BE1026692B1

BE1026692B1 - Methode voor de productie van een afstandhouder

Info

Publication number: BE1026692B1
Application number: BE20195130A
Authority: BE
Inventors: Piet Ocket; Tim Roelant
Original assignee: Intersig Nv
Priority date: 2019-03-05
Filing date: 2019-03-05
Publication date: 2020-05-05
Also published as: EP3705200B1; EP3705200A1

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een machine voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en betonconstructies, werkwijzen voor het vervaardigen van dergelijke afstandhouders, en het gebruik ervan.

Description

METHODE VOOR DE PRODUCTIE VAN EEN AFSTANDHOUDER

TECHNISCH VELD

TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Bewapeningen voor vlakke constructies in gewapend beton worden gebruikelijk gevormd uit stalen wapeningsnetten. Vaak worden zowel boven- als onderaan in de vlakke constructie een of meerder wapeningsnetten voorzien, zodat zowel trek- als drukkrachten optimaal kunnen worden opgenomen.

Tijdens de constructie worden de wapeningsnetten doorgaans op de gewenste afstand van elkaar gehouden via afstandhouders of constructieliggers. Diverse soorten afstandhouders of constructieliggers worden geproduceerd.

De productie van de afstandhouders of constructieliggers verloopt met behulp van een machine die voorzien wordt van afzonderlijke draden en/of framestructuren en deze volledig geautomatiseerd omvormt en in elkaar last tot een afstandhouder of constructieligger.

De laatste jaren groeit de vraag voor meer nauwkeurige maar ook flexibelere manieren voor de productie van afstandhouders of constructieliggers.

Aan de ene kant is het belangrijk dat de geproduceerde afstandhouders of constructieliggers heel nauwkeurig worden geproduceerd en dus zo min mogelijk productiefouten bevatten. Productiefouten bij afstandhouders of constructieliggers treden voornamelijk op tijdens het lasproces, waarbij een laspunt niet, verkeerd, onvoldoende of te sterk gelast werd, of waarbij de volledige afstandhouder of constructieligger misvormd werd tijdens het lassen.

Daarnaast wordt er van nieuwe productie systemen ook verwacht dat ze makkelijk aanpasbaar zijn voor de productie van verschillende types afstandhouders of constructieliggers aan verschillende productiesnelheden, en dit met een zelfde nauwkeurigheid.

Er is dus nood aan nieuwe of aangepaste machines en nieuwe of aangepaste werkwijzen voor het vervaardigen van afstandhouders of constructieliggers.

BE2019/5130

SAMENVATTING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking tot een machine of systeem voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en betonconstructies, werkwijzen voor het vervaardigen van dergelijke afstandhouders, en het gebruik ervan.

De huidige uitvinding voorziet in een eerste aspect in een machine voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies, de afstandhouders omvattende twee evenwijdige rechte langsdraden, waarbij de onderste langsdraad verbonden is met de bovenste langsdraad via een framestructuur, de machine verder omvattende:

a. een lasinstallatie voor het aan elkaar lassen van de framestructuur aan de bovenste langsdraad, en het aan elkaar lassen van de framestructuur aan de onderste langsdraad, en;

b. een aandrijvingsmechanisme voor het transporteren van de afstandhouders doorheen de lasinstallatie, waarbij het aandrijvingsmechanisme een systeem omvat welke de afstandhouder vastklemt voor het transport, bij voorkeur door middel van een mechanisch grijpsysteem zoals een klem;

gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme geconfigureerd is om de afstandhouder continu vast te klemmen.

Meer bepaald voorziet de huidige uitvinding in een machine voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies, de afstandhouders omvattende drie evenwijdige rechte langsdraden welke de zijden van een driehoekig prisma vormen, waarbij elk van de onderste langsdraden verbonden is met de bovenste langsdraad via een framestructuur, de machine verder omvattende:

a. een lasinstallatie voor het aan elkaar lassen van de twee framestructuren aan de bovenste langsdraad, en het aan elkaar lassen van elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad, en;

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de machine zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme minstens twee grijpsystemen omvat welke beide een zo goed als identieke repetitieve beweging uitvoeren, waarbij de repetitieve beweging van het eerste

BE2019/5130 grijpsysteem een faseverschuiving vertoont ten opzichte van de repetitieve beweging van het tweede grijpsysteem.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de machine zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de repetitieve beweging een opeenvolging van translationele lineaire bewegingen en pauzes omvat.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de machine zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de lasinstallatie één of meerdere sets van elektroden omvat, welke de framestructuren aan de bovenste langsdraad lassen, en één of meerdere electroden omvat welke elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad lassen.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de machine zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de electroden aangestuurd worden door een pneumatische, hydraulische of elektrische actuator, bij voorkeur een elektrische actuator.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de machine zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme downstream van de lasinstallatie gepositioneerd is en de afstandhouder doorheen de lasinstallatie trekt.

De huidige uitvinding voorziet in een verder aspect in een werkwijze voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies omvattende de stappen:

a. het transporteren van de onderdelen van afstandhouders, omvattende twee langsdraden en één framestructuur, doorheen een lasinstallatie, en;

b. het lassen van de bovenste langsdraad aan de framestructuur in de lasinstallatie, en, het aan elkaar lassen van de framestructuur aan de onderste langsdraad;

waarbij stap (a) gebeurt door een aandrijvingsmechanisme voor het transporteren van de afstandhouders doorheen de lasinstallatie, waarbij het aandrijvingsmechanisme een systeem omvat welke de afstandhouder vastklemt voor het transport, bij voorkeur door middel van een mechanisch grijpsysteem zoals een klem;

Meer bepaald een werkwijze voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies omvattende de stappen:

a. het transporteren van de onderdelen van afstandhouders, omvattende drie langsdraden en twee framestructuren, doorheen een lasinstallatie, en;

b. het lassen van de bovenste langsdraad aan de twee framestructuren in de lasinstallatie, en, het aan elkaar lassen van elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad;

BE2019/5130 waarbij stap (a) gebeurt door een aandrijvingsmechanisme voor het transporteren van de afstandhouders doorheen de lasinstallatie, waarbij het aandrijvingsmechanisme een systeem omvat welke de afstandhouder vastklemt voor het transport, bij voorkeur door middel van een mechanisch grijpsysteem zoals een klem;

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme minstens twee grijpsystemen omvat welke beide een zo goed als identieke repetitieve beweging uitvoeren, waarbij de repetitieve beweging van het eerste grijpsysteem een faseverschuiving vertoont ten opzichte van de repetitieve beweging van het tweede grijpsysteem.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat in stap (a) één of meerdere aandrijvingsmechanismen de afstandhouders buiten de lasinstallatie klemmen, en vervolgens mechanisch transporteren tot de positie van het volgend laspunt.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat in stap (a) de afstand van het transport overeenkomt met de afstand tussen de laspunten of een veelvoud ervan.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de repetitieve beweging van elk van de grijpsystemen minstens de volgende opeenvolgende stappen omvat:

(xl) vastgrijpen van de afstandhouder en immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x2) uitvoeren van een translationele lineaire beweging van de afstandhouder over een afstand Ax_m gedurende een tijdsinterval At_m;

(x3) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x4) uitvoeren van een translationele lineaire beweging van de afstandhouder over een afstand Ax_m gedurende een tijdsinterval At_m;

(x5) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x6) uitvoeren van een translationele lineaire beweging van de afstandhouder over een afstand Ax_m gedurende een tijdsinterval At_m;

(x7) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x8) loslaten van de afstandhouder en het uitvoeren van een translationele lineaire beweging over een afstand (-3Ax_m) gedurende een tijdsinterval At_b; en

BE2019/5130 het herhalen van stappen (xl) tot (x8).

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat stap (b) wordt uitgevoerd tijdens de stappen waarbij de afstandhouder wordt geïmmobiliseerd.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de lasinstallatie één of meerdere sets van elektroden omvat, welke de framestructuren aan de bovenste langsdraad lassen, en één of meerdere electroden omvat welke elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad lassen.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de electroden aangestuurd worden door een pneumatische, hydraulische of elektrische actuator, bij voorkeur een elektrische actuator.

De huidige uitvinding voorziet in een verder aspect in het gebruik van een machine zoals hierin beschreven voor de productie van afstandhouders.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

FIGUUR 1 is een schematische tekening van een specifieke uitvoeringsvorm van de machine (100) voor de productie van afstandhouders (400).

FIGUUR 2 is een schematische voorstelling van de bewegingen van het aandrijvingsmechanisme en de lasinstallatie.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen een, de, het zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.

De termen omvatten, omvat zoals verder gebruikt zijn synoniem met inclusief, includeren of bevatten, bevat en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of werkwijze stappen niet uit. Wanneer in deze beschrijving wordt verwezen naar een product of proces dat bepaalde kenmerken, onderdelen of stappen omvat, verwijst dit naar de mogelijkheid dat ook andere kenmerken, onderdelen of stappen aanwezig zijn, maar kunnen hierbij ook uitvoeringsvormen voorzien zijn die enkel de opgelijste kenmerken, onderdelen of stappen bevatten.

De opsomming van numerieke waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.

De term ongeveer zoals gebruikt wanneer gerefereerd word naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van

BE2019/5130 +/- 10% of minder, bij voorkeur +/- 5% of minder, meer bij voorkeur +/- 1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/- 0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term ongeveer refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.

Alle in deze beschrijving aangehaalde referenties worden hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.

Zoals hierin bedoeld is een object langwerpig wanneer de lengte van dat object langer is dan tweemaal de breedte van dat object; bij voorkeur is de lengte langer dan drie-, vier-, of vijfmaal de breedte van het object.

De term loodrecht zoals hierin gebruikt kan een zekere afwijking omvatten van een exact loodrechte oriëntatie. Meer in het bijzonder wordt een eerste draad geacht loodrecht te zijn gepositioneerd ten opzichte van een vlak of tweede draad als de hoek tussen de lengteas van de eerste draad en het vlak, of de hoek tussen de lengteassen van de eerste en tweede draad, tussen 85° en 95° bedraagt; bij voorkeur tussen de 89° en 91° bedraagt; bij voorkeur tussen 89,5° en 90,5°; en liefst 90° bedraagt.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking tot een machine of systeem voor de productie van afstandhouders of constructieliggers voor betonwapeningen en betonconstructies, werkwijzen voor het vervaardigen van dergelijke afstandhouders of constructieliggers, en het gebruik ervan. De productie van de afstandhouders of constructieliggers wordt tot stand gebracht door de onderhavige machine eerst te voorzien van afzonderlijke draden en/of framestructuren die de skeletstructuur zullen vormen van de afstandhouders of constructieliggers. Meer bepaald wordt de machine voorzien van ten minste twee evenwijdige langsdraden, waaronder één bovenste langsdraad en één onderste langsdraad. Daarnaast wordt er nog ten minste één framestructuur voorzien, hetzij reeds in een gewenst patroon, hetzij in de vorm van een rechte langsdraad die geplooid worden naar een gewenst patroon. Tijdens de productie wordt de onderste langsdraad verbonden met de bovenste langsdraad via een framestructuur. De verbinding tussen de langsdraden en framestructuur wordt uitgevoerd door middel van een lasinstallatie die gebruik

BE2019/5130 maakt van elektroden. Tijdens het lassen kan de bovenste langsdraad en/of afstandhouder verder ondersteund worden door middel van een steunpunt.

In een specifieke uitvoeringsvorm worden ten minste drie evenwijdige langsdraden voorzien en bestaat de framestructuur uit verschillende dwarse draden welke de verschillende evenwijdige langsdraden met elkaar verbinden.

Bij voorkeur wordt de machine voorzien van ten minste drie evenwijdige langsdraden, waaronder één bovenste langsdraad en twee onderste langsdraden, welke de zijden van een driehoekig prisma vormen. Daarnaast worden nog ten minste twee framestructuren voorzien, hetzij reeds in een gewenst patroon, hetzij in de vorm van rechte langsdraden die geplooid worden naar een gewenst patroon. Tijdens de productie wordt elk van de onderste langsdraden verbonden met de bovenste langsdraad via een framestructuur geplaatst op de buitenzijde of binnenzijde van het gevormde driehoekige prisma. De verbinding tussen de langsdraden en framestructuren wordt uitgevoerd door middel van een lasinstallatie die gebruik maakt van elektroden. Tijdens het lassen kan de bovenste langsdraad en/of afstandhouder verder ondersteund worden door middel van een steunpunt.

Nadat een verbinding wordt bekomen zal de machine de langsdraad en/of afstandhouder transporteren doorheen de lasinstallatie om een volgende verbinding mogelijk te maken.

Het transport van de afstandhouder doorheen de lasinstallatie gebeurt door middel van een aandrijvingsmechanisme dat via een mechanische meeneembeweging de afstandhouder transporteert.

Bij machines volgens de stand der techniek bestaat het aandrijvingsmechanisme meestal uit een systeem dat de onderdelen van de afstandhouder (langsdraden en framestructuren) duwen doorheen de lasinstallatie. Typische gekende aandrijvingsmechanismen zijn gebaseerd op een aangedreven vliegwiel met een grijparm welke de onderdelen van de afstandhouder vastgrijpt, naar voor beweegt, loslaat en terugkeert naar de oorspronkelijke positie om de onderdelen van de afstandhouder daar terug vast te grijpen en naar voor te bewegen. Een dergelijk duwmechanisme zorgt er echter voor dat tijdens het lassen van de onderdelen de afstandhouder niet steeds op het correcte moment gefixeerd worden wat fouten tijdens het lassen met zich mee kan brengen. Ook zullen de onderdelen van de afstandhouder na het loslaten door de grijparm nog bewegen waardoor de nauwkeurigheid van dergelijke machines vermindert.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking tot een machine of systeem voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en betonconstructies, werkwijzen voor het vervaardigen

BE2019/5130 van dergelijke afstandhouders, en het gebruik ervan, waarbij gebruik gemaakt wordt van een aandrijvingsmechanisme dat geconfigureerd is om de afstandhouder continu vast te klemmen.

De huidige uitvinding voorziet bij voorkeur in een machine voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies, de afstandhouders omvattende drie evenwijdige rechte langsdraden welke de zijden van een driehoekig prisma vormen, waarbij elk van de onderste langsdraden verbonden is met de bovenste langsdraad via een framestructuur, de machine verder omvattende:

De term machine als hierin gebruikt omvat alle termen waarbij een apparaat is opgebouwd uit een frame, een aandrijvingsmechanisme en alle onderdelen/systemen nodig voor de productie van de hierin beschreven afstandhouders. De machine is in staat een vorm van energie om te zetten naar een mechanische vorm van beweging, en omvat alle onderdelen die nodig zijn voor het toevoeren en omzetten van energie voor het gebruik van de onderhavige machine.

BE2019/5130

Met de termen afstandhouder en constructieligger zoals hierin gebruikt worden als alternatieve bewoordingen beschouwd, in het bijzonder bedoeld een constructie om twee of meerdere evenwijdige betonwapeningen, bijvoorbeeld wapeningsnetten voor een vlakke constructie, op een gewenste afstand van elkaar te houden. De vlakke constructie kan een liggende constructie zijn zoals een vloer, of een staande constructie zoals een wand. De afstandhouders kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor het op afstand houden van wapeningsnetten in geprefabriceerde (prefab) holle wanden. Dergelijke wanden omvatten typisch twee prefab betonschillen, waarbij elke betonschil een wapeningsnet omvat. Deze wapeningsnetten worden op afstand van elkaar gehouden door één of meerdere afstandhouders of constructieliggers. Daarbij wordt een holle wand verkregen, die op de bouwplaats met beton kan worden volgestort.

De afstandhouder of constructieligger volgens de onderhavige uitvinding omvat minstens twee langsdraden, in het bijzonder één onderste langsdraad en één bovenste langsdraad. De onderste langsdraad is verbonden met de bovenste langsdraad via een framestructuur.

Bij voorkeur omvat de afstandhouder of constructieligger volgens de onderhavige uitvinding drie langsdraden, in het bijzonder twee onderste langsdraden en één bovenste langsdraad. De drie langsdraden van de afstandhouder vormen elk een (longitudinaal) uiteinde van een driehoekig prisma. De term driehoekig prisma zoals hierin gebruikt verwijst naar een longitudinaal veelvlak, waarin de dwarsdoorsnede loodrecht op de lengteas een driehoekige geometrie vormt. In een specifieke uitvoeringsvorm lopen de longitudinale randen van het genoemd veelvlak evenwijdig met elkaar.

Elk van de twee onderste langsdraden is verbonden met de bovenste langsdraad via twee of meer framestructuren.

De framestructuren zorgen ervoor dat de relatieve positie van de langsdraden wordt bevestigd zodat dat de afstandhouder stress van buitenaf, zoals een buiging, kan weerstaan. In de afstandhouder volgens de onderhavige uitvinding omvat elk framestructuren een draad die verbonden is met de onderste langsdraad op N plaatsen en met de bovenste langsdraad in N-l en N+l plaatsen, waarbij N een geheel getal groter dan 1 bevat. In het bijzonder is N gelijk aan 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 of meer. Elk framestructuur omvat een gekromde of gebogen draad; hierdoor omvat de volledige framestructuur één of meer gekromde gedeeltes.

In een specifieke uitvoeringsvorm toont de framestructuur een zig-zag vorm, zoals een sinusoïde of zaagtand patroon, waarbij de framestructuur bij elke buiging en/of kromming alternerend verbonden wordt met een bovenste en onderste langsdraad.

BE2019/5130

In een verdere uitvoeringsvorm toont de framestructuur een U-vormige buiging of een V-vormige kromming, waarbij de bovenste langsdraad verbonden wordt met het gebogen of gekromde gedeelte van de framestructuur, en elk van de onderste langsdraden verbonden worden met één van de uiteinden van de framestructuur.

De langsdraden en framestructuren zijn bij voorkeur vervaardigd uit staal. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de draden niet glad, maar bijvoorbeeld voorzien van spiraalvormige ribbels. Hierdoor vergroot het oppervlak van de draden, waardoor het staal beter in het beton hecht. Dit is echter geen vereiste, zodat in bepaalde uitvoeringsvormen, de draden glad kunnen zijn.

De diameter van de langsdraden en framestructuren bedraagt typisch tussen 2,0 en 20,0 mm, bij voorkeur tussen 2,0 en 10,0 mm. In bepaalde uitvoeringsvormen bedraagt de diameter van de langsdraden en framestructuren tussen de 2,4 en 5,0 mm. In verdere uitvoeringsvormen van lichtere afstandhouders bedraagt de diameter van de langsdraden en framestructuren tussen de

2,8 en 4,0 mm.

Een vermindering in de diameter van de langsdraden en framestructuren zou een significant voordeel kunnen opleveren wegens een beperking in productiemateriaal, welke de productieprijs van de afstandhouders mogelijk zou verlagen.

Een bijkomend voordeel van een vermindering van de diameters is dat dit de productie van lichtere afstandhouders mogelijk maakt. Hierdoor zal het gewicht per meter van een afstandhouder dalen, waardoor de mogelijkheid ontstaat voor productie van afstandhouders met een grotere maximale lengte. Zowel een vermindering in gewicht, als een vermeerdering van totale lengte zou de vervoers- en plaatsingskosten van de afstandhouders kunnen verlagen.

De bovenste langsdraad heeft bij voorkeur een diameter groter dan deze van de onderste langsdraden en de framestructuren. Dit zou een voordeel geven bij de stabiliteit het draagvlak van de afstandhouders.

De onderste langsdraden hebben bij voorkeur een gelijke diameter, die gelijk kan zijn of verschillen van de diameter van de bovenste langsdraad. Het is echter niet uitgesloten dat in bepaalde uitvoeringsvormen de onderste langsdraden een verschillende diameter of dikte hebben.

De diameter van de framestructuren kan identiek zijn aan de diameter van de langsdraden, of verschillend.

BE2019/5130

De framestructuren van de afstandhouder hebben doorgaans allemaal een gelijke diameter of dikte. Het is echter niet uitgesloten dat in bepaalde uitvoeringsvormen de framestructuren een verschillende diameter of dikte hebben.

Het aandrijvingsmechanisme als hierin gebruikt omvat alle systemen waarbij door middel van een mechanische beweging een transport van de langsdraden/framestructuren en/of afstandhouder doorheen de machine tot stand wordt gebracht. De termen aandrijvingsmechanisme en aandrijfmechanisme als hierin gebruikt zijn synoniem met elkaar.

Het aandrijvingsmechanisme transporteert de afstandhouder na elke lasbeurt verder tot het volgend laspunt, waarbij de afstand van het transport overeenkomt met de afstand tussen de gewenste laspunten, of een veelvoud ervan.

Het aandrijvingsmechanisme volgens de huidige uitvinding voorziet in het transporteren van de afstandhouders doorheen de lasinstallatie, waarbij het aandrijvingsmechanisme een systeem omvat welke de afstandhouder vastklemt voor het transport, bij voorkeur door middel van een mechanisch grijpsysteem zoals een klem; gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme geconfigureerd is om de afstandhouder continu vast te klemmen.

Het continu vastklemmen van de afstandhouder zorgt ervoor dat de afstandhouder ook gedurende het lasproces gefixeerd blijft op zijn positie waardoor fouten tijdens het lasproces worden vermeden. De positie van de afstandhouder is ten alle tijden correct en precies waardoor de positie waar gelast moet worden steeds correct is.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de machine zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme minstens twee grijpsystemen omvat welke beide een zo goed als identieke repetitieve beweging uitvoeren, waarbij de repetitieve beweging van het eerste grijpsysteem een faseverschuiving vertoont ten opzichte van de repetitieve beweging van het tweede grijpsysteem.

Het grijpsysteem zoals hierin beschreven is een mechanische grijpsysteem dat bij voorkeur gebruik maakt van een klem, een meeneemvinger, een transportband of een set aandrukwielen. Het gebruik van een klem heeft het voordeel dat de kans op het misgrijpen zeer klein is. Door een stevige klem te gebruik daalt de kans op een mogelijke uitschuiven over de oppervlakte van de afstandhouder en/of langsdraad en het mogelijke foutief overbrengen van de transportafstand. Door gebruik te maken van twee grijpsystemen die eenzelfde repetitieve beweging uitvoeren maar waarbij de twee grijpsystemen niet in fase met elkaar bewegen (er is een faseverschuiving van de repetitieve beweging van het eerste grijpsysteem ten opzichte van de repetitieve beweging van het tweede grijpsysteem) zorgt het aandrijfmechanisme ervoor dat de

BE2019/5130 afstandhouder ten alle tijden (continu) wordt vastgeklemd. Wanneer het eerste grijpsysteem de afstandhouder moet loslaten om terug te keren naar de oorspronkelijke positie voor het vastgrijpen van de afstandhouder (bijvoorbeeld wanneer het eerste grijpsysteem zijn maximale bewegingsafstand heeft bereikt) dan heeft het tweede grijpsysteem de afstandhouder reeds vastgegrepen een voert deze het transport van de afstandhouder verder zonder dat de afstandhouder wordt losgelaten.

De repetitieve beweging zoals hierin beschreven refereert naar een periodieke beweging welke door de grijpsystemen worden uitgevoerd. De repetitieve beweging omvat een opeenvolging van translationele lineaire bewegingen en pauzes of immobilisaties. Daarnaast kunnen handelingen zoals het vastgrijpen van de afstandhouder, loslaten van de afstandhouder en het terugkeren naar de oorspronkelijke positie (door het uitvoeren van een translationele lineaire beweging) behoren tot de repetitieve beweging van het grijpsysteem.

De pauzes of immobilisaties tijdens de repetitieve beweging komen bij voorkeur overeen met de momenten waarop de lasinstallatie de twee framestructuren aan de bovenste en onderste langsdraden vastlassen.

De term lasinstallatie als hierin gebruikt omvat alle omvat alle systemen waarbij door middel van een thermisch proces een fusie ontstaat van de langsdraad/framestructuur voorzien als basis voor de skeletstructuur van de afstandhouders.

In een verkozen uitvoeringsvorm omvat de lasinstallatie één of meerdere elektroden welke de framestructuren aan de bovenste langsdraad lassen, en één of meerdere elektroden welke elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad lassen.

De term elektrode als onderdeel van de lasinstallatie als hierin gebruikt omvat alle structuren waarbij elektrische energie wordt omgezet in thermische energie met als functie het lassen van een langsdraad aan een framestructuur, en/of omgekeerd, beide voorzien als basis voor de skeletstructuur van de afstandhouders.

BE2019/5130

In een specifieke uitvoeringsvorm is de lasinstallatie een enkele pas (stap), een tweevoudige pas (stap) of een meervoudige pas (stap) lasinstallatie. Bij een enkele pas lasinstallatie is de lasinstallatie geconfigureerd om tegelijkertijd de framestructuren aan de bovenste langsdraad te lassen, bij voorkeur door middel van twee laspunten, namelijk een laspunt aan weerszijden van de bovenste langsdraad, en elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad te lassen, bij voorkeur door middel van een laspunt aan elk van de onderste langsdraden. Bij een dubbele pas lasinstallatie is de lasinstallatie geconfigureerd om tegelijkertijd de framestructuren op twee punten aan de bovenste langsdraad te lassen, bij voorkeur door middel van vier laspunten, namelijk twee laspunten aan weerszijden van de bovenste langsdraad, en elk van de framestructuren op twee punten aan een onderste langsdraad te lassen, bij voorkeur door middel van twee laspunten aan elk van de onderste langsdraden. Bij een meervoudige pas lasinstallatie is de lasinstallatie geconfigureerd om tegelijkertijd de framestructuren op verschillende punten aan de bovenste langsdraad te lassen, bij voorkeur door middel van verschillende laspunten aan weerszijden van de bovenste langsdraad, en elk van de framestructuren op verschillende punten aan een onderste langsdraad te lassen, bij voorkeur door middel van verschillende laspunten aan elk van de onderste langsdraden.

De term set van elektroden als hierin gebruikt slaat op een groep van afzonderlijke elektroden waarvan de lasfunctie met elkaar verbonden staat in één lascyclus.

In een bepaalde uitvoeringsvorm omvat een set van elektroden twee of meerdere elektroden die aan weerszijden van de bovenste langsdraad gepositioneerd staan om simultaan de bovenste langsdraad dubbelzijdig te lassen aan de framestructuur.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat een set van elektroden vier of meerdere elektroden waarvan twee of meerdere elektroden aan weerszijden van de bovenste langsdraad gepositioneerd staan, en twee of meerdere elektroden aan weerszijden van elk van de onderste langsdraden gepositioneerd staan; bijkomend kunnen de onderste elektroden elk van de onderste langsdraden dubbelzijdig lassen, of slechts enkelzijdig lassen, maar daarbij ondersteund worden door één of meerdere elementen geplaatst aan de keerzijde van de onderste langsdraden om de lasdruk op te vangen. In een specifieke uitvoeringsvorm bevat de lasinstallatie één set van elektroden wat een single pass of enkele pas systeem wordt genoemd.

In een specifieke uitvoeringsvorm bevat de lasinstallatie twee sets van elektroden wat een double pass of dubbele pas systeem wordt genoemd.

In een specifieke uitvoeringsvorm bevat de lasinstallatie meerdere sets van elektroden wat een multiple pass of meervoudige pas systeem wordt genoemd.

BE2019/5130

Het gebruik van een elektrode heeft als voordeel dat het lassen op een energie-efficiënte en nauwkeurige manier uitgevoerd wordt. De snelheid van lassen is hier afhankelijk van de intensiteit van de stroomtoevoer naar de elektrode, van de weerstand tussen de elektroden en de lastijd. Indien de productiesnelheid van de machine dient opgevoerd te worden kan dit eenvoudigweg door een verhoging van de stroomintensiteit of lastijd naar de elektrode.

Het gebruik van meerdere elektroden in serie zorgt ervoor dat meerdere punten tegelijkertijd gelast kunnen worden. Dit maakt het mogelijk om de transportafstand te verhogen naar een veelvoud van de afstand tussen de laspunten, waarbij het veelvoud afhankelijk is van het aantal elektroden in serie. Hierdoor kan de productiesnelheid van de machine significant verhoogd kan worden.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt de machine zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de electroden aangestuurd worden door een pneumatische, hydraulische of elektrische actuator, bij voorkeur een elektrische actuator. Het gebruik van te maken een elektrische actuator is het mogelijk om de machine zoals hierin beschreven wordt, flexibeler te laten werken. Men heeft namelijk vastgesteld dat, in vergelijking met de algemeen gebruikte pneumatische of hydraulische actuatoren, elektrische actuatoren nauwkeuriger afgesteld kunnen worden en ook eenvoudiger kunnen afgesteld worden om synchroon met de beweging van het aandrijvingsmechanisme, op het moment dat de afstandhouder geïmmobiliseerd wordt de lasstappen uit te voeren. Om het productieproces efficiënt te laten gebeuren is het belangrijk dat de periode van immobilisatie zo kort mogelijk gehouden wordt. Door de verbeterde nauwkeurigheid van elektrische actuatoren is het mogelijk de beweging van het aandrijfmechanisme beter af te stemmen op de lasstappen. Op deze manier verhoogt de efficiëntie van het proces terwijl de nauwkeurigheid behouden blijft.

Daarnaast is de afstelling van een electrode aangestuurd door een elektrische actuator ook makkelijker te regelen. Het lasproces vereist dat het contactoppervlak van de electrode zo vlak mogelijk is. Tijdens het lasproces zal inbranding de vlakheid van het oppervlak aantasten. Door de complexe afstelling van pneumatische of hydraulische actuatoren worden electroden waar het oppervlak niet meer voldoende vlak is, vervangen terwijl het oppervlak van electroden bij elektrische actuatoren deels kan worden afgefreesd en terug vlak gemaakt worden, aangezien het opnieuw afstellen van de elektrische actuator naar de aangepaste lengte van de electrode eenvoudig en zelf regulerend kan gebeuren.

BE2019/5130

De termen upstream en downstream als hierin gebruikt verwijzen naar de richting van transport van de langsdraden/framestructuren en/of afstandhouder doorheen de machine; waarbij upstream verwijst naar de richting en/of positie in de tegengestelde richting van de richting van transport, en waarbij downstream verwijst naar de richting en/of positie in de zelfde richting van de richting van transport.

Een aandrijvingsmechanisme gepositioneerd downstream van de lasinstallatie heeft als gevolg dat de afstandhouder doorheen de lasinstallatie wordt getrokken. Dit heeft als voordeel dat wanneer een langsdraad/framestructuur tijdens het lassen blijft vastkleven aan een elektrode en/of steunpunt deze niet zal (dubbel)plooien, maar eerder wordt losgetrokken van de elektrode en/of steunpunt. In tegenstelling tot de uitvoeringsvormen welke gebruikelijk zijn in de stand der techniek daalt hierdoor de kans op het mogelijke plooien van de langsdraad significant.

Indien de langsdraad/framestructuur toch blijft vastplakken aan de elektrode kan door het gebrek van een plooiing deze makkelijker worden losgemaakt zonder het noodzakelijk herstarten van de productie. Dit heeft als groot voordeel dat de 'downtime' van de machine voor de correctie van de langsdraden en/of afstandhouders beperkt kan worden, wat op zich leidt tot een verhoogde productie efficiëntie van de machine.

De kans op kleven wordt groter naarmate de diameter van de draden daalt, de productiesnelheid stijgt, de stroom naar de elektrode wordt opgevoerd, en/of bij gebruik van meerdere elektroden. De laatste jaren groeit echter de vraag naar een versnelde productie van steeds lichtere afstandhouders wat de kans op het vastkleven van de draden bij bestaande uitvoeringsvormen significant laat stijgen.

De huidige uitvinding omvat een oplossing om de kans te verlagen op het vastkleven van de langsdraad aan bepaalde onderdelen. Indien een langsdraad toch blijft vastkleven dan voorziet de uitvinding een oplossing om het (dubbel)plooien van de klevende langsdraad te voorkomen en makkelijker los te krijgen, waardoor de kans op het afscheuren van de klevende langsdraad daalt en hiermee ook de downtime van de productie significant beperkt wordt. Bijkomend voorziet de uitvinding ook een oplossing tot het aanpassen van de onderhavige machine aan de productie van afstandhouders met verschillende afmetingen en/of diameters van de langsdraden/framestructuren.

Als gevolg van de omvatte oplossing zorgt de voorziene uitvinding in de onderhavige methode voor een verbetering van zowel de productiekost als de productiesnelheid van afstandhouders. Daarnaast geeft het gebruik van de uitvinding de mogelijk tot productie van lichtere

BE2019/5130 afstandhouders met een lagere diameter van draden, welke zeer moeilijk is met de machines en werkwijzen uit de stand der techniek.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de machine zoals hierin beschreven een plooimechanisme welke in staat is een rechte langsdraad om te buigen tot een framestructuur met een gewenst patroon. Het voordeel van een plooimechanisme is dat er geen afzonderlijke toevoer van framestructuren voorzien dient te worden. Dit zou een externe machine voor het vormen van de framestructuren overbodig maken.

In een specifieke uitvoeringsvorm voorziet de machine zoals hierin beschreven dat de afstandhouder een draaddiameter heeft voor de bovenste langsdraad, de onderste langsdraden en de twee framestructuren van respectievelijk, 8 mm of minder, 6 mm of minder en 6 mm of minder, bij voorkeur respectievelijk 6 mm, 5 mm en 5 mm, meer bij voorkeur respectievelijk 5 mm, 4 mm en 4 mm, meer bij voorkeur respectievelijk 5 mm, 4 mm en 3 mm en meer bij voorkeur respectievelijk 4 mm, 2.8 mm en 2.8 mm,.

In een verder aspect voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies omvattende de stappen:

Bij voorkeur voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies omvattende de stappen:

Bij voorkeur wordt de werkwijze zoals hierin beschreven uitgevoerd door een uitvoeringsvorm van de machine zoals hierin beschreven.

De werkwijze waarop het aandrijvingsmechanisme de transportbeweging overbrengt op de langsdraden en/of afstandhouders gebeurt bij voorkeur door middel van grijpsystemen. In een verkozen werkwijze grijpt een klem de langsdraden en/of afstandhouders vast en zullen door middel van een meeneemmechanisme de langsdraden en/of afstandhouders getransporteerd worden. In geval van een aandrijfmechanisme gepositioneerd downstream van de lasinstallatie zal dit door een trekbeweging gebeuren. In geval van een aandrijfmechanisme gepositioneerd upstream van de lasinstallatie zal dit door een duwbeweging gebeuren.

De werkwijze waarin de transportafstand bepaald wordt is afhankelijk van het aantal in serie geplaatste elektroden in de lasinstallatie. Bij het gebruik van één set van elektroden zal de transportafstand overeenkomen met de afstand tussen twee laspunten, bij gebruik van meerdere sets van elektroden zal de transportafstand overeenkomen met een veelvoud X van de afstand tussen twee laspunten, waarbij het veelvoud X afhangt van het aantal elektroden in serie; bijvoorbeeld, bij gebruik van twee sets van elektroden zal het veelvoud X gelijk zijn aan twee, en zal de transportafstand gelijk zijn aan tweemaal de afstand tussen twee laspunten, enzovoort.

BE2019/5130

(x3) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x5) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x7) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x8) loslaten van de standhouder en het uitvoeren van een translationele lineaire beweging over een afstand (-3Ax_m) gedurende een tijdsinterval At_b; en het herhalen van stappen (xl) tot (x8).

Het tijdsinterval At_w zoals hierin beschreven komt overeen met de periode gedurende dewelke de afstandhouder geïmmobiliseerd wordt op een vaste plaats. Tijdens dit tijdsinterval zal de lasinstallatie de onderdelen van de afstandhouder vastlassen.

De verplaatsingsafstand Ax_m komt overeen met de afstand over welke de afstandhouder verplaatst wordt tussen twee lasmomenten. De transportafstand Ax_m wordt bepaald op basis van het aantal in serie geplaatste elektroden in de lasinstallatie. Bij het gebruik van één set van elektroden zal de transportafstand overeenkomen met de afstand tussen twee laspunten, bij gebruik van meerdere sets van elektroden zal de transportafstand overeenkomen met een veelvoud X van de afstand tussen twee laspunten, waarbij het veelvoud X afhangt van het aantal elektroden in serie; bijvoorbeeld, bij gebruik van twee sets van elektroden zal het veelvoud X gelijk zijn aan twee, en zal de transportafstand gelijk zijn aan tweemaal de afstand tussen twee laspunten, enzovoort. Afhankelijk van de verplaatsingsafstand, versnelling en snelheid van het grijpsysteem gebeurt de beweging binnen een tijdsinterval At_m.

De afstandhouder wordt verplaatst door middel van een translationele lineaire beweging.

De afstand welke het grijpsysteem moet afleggen om terug te keren tussen de plaats waar de afstandhouder wordt losgelaten en de plaats waar de afstandhouder wordt vastgegrepen komt

BE2019/5130 overeen met de totale afstand welke is afgelegd tussen het vastgrijpen en loslaten van de afstandhouder. In het hierboven beschreven stappenproces is de verplaatsingsafstand om terug te keren (-3Ax_m). Deze verplaatsing gebeurt gedurende een tijdsinterval At_b. Bij voorkeur is At_bgelijk aan het tijdsinterval At_m.

In een specifieke uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de repetitieve beweging van het eerste grijpsysteem minstens de volgende opeenvolgende stappen omvat:

(x3) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x5) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x7) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x8) loslaten van de standhouder en het uitvoeren van een translationele lineaire beweging over een afstand (-3Ax_m) gedurende een tijdsinterval At_b; en het herhalen van stappen (xl) tot (x8); en gekenmerkt doordat de repetitieve beweging van het tweede grijpsysteem minstens de volgende opeenvolgende stappen omvat:

(yl) vastgrijpen van de afstandhouder en immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y2) uitvoeren van een translationele lineaire beweging van de afstandhouder over een afstand Ax_m gedurende een tijdsinterval At_m;

(y3) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y4) uitvoeren van een translationele lineaire beweging van de afstandhouder over een afstand Ax_m gedurende een tijdsinterval At_m;

(y5) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y6) uitvoeren van een translationele lineaire beweging van de afstandhouder over een afstand Ax_m gedurende een tijdsinterval At_m;

BE2019/5130 (y7) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y8) loslaten van de standhouder en het uitvoeren van een translationele lineaire beweging over een afstand (-3Ax_m) gedurende een tijdsinterval At_b; en het herhalen van stappen (yl) tot (y8); waarbij stap (yl) wordt uitgevoerd door het tweede grijpsysteem op het moment dat stap (x3) of stap (x5) wordt uitgevoerd door het eerste grijpsysteem.

In een verder aspect omvat de huidige uitvinding het gebruik van een machine zoals hierin beschreven staat voor de productie van afstandhouders. Bij voorkeur voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en betonconstructies.

De huidige uitvinding voorziet in een meer nauwkeurige maar ook flexibelere manier voor de productie van afstandhouders of constructieliggers. De flexibiliteit van het systeem zorgt er ook voor dat aanpassingen aan de vorm van de afstandhouder of constructieligger makkelijk kunnen worden uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de productie van asymetrische afstandhouders of constructieliggers waarbij de framestructuur op bepaalde plaatsen grotere afstanden heeft tussen de laspunten en op andere plaatsen kortere afstanden tussen de laspunten.

BE2019/5130

VOORBEELDEN

Figuur 1 is een schematische tekening van een specifieke uitvoeringsvorm van de machine (100) voor de productie van afstandhouders (400). Langsdraden (401) en framestructuren (402) worden voorzien. De machine (100) omvat een lasinstallatie (200) welke de producten last door middel van één of meerdere elektroden (201), en een aandrijvingsmechanisme (300) voor het transporteren van de afstandhouders doorheen de lasinstallatie door middel van een grijpmechanisme (301) gekoppeld aan een meeneemmechanisme (302), gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme (300) geconfigureerd is om de afstandhouder (400) continu vast te klemmen.

Door er voor te zorgen dat het aandrijfmechanisme (300) de afstandhouder (400) continu vastklemt kan het probleem van verplaatsing tijdens het lassen van de afstandhouder worden verhinderd. Daarnaast zorgt dit er voor dat het lassen steeds op de correcte positie gebeurt. In een specifieke uitvoeringsvorm van de machine maakt het aandrijfmechanisme gebruik van twee grijpsystemen welke de afstandhouder vastgrijpen en transporteren doorheen de lasinstallatie. In figuur 2 worden de bewegingen van het aandrijvingsmechanisme en de lasinstallatie weergegeven. De verschillende bewegingen bestaan uit de volgende stappen voor het eerste grijpsysteem (xl) vastgrijpen van de afstandhouder en immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x3) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x5) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x7) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x8) loslaten van de standhouder en het uitvoeren van een translationele lineaire beweging over een afstand (-3Ax_m) gedurende een tijdsinterval At_b; en het herhalen van stappen (xl) tot (x8); en voor het tweede grijpsysteem:

BE2019/5130 (yl) vastgrijpen van de afstandhouder en immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y3) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y5) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y7) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(y8) loslaten van de standhouder en het uitvoeren van een translationele lineaire beweging over een afstand (-3Ax_m) gedurende een tijdsinterval At_b; en het herhalen van stappen (yl) tot (y8); waarbij stap (yl) wordt uitgevoerd door het tweede grijpsysteem op het moment dat stap (x5) wordt uitgevoerd door het eerste grijpsysteem.

Claims

1. Een machine voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies, de afstandhouders omvattende twee evenwijdige rechte langsdraden, waarbij de onderste langsdraad verbonden is met de bovenste langsdraad via een framestructuur, de machine verder omvattende:

2. De machine volgens conclusie 1, waarbij het aandrijvingsmechanisme minstens twee grijpsystemen omvat welke beide een zo goed als identieke repetitieve beweging uitvoeren, waarbij de repetitieve beweging van het eerste grijpsysteem een faseverschuiving vertoont ten opzichte van de repetitieve beweging van het tweede grijpsysteem.

3. De machine volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de repetitieve beweging een opeenvolging van translationele lineaire bewegingen en pauzes omvat.

4. De machine volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de lasinstallatie één of meerdere sets van elektroden omvat, welke de framestructuren aan de bovenste langsdraad lassen, en één of meerdere electroden omvat welke elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad lassen.

5 langsdraad lassen, en één of meerdere electroden omvat welke elk van de framestructuren aan een onderste langsdraad lassen.

14. Een werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt doordat de electroden aangestuurd worden door een pneumatische, hydraulische of elektrische actuator, bij voorkeur een elektrische actuator.

5. De machine volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de electroden aangestuurd worden door een pneumatische, hydraulische of elektrische actuator, bij voorkeur een elektrische actuator.

6. De machine volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het aandrijvingsmechanisme downstream van de lasinstallatie gepositioneerd is en de afstandhouder doorheen de lasinstallatie trekt.

7. Een werkwijze voor de productie van afstandhouders voor betonwapeningen en/of betonconstructies omvattende de stappen:

BE2019/5130

8. Een werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het aandrijvingsmechanisme minstens twee grijpsystemen omvat welke beide een zo goed als identieke repetitieve beweging uitvoeren, waarbij de repetitieve beweging van het eerste grijpsysteem een faseverschuiving vertoont ten opzichte van de repetitieve beweging van het tweede grijpsysteem.

9. Een werkwijze volgens conclusie 7 of 8, waarbij in stap (a) één of meerdere aandrijvingsmechanismen de afstandhouders buiten de lasinstallatie klemmen, en vervolgens mechanisch transporteren tot de positie van het volgend laspunt.

10. Een werkwijze volgens één der conclusies 7 tot 9, waarbij in stap (a) de afstand van het transport overeenkomt met de afstand tussen de laspunten of een veelvoud ervan.

11. Een werkwijze volgens één der conclusies 8 tot 10, waarbij de repetitieve beweging van elk van de grijpsystemen minstens de volgende opeenvolgende stappen omvat:

(x3) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x5) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x7) immobilisatie van de afstandhouder gedurende een tijdsinterval At_w;

(x8) loslaten van de afstandhouder en het uitvoeren van een translationele lineaire beweging over een afstand (-3Ax_m) gedurende een tijdsinterval At_b; en het herhalen van stappen (xl) tot (x8).

BE2019/5130

12. Een werkwijze volgens conclusie 11, waarbij stap (b) wordt uitgevoerd tijdens de stappen waarbij de afstandhouder wordt geïmmobiliseerd.

13. Een werkwijze volgens één der conclusies 7 tot 12, gekenmerkt doordat de lasinstallatie één of meerdere sets van elektroden omvat, welke de framestructuren aan de bovenste

10 15. Het gebruik van een machine volgens één der conclusies 1 tot 6 voor de productie van afstandhouders.