BE1026498A1 - Samenstel van een afstortmodule en een afdekking voor een transportband - Google Patents

Samenstel van een afstortmodule en een afdekking voor een transportband Download PDF

Info

Publication number
BE1026498A1
BE1026498A1 BE20185546A BE201805546A BE1026498A1 BE 1026498 A1 BE1026498 A1 BE 1026498A1 BE 20185546 A BE20185546 A BE 20185546A BE 201805546 A BE201805546 A BE 201805546A BE 1026498 A1 BE1026498 A1 BE 1026498A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cover
module
conveyor belt
open
strips
Prior art date
Application number
BE20185546A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026498B1 (nl
Inventor
Gert Moens
Christophe Couvreur
Original Assignee
B M C Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B M C Bvba filed Critical B M C Bvba
Priority to BE20185546A priority Critical patent/BE1026498B1/nl
Priority to EP19188775.1A priority patent/EP3604179A1/en
Publication of BE1026498A1 publication Critical patent/BE1026498A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026498B1 publication Critical patent/BE1026498B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/18Preventing escape of dust
    • B65G69/181Preventing escape of dust by means of sealed systems
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G21/00Supporting or protective framework or housings for endless load-carriers or traction elements of belt or chain conveyors
    • B65G21/08Protective roofs or arch supports therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/02Devices for feeding articles or materials to conveyors
    • B65G47/16Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding materials in bulk
    • B65G47/18Arrangements or applications of hoppers or chutes
    • B65G47/20Arrangements or applications of hoppers or chutes the hoppers or chutes being movable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)

Abstract

Samenstel van een afdekking (1) en een afstortmodule (3), waarbij, in gebruik, de afstortmodule (3) zich van bovenaf uitstrekt doorheen de afdekking (1) zodat bulkgoederen met behulp van de afstortmodule (3) stortbaar zijn doorheen de afdekking (1), waarbij de afdekking (1) een eerste en tweede bedekkingsstrook (1a, 1b) omvat, waarbij de bedekkingsstroken (1a, 1b) voorzien zijn zich zo uit te strekken dat, de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich aan weerszijden van de afstortmodule (3), ter hoogte van de afstortmodule (3), uitstrekken en dat ter hoogte van andere posities de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich grotendeels naast elkaar uitstrekken en nagenoeg volledig op elkaar aansluiten zodat de bedekkingsstroken (1a, 1b) samen een afdekkend geheel vormen, en dat de afstortmodule (3) verplaatsbaar is ten opzichte van de afdekking (1) en voorzien is om, tijdens zijn verplaatsing de bedekkingsstroken (1a, 1b) vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen.

Description

SAMENSTEL VAN EEN AFSTORTMODULE EN EEN AFDEKKING VOOR
EEN TRANSPORTBAND
Deze uitvinding betreft een samenstel van een afdekking, voor het grotendeels afdekken van de bovenzijde van een transportband, en een afstortmodule, waarbij, in gebruik, de afstortmodule zich van bovenaf uitstrekt doorheen de afdekking zodat bulkgoederen met behulp van de afstortmodule stortbaar zijn doorheen de afdekking. Met behulp van een dergelijke afdekking wordt de transportband van vervuiling en/of regen afgeschermd. Deze uitvinding betreft ook een transportinrichting omvattende een transportband, een afdekking die de bovenzijde van de transportband grotendeels afdekt en een afstortmodule, die zich van bovenaf uitstrekt doorheen de afdekking zodat bulkgoederen met behulp van de afstortmodule stortbaar zijn doorheen de afdekking op de transportband.
Dergelijke samenstellen en transportinrichtingen worden gebruikt in de haven om bulkgoederen, die aangebracht worden per schip, verder te gaan transporteren. Bij het uitladen van bulkgoederen die zich in een schip bevinden, zoals granen, cement, meststoffen, enz. wordt er onder andere gebruik gemaakt van een ontlaadeenheid, die de bulkgoederen uit het schip haalt en een transportband, waarbij de ontlaadeenheid de bulkgoederen stort op de transportband. Deze ontlaadeenheid kan een aparte eenheid zijn die verplaatsbaar is langsheen de kade en/of het schip kan een eigen ontlaadeenheid omvatten.
