BE1026788B1 - Ventilatiesysteem - Google Patents

Ventilatiesysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1026788B1
BE1026788B1 BE20185804A BE201805804A BE1026788B1 BE 1026788 B1 BE1026788 B1 BE 1026788B1 BE 20185804 A BE20185804 A BE 20185804A BE 201805804 A BE201805804 A BE 201805804A BE 1026788 B1 BE1026788 B1 BE 1026788B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
passage
air
channel
transverse
distribution module
Prior art date
Application number
BE20185804A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026788A1 (nl
Inventor
Anne Santens
Eddy Houck
Original Assignee
Pronox Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pronox Nv filed Critical Pronox Nv
Priority to BE20185804A priority Critical patent/BE1026788B1/nl
Publication of BE1026788A1 publication Critical patent/BE1026788A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026788B1 publication Critical patent/BE1026788B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/0209Ducting arrangements characterised by their connecting means, e.g. flanges
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L39/00Joints or fittings for double-walled or multi-channel pipes or pipe assemblies
    • F16L39/005Joints or fittings for double-walled or multi-channel pipes or pipe assemblies for concentric pipes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L41/00Branching pipes; Joining pipes to walls
    • F16L41/02Branch units, e.g. made in one piece, welded, riveted
    • F16L41/021T- or cross-pieces
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L9/00Rigid pipes
    • F16L9/18Double-walled pipes; Multi-channel pipes or pipe assemblies
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Ventilation (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Abstract

In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een ventilatiesysteem met dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen en minstens één luchtverdeelmodule, de verdeelmodule omvattende een binnenkanaal, een buitenkanaal en twee of meerdere dwarskanalen, waarbij een centrale doorgang gevormd door het binnenkanaal met minstens één dwarskanaal in verbinding staat, en waarbij een omtreksdoorgang gevormd tussen het binnenkanaal en het buitenkanaal met minstens één dwarskanaal in verbinding staat. In het bijzonder lopen het binnenkanaal en buitenkanaal aan beide einddelen van de verdeelmodule uit op open omtreksranden, en lopen de dwarskanalen in dwarse richtingen uit op open omtreksranden. In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het ventileren van een gebouw, en op een werkwijze en kit voor het vormen van een ventilatiesysteem.

Description

VENTILATIESYSTEEM
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een ventilatiesysteem. Onder andere is de uitvinding daarbij gericht op systemen voor airconditioning en/of HVAC.
STAND DER TECHNIEK
De huidige uitvinding beoogt een ventilatiesysteem, onder meer geschikt voor het ventileren van grote architecturale constructies met meerdere verdiepen. Enkele types ventilatiesystemen zijn reeds gekend uit de stand der techniek.
Zo beschrijft US 2 210 458 een systeem voor lokale airconditioning, in een beperkt deel van een ruimte. Er wordt zowel lokaal lucht vrijgegeven in, als onttrokken aan dat deel. Mogelijks verloopt de luchtafvoer bovendien binnen de luchtaanvoer, op onderling concentrische wijze. Een dergelijk systeem is echter ongeschikt voor efficiënte airconditioning van complete gebouwen. In het bijzonder voorziet het systeem een ondermaatse luchtspreiding, gezien lucht op dezelfde locatie wordt geïnjecteerd en onttrokken.
Voor het ventleren van volledige gebouwen, wordt er doorgaans een ventilatieschacht voorzien die de luchtaanvoer verzorgt. Typisch is een dergelijke ventilatieschacht op verschillende plaatsen doorslepen of doorsneden met afvoeropeningen. Daarin gebrachte afvoerleidingen zijn toegeplakt ter hoogte van hun onderlinge naden, d.m.v. metaaltape. Echter, de installatie van dergelijke ventilatiesystemen is vrij omslachtig. Bovendien ontstaan er veelal lekkages ter hoogte van de naden. Extra maatregelen moeten worden getroffen om via de gekende methoden een ventilatiesysteem van “luchtdichtheidsklasse D” te bekomen, in overeenstemming met de Europese Norm EN 12237.
Ventilatiesystemen worden onder andere beoordeeld op hun efficiënt plaatsgebruik, hun isolatiewaarde, hun luchtdichtheidsklasse, hun productiekost en/of hun installatiekost. Nu tracht de huidige uitvinding een nieuw ventilatiesysteem met verbeterde eigenschappen te bieden.
BE2018/5804
Bij voorkeur is de uitvinding onder meer geschikt voor het vormen van een balansventilatiesysteem - i.e. met een mechanische luchtinvoer én een mechanische luchtuitvoer, ook wel ventilatiesysteem van het “type D genaamd.
Los van het bovenstaande, is de toepassing van concentrische luchtkanalen gekend voor het aansluiten van gashaarden met gesloten verbranding.
DE 20 2005 000 691, bijvoorbeeld, beschrijft een schoorsteen met een binnenbuis en een buitenbuis. Verse lucht kan via een ruimte tussen beide buizen worden aangevoerd, tot in de verbrandingskamer. Rookgassen, anderzijds, worden afgevoerd via de binnenbuis. Optioneel worden eventuele aansluitingen tussen buizen gedicht m.b.v. keramisch koordmateriaal. DE 198 37 289 beschrijft nog een configuratie waarbij meerdere gasbranders vanuit verschillende verdiepen aansluiten op eenzelfde, coaxiale schoorsteen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
In een eerste aspect betreft de uitvinding een ventilatiesysteem volgens conclusie 1, voorzien van dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen en minstens één luchtverdeelmodule. De luchtverdeelmodule omvat een binnenkanaal, een buitenkanaal en twee of meerdere dwarskanalen. Enerzijds staat een centrale luchtdoorgang (gevormd door het binnenkanaal) met minstens een eerste dwarskanaal in verbinding. Anderzijds staat een omtreksdoorgang (gevormd tussen het binnenkanaal en het buitenkanaal) met minstens een tweede dwarskanaal in verbinding. In het bijzonder lopen het binnenkanaal en buitenkanaal aan beide einddelen van de verdeelmodule uit op open omtreksranden, en lopen de dwarskanalen in dwarse richtingen uit op open omtreksranden.
De coaxiale luchtgeleidingsmiddelen van huidig ventilatiesysteem zijn geschikt voor het voeren van twee luchtstromen (bv. ventilatie én afzuiging) in onderling tegengestelde richtingen. Daarbij verzorgen luchtverdeelmodules de communicatie met dwarsstromen, d.m.v. dwarskanalen die uitlopen op open omtreksranden. In het bijzonder is het niet nodig om tijdens installatie bijkomende openingen te snijden of te slijpen, gezien deze omtreksranden reeds standaard aansluitopeningen vormen. De axiale positie van de dwarsdoorgangen kan bovendien worden gevarieerd met de lengte van de luchtgeleidingsmiddelen, tussen de luchtverdeelmodules in. Samenvattend
BE2018/5804 voorziet de uitvinding een erg veelzijdig, modulair systeem, dat eenvoudig kan worden geïnstalleerd door koppeling langsheen open omtreksranden.
In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op (a) een werkwijze volgens conclusie 11, voor het ventileren van een gebouw, op (b) een kit volgens conclusie 12, en op (c) een werkwijze volgens conclusie 13, voor het vormen van een ventilatiesysteem.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 is een schematische langsdoorsnede van een ventilatiesysteem volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuren 2A-C tonen dwarse doorsneden van luchtgeleidingsmiddelen, hoofdmodules, verdeelmodules en/of voetmodules, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 3 toont nog een gedeeltelijk weggesneden, perspectivistisch aanzicht van een ventilatiesysteem volgens een mogelijke uitvoeringsvorm.
Figuren 4A-C tonen respectievelijk een perspectivistisch aanzicht, een langsdoorsnede en een dwarsdoorsnede van een verdeelmodule volgens een mogelijke uitvoeringsvorm.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding betreft een ventilatiesysteem, een werkwijze voor het ventileren van een gebouw, en een werkwijze en kit voor het vormen van een ventilatiesysteem.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
BE2018/5804
Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een ventilatiesysteem, welk systeem dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen omvat voor het voeren van een centrale stroom en een omtreksstroom van lucht in onderling tegengestelde richtingen, en welk systeem verder minstens één luchtverdeelmodule omvat die aan twee open einddelen op de luchtgeleidingsmiddelen is aangesloten, voor het verdelen van de centrale stroom en omtreksstroom in dwarsstromen, de verdeelmodule omvattende:
- een binnenkanaal en een buitenkanaal die zich coaxiaal tussen de genoemde einddelen uitstrekken, en die via afstandshouders met elkaar zijn verbonden, waarvan het binnenkanaal een centrale doorgang omsluit, en waarbij tussen het binnenkanaal en buitenkanaal een omtreksdoorgang is ingesloten, en
- twee of meerdere dwarskanalen die zich doorheen een wand van het buitenkanaal, en optioneel doorheen een wand van het binnenkanaal uitstrekken, welke dwarskanalen overeenkomstige dwarsdoorgangen omsluiten, waarbij elk van de centrale doorgang en omtreksdoorgang in verbinding staat met minstens één dwarsdoorgang. In het bijzonder lopen het binnenkanaal en buitenkanaal van de verdeelmodule aan beide einddelen uit op open omtreksranden, en lopen de dwarskanalen volgens dwarse richtingen uit op open omtreksranden.
BE2018/5804
In het huidige ventilatiesysteem hebben het binnenkanaal en buitenkanaal een coaxiaal verloop. Dat verloop kan rechtlijnig zijn en/of bochten omvatten. In elk geval vormt het ventilatiesysteem een centrale doorgang, en een omtreksdoorgang die de centrale doorgang omtreksgewijs omsluit. De twee doorgangen zijn daarbij geschikt voor het voeren van lucht in onderling tegengestelde richtingen. Bijvoorbeeld gaat het om de aanvoer van “verse lucht” en de afvoer van “vervuilde lucht” in een ventilatiesysteem. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm worden de verse lucht en de vervuilde lucht respectievelijk via de omtreksdoorgang en de centrale doorgang doorheen het ventilatiesysteem geleid. Echter, de uitvinding is hier geenszins toe gelimiteerd, en het gebruik van de doorgangen kan worden omgewisseld.
Een voordeel van hun coaxiaal verloop is dat coaxiale doorgangen minder planoppervlakte bestrijken (bv. binnen de technische koker van een gebouw) dan twee afzonderlijke en naburige, enkelvoudige doorgangen. Dat is althans het geval wanneer het om schijfvormige doorgangen gaat. Dit kan voordelig zijn i.v.m. maximalisatie van de nuttige oppervlakte van appartementen. Bij voorkeur beschrijft de centrale doorgang in het huidige ventilatiesysteem een schijfvorm, en beschrijft de omtreksdoorgang een ringvorm. Nog een voordeel is dat er meer warmte kan worden uitgewisseld tussen de centrale doorgang en de omtreksdoorgang, namelijk doorheen de wand van het binnenkanaal. Dit laat toe om warmte uit (afgezogen) vervuilde lucht deels te recupereren in de (ingevoerde) verse lucht.
Coaxiale luchtkanalen voor ventilatie kunnen net als gekende luchtkanalen worden uitgevoerd in enkelwandig metaal, bijvoorbeeld in gegalvaniseerd staal of rvs/inox. Bijvoorbeeld zijn rolnaad-gelaste of gefelste kanalen uit plaatstaal gekend door de vakman. De uitvinding is tot geen van bovenstaande voorbeelden gelimiteerd. In het huidige ventilatiesysteem worden dergelijke kanalen coaxiaal verbonden middels afstandshouders, welke zijn voorzien binnen de omtreksdoorgang. Deze afstandshouders verbinden de binnenkanalen en buitenkanalen tot afzonderlijke modules.
De luchtverdeelmodules, bijvoorbeeld, voorzien twee overstaande einddelen waar de kanalen uitlopen op open omtreksranden. Deze open omtreksranden vormen aansluitopeningen, voor aansluiting op verdere luchtgeleidingsmiddelen. Bij voorkeur gaat het om dubbelwandige luchtkanalen met een centrale doorgang en een omtreksdoorgang. De verdeelmodules staan daarbij in voor het afsplitsen van dwarsstromen van, en voor het samenvoegen van dwarsstromen met de centrale
BE2018/5804 stroom en omtreksstroom in het ventilatiesysteem. Daartoe zijn de verdeelmodules voorzien van dwarskanalen die eveneens uitlopen op open omtreksranden. Deze verzorgen aansluitopeningen voor ventilatie en afzuiging. De open omtreksranden laten een bijzonder eenvoudige installatie toe. Het is bijvoorbeeld niet nodig om ter plaatse nog openingen te slijpen of snijden. De locatie van de aansluitopeningen voor ventilatie en afzuiging kan bovendien worden gevarieerd met de lengte van de luchtgeleidingsmiddelen, tussen de luchtverdeelmodules in. Optioneel zijn één of meerdere van de aansluitopeningen nog opgetrompt of geknepen, om het onderling koppelen te vereenvoudigen. Als alternatief bezitten de kanalen van de luchtverdeelmodules enerzijds en de luchtgeleidingsmiddelen anderzijds een licht verschillende diameter, zodat zij passend in elkaar kunnen worden geschoven. Dit heeft voordelen bij fabricatie, omdat de einddelen van de modules en/of luchtgeleidingsmiddelen geen extra bewerkingsstap noodzaken (e.g. optrompen of knijpen).
Het is niet noodzakelijk zo dat de dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen zijn voorzien van afstandshouders. Bijvoorbeeld zou het telkens kunnen gaan om een tweetal van enkelvoudige luchtgeleidingsmiddelen, los in elkaar geschoven. Deze worden aan weerseinden met de (luchtverdeel)modules gekoppeld, waardoor zij onderling op afstand worden gehouden. Tussen de binnenkanalen en de buitenkanalen van de luchtverdeelmodules zijn daarbij wél afstandshouders voorzien, zoals hierboven beschreven.
Teneinde de isolatiewaarde te verhogen, is het nog mogelijk om de luchtverdeelmodules en/of de luchtgeleidingsmiddelen te voorzien van isolatiemateriaal. Optioneel is het buitenkanaal van één of meerdere luchtverdeelmodules reeds prefab voorzien van een isolerende mantel. Bijvoorbeeld is een dergelijke mantel omheen het buitenkanaal gebonden, gekleefd of gespoten (e.g. PUR materiaal).
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm zijn één of meerdere van de open omtreksranden voorzien van elastische dichtingsringen. Optioneel zijn de kanalen daarbij voorzien van overeenkomstige groeven, voor ontvangst van de dichtingsringen. Bij voorkeur voorzien de genoemde dichtingsringen minstens één dichtingslip, en bij verdere voorkeur twee of meerdere dichtingslippen. Volgens een niet-limitatieve uitvoeringsvorm omvatten de dichtingsringen neopreen.
BE2018/5804
Met het gebruik van dergelijke dichtingsringen kan een hogere luchtdichtheid worden bekomen. Bij voorkeur bezit het ventilatiesysteem daarbij de luchtdichtheidsklasse D, conform de norm EN 12237.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm wordt het systeem toegepast als balansventilatiesysteem (i.e. een systeemtype D ventilatie), met een mechanische invoer en met een mechanische uitvoer van lucht. Het coaxiaal ontwerp laat inderdaad een gecombineerde aanvoer van verse lucht en afvoer van vervuilde lucht toe.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de verdeelmodule twee dwarsdoorgangen die axiaal boven elkaar zijn gerangschikt. Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de verdeelmodule twee dwarsdoorgangen die radiaal naast elkaar zijn gerangschikt. Typisch wordt vervuilde lucht afgezogen vanuit vochtige ruimten (bv. de badkamer en keuken), terwijl verse lucht wordt vrijgegeven in droge ruimten (bv. slaapkamer en woonkamer). Omwille van de ruimtelijke spreiding is het dus voordelig dat middelen voor ventilatie en afzuiging zich onder een bepaalde hoek kunnen uitstrekken vanaf de ventilatieschacht, afhankelijk van het ontwerp van het gebouw.
Volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm omvat de verdeelmodule meer dan twee dwarsdoorgangen. Bijvoorbeeld is de verdeelmodule voorzien van twee dwarsdoorgangen die aansluiten op de centrale doorgang, en twee dwarsdoorgangen die aansluiten op de omtreksdoorgang. Een dergelijk ontwerp zou toe laten om twee naburige appartementen afzonderlijk te ventileren vanuit éénzelfde verdeelmodule, door middel van afzonderlijke aansluitingen voor afzuiging en ventilatie. Meer algemeen voorziet de uitvinding één of meerdere dwarsdoorgangen die aansluiten op de centrale doorgang, en één of meerdere dwarsdoorgangen die aansluiten op de omtreksdoorgang.
Volgens een niet-limitatieve uitvoeringsvorm omvat de verdeelmodule twee axiaal aangrenzende helften die azimuthaal t.o.v. elkaar kunnen worden verdraaid, en die d.m.v. een dichtingsring op elkaar aansluiten. Dit laat toe om de vertrekhoek van overeenkomstige dwarsdoorgangen onderling te variëren.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm wordt de verdeelmodule voorzien ter hoogte van een plenum in een gebouw. Optioneel stemt een hoogte van de verdeelmodule daarbij enigszins overeen met de hoogte van het plenum van het gebouw. Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is het systeem
BE2018/5804 geconfigureerd voor het ventileren van één of meerdere verdiepen in een gebouw, waarbij het systeem één verdeelmodule per geventileerde verdieping omvat.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het systeem verder nog een hoofdmodule met een open einddeel en een halfopen einddeel, waarvan het open einddeel op voorgenoemde luchtgeleidingsmiddelen is aangesloten, de hoofdmodule omvattende:
- een binnenkanaal en buitenkanaal die zich coaxiaal tussen de einddelen uitstrekken, en daarbij een centrale doorgang en een omtreksdoorgang omsluiten, en
- een dwarskanaal dat zich doorheen een wand van het buitenkanaal, en optioneel doorheen een wand van het binnenkanaal uitstrekt, en daarbij een dwarsdoorgang omsluit, waarbij de dwarsdoorgang in verbinding staat met ofwel de centrale doorgang, ofwel de omtreksdoorgang, welke doorgang daarbij aan het halfopen einddeel is afgesloten. Bij voorkeur zijn de aansluitopeningen voor luchtinvoer en luchtuitvoer niet-concentrisch gerangschikt. Een dergelijke hoofdmodule laat toe om bestaande middelen voor luchtinvoer en luchtuitvoer te koppelen met het huidige ventilatiesysteem.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is een dwarsdoorgang van de verdeelmodule kleiner dan de dwarsdoorgang van de hoofdmodule. Daarbij wordt inderdaad verondersteld dat de dwarsdoorgang van de hoofdmodule een hoger debiet dient te voeren.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het systeem verder een voetmodule met een open einddeel en een gesloten einddeel, waartussen zich een binnenkanaal en een buitenkanaal coaxiaal uitstrekken, waarbij het open einddeel op de luchtgeleidingsmiddelen is aangesloten, en waarbij het binnen- en buitenkanaal van de voetmodule aan het gesloten einddeel zijn afgesloten. Een dergelijke voetmodule verzorgt een luchtdichte scheiding tussen de centrale doorgang en de omtreksdoorgang van het systeem.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm zijn het binnen- en buitenkanaal afgesloten d.m.v. afneembare deksels. Dit laat een eenvoudige reiniging van de luchtkanalen toe, na wegname van de deksels. Optioneel is één of beide deksels voorzien van een condensafloop.
BE2018/5804
In een tweede aspect voorziet de uitvinding nog een werkwijze voor het ventileren van een gebouw, omvattende het activeren van een ventilatiesysteem zoals hierboven beschreven. Dezelfde voordelen kunnen daarbij worden hernomen.
In een derde aspect betreft de uitvinding een kit voor het vormen van een ventilatiesysteem, ervoor geconfigureerd om modulair te worden gekoppeld door middel van dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen met een centrale doorgang en een omtreksdoorgang, voor het voeren van een centrale stroom en een omtreksstroom van lucht in onderling tegengestelde richtingen, de kit omvattende:
- een hoofdmodule met uitwendige aansluitopeningen voor een luchtinvoer en voor een luchtuitvoer, welke hoofdmodule een open einddeel voorziet dat met de luchtgeleidingsmiddelen kan worden gekoppeld, en waarbij de genoemde aansluitopeningen afzonderlijk in verbinding staan met een centrale doorgang en een omtreksdoorgang van de hoofdmodule, aan dat open einddeel,
- minstens één verdeelmodule met aansluitopeningen voor ventilatie en afzuiging, welke verdeelmodule via twee open einddelen tussen de luchtgeleidingsmiddelen kan worden gekoppeld, en waarbij de genoemde aansluitopeningen afzonderlijk in verbinding staan met een centrale doorgang en een omtreksdoorgang van de verdeelmodule, aan de open einddelen en daartussen.
Bij voorkeur is de kit geschikt voor het vormen van een ventilatiesysteem zoals hierboven beschreven, waarbij dezelfde voordelen worden herhaald.
In een vierde aspect heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het vormen van een ventilatiesysteem, de werkwijze omvattende het modulair koppelen van de hierboven beschreven kit, met gebruik van dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen. Bij voorkeur wordt daarbij een ventilatiesysteem verkregen zoals hierboven beschreven. Diezelfde voordelen kunnen worden hernomen. In het bijzonder kan onderhavig, modulair systeem eenvoudig worden geïnstalleerd, door gebruik van afzonderlijke, geprefabriceerde modules.
In verdere aspecten kan de uitvinding nog betrekking hebben op (a) een hoofdmodule, (b) een verdeelmodule en/of (c) een voetmodule, voor gebruik in een ventilatiesysteem. Bij voorkeur gaat het om een hoofdmodule/verdeelmodule/voetmodule zoals hierin beschreven, waarin de bijvermelde voordelen kunnen worden herhaald.
BE2018/5804
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
Figuur 1 is een schematische langsdoorsnede van een ventilatiesysteem 1 volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Het systeem 1 omvat een hoofdmodule 2, twee luchtverdeelmodules 3, en een voetmodule 4. Langs hun open einddelen zijn de genoemde modules 2, 3, 4 van open omtreksranden 30 voorzien. Deze maken een onderlinge koppeling d.m.v. dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen 5 mogelijk. Daartoe voorzien de luchtgeleidingsmiddelen 5 een binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 met een enigszins grotere diameter, zodat zij passend over de omtreksranden 30 van de modules kunnen worden geschoven. De modules 2, 3, 4 zijn ook nog voorzien van dichtingsringen 28 die een luchtdichte koppeling verzekeren.
Het systeem 1 wordt gevoed vanaf de hoofdmodule 2 via middelen voor uitvoer 7 en invoer 8 van lucht. De hoofdmodule 2 voorziet hiertoe een afzonderlijke aansluitopening 16 voor luchtuitvoer 7 en een aansluitopening 17 voor luchtinvoer 8. In het bijzonder geval van balansventilatiesystemen wordt een mechanische luchtuitvoer 7 en mechanische luchtinvoer 8 toegepast. Middelen voor luchtuitvoer 7 en luchtinvoer 8 zijn op zich gekend door de vakman; zij worden dus niet afgebeeld in Fig. 1. In de getoonde uitvoeringsvorm sluit de luchtuitvoer 7 aan op een centrale doorgang 12, gevormd door de binnenkanalen 14 van het systeem 1. De luchtinvoer 8, anderzijds, sluit aan op een omtreksdoorgang 13 die tussen de binnenkanalen 14 en buitenkanalen 15 is ingesloten. Er wordt met nadruk op gewezen dat luchtuitvoer 7 en luchtinvoer 8 in dit opzicht kunnen worden omgewisseld, al naar gelang het ontwerp van ventilatiesysteem 1. Eventuele afstandshouders 32, welke de binnen- 14 en buitenkanalen 15 zouden kunnen verbinden, worden getoond in Fig. 2A-C. Veelal worden de hoofdmodule 2, samen met de middelen voor luchtuitvoer 7 en luchtinvoer 8 voorzien bovenop de dakstructuur 29 van een gebouw. Zoals getoond vormt het systeem 1 daarbij een verticale ventilatieschacht vanaf die dakstructuur 29, doorheen het gebouw. Laatstgenoemde ventilatieschacht doorsnijdt de verschillende verdiepingen 20. Bijvoorbeeld kan zij binnen de zogenaamde “technische koker” van het gebouw worden voorzien. De luchtuitvoer 7 geeft alvast aanleiding tot een centrale stroom 9, binnen de centrale doorgang 12 van de ventilatieschacht. De luchtinvoer 8, anderzijds, geeft aanleiding tot een omtrekstroom 10, binnen de omtreksdoorgang 13 van de ventilatieschacht. De centrale stroom 9 en omtreksstroom 10 worden in onderling tegengestelde, opwaartse en neerwaartse richting gevoerd.
BE2018/5804
Verder omvat het systeem 1 meerdere verdeelmodules 3 die voorzien zijn van dwarsdoorgangen 18, omsloten door dwarskanalen 19. Deze dwarsdoorgangen 18 en dwarskanalen 19 strekken zich uit doorheen een wand van het buitenkanaal 15, en optioneel doorheen een wand van het binnenkanaal 14. De dwarskanalen 19 vertonen uitwendige aansluitopeningen 24, 25 voor afzuiging 26 en ventilatie 27. Middelen voor afzuiging 26 en ventilatie 27 (e.g. verdere luchtkanalen en luchtroosters) zijn op zich gekend door de vakman; zij worden dus niet afgebeeld in Fig. 1. In een mogelijke uitvoeringsvorm omvat elke ventilatieschacht van het systeem 1 telkens één verdeelmodule 3 per geventileerd verdiep 20. Deze verdeelmodule 3 draagt bij tot de ventilatie voor de binnenruimte 22 van dat verdiep 20. Optioneel worden dergelijke verdeelmodules 3 telkens voorzien ter hoogte van een plenum 21, bijvoorbeeld gevormd door een bijhorend systeemplafond 23. Middelen voor afzuiging 26 en ventilatie 27 (niet getoond) kunnen daarbij grotendeels in dat plenum worden weggewerkt.
Aan het voeteinde van de ventilatieschacht omvat het systeem 1 nog een voetmodule 4 met een open einddeel en een gesloten einddeel. Naar boven toe sluit het open einddeel van de voetmodule 4 aan op de luchtgeleidingsmiddelen 5. Het gesloten einddeel, anderzijds, is neerwaarts afgesloten d.m.v. afneembare deksels 31. Zo kan een luchtdichte scheiding tussen de centrale doorgang 12 en omtreksdoorgang 13 van de ventilatieschacht worden verkregen. De afneembaarheid van de deksels 31 laat bovendien een eenvoudige reiniging toe, na wegname van de deksels. In de uitvoeringsvorm van Fig. 1 worden volle deksels toegepast. Als alternatief zijn één of beide deksels voorzien van een zogenaamde condensafloop (niet getoond). Zoals nog te zien valt op de figuur, is de voetmodule 4 nog voorzien van steunvoeten 36. Deze ondersteunen de voetmodule 4 en minstens een deel van de erop gerangschikte ventilatieschacht.
Figuren 2A-C tonen dwarse doorsneden van luchtgeleidingsmiddelen 5, hoofdmodules 2, verdeelmodules 3 en/of voetmodules 4, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Elke doorsnede toont een binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 die zich coaxiaal uitstrekken, dwars op het vlak van de figuur. Zij zijn onderling verbonden door middel van afstandshouders 32. Het binnenkanaal 14 omsluit daarbij een centrale doorgang 12. Tussen het binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 is nog een omtreksdoorgang 13 ingesloten. Eventuele dwarskanalen 19 en bijhorende dwarsdoorgangen 18 (mogelijks aanwezig bij hoofdmodules 2 en verdeelmodules 3),
BE2018/5804 worden niet getoond in de figuren. De gebruikte luchtkanalen 14, 15 kunnen een cirkelvormig profiel (Fig. 2A, Fig. 2C en Fig. 2D), of rechthoekig profiel (Fig. 2B) bezitten. Uiteraard is de uitvinding tot geen van deze gelimiteerd; eender welk ander geschikt profiel (bv. ovaal) kan eveneens worden toegepast. De getoonde afstandshouders 32 in Fig. 2A-C zijn in hoofdzaak Z-vormig of S-vormig, met een eerste lip 33 die tegen het binnenkanaal 14 is bevestigd, met een tweede lip 33 die tegen het buitenkanaal 15 is bevestigd, en met daartussen een dwarsverbinding 34. Mogelijks zijn de lippen 33 door middel van puntlassen met de kanalen 14, 15 verbonden. Als alternatief worden zij verlijmd, bijvoorbeeld via metaallijmen. Uiteraard kunnen de dwarsverbindingen 34 ook een ander geschikt profiel aannemen, bijvoorbeeld een U-vormig profiel. Fig. 2D toont nog een uitvoeringsvorm waarin de afstandshouders 32 V-vormig zijn. Dit zorgt voor een meer rigide verbinding tussen binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15. Voordelen van geprofileerde dwarsverbindingen 34 zijn dat zij weinig luchtweerstand veroorzaken. Tegelijkertijd, wanneer meerdere dwarsverbindingen 34 onderling radiaal zijn gerangschikt, voorzien zij voldoende stabiliteit.
In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn enkel de hoofdmodules 2, verdeelmodules 3, en voetmodules 4 volgens onderhavige uitvinding van dergelijke afstandshouders 32 voorzien. Afstandshouders 32 worden niet voorzien in de dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen 5; zij worden onderling op afstand gehouden door de modules 2, 3, 4, waarmee zij aan hun einddelen verbonden zijn.
Bij voorkeur strekken de afstandshouders 32 zich niet uit over de ganse lengte van de luchtkanalen 14, 15, zodat zij de omtreksdoorgang 13 niet in afzonderlijke sectoren opdelen. Veeleer hebben zij slechts een beperkte lengte (e.g. maximaal 10% van de lengten van de overeenkomstige kanalen 14, 15), dwars op het vlak van figuur. Een aantal van dergelijke afstandshouders 32, onderling radiaal gerangschikt, kunnen dan op twee of meerdere posities langsheen de lengte van de kanalen 14, 15 worden voorzien. Bijvoorbeeld gaat het om viertallen (Fig. 2A-B) of drietallen (Fig. 2C-D) van afstandshouders 32. Fig. 2C toont nog een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm, waarbij een drietal afstandshouders 32 onderling radiaal is gerangschikt. De dwarsverbindingen 34 zijn een weinig langer dan breedte van de omtreksdoorgang 13. Dit resulteert in een grotere tolerantie tijdens productie. De afstandshouders 32 kunnen immers steeds in contact worden gebracht met binnen- en buitenkanaal 14, 15, zelfs indien er kleine maatafwijkingen bestaan. Optioneel strekken de onderling radiaal gerangschikte dwarsverbindingen zich niet-radiaal uit. Zij maken daarbij een verbindingshoek 35, t.o.v. de zuiver radiale richting.
BE2018/5804
Voorbeeld 1: afmetingen van binnenkanaal en buitenkanaal
Veelal zijn luchtstromen in ventilatiesystemen hoofdzakelijk turbulent. Voor ventilatiedoeleinden moeten de diameters van binnenkanaal en buitenkanaal nu zodanig worden gekozen, dat de centrale doorgang en de omtreksdoorgang ongeveer dezelfde drukval ondervinden. Dit is van bijzonder belang voor balansventilatiesystemen. Onderstaande Tabel 1 geeft een aantal geschikte diameters, voor het huidige ventilatiesysteem, van binnenkanalen en bijhorende buitenkanalen. Diameterwaarden voor standaardbuizen worden weergegeven. De uitvinding is tot geen van deze gelimiteerd.
Tabel 1 - diameters van binnenkanaal en buitenkanaal
Binnendiameter [mm] Geschikte buitendiameters [mm]
160 250
180 300
200 300, 315
220 340
250 355, 380, 400
300 450
315 400, 450
340 510
355 450, 500, 560
380 550
400 560, 600
420 620
450 600, 710
500 710, 800
560 800, 900
Figuur 3 toont nog een gedeeltelijk weggesneden, perspectivistisch aanzicht van een ventilatiesysteem 1 volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Het omvat een hoofdmodule 2 en twee luchtverdeelmodules 3, 3’, welke modules onderling zijn verbonden via luchtgeleidingsmiddelen 5. De hoofdmodule 2 is bovenop de dakconstructie 29 voorzien. Zij vormt aansluitopeningen 16, 17 voor luchtinvoer en luchtuitvoer. Vanuit de hoofdmodule 2 strekt zich een ventilatieschacht uit in neerwaartse richting, binnen de technische koker 37 van het gebouw. Per verdiep voorziet deze ventilatieschacht een verdeelmodule 3, 3’, met aansluitopeningen 24, 25
BE2018/5804 voor afzuiging en ventilatie. Voor één verdeelmodule 3 zijn deze aansluitopeningen 24, 25 (en bijhorende dwarsdoorgangen) axiaal naast elkaar gerangschikt. Voor de andere verdeelmodule 3’ zijn deze aansluitopeningen 24, 25 radiaal naast elkaar gerangschikt.
Uiteraard is het eveneens mogelijk om een verdeelmodule 3” te voorzien (niet getoond), met meer dan één aansluitopening 24 voor afzuiging, en met meer dan één aansluitopening 25 voor ventilatie. Een dergelijke verdeelmodule 3” zou bijvoorbeeld kunnen worden ingezet voor het ventileren van meer dan één appartement per verdiep.
Figuren 4A-C tonen respectievelijk een perspectivistisch aanzicht, een langsdoorsnede en een dwarsdoorsnede van een verdeelmodule 3 volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. De verdeelmodule 3 omvat een binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 die zich coaxiaal uitstrekken tussen een eerste einddeel 38’ en een tweede einddeel 38’’ van de verdeelmodule 3. Daarbij vormt het binnenkanaal 14 een centrale doorgang 12, en het buitenkanaal 15 een omtreksdoorgang 13 tussen de einddelen 38’, 38’’. Het binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 zijn onderling verbonden d.m.v. zes, hoofdzakelijk Z-vormige afstandshouders 32. Deze zijn radiaal gerangschikt in twee drietallen, nabij elk van de open einddelen 38’, 38’’. De afstandshouders 32 omvatten elk twee bevestigingslippen 33 met daartussen een dwarsverbinding 34 die zich radiaal uitstrekt t.o.v. de kanalen 14, 15.
Aan de open einddelen 38’, 38’’ lopen de kanalen 14, 15 uit op open omtreksranden 30 die concentrisch zijn gerangschikt, geschikt voor koppeling met dubbelwandige/coaxiale luchtgeleidingsmiddelen (zie bv. Fig. 1). Om daarbij een onderling luchtdichte aansluiting te verzekeren, zijn de einddelen 38, 38’ nog voorzien van dichtingsringen 28. Het detail van Fig. 4B toont een voorbeeld van een dergelijke dichtingsring 28, met twee dichtingslippen 39. De dichtingsringen 28 zijn gevat in groeven 40, daartoe voorzien in de wand van binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15. Dichtingsringen 28 met twee of meerdere dichtingslippen 39 bieden doorgaans een meer betrouwbare dichting.
Verder voorziet de verdeelmodule nog twee dwarskanalen 19 die zich onderling orthogonaal, in dwarse richting uitstrekken, en eveneens uitlopen op een open omtreksrand 30. Daar vormen zij een aansluitkraag 41, voor koppeling met ventilatie/afzuiging. Binnenin zijn deze aansluitkragen 41 eveneens voorzien van dichtingsringen. Zoals te zien valt op figuur 4C, strekt één dwarskanaal 19 zich uit doorheen het buitenkanaal 15 en het binnenkanaal 14. Dit dwarskanaal 19 omsluit een
BE2018/5804 dwarsdoorgang 18 met een cirkelvormig uitgesneden toegang 42 tot de centrale doorgang 12 van de verdeelmodule 3. Het andere dwarskanaal 19 strekt zich louter uit doorheen het buitenkanaal 15, en biedt toegang tot de omtreksdoorgang 13. De dwarskanalen 19 kunnen bijvoorbeeld in het buitenkanaal 15 (en optioneel ook in het binnenkanaal 14) geklemd, gelast of gelijmd zitten.
De genummerde elementen op de figuren zijn:
1. Ventilatiesysteem
2. Hoofdmodule
3. Luchtverdeelmodule
4. Voetmodule
5. Dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen
6. Technische koker
7. Luchtuitvoer
8. Luchtinvoer
9. Centrale stroom
10. Omtrekstroom
11. Dwarsstroom
12. Centrale doorgang
13. Omtreksdoorgang
14. Binnenkanaal
15. Buitenkanaal
16. Aansluitopening luchtuitvoer
17. Aansluitopening luchtinvoer
18. Dwarsdoorgang
19. Dwarskanaal
20. Verdieping
21. Plenum
22. Geventileerde ruimte
23. Systeemplafond
24. Aansluitopening afzuiging
25. Aansluitopening ventilatie
26. Afzuiging
27. Ventilatie
28. Dichtingsring
29. Dakstructuur
30. Open omtreksrand
BE2018/5804
31. Deksel
32. Afstandshouder
33. Bevestigingslip
34. Dwarsverbinding
35.Verbindingshoek
36. Steunvoet
37. Technische koker
38. Einddeel
39. Dichtingslip
40.Groef
41.Aansluitkraag
42.Toegang
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen 15 die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES
    1. Een ventilatiesysteem 1, welk systeem 1 dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen 5 omvat voor het voeren van een centrale stroom 9 en een omtreksstroom 10 van lucht in onderling tegengestelde richtingen, en welk systeem 1 verder minstens één luchtverdeelmodule 3 omvat die aan twee open einddelen 38’, 38’’ op de luchtgeleidingsmiddelen 5 is aangesloten, voor het verdelen van de centrale stroom 9 en omtreksstroom 10 in dwarsstromen 11, de verdeelmodule 3 omvattende:
    - een binnenkanaal 14 en een buitenkanaal 15 die zich coaxiaal tussen de genoemde einddelen 38’, 38’’ uitstrekken, en die via afstandshouders 32 met elkaar zijn verbonden, waarvan het binnenkanaal 14 een centrale doorgang 12 omsluit, en waarbij tussen het binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 een omtreksdoorgang 13 is ingesloten, en
    - twee of meerdere dwarskanalen 19 die zich doorheen een wand van het buitenkanaal 15, en optioneel doorheen een wand van het binnenkanaal 14 uitstrekken, welke dwarskanalen 19 overeenkomstige dwarsdoorgangen 18 omsluiten, waarbij elk van de centrale doorgang 12 en omtreksdoorgang 13 in verbinding staat met minstens één dwarsdoorgang 18, waarbij het binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 van de verdeelmodule 3 aan beide einddelen 38’, 38’’ uitlopen op open omtreksranden 30, en waarbij de dwarskanalen 19 volgens dwarse richtingen op open omtreksranden 30 uitlopen, met het kenmerk, dat één of meerdere van de open omtreksranden 30 zijn voorzien van dubbele, elastische dichtingsringen 28 met elk minstens twee dichtingslippen 39.
  2. 2. Het systeem 1 volgens voorgaande conclusie 1, waarbij het systeem 1 wordt toegepast als balansventilatiesysteem, met een mechanische invoer 7 en met een mechanische uitvoer 8 van lucht.
  3. 3. Het systeem 1 volgens één der voorgaande conclusies 1-2, waarbij de verdeelmodule 3 twee dwarsdoorgangen 18 omvat die axiaal boven elkaar zijn gerangschikt.
  4. 4. Het systeem 1 volgens één der voorgaande conclusies 1-2, waarbij de verdeelmodule 3 twee dwarsdoorgangen 18 omvat die radiaal naast elkaar zijn gerangschikt.
    BE2018/5804
  5. 5. Het systeem 1 volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verdeelmodule 3 wordt voorzien ter hoogte van een plenum 21 in een gebouw.
  6. 6. Het systeem 1 volgens één der voorgaande conclusies, geconfigureerd voor het ventileren van één of meerdere verdiepingen 20 in een gebouw, waarbij het systeem 1 één verdeelmodule 3 per geventileerde verdieping 20 omvat.
  7. 7. Het systeem 1 volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een hoofdmodule 2 met een open einddeel en een halfopen einddeel, waarvan het open einddeel op voorgenoemde luchtgeleidingsmiddelen 5 is aangesloten, de hoofdmodule 2 omvattende:
    - een binnenkanaal 14 en buitenkanaal 15 die zich coaxiaal tussen de einddelen uitstrekken, en daarbij een centrale doorgang 12 en een omtreksdoorgang 13 omsluiten, en
    - een dwarskanaal 19 dat zich doorheen een wand van het buitenkanaal 15, en optioneel doorheen een wand van het binnenkanaal 14 uitstrekt, en daarbij een dwarsdoorgang 18 omsluit, waarbij de dwarsdoorgang 18 in verbinding staat met ofwel de centrale doorgang 12, ofwel de omtreksdoorgang 13, welke doorgang 12/13 daarbij aan het halfopen einddeel is afgesloten.
  8. 8. Het systeem 1 volgens voorgaande conclusie 7, waarbij een dwarsdoorgang 18 van de verdeelmodule 3 kleiner is dan de dwarsdoorgang 18 van de hoofdmodule 2.
  9. 9. Het systeem 1 volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een voetmodule 4 met een open einddeel en een gesloten einddeel waartussen zich een binnenkanaal 14 en een buitenkanaal 15 coaxiaal uitstrekken, waarbij het open einddeel op de luchtgeleidingsmiddelen 5 is aangesloten, en waarbij het binnen- 14 en buitenkanaal 15 van de voetmodule 4 zijn afgesloten aan het gesloten einddeel.
  10. 10. Het systeem 1 volgens voorgaande conclusie 9, waarbij het binnen- 14 en/of buitenkanaal 15 zijn afgesloten d.m.v. afneembare deksels, optioneel met condensafloop.
  11. 11. Een werkwijze voor het ventileren van een gebouw, de werkwijze omvattende het activeren van een ventilatiesysteem 1 volgens één der conclusies 1-10.
    BE2018/5804
  12. 12. Een kit voor het vormen van een ventilatiesysteem 1, ervoor geconfigureerd om modulair te worden gekoppeld door middel van dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen 5 met een centrale doorgang 12 en een omtreksdoorgang 13, voor het voeren van een centrale stroom 9 en een omtreksstroom 10 van lucht in onderling tegengestelde richtingen, de kit omvattende:
    - een hoofdmodule 2 met uitwendige aansluitopeningen 16, 17 voor een luchtinvoer 7 en voor een luchtuitvoer 8, welke hoofdmodule 2 een open einddeel voorziet dat met de luchtgeleidingsmiddelen 5 kan worden gekoppeld, en waarbij de genoemde aansluitopeningen 16, 17 afzonderlijk in verbinding staan met een centrale doorgang 12 en een omtreksdoorgang 13 van de hoofdmodule 2, aan dat open einddeel,
    - minstens één verdeelmodule 3 met aansluitopeningen 24, 25 voor afzuiging 26 en ventilatie 27, welke verdeelmodule 3 via twee open einddelen tussen de luchtgeleidingsmiddelen 5 kan worden gekoppeld, en waarbij de genoemde aansluitopeningen 24, 25 afzonderlijk in verbinding staan met een centrale doorgang 12 en een omtreksdoorgang 13 van de verdeelmodule 3, aan de open einddelen en daartussen, met het kenmerk, dat één of meerdere van de genoemde aansluitopeningen 16, 17, 24, 25 en open einddelen zijn voorzien van dubbele, elastische dichtingsringen 28 met elk minstens twee dichtingslippen 39.
  13. 13. Een werkwijze voor het vormen van een ventilatiesysteem 1, de werkwijze omvattende het modulair koppelen van de kit volgens voorgaande conclusie 12, met gebruik van dubbelwandige luchtgeleidingsmiddelen 5.
BE20185804A 2018-11-15 2018-11-15 Ventilatiesysteem BE1026788B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185804A BE1026788B1 (nl) 2018-11-15 2018-11-15 Ventilatiesysteem

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185804A BE1026788B1 (nl) 2018-11-15 2018-11-15 Ventilatiesysteem

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026788A1 BE1026788A1 (nl) 2020-06-11
BE1026788B1 true BE1026788B1 (nl) 2020-06-18

Family

ID=64606666

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185804A BE1026788B1 (nl) 2018-11-15 2018-11-15 Ventilatiesysteem

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026788B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3138491A1 (fr) * 2022-07-28 2024-02-02 Poujoulat Elément de conduit isolé thermiquement et réseau de transport d’air obtenu par l’assemblage d’une pluralité de tels éléments de conduit

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7902575A (nl) * 1979-04-03 1980-10-07 Itt Afvoerkanaal voor een verwarmings- of ventilatie- inrichting.
DE20300465U1 (de) * 2003-01-10 2003-07-24 Erlus Baustoffwerke Be- und Entlüftungsanlage mit Gegenstrombetrieb
EP2469166A1 (en) * 2010-12-23 2012-06-27 Opsinox Combined system for flue gas removal, air supply and ventilation air removal
BE1024196B1 (nl) * 2016-10-25 2017-12-06 Pronox N.V. Verbeterde inrichting en werkwijze voor gecombineerde rookgasafvoer, luchttoevoer en ventilatieluchtafvoer
BE1024629A1 (nl) * 2016-10-07 2018-05-07 Debatra Bvba Combinatie luchttoevoer-verbrandingsgasafvoer systeem voor gashaarden

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2210458A (en) 1936-11-16 1940-08-06 Lester S Keilholtz Method of and apparatus for air conditioning
DE19837289C1 (de) 1998-08-18 1999-10-28 Centrotherm Abgastechnik Gmbh Anordnung zum Anschließen einer Verbrennungseinrichtung an einen Kamin
DE202005000691U1 (de) 2005-01-14 2006-02-23 Tona Tonwerke Schmitz Gmbh Vorrichtung zum Anschluß einer Abgasleitung an einem Abgasrohranschluß

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7902575A (nl) * 1979-04-03 1980-10-07 Itt Afvoerkanaal voor een verwarmings- of ventilatie- inrichting.
DE20300465U1 (de) * 2003-01-10 2003-07-24 Erlus Baustoffwerke Be- und Entlüftungsanlage mit Gegenstrombetrieb
EP2469166A1 (en) * 2010-12-23 2012-06-27 Opsinox Combined system for flue gas removal, air supply and ventilation air removal
BE1024629A1 (nl) * 2016-10-07 2018-05-07 Debatra Bvba Combinatie luchttoevoer-verbrandingsgasafvoer systeem voor gashaarden
BE1024196B1 (nl) * 2016-10-25 2017-12-06 Pronox N.V. Verbeterde inrichting en werkwijze voor gecombineerde rookgasafvoer, luchttoevoer en ventilatieluchtafvoer

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026788A1 (nl) 2020-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019666A5 (nl) Gecombineerd rookgasafvoer, luchttoevoer en ventilatieluchtafvoersysteem.
US3302547A (en) General purpose portable room with ventilating means
US2650112A (en) Double walled pipe and coupling therefor
US2419319A (en) Portable utility building core unit
US10995969B2 (en) Insulated register box
BE1026788B1 (nl) Ventilatiesysteem
US11885503B2 (en) Pre-fabricated grease duct system
NL2022006B1 (nl) Ventilatiesysteem
CH678443A5 (en) Double flue chimney - comprises pipes and casing of ductile material without concrete brickwork or ceramic material
US20180045417A1 (en) Double wall fire pit
US3177796A (en) Air distribution duct assembly
CA1295172C (en) Ceiling air diffuser
US4280656A (en) Chimney heat economizer
KR200428326Y1 (ko) 다층 공동주택의 주방 환기설비용 이중관덕트의 연결구조
RU2235253C2 (ru) Способ выполнения приточно-вытяжного воздуховода
KR20100085575A (ko) 에어 덕트
JP3158553U (ja) 多層階建物における冷媒配管の連結構造
JP6988424B2 (ja) ダクト施工方法
US3653316A (en) Industrial building design
CN214841562U (zh) 一种排烟管道连接结构
AU2006246325C1 (en) Air duct
US20210190368A1 (en) Plug for use in a process of forming an insulated register box
KR101442657B1 (ko) 에어덕트 결합용 슬리브 직결식 내화 소켓 및 상기 내화 소켓을 이용한 건식 에어덕트 시스템
AU2012100795A4 (en) Air Duct
AU2013101256A4 (en) Air Duct

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200618