conclusie 9, waarbij de groeven van het zuivelproduct een insnijdingsdiepte hebben, en waarbij deze insnijdingsdiepte minstens 5 % is van de diepte van de coating.
11. Het zuivelproduct volgens conclusie 1 tot 10, waarbij de vlakke zuivellaag een of meer additieven omvat, gekozen uit groep bestaande uit hydrocolloïden, in het bijzonder een of meer uit de groep bestaande uit galactomannanen, aroma's, kleurstoffen, vitaminen, mineralen, voedingsvezels, smaakstoffen, of combinaties hiervan.
12.Het zuivelproduct volgens conclusie 1 tot 11, waarbij de laagdikte van de vlakke zuivellaag tussen 8 mm en 15 mm ligt en de laagdikte van de coatinglaag tussen 3 mm en 6 mm ligt, bij voorkeur is de laagdikte van de zuivellaag 10 mm en is de laagdikte van de coatinglaag 5 mm.
13. Het zuivelproduct volgens conclusies 1 tot 12, waarbij de vlakke zuivellaag een dikte heeft tussen 3 mm en 8 mm en de coatinglaag een dikte heeft tussen 1 mm en 3 mm, bij voorkeur is de laagdikte van de zuivellaag 5 mm en is de laagdikte van de coatinglaag 2 mm.
14.Een verpakking omvattende het zuivelproduct volgens een der vorige conclusies 1 tot 13, waarbij de verpakking verder een eetinstrument omvat, waarbij dit eetinstrument bij voorkeur een prikinstrument met een proxim aal uiteinde en een distaal uiteinde is, en waarbij het distaal uiteinde van het prikinstrument bij grootste voorkeur een insnijding heeft.
15.Een productiemethode voor het zuivelproduct volgens een der vorige conclusies 1 tot 13, de methode omvattende de extrusie en/of het afvullen van de vlakke zuivellaag en de coatinglaag, en waarbij de extrusie bij voorkeur gebeurt bij een temperatuur van minstens 70 °C.
BE20195106A 2019-02-18 2019-02-18 Gecoate kaasproducten BE1027059A1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195106A BE1027059A1 (nl) 2019-02-18 2019-02-18 Gecoate kaasproducten
EP20158015.6A EP3695728A1 (en) 2019-02-18 2020-02-18 Coated cheese products

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195106A BE1027059A1 (nl) 2019-02-18 2019-02-18 Gecoate kaasproducten

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1027059A1 true BE1027059A1 (nl) 2020-09-10

Family

ID=65598386

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195106A BE1027059A1 (nl) 2019-02-18 2019-02-18 Gecoate kaasproducten

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3695728A1 (nl)
BE (1) BE1027059A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6814996B2 (en) 2001-12-19 2004-11-09 Kraft Foods Holdings, Inc. Nutritionally superior cheese products
FR2959102A1 (fr) 2010-04-21 2011-10-28 Le Chevrefeuille Procede d'elaboration et de conditionnement d'une bouchee alimentaire composee, bouchee ainsi obtenue
EP3009003A1 (en) 2014-10-13 2016-04-20 Kraft Foods R & D, Inc. Filled cheese product

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2803491B1 (fr) * 2000-01-07 2003-10-03 Bongrain Sa Procede de coextrusion avec canules de coextrusion
US20080089991A1 (en) * 2006-10-16 2008-04-17 Cox Julie A Gelled dairy compositions and related methods
US9743682B1 (en) * 2009-03-31 2017-08-29 Evelyn Rowland Steele Paintable gelatin substrates
ES2536520T3 (es) * 2009-04-09 2015-05-26 Kraft Foods R & D, Inc. Alimento multitexturado

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6814996B2 (en) 2001-12-19 2004-11-09 Kraft Foods Holdings, Inc. Nutritionally superior cheese products
FR2959102A1 (fr) 2010-04-21 2011-10-28 Le Chevrefeuille Procede d'elaboration et de conditionnement d'une bouchee alimentaire composee, bouchee ainsi obtenue
EP3009003A1 (en) 2014-10-13 2016-04-20 Kraft Foods R & D, Inc. Filled cheese product

Also Published As

Publication number Publication date
EP3695728A1 (en) 2020-08-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20060010038A1 (en) Custom food
US20140072672A1 (en) Hydrocolloid stabilized dehydrated food foam
ES2372568T3 (es) Producto alimenticio con una distribución en masa de saborizante no homogénea y método para elaborar tal producto alimenticio.
US20220071263A1 (en) Edible nutrition system, method of preparation and use thereof
JPH0638691A (ja) 低強度寒天を用いた食品
NL1030675C2 (nl) Gevuld kaasproduct.
Alvarez Ice cream and related products
BE1027059A1 (nl) Gecoate kaasproducten
WO2003084347A1 (fr) Aliment sous forme de gel
JP6006851B2 (ja) フィリング入りチーズ製品
JPH0661224B2 (ja) 野菜ゼリ−の製造方法
US20030211217A1 (en) Product and process for delivering flavoring agents to food products
US3483001A (en) Product and process for producing a dripless frozen confection without overrun
Treszczynska et al. Influence of flavors and stabilizers used on the preferences and properties of aerated tvarog curd cheese
JP3106311B1 (ja) 煮凝り状調味料を用いた調理済み食品
SAVESCU et al. ANALYSIS OF THE PRESENCE OF ADDITIVES IN SOMERANGE OF DIETETIC ICE CREAM
Barnett Examining food technology
JP2023153070A (ja) 繊維状チーズ
BR112020008968A2 (pt) composições de sabor
PETRE et al. ANALYSIS OF THE PRESENCE OF ADDITIVES IN SOME RANGE OF DIETETIC ICE CREAM
NL1030898C2 (nl) Broodsnacks met verlengde houdbaarheid.
Meister et al. Versatility, Inc., 1th Milk and Our Other Dairy Foods
Katch Subtracting additives
JPH09121789A (ja) こんにゃく被覆食品
CZ7665U1 (cs) Směs pro přípravu kukuřičných pukanců mikrovlnným ohřevem

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200915