BE1026970A1 - Grijperstang - Google Patents

Grijperstang Download PDF

Info

Publication number
BE1026970A1
BE1026970A1 BE20195020A BE201905020A BE1026970A1 BE 1026970 A1 BE1026970 A1 BE 1026970A1 BE 20195020 A BE20195020 A BE 20195020A BE 201905020 A BE201905020 A BE 201905020A BE 1026970 A1 BE1026970 A1 BE 1026970A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper bar
holder profile
teeth
rack
profile
Prior art date
Application number
BE20195020A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026970B1 (nl
Inventor
Koen Bruynoghe
Frederic Ravelingien
Diederik Verscheure
Original Assignee
Nv Michel Van De Wiele
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nv Michel Van De Wiele filed Critical Nv Michel Van De Wiele
Priority to BE20195020A priority Critical patent/BE1026970B1/nl
Priority to EP20702349.0A priority patent/EP3911787B1/en
Priority to CN202080007513.9A priority patent/CN113260748B/zh
Priority to PCT/IB2020/050110 priority patent/WO2020148605A1/en
Publication of BE1026970A1 publication Critical patent/BE1026970A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026970B1 publication Critical patent/BE1026970B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/271Rapiers
    • D03D47/273Rapier rods

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Moulding By Coating Moulds (AREA)
  • Gears, Cams (AREA)

Abstract

Grijperstang (1) voor weefmachines, omvattende een houderprofiel (2), dat een aanbrengholte (3) afbakent met een bodem (4) en ten opzichte van de bodem opstaande zijwanden (5) en een tandheugel (6) met meerdere tanden (7), die in de aanbrengholte (3) is aangebracht en die vervaardigd is uit thermoplastisch materiaal, waarbij het houderprofiel (2) met een thermoplastisch materiaal is vervaardigd dat compatibel is met het thermoplastische materiaal van de tandheugel (6) en dat versterkt is met versterkingsvezels die zich hoofdzakelijk in de lengterichting van het houderprofiel (2) uitstrekken en waarbij de tandheugel (6) chemisch verbonden is met het houderprofiel (1).

Description

GRIJPERSTANG Deze uitvinding betreft een grijperstang voor weefmachines, omvattende een houderprofiel, dat een aanbrengholte afbakent, met een bodem en ten opzichte van de bodem opstaande zijwanden en een tandheugel met meerdere tanden, die in de aanbrengholte is aangebracht en die vervaardigd is uit thermoplastisch materiaal.
De bodem en zijwanden zijn hierbij beschouwd in het houderprofiel zelf, ten opzichte van de aanbrengholte.
In gemonteerde toestand van de grijperstang in een weefmachine opent deze aanbrengholte niet naar boven toe, maar zijdelings en is de genoemde bodem niet onderaan opgesteld, maar zijdelings in de grijperstang.
Grijperweefmachines omvatten één of meerdere grijpers voor het inbrengen van inslagdraden in een gaap tussen kettingdraden, om een weefsel te vormen.
Deze grijpers zijn op grijperstangen aangebracht en worden met behulp van deze grijperstang in de grijperweefmachine door de gaap bewogen.
De grijperstangen waarop deze uitvinding betrekking heeft, zijn voorzien van een tandheugel voor het aandrijven van deze beweging.
De belangrijkste functie van de grijper is om de inslag te positioneren.
Enerzijds dient deze inslag correct gepositioneerd te worden in de inslagrichting.
Naar de aandrijving toe dienen de tanden van een rondsel hiertoe nauwkeurig in de tanden van de tandheugel van de grijperstang aan te kunnen grijpen.
Naar het geleiden en het dragen van de grijper toe, dient de grijperstang hiertoe voldoende stijf, recht en vlak uitgevoerd te zijn.
Daarnaast dient deze inslag correct gepositioneerd te worden in de verticale richting en in de kettingrichting.
Naar het geleiden en het dragen van de grijper toe, dient de grijperstang ook hiertoe voldoende stijf, recht en vlak uitgevoerd te zijn.
Om steeds snellere weefmachines te kunnen realiseren is er een nood om een dergelijke grijperstang lichter te maken, maar toch voldoende stijf om een correcte positionering van de grijper te verzekeren.
Een voorbeeld van een grijperstang met een tandheugel die in een houderprofiel is aangebracht, is gekend uit DE 1 535 491 Al. De tandheugel is hierbij in het houderprofiel gelijmd, wat echter een vrij zwakke verbinding is. In DE 1 710 293 B1 is daarom voorgesteld om de tandheugel te voorzien van zijwanden, zodat een betere lijmverbinding gerealiseerd kan worden. Een nadeel is echter dat extra materiaal nodig is voor deze zijwanden van de tandheugel, zodat het geheel van de tandheugel en het tandprofiel zwaarder wordt. In EP O 394 639 Al en DE 101 20 954 A1 zijn de tandheugels niet voorzien van zijwanden. Met behulp van een matrijs worden de tandheugels uit een plaat gevormd zodat ze een golvend profiel verkrijgen. Bovendien worden ze voorzien van een weloverwogen vezelversterking om de volledige grijperstang lichter uit te kunnen voeren. Zoals aangegeven in EP 0 394 639 Al wordt een dergelijke tandheugel nog in een houderprofiel aangebracht om de nodige stijfheid te kunnen verzekeren. In DE 196 08 254 A1 is de bodem van het houderprofiel weg gelaten om een lichtere grijperstang te kunnen realiseren. Een dergelijke grijperstang is echter vrij complex en duur om te produceren. Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een alternatieve lichtere grijperstang. Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een grijperstang, omvattende: - een houderprofiel, dat een aanbrengholte afbakent met een bodem en ten opzichte van de bodem opstaande zijwanden; - en een tandheugel met meerdere tanden, die in de aanbrengholte is aangebracht en die vervaardigd is met thermoplastisch materiaal, waarbij het houderprofiel uit een thermoplastisch materiaal is vervaardigd dat compatibel is met het thermoplastische materiaal van de tandheugel en dat versterktis met versterkingsvezels die zich hoofdzakelijk in de lengterichting van het houderprofiel uitstrekken en waarbij de tandheugel chemisch verbonden is met het houderprofiel.
Compatibele thermoplastische materialen zijn thermoplastische materialen die onderling chemisch verbindbaar (lasbaar) zijn. Bij een dergelijke chemische verbinding diffunderen moleculen van het houderprofiel en/of de tandheugel zodat dit houderprofiel en de tandheugel door verstrengeling of aaneenhaken van moleculen onderling verbonden worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld lijmen wordt geen extra component toegevoegd om deze verbinding te realiseren.
Een dergelijke chemische verbinding is effectiever dan de verbindingen die bij gekende tandheugels typisch gebruikt worden.
De tanden kunnen met behulp van een dergelijke chemische verbinding nauw aansluiten op het houderprofiel, en goed verbonden worden met dit houderprofiel.
Overmatige massa kan hierbij maximaal vermeden worden.
Met een chemische verbinding is de verbinding nagenoeg even sterk als het matrixmateriaal van het houdprofiel en de tandheugel. De verschillende delen kunnen dan met minder overbodig materiaal toch samen een sterk geheel vormen. De delen zorgen samen voor de nodige stijfheid en torsiebestendigheid, hoewel de afzonderlijke onderdelen minder sterk zijn. Het houdprofiel en de tandheugel vormen met de chemische verbinding nagenoeg een geheel, waarbij aan de verschillende delen ervan toch specifieke kenmerken toegekend kunnen worden.
Door de versterkingsvezels van het houderprofiel hoofdzakelijk in de lengterichting van het houderprofiel aan te brengen, wordt een relatief licht houderprofiel met een maximale stijfheid in de lengterichting bekomen. Zoveel mogelijk versterkingsvezels dienen hiertoe in de lengterichting van het profiel georiënteerd te worden, dit bij voorkeur onder 0°. Eventueel kan ook een beperkt deel van de versterkingsvezels in een andere richting aangebracht worden om de splijtgevoeligheid van het houderprofiel wat te beperken. Het houderprofiel kan hiertoe bijvoorbeeld opgebouwd worden uit verschillende lagen die een combinatie kunnen zijn vanunidirectionele vezels met verschillende oriëntaties of lagen weefsels, waarin verschillende vezelrichtingen reeds aanwezig zijn. Dankzij deze versterkingsvezels die zich hoofdzakelijk in de lengterichting uitstrekken en de chemische verbinding van de tandheugel aan het houderprofiel kan een bijzonder lichte tandheugel gerealiseerd worden, die toch voldoende stijfheid heeft om een nauwkeurige positionering te kunnen garanderen. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de tandheugel meerdere tandeenheden, waarbij elke tandeenheid één of meerdere tanden van de tandheugel omvat. Elke tandeenheid is in een dergelijke uitvoeringsvorm chemisch verbonden met het houderprofiel. Doordat de tandheugel in meerdere tandeenheden is aangebracht, kunnen de tanden eenvoudiger chemisch met het houderprofiel verbonden worden, zonder de complexiteit van het verbinden van verschillende lange delen, waarbij bijvoorbeeld vervormingen en eindeffecten moeilijker te beheersen zijn. Het aantal tanden wordt bij voorkeur gekozen als een weloverwogen compromis tussen het bekomen van een vlot productieproces en het onder controle houden van de complexiteit bij het verbinden van de verschillende delen tijdens dit productieproces. Naar massareductie toe worden bij voorkeur zo veel mogelijk afzonderlijke tandeenheden voorzien, die zo weinig mogelijk tanden omvatten. Bij voorkeur omvatten de tandeenheden maximaal 24 tanden. Nog meer voorkeurdragend maximaal 16 tanden, maximaal 8 tanden of maximaal 4 tanden.
Voorkeurdragend is de tandheugel chemisch verbonden met de bodem en met de zijwanden van het houderprofiel. Door de tandheugel zowel met de bodem als met de zijwanden van het houderprofiel chemisch te verbinden, kan de torsiestijfheid van de combinatie van het houderprofiel en de tandheugel verhoogd worden. Een eventuele verzwakte torsiestijfheid van een houderprofiel waarbij de versterkingsvezels maximaal inlengterichting van het houderprofiel zijn aangebracht, kan op deze manier opgevangen worden door de tandheugel. Bij meerdere tandeenheden 1s dan bij voorkeur elke tandeenheid chemisch verbonden met de bodem en met de zijwanden. Sowieso is bij voorkeur elke tand van de 5 tandheugel chemisch verbonden met de bodem en met de zijwanden van het houderprofiel. De tanden van de tandheugel begrenzen tandkuilen. Ter hoogte van deze tandkuilen is de tandheugel bij voorkeur minstens gedeeltelijk vrij van zijwanden uitgevoerd, dit om overtollig materiaal te beperken. Wanneer ter hoogte van deze tandkuilen toch gedeeltelijk zijwanden aangebracht worden, dan kunnen deze met een minimale dikte uitgevoerd worden. Bij voorkeur is de tandheugel echter nagenoeg volledig vrij van zijwanden ter hoogte van deze tandkuilen.
De tanden van de tandheugel zijn verder bij voorkeur versterkt met versterkingsvezels. Met deze versterkingsvezels kan de tandheugel lichter uitgevoerd worden om eenzelfde sterkte en slijtvastheid te bekomen.
Om ervoor te zorgen dat de tanden eenvoudig kunnen geproduceerd worden, worden bij voorkeur vezels gekozen met een lengte die kleiner is dan de respectievelijke afmeting van de tanden. Dit kan gaan van vezels tot nanodeeltjes.
Dergelijke versterkingsvezels van de tanden strekken zich bij voorkeur elk enkel in een respectievelijke tand uit. Op deze manier is de grijperstang zo licht mogelijk en vindt er nagenoeg geen krachtoverbrenging tussen de tanden onderling plaats, maar worden krachten die op de tanden ingrijpen, rechtstreeks naar het houderprofiel overgedragen.
Het houderprofiel wordt zo niet enkel voorzien voor de stijfheid van de grijperstang, maar neemt meer rechtstreeks de krachten afkomstig van de bewegingsoverbrenging op zich.
Bij voorkeur zijn dergelijke versterkingsvezels van de tanden met willekeurige oriëntatie aangebracht om een algemene sterkte (isotroop gedrag) te verzekeren. Naar slijtvastheid toe zijn deze versterkingsvezels aan het oppervlak van de tanden bij voorkeur tangentieel, maar met willekeurige oriëntatie gericht.
Als thermoplastisch matrixmateriaal voor het houderprofiel en/of voor de tandheugel kan bijvoorbeeld gekozen worden voor polyamide 6, polyamide 6,6, polyamide 12 of polyphtalamide (PPA). Deze materialen hebben een relatieve lage massadichtheid, een relatief lage stijfheid, een relatief laag smeltpunt en goede wrijvingseigenschappen.
Eventueel kan voor gerecycleerd materiaal gekozen worden als een dergelijk thermoplastisch materiaal. Zo zouden bijvoorbeeld bestaande grijperstangen vermalen kunnen worden, waarbij het materiaal ervan eventueel aangevuld kan worden met vezelmateriaal en/of bijkomend matrixmateriaal.
Als materiaal voor de versterkingsvezels kan bijvoorbeeld gekozen worden voor koolstof, aramide en/of glasvezel.
Bij voorkeur worden koolstofvezels gebruikt als versterkingsvezels voor de tanden. Hiermee kan het gewicht laag gehouden worden en de nodige sterkte en stijfheid verzekerd worden.
Eventuele versterkingsvezels van de tanden zijn bij voorkeur in een koolstofvezelfractie tussen 10% en 50% aangebracht. Nog meer voorkeurdragend ligt deze koolstofvezelfractie tussen 10% en 30%.
De vezelfracties worden bij voorkeur laag gekozen om een goede demping te bekomen en om de tanden de nodige taaiheid mee te geven. Met een lagere vezelfractie kunnen eenvoudiger geometrische afwijkingen naar de ingrijpverhouding van de vertanding van de tandheugel ten opzichte van de vertanding van het rondsel toe opgevangen worden. Dit rondsel grijpt ter aandrijving in de tandheugel aan.
Aan het materiaal van de tanden kunnen eventueel ook smeermiddeladditieven toegevoegd worden, zoals bijvoorbeeld polytetrafluoretheen (PTFE) of polyetheen (PE).
Om eventuele nadelige effecten van deze additieven op de verbinding tussen de tandheugel en het grijperprofiel te beperken, kan men de tanden bijvoorbeeld in twee stappen vormen. In een eerste stap kunnen de tanden bijvoorbeeld via spuitgieten vervaardigd worden. Hierbij kunnen ze ofwel bij het spuitgieten verbonden worden ofwel achteraf verbonden worden met het houderprofiel. In een tweede stap kan dan bijvoorbeeld een laagje materiaal waaraan de smeermiddelenadditieven toegevoegd zijn op de oppervlakte van de tandheugel gespoten worden.
Verder is het ook mogelijk om eventueel een slijtagelaag aan de buitenzijde van het houderprofiel aan te brengen, bijvoorbeeld door verlijmen, coëxtrusie of lassen. Als versterkingsvezels van het houderprofiel worden bij voorkeur koolstofvezels gekozen. Hiermee kan het gewicht gereduceerd worden en de nodige sterkte en stijfheid verzekerd worden.
De versterkingsvezels van het houderprofiel zijn bij voorkeur in een koolstofvezelfractie tussen 50% en 80% aangebracht en nog meer voorkeurdragend tussen 65 % en 70%.
Met een relatief hoog percentage aan vezels in het houderprofiel, kan dit houderprofiel relatief dunwandig uitgevoerd worden. Bij dunnere wanden stijgt de splijtgevoeligheid. Gezien een thermoplast genomen is als matrixmateriaal, is deze splijtgevoeligheid echter beter dan wanneer een thermoharder zou gekozen worden, zoals bij de stand van de techniek typisch het geval was. Deze splijtgevoeligheid kan ook gedeeltelijk opgevangen worden dankzij de goede verbinding tussen het houderprofiel en de tandheugel.
De tandheugel van een grijperstang volgens deze uitvinding is bij voorkeur flexibeler uitgevoerd dan het houderprofiel.
Met een relatieve flexibiliteit van de tandheugel kan de contactkracht beter verdeeld worden en kan de krachtoverdracht verbeterd worden.
De tanden van de tandheugel zijn verder bij voorkeur hol of met een lichter, flexibeler kernmateriaal uitgevoerd, om enerzijds de akoestische eigenschappen van de grijperstang te verbeteren en anderzijds het materiaal ervan nog verder te reduceren om een lichtere grijperstang te bekomen. De holte van de tanden kan dan bij voorkeur in de kern van de tanden voorzien worden, zodat rondom rond voldoende materiaal aanwezig blijft. Enerzijds wordt bij voorkeur een zo groot mogelijk contactoppervlak behouden met de bodem en de zijwanden van het houderprofiel om de chemische verbinding te realiseren. Anderzijds wordt bij voorkeur een zo groot mogelijk contactoppervlak behouden om de vertanding van de tandheugel in de vertanding van het rondsel te laten aangrijpen, dat voorzien wordt ter aandrijving van de tandheugel.
Er zijn meerdere manieren om het houderprofiel van een grijperstang volgens deze uitvinding te vervaardigen.
Het houderprofiel kan bijvoorbeeld via pultrusie (ook wel gekend als profieltrekken) vervaardigd worden. Meerdere grijperstangen kunnen zo in lijn vervaardigd worden en daarna op lengte versneden worden. Pultrusie laat toe om een grote hoeveelheid versterkingsvezels in te brengen en laat een goede controle van de rechtheid van het profiel toe.
Alternatief kan het houderprofiel bijvoorbeeld via continous compression moulding (CCM) vervaardigd worden.
De tandheugel kan bijvoorbeeld via spuitgieten of via persen gevormd worden, dit in één deel of in verschillende delen, zoals genoemde tandeenheden.
Er zijn ook meerdere manieren om de chemische verbinding tussen het houderprofiel en de tandheugel te realiseren, zoals bijvoorbeeld via persen, lassen of overmoulding. In een specifieke uitvoeringsvorm is de chemische verbinding gerealiseerd via lassen. Bij lassen wordt thermoplastisch materiaal van het houderprofiel enthermoplastisch materiaal van de tandheugel verwarmd om met elkaar te versmelten en na afkoeling de verbinding te realiseren. De tandheugel kan hiertoe bijvoorbeeld via ultrasoon lassen of via laserlassen of via inductielassen aan het houderprofiel gelast worden. Bij inductielassen kan bijvoorbeeld met een inzetstuk warmte gegenereerd worden op discrete plaatsen waar dit voor de verbinding gewenst is. Dit laat ook toe om een volledige tandheugel aan een houderprofiel te bevestigen, waarbij vervorming van het materiaal onder controle gehouden wordt. Met meerdere tandeenheden laat ultrasoon lassen of laserlassen dan weer eenvoudiger toe om grijperstangen in een continu proces te vervaardigen. De houderprofielen kunnen hierbij op eender welke lengte vervaardigd worden en voorzien worden van tanden, waarna deze op lengte versneden kunnen worden om grijperstangen te vormen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de chemische verbinding gerealiseerd via spuitgieten van de tandheugel bovenop het houderprofiel. Deze productietechniek is ook gekend als overmoulding.
De tandheugel kan daarbij in principe aangebracht worden vooraleer het koelproces voor het vormen van het houderprofiel afgerond is, wat voor een bijzonder goede verbinding tussen beide delen zorgt. Een afzonderlijke assemblage van het houderprofiel en de grijperstang wordt zo vermeden, gezien het productieproces van de grijperstang zelf tegelijk ook het assemblageproces is.
Het is echter ook mogelijk om nadat het houderprofiel gevormd en afgekoeld 1s, dit houderprofiel terug op te warmen om de tandheugel via spuitgieten op het houderprofiel aan te brengen, zodat beide productieprocessen eenvoudiger afzonderlijk gecontroleerd kunnen worden.
Bij voorkeur wordt de tandheugel bij overmoulding in meerdere tandeenheden vervaardigd. Met meerdere tandeenheden die via spuitgieten bovenop het houderprofiel aangebracht worden, kunnen grijperstangen eenvoudiger in een continu proces vervaardigd worden, dit op eender welke lengtes. De houderprofielen kunnen hierbij in lijn vervaardigd worden. Bij een continue productie van het houderprofiel kunnen de tandeenheden tijdens het productieproces van het houderprofiel bovenop dit houderprofiel aangebracht worden via spuitgieten, dit bijvoorkeur op het moment dat het koelproces voor het vormen van het houderprofiel nog niet afgerond is. Kleinere tandeenheden die via spuitgieten aangebracht worden, laten ook meer mogelijkheden naar vormgeving en materiaalkeuze van de tanden toe. Bij spuitgieten van kortere stukken kunnen hoogwaardigere materialen gebruikt worden dan bij spuitgieten van langere stukken. Tanden kunnen hierbij ook over de volledige lengte van de grijperstang voorzien worden. Dit vergroot de stevigheid en splijtvastheid. Tanden ter hoogte van de zone waar de grijperkop of het hieltje bevestigd wordt, kunnen bijvoorbeeld gedeeltelijk nabewerkt worden om een vormgesloten verbinding te realiseren met deze grijperkop of dit hieltje. In een voordelige uitvoeringsvorm omvatten het houderprofiel en de tandeenheden hetzelfde thermoplastische materiaal. Op deze manier is ook recyclage van de grijperstang mogelijk, waarbij bijvoorbeeld vermalen grijperstangen gebruikt kunnen worden als grondstof voor nieuwe tandeenheden mits toevoeging van extra thermoplastisch matrixmateriaal. Het doel van deze uitvinding wordt ook bereikt door te voorzien in een weefmachine die een grijperstang volgens deze uitvinding omvat.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een grijperstang volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten. In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in
- figuur 1 een tandheugel voor een grijperstang volgens deze uitvinding in dwarsdoorsnede is afgebeeld; - figuur 2 een houderprofiel voor een grijperstang volgens deze uitvinding in dwarsdoorsnede is afgebeeld;
- figuur 3 een uitvoeringsvorm van een grijperstang volgens deze uitvinding met een tandheugel uit figuur 1 en een houderprofiel uit figuur 2 in dwarsdoorsnede is afgebeeld;
- figuur 4 de grijperstang uit figuur 3 in langsdoorsnede is afgebeeld, - figuur 5 de grijperstang uit figuur 4 in langsdoorsnede is afgebeeld, met nabewerkte tanden in de zones waar de grijperkop en het hieltje bevestigd dienen te worden; - figuur 6 een deel van de grijperstang uit figuur 3 in perspectief is afgebeeld.
De afgebeelde grijperstang (1) omvat een houderprofiel (2), waarin een tandheugel (6) is aangebracht.
Het houderprofiel (2) is via pultrusie uit thermoplastisch materiaal als matrixmateriaal vervaardigd, dat versterkt is met versterkingsvezels, die in de lengterichting van dit houderprofiel (2) zijn aangebracht.
Als thermoplastisch materiaal is gekozen voor polyamide 6, polyamide 6,6, polyamide 12 of PPA.
De versterkingsvezels zijn koolstofvezels die in een koolstofvezelfractie tussen 50% en 80% zijn aangebracht, dit onder nagenoeg 0° ten opzichte van de lengterichting.
Het houderprofiel (2) omvat een bodem (4) en twee aan weerszijden van deze bodem (4) opstaande zijwanden (5), die samen een aanbrengholte (3) afbakenen.
In deze aanbrengholte (3) is de tandheugel (6) aangebracht.
De tandheugel (6) is uit meerdere tandeenheden (8) opgebouwd, waarbij elke tandeenheid (8) vier tanden (7) omvat.
Binnen elke tandeenheid (8) omvat de tandheugel (6) ter hoogte van de tandkuilen (9) een zijwand (11) met minimale dikte, die bijvoorbeeld tussen 0,1 en 0,3 mm begrepen kan zijn, wanneer de wanddikte vanhet houderprofiel tussen 1,6 en 1,7 mm gekozen is. Tussen twee opeenvolgende tandeenheden (8) is een vrije ruimte (12), waar de tandheugel (6) vrij is van zijwanden (11).
De tandeenheden (8) zijn via spuitgieten vervaardigd uit thermoplastisch materiaal als matrixmateriaal, dat versterkt is met versterkingsvezels. Als thermoplastisch materiaal is een materiaal gekozen dat compatibel is met het materiaal van het houderprofiel (2). De versterkingsvezels zijn koolstofvezels die in een koolstofvezelfractie tussen 10% en 30% zijn aangebracht. Deze versterkingsvezels zijn enkel in respectievelijke tanden (7) aangebracht en hebben hiertoe een lengte, die kleiner is dan de respectievelijke afmeting van de tanden (7). Deze versterkingsvezels zijn met willekeurige oriëntatie aangebracht om een algemene sterkte (isotroop gedrag) te verzekeren. Naar slijtvastheid toe zijn deze versterkingsvezels aan het oppervlak tangentieel, maar met willekeurige oriëntatie gericht.
Nadat het koelproces voor het vormen van het houderprofiel (2) is afgerond, is dit houderprofiel (2) terug opgewarmd en zijn de tandeenheden (8) via spuitgieten rechtstreeks op het houderprofiel (2) aangebracht. Op deze manier worden de tandeenheden (8) over hun volledige raakvlak met het houderprofiel (2) chemisch verbonden met dit houderprofiel (2), dit zowel met de bodem (4) als met beide zijwanden (5) van het houderprofiel (2).
Het houderprofiel (2) is in een continu proces via pultrusie vervaardigd, waarbij de tandeenheden (8) continu via overmoulding op het houderprofiel (2) zijn aangebracht. Daarna is het geheel van het houderprofiel (2) en de tandeenheden (8) op lengte versneden om grijperstangen (1) te vormen. In de zones (10) waar de grijper en waar het hieltje dienen bevestigd te worden, zijn daarna de tanden nabewerkt, meer bepaald afgevijld, zoals te zien is in figuur 5.

Claims (18)

CONCLUSIES
1. Grijperstang (1) voor weefmachines, omvattende: - een houderprofiel (2), dat een aanbrengholte (3) afbakent met een bodem (4) en ten opzichte van de bodem opstaande zijwanden (5); - een tandheugel (6) met meerdere tanden (7), die in de aanbrengholte (3) is aangebracht en die vervaardigd is uit thermoplastisch materiaal, met het kenmerk: - dat het houderprofiel (2) met een thermoplastisch materiaal is vervaardigd dat compatibel is met het thermoplastische materiaal van de tandheugel (6) en dat versterkt is met versterkingsvezels die zich hoofdzakelijk in de lengterichting van het houderprofiel (2) uitstrekken; - en dat de tandheugel (6) chemisch verbonden is met het houderprofiel (1).
2. Grijperstang (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tandheugel (6) meerdere tandeenheden (8) omvat, waarbij elke tandeenheid (8) één of meerdere tanden (7) van de tandheugel (6) omvat en dat elke tandeenheid (8) chemisch verbonden is met het houderprofiel (2).
3. Grijperstang (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de tandeenheden (8) maximaal 24 tanden (7) omvatten.
4. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tandheugel (6) chemisch verbonden is met de bodem (4) en met de zijwanden (5) van het houderprofiel (2).
5. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tanden (7) van de tandheugel (6) tandkuilen (9) begrenzen en dat de tandheugel (6) ter hoogte van deze tandkuilen (9) minstens gedeeltelijk vrij is van zijwanden (11).
6. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tanden (7) van de tandheugel (6) versterkt zijn met versterkingsvezels.
7. Grijperstang (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de versterkingsvezels van de tanden (7) zich elk enkel in een respectievelijke tand (7) uitstrekken.
8. Grijperstang (1) volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de versterkingsvezels van de tanden (7) in willekeurige richting zijn aangebracht.
9. Grijperstang (1) volgens één van de conclusies 6 tot 8, met het kenmerk dat de versterkingsvezels van de tanden (7) koolstofvezels zijn.
10. Grijperstang (1) volgens één van de conclusies 6 tot 9, met het kenmerk dat de versterkingsvezels van de tanden (7) in een koolstofvezelfractie tussen 10% en 50% zijn aangebracht.
11. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de versterkingsvezels van het houderprofiel (2) koolstofvezels zijn.
12. Grijperstang (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de versterkingsvezels van het houderprofiel (2) in een koolstofvezelfractie tussen 50% en 80% zijn aangebracht.
13. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tandheugel (6) flexibeler is dan het houderprofiel (2).
14. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tanden (7) van de tandheugel (6) hol zijn uitgevoerd.
15. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de chemische verbinding gerealiseerd is via lassen.
16. Grijperstang (1) volgens één van de conclusies 1 tot 14, met het kenmerk dat de chemische verbinding gerealiseerd is via spuitgieten van de tandheugel (6) bovenop het houderprofiel (2).
17. Grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het houderprofiel (2) en de tandheugel (6) hetzelfde thermoplastisch materiaal omvatten.
18. Weefmachine, met het kenmerk dat deze een grijperstang (1) volgens één van de voorgaande conclusies omvat.
BE20195020A 2019-01-14 2019-01-14 Grijperstang BE1026970B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195020A BE1026970B1 (nl) 2019-01-14 2019-01-14 Grijperstang
EP20702349.0A EP3911787B1 (en) 2019-01-14 2020-01-08 Rapier rod
CN202080007513.9A CN113260748B (zh) 2019-01-14 2020-01-08 剑杆
PCT/IB2020/050110 WO2020148605A1 (en) 2019-01-14 2020-01-08 Rapier rod

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195020A BE1026970B1 (nl) 2019-01-14 2019-01-14 Grijperstang

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026970A1 true BE1026970A1 (nl) 2020-08-10
BE1026970B1 BE1026970B1 (nl) 2020-08-20

Family

ID=65234326

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195020A BE1026970B1 (nl) 2019-01-14 2019-01-14 Grijperstang

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3911787B1 (nl)
CN (1) CN113260748B (nl)
BE (1) BE1026970B1 (nl)
WO (1) WO2020148605A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1030580B1 (nl) 2022-06-02 2024-01-08 Vandewiele Grijperstang

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1535491A1 (de) 1964-10-03 1969-11-20 Dornier Gmbh Lindauer Schuetzenlose Webmaschine mit Schussfadeneintrag durch Greifersystem
DE1710293B1 (de) 1967-06-08 1970-08-20 Dornier Gmbh Lindauer Greiferstange fuer Webmaschinen mit Entnahme des Schussfadens von ortsfesten Spulen
EP0394639A1 (de) 1989-04-25 1990-10-31 Lindauer Dornier Gesellschaft M.B.H Greiferstange aus faserverstärkten Kunststoffbändern
DE19608254A1 (de) 1996-03-04 1997-09-11 Inst Konstruktion Und Verbundb Zahnstange aus Faserverbund
DE10120954A1 (de) 2001-04-25 2002-10-31 Inst Konstruktion Und Verbundb Zahnstange zur Bewegung des Greifermechanismus an schützenlosen Webmaschinen sowie Verfahren und Preßwerkzeug zu deren Herstellung

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10100914A1 (de) * 2001-01-11 2002-07-18 Bayer Ag Plattenförmiges Leichtbauteil
BE1016506A3 (nl) * 2005-04-25 2006-12-05 Wiele Michel Van De Nv Inrichting voor het aandrijven van een grjperbeweging in een weefmachine.
DE102011053100A1 (de) * 2011-08-30 2013-02-28 Rehau Ag + Co Zweiradrahmen, Zweirad und Verfahren zur Herstellung eines Zweiradrahmens
AT519256B1 (de) 2017-03-20 2018-05-15 Ing Gottfried Steiner Dipl Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Bauteilen oder Profilen
CN107336477A (zh) * 2017-06-28 2017-11-10 重庆大学 一种纤维增强热塑性复合材料点阵夹芯结构及其制备方法
DE102017223577B8 (de) * 2017-12-21 2019-02-14 Lindauer Dornier Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Zahnstange für Greiferwebmaschinen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1535491A1 (de) 1964-10-03 1969-11-20 Dornier Gmbh Lindauer Schuetzenlose Webmaschine mit Schussfadeneintrag durch Greifersystem
DE1710293B1 (de) 1967-06-08 1970-08-20 Dornier Gmbh Lindauer Greiferstange fuer Webmaschinen mit Entnahme des Schussfadens von ortsfesten Spulen
EP0394639A1 (de) 1989-04-25 1990-10-31 Lindauer Dornier Gesellschaft M.B.H Greiferstange aus faserverstärkten Kunststoffbändern
DE19608254A1 (de) 1996-03-04 1997-09-11 Inst Konstruktion Und Verbundb Zahnstange aus Faserverbund
DE10120954A1 (de) 2001-04-25 2002-10-31 Inst Konstruktion Und Verbundb Zahnstange zur Bewegung des Greifermechanismus an schützenlosen Webmaschinen sowie Verfahren und Preßwerkzeug zu deren Herstellung

Also Published As

Publication number Publication date
EP3911787B1 (en) 2023-12-06
CN113260748B (zh) 2023-06-23
WO2020148605A1 (en) 2020-07-23
CN113260748A (zh) 2021-08-13
BE1026970B1 (nl) 2020-08-20
EP3911787A1 (en) 2021-11-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101637284B1 (ko) 차량의 내충돌성 구조물 및 그것의 제조 방법
EP2750861B1 (de) Zweiradrahmen, zweirad und verfahren zur herstellung eines zweiradrahmens
US11111626B2 (en) Interlaced three-dimensional printed composites and machines for fabricating same
BE1026970B1 (nl) Grijperstang
CN107000523B (zh) 底盘和用于制造底盘的方法
KR20140001987A (ko) 탄소섬유 강화 복합재료의 접합체
CN1218433A (zh) 用于拼接热塑性塑料制品的方法和设备
CN105415666B (zh) 振动焊接的装置、方法、模具以及振动焊接模制件
US4690177A (en) Gripper rod for shuttleless looms
CA2932963C (fr) Lame d'entrainement de crochets appartenant a une mecanique jacquard et mecanique jacquard comprenant une telle lame
BE1017334A3 (nl) Weefkader met versterkingsprofiel voor een weefmachine.
JPH0672343B2 (ja) シャットルレス織機用グリッパロッドおよびその製造方法
EP0288652A1 (fr) Traverse pour lame de métier à tisser
US11819884B2 (en) Injection molded screening apparatuses and methods
BE1016677A3 (nl) Weefkader voor een weefmachine.
KR101688606B1 (ko) 탄소섬유강화 복합재료를 이용한 자전거 프레임
BE1030580B1 (nl) Grijperstang
BE1018874A3 (nl) Weefkader voor een weefmachine.
BE1016506A3 (nl) Inrichting voor het aandrijven van een grjperbeweging in een weefmachine.
KR20120110016A (ko) 부분적으로 다수의 포일층으로 구성되는 헤들 본체를 갖는 헤들
CZ231395A3 (cs) Náběh brdového listu tkacího stroje
CA2818762A1 (en) Reinforced blow moulded vehicle running board and method of making same
ITMI982853A1 (it) Traversa metallica a guscio per quadri portalicci di telai ditessitura.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200820