Bij producten dit niet nat en/of bevuild mogen worden, zoals granen, maakt men meestal gebruik gemaakt van transportbanden die grotendeels overdekt zijn met een afdekking. Dit betekent dat men niet zomaar op elke plaats van de transportband producten kan gaan storten. Vandaag voorziet men in afstortmodules die aangebracht zijn doorheen openingen van de afdekking. Met behulp van deze afstortmodules kan men dan bulkgoederen gaan storten doorheen de afdekking op de transportband. Naargelang de ligging van het schip en de plaats op het schip waar men de producten uithaalt, kiest men voor de afstortmodule met de meest geschikte positie. Echter men moet hier gaan voorzien in meerdere afstortmodules, wat kosten met zich meebrengt.
BE2018/5546
Ook vereist dit enige flexibiliteit van de ontlaadeenheid, gezien men niet overal kan gaan afstorten. Het uitladen en transporteren van bulkgoederen met behulp van transportbanden die overdekt zijn door een afdekking, is dan ook beduidend complexer dan het uitladen en transporteren van bulkgoederen met behulp van niet-overdekte transportbanden.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om het uitladen en transporteren van bulkgoederen met behulp van transportbanden die overdekt zijn met een afdekking, te vereenvoudigen.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een samenstel van een afdekking, voor het grotendeels afdekken van de bovenzijde van een transportband, en een afstortmodule, waarbij, in gebruik, de afstortmodule zich van bovenaf uitstrekt doorheen de afdekking zodat bulkgoederen met behulp van de afstortmodule stortbaar zijn doorheen de afdekking, waarbij de afdekking een eerste en een tweede buigzame langwerpige bedekkingsstrook omvat, waarbij deze bedekkingsstroken elk respectievelijk voorzien zijn om een deel van beide twee delen van de bovenzijde van een transportband grotendeels af te dekken en zo samen de bovenzijde van een transportband grotendeels af te dekken, waarbij de bedekkingsstroken aansluitbaar zijn op elkaar over nagenoeg hun volledige lengte en hiervoor elk een randdeel omvatten dat zich uitstrekt volgens de lengterichting en over nagenoeg de volledige lengte van de respectievelijke bedekkingsstrook, en dat, in gebruik, de bedekkingsstroken zich hoofdzakelijk volgens dezelfde richting en naast elkaar uitstrekken, de bedekkingsstroken zich aan weerszijden van de afstortmodule uitstrekken, ter hoogte van de positie van de afstortmodule, en ter hoogte van andere posities, de randdelen van de bedekkingsstroken nagenoeg volledig op elkaar aansluiten, en waarbij de afstortmodule verplaatsbaar is ten opzichte van de afdekking volgens nagenoeg de genoemde richting en voorzien is om, tijdens zijn verplaatsing en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de genoemde randdelen vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen, ter aansluiting van de randdelen op elkaar.
BE2018/5546
De afstortmodule is verplaatsbaar ten opzichte van de afdekking volgens nagenoeg de genoemde richting. De afstortmodule is hier verplaatsbaar volgens beide zinnen van de richting. Wat wordt aangeduid als de voorkant en als de achterkant van de afstortmodule, wordt bepaald door de zin van de verplaatsing. De voorkant zal tijdens de verplaatsing van de afstortmodule de genoemde randdelen uit elkaar bewegen en ter hoogte van de achterkant zullen de randdelen terug naar elkaar toe bewogen worden. Dit bij voorkeur door de randdelen respectievelijk naar buiten toe te gaan bewegen en terug naar binnen toe te gaan bewegen.
In gebruik is de afdekking voorzien om grotendeels de bovenzijde van een transportband te bedekken. Met andere woorden, de bulkgoederen die met behulp van de afstortmodule stortbaar zijn doorheen de afdekking, zijn dus stortbaar op de transportband. De eerste bedekkingsstrook is hier voorzien om een eerste deel van de bovenzijde van de transportband af te dekken en de tweede bedekkingsstrook is hier dan voorzien om een tweede deel van de bovenzijde van de transportband af te dekken, waarbij dit eerste en dit tweede deel zich nagenoeg langs elkaar uitstrekken gezien volgens de genoemde richting. Bij voorkeur zal deze genoemde richting zich uitstrekken volgens de lengterichting van de transportband, waardoor dit genoemde eerste deel en dit genoemde tweede deel van de bovenzijde van de transportband zich elk uitstrekken volgens de lengterichting van de transportband. De afstortmodule is dan ook verplaatsbaar ten opzichte van de afdekking volgens de lengterichting van de transportband.
De bedekkingsstroken strekken zich aan weerszijden van de afstortmodule uit. Dit wil zeggen dat de afdekking ter hoogte van de afstortmodule open is en dus de randdelen van de bedekkingsstroken niet op elkaar aansluiten. De afstortmodule strekt zich hier tussen de bedekkingsstroken uit.
De afdekking kan hier ook worden aangeduid met de term ‘cover’. De bedekkingsstroken hebben bij voorkeur nagenoeg dezelfde afmetingen. Men kan dan spreken van twee afdekkingshelften of twee coverhelften, waarbij elke coverhelft
BE2018/5546 voorzien is om nagenoeg een helft van de bovenzijde van de transportband af te dekken. De bedekkingsstroken zijn bijvoorbeeld rechthoekige stroken waarbij deze stroken dan elke een eerste eindrand hebben en een tegenover deze eindrand gelegen tweede eindrand hebben. De tweede eindranden zijn dan bij voorkeur aan weerszijden van de transportband met de transportband verbonden en de eerste eindranden maken dan deel uit van de randdelen, zodat de afdekking een mooi overkappend geheel vormt van de bovenzijde van de transportband.
Bij dit samenstel volgens de uitvinding, is de afdekking enkel geopend ter hoogte van de afstortmodule. De randdelen sluiten namelijk op elkaar aan op de genoemde andere posities. Dit betekent dat dit samenstel goed in staat is om de bovenzijde van een transportband grotendeels af te dekken en zo de door de transportband getransporteerde bulkgoederen af te schermen van vervuiling en/of regen. Gezien de afstortmodule verplaatsbaar is volgens de genoemde richting, kan men gaan kiezen op welke plaats op de transportband men gaat afstorten. Bijvoorbeeld indien men dit samenstel gaat gebruiken in een haven, kan men de bulkgoederen goed gaan aanbrengen op de transportband en dit onafhankelijk van de positie van het schip en de plaats op het schip waaruit men de bulkgoederen laadt en onafhankelijk van de gebruikte ontlaadeenheid, gezien men de afstortmodule kan gaan verplaatsen in een positie waar het uitladen in ideale omstandigheden kan gaan plaatsvinden. Men zal hier het uitladen niet of minder moeten gaan onderbreken, gezien men tijdens het uitladen eenvoudig de afstortmodule kan gaan verplaatsen indien dit nodig is. Hierdoor kan men ook veel sneller gaan uitladen. Bij de stand van de techniek moet men gaan afwisselen tussen verschillende afstortmodules en/of het schip gaan verplaatsen, waardoor het uitladen meer tijd in beslag neemt.
Gezien de afstortmodule er hier voor zorgt dat de randdelen uit elkaar gaan en terug naar elkaar toe worden gebracht, gebeurt het opengaan van de afdekking en terug dichtgaan van de afdekking tijdens de verplaatsing van de afstortmodule en moet men voorafgaand aan de verplaatsing van de afstortmodule geen aparte handelingen uitvoeren om de randdelen uit elkaar te halen en moet men na de verplaatsing van de
BE2018/5546 afstortmodule geen aparte handelingen gaan uitvoeren om de randdelen met elkaar te gaan verbinden. Dit zorgt ervoor dat de bovenzijde van de transportband steeds goed bedekt is en beschermd wordt van regen en/of vervuiling.
Hier moet men ook slechts voorzien in een samenstel met één afstortmodule. Uiteraard kan men ook gaan voorzien in een samenstel met twee of meerdere genoemde afstortmodules die verplaatsbaar zijn volgens de genoemde richting.
Bij voorkeur omvat de afstortmodule een trechter waardoorheen bulkgoederen stortbaar zijn. Deze trechter is dan bij voorkeur centraal opgesteld, gezien volgens de genoemde richting. Wanneer de afstortmodule een trechter omvat, kan de afstortmodule één of meerdere afdekelementen omvatten die naast de trechter zijn opgesteld en de trechter vrijlaten. Op deze manier is de transportband enkel bereikbaar via de trechter.
Ook bij voorkeur is de afstortmodule verrijdbaar volgens de genoemde richting of is de afstortmodule verbindbaar met een verrijdbare inrichting die verrijdbaar is volgens de genoemde richting. Zo kan men dan eenvoudig de afstortmodule gaan verplaatsen volgens de genoemde richting. De verrijdbare inrichting is bijvoorbeeld een ontlaadeenheid zoals een schip ontlader (ship unloader).
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de bedekkingsstroken elk een eerste buitenoppervlak, waarbij de eerste buitenoppervlakken voorzien zijn om gericht te zijn naar de transportband, en dat in gebruik, de eerste buitenoppervlakken tegenaan de afstortmodule leunen. Ter hoogte van de afstortmodule leunen de bedekkingsstroken hier dan aan tegen afstortmodule zodat regen en/of vervuiling ter hoogte van de afstortmodule moeilijk doorheen de afdekking verplaatsbaar is. Nagenoeg enkel bulkgoederen zijn hier dan verplaatsbaar doorheen de afdekking ter hoogte van de afstortmodule. Door hier aan te leunen tegen de afstortmodule worden de bedekkingsstroken ook goed en strak opengehouden, waardoor de randdelen goed uit elkaar kunnen gaan en ook goed terug naar elkaar toe kunnen bewegen.
BE2018/5546
Verder bij voorkeur omvat de afstortmodule een openhoudinrichting om tijdens de verplaatsing van de afstortmodule en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de genoemde randdelen vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen, waarbij deze openhoudinrichting langwerpig is en voorzien is om zich uit te strekken volgens nagenoeg de genoemde richting en waarbij de openhoudinrichting, een eerste set van één of meerdere openhoudelementen omvat en een tweede set van één of meerdere openhoudelementen omvat, waarbij het eerste buitenoppervlak van de eerste bedekkingsstrook voorzien is om tegenaan de genoemde eerste set te leunen en het eerste buitenoppervlak van de tweede bedekkingsstrook voorzien is om tegenaan de genoemde tweede set te leunen, waarbij de afstand tussen de eerste set en de tweede set eerst toeneemt en dan terug afneemt, gezien volgens de genoemde richting, zodat gezien volgens de genoemde richting en ter hoogte van de afstortmodule, de afstand tussen de randdelen eerst toeneemt en dan terug afneemt. De sets van één of meerdere openhoudelementen houden hier de bedekkingsstroken uit elkaar zodat bulkgoederen stortbaar zijn tussen de bedekkingsstroken en dus doorheen de afdekking. Doordat de afstand eerst toeneemt en dan terug afneemt, gaan, tijdens de verplaatsing van de afstortmodule, de randdelen hier goed uit elkaar gaan bewegen en steeds verder uit elkaar, om dan terug naar elkaar toe te gaan bewegen zodat achteraan de afstortmodule de randdelen terug op elkaar gaan aansluiten. Op deze manier kan men goed de randdelen op een voldoende afstand van elkaar gaan brengen zodat bulkgoederen goed stortbaar zijn doorheen de afdekking. De openhoudelementen gaan hier vooraan de bedekkingsstroken uit elkaar gaan duwen en dus naar buiten toe gaan duwen om dan later de bedekkingsstroken terug naar elkaar toe te brengen zodat de randdelen terug op elkaar kunnen aansluiten. De genoemde eerste set strekt zich hier grotendeels tegenover de genoemde tweede set uit en ter hoogte van weerszijden van de afstortmodule gezien volgens de genoemde richting. Wanneer men bovenop het samenstel kijkt in gebruik, vormen de eerste set en de tweede set respectievelijk de linkerzijde en de rechterzijde of vice versa van de afstortmodule, waardoor de openhoudelementen goed in staat zijn om de bedekkingsstroken uit elkaar te gaan duwen.
BE2018/5546
Verder bij voorkeur neemt de afstand tussen de eerste set en de tweede set geleidelijk aan toe om dan geleidelijk aan terug af te nemen, gezien volgens de genoemde richting, zodat gezien volgens de genoemde richting en ter hoogte van de afstortmodule, de afstand tussen de randdelen geleidelijk aan toeneemt en dan geleidelijk aan terug afneemt. Centraal kan de afstand over een bepaalde lengte gelijk blijven. Ook verder bij voorkeur is de openhoudinrichting nagenoeg symmetrisch volgens een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op de genoemde richting. Op deze manier is de afstortmodule volgens beide zinnen even goed verplaatsbaar en verloopt het uit elkaar bewegen van de randdelen en terug aansluiten van de randdelen op elkaar steeds even goed.
Verder nog meer bij voorkeur zijn de openhoudelementen staafvormige elementen. Met behulp van één of meerdere staafvormige elementen kan men eenvoudig de bedekkingsstroken uit elkaar duwen. Staafvormige elementen zijn eenvoudig te produceren, laten een eenvoudige opbouw van de openhoudinrichting toe en laten een opbouw met weinig materiaal toe.
Ook verder bij voorkeur omvat een genoemde set van één of meerdere openhoudelementen minstens twee openhoudelementen waarbij, in gebruik, deze openhoudelementen zich boven elkaar uitstrekken en zich hoofdzakelijk op een afstand van elkaar uitstrekken. Met behulp van twee openhoudelementen kan een genoemde set beter de respectievelijke bedekkingsstrook naar buiten toe gaan duwen en dus beter de randdelen uit elkaar halen en kan men ook beter de bedekkingsstrook terug naar binnen toe gaan leiden en dus beter de randdelen terug naar elkaar toe gaan brengen. De genoemde openhoudelementen strekken zich boven elkaar uit en hoofdzakelijk op een afstand van elkaar. Met hoofdzakelijk op een afstand van elkaar wordt aangeduid dat de genoemde openhoudelementen niet op alle posities, gezien volgens de genoemde richting, zich op een afstand van elkaar moeten uitstrekken. Zo kunnen de uiteinden van de openhoudelementen zelfs tegenaan elkaar liggen. Verder bij voorkeur, gezien volgens de genoemde richting, neemt de afstand tussen de laatstgenoemde openhoudelementen eerst toe om dan terug af te nemen.
BE2018/5546
De openhoudinrichting omvat verder bij voorkeur een draagstructuur die zich uitstrekt tussen de genoemde sets van één of meerdere openhoudelementen en de openhoudinrichting omvat bij voorkeur één of meerdere afstandhouders, waarbij de één of meerdere afstandhouders verbonden zijn met de draagstructuur en waarbij de één of meerdere afstandhouders de sets van één of meerdere openhoudelementen minstens gedeeltelijk op een afstand van de draagstructuur positioneren. Met behulp van een draagstructuur en afstandhouders kan men eenvoudig de openhoudelementen zo gaan positioneren dat de openhoudelementen goed in staat zijn om de randdelen uit elkaar te halen en terug naar elkaar toe te brengen. Dit is ook een eenvoudige opstelling die met weinig materiaal kan worden uitgevoerd en dus licht kan worden uitgevoerd. Deze opstelling kan een open structuur zijn zodat deze het storten van bulkgoederen nagenoeg niet zal hinderen. De draagstructuur kan bijvoorbeeld één langwerpige balk omvatten die voorzien is om zich hoofdzakelijk volgens de genoemde richting uit te strekken. De openhoudinrichting kan dan twee sets van één of meerdere afstandhouders omvatten waarbij deze sets zich, van bovenaf gezien, links en rechts uitstrekken van de draagstructuur en zo respectievelijk een genoemde set van één of meerdere openhoudelementen links en rechts gaan positioneren. De draagstructuur kan ook meerdere balken omvatten, waarbij deze balken goed zorgen voor de stevigheid van de openhoudinrichting.
Nog verder bij voorkeur omvat de afstortmodule een trechter waardoorheen bulkgoederen stortbaar zijn en is de trechter opgesteld ter hoogte van minstens een genoemde afstandhouder zodat bulkgoederen stortbaar zijn tussen de genoemde sets van één of meerdere openhoudelementen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekt het genoemde randdeel van de eerste bedekkingsstrook zich bovenaan het genoemde randdeel van de tweede bedekkingsstrook uit, wanneer de genoemde randdelen op elkaar aansluiten. Het is eenvoudig om met de afstortmodule randdelen uit elkaar te halen en terug op elkaar aan te sluiten, wanneer de randdelen op deze manier op elkaar aansluiten.
BE2018/5546
Verder bij voorkeur is de vorm van de afstortmodule zo aangepast dat, tijdens het verplaatsen van de afstortmodule en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de afstortmodule eerst het randdeel van de eerste bedekkingsstrook beweegt. Indien de afstortmodule over een genoemde openhoudinrichting beschikt, is de vorm van de openhoudinrichting op bovengenoemde manier aangepast. Door eerst het eerste randdeel te bewegen door bijvoorbeeld eerst de eerste bedekkingsstrook naar buiten toe te bewegen, zal de eerste bedekkingsstrook het bewegen van het randdeel van de tweede bedekkingsstrook niet gaan hinderen, waardoor men eenvoudig de randdelen uit elkaar kan gaan halen en de bedekkingsstroken op een afstand van elkaar kan gaan brengen, zodat de afstortmodule zich uitstrekt tussen de bedekkingsstroken. Verder bij voorkeur is de vorm van de afstortmodule dan ook zo aanpast dat, tijdens het verplaatsen van de afstortmodule en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de afstortmodule achteraan eerst het randdeel van de tweede bedekkingsstrook op zijn positie brengt die dit randdeel heeft in de toestand waar de randdelen op elkaar aangesloten zijn, waarna de afstortmodule het randdeel van de eerste bedekkingsstrook op het randdeel van de tweede bedekkingsstrook plaatst.
Verder nog meer bij voorkeur is, gezien volgens de genoemde richting ter hoogte van de voorzijde en de achterzijde van de draagstructuur, de maximale afstand van de eerste set van één of meerdere openhoudelementen tot de draagstructuur, groter dan de maximale afstand van de tweede set van één of meerdere openhoudelementen tot de draagstructuur. De openhoudinrichting is hier dan asymmetrisch gezien volgens een vlak dat zich uitstrekt volgens de genoemde richting. De openhoudinrichting kan bijvoorbeeld asymmetrisch zijn volgens een vlak dat zich centraal uitstrekt doorheen de draagstructuur volgens de genoemde richting. Tijdens het verplaatsen van de afstortmodule en gezien volgens de zin van de verplaatsing vooraan, is de genoemde eerste set hier zeer goed in staat om het randdeel van de eerste bedekkingsstrook naar buiten toe te bewegen vooraleer de genoemde tweede set het randdeel van de tweede bedekkingsstrook naar buiten toe beweegt. Tijdens het verplaatsen van de afstortmodule en gezien volgens de zin van de verplaatsing achteraan, is de
BE2018/5546 genoemde eerste set hier zeer goed in staat om het randdeel van de eerste bedekkingsstrook op het randdeel van de tweede bedekkingsstrook aan te brengen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de bedekkingsstroken elk een eerste buitenoppervlak, waarbij de eerste buitenoppervlakken voorzien zijn om gericht te zijn naar de transportband, en omvat het randdeel van de eerste bedekkingsstrook, ter hoogte van het eerste buitenoppervlak, een uitstekend element dat voorzien is om aan te grijpen op de tweede bedekkingsstrook zodat de eerste bedekkingsstrook kan aansluiten op de tweede bedekkingsstrook. Met behulp van dit uitstekend element zal de eerste bedekkingsstrook goed gaan aansluiten op de tweede bedekkingsstrook. Dit uitstekend element zorgt er bovendien voor dat de randdelen goed uit elkaar kunnen bewegen en terug naar elkaar toe kunnen bewegen. Dit uitsteeksel is bijvoorbeeld een stuursnaar die zich uitstrekt volgens de lengterichting van de bedekkingsstrook.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het samenstel, gezien volgens de zin van de verplaatsing, vooraan en achteraan de afstortmodule één of meerdere aanduwelementen voor het terug naar elkaar toe brengen van de randdelen. Met behulp van deze aanduwelementen wordt verzekerd dat de randdelen op elkaar aansluiten ter hoogte van de andere genoemde posities. Bij voorkeur zijn deze aanduwelementen beweegbare aanduwelementen. Deze aanduwelementen kunnen bijvoorbeeld pivoteer zijn opgesteld ten opzichte van een as die zich uitstrekt volgens de genoemde richting, zodat deze een neerwaarts gerichte kracht gaan uitoefenen en dus goed de randdelen naar elkaar toe gaan duwen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de afstortmodule een trechter waardoorheen bulkgoederen stortbaar zijn en omvat de afstortmodule aan weerszijden gezien volgens de genoemde richting één of meerdere geleidingselementen, waarbij deze geleidingselementen aan de onderzijde van de trechter zijn opgesteld en voorzien zijn om de gestorte bulkgoederen verder te geleiden. Met behulp van deze geleidingselementen wordt verzekerd dat
BE2018/5546 bulkgoederen goed terechtkomen op het beweegbare deel van de transportband. Bijvoorbeeld bij een transportband met een roteerbare band zullen de geleidingselementen ervoor zorgen dat de bulkgoederen op de roteerbare band terechtkomen. Deze geleidingselementen zijn voorzien om zich bij voorkeur uit te strekken volgens de genoemde richting.
De bedekkingsstroken zijn bij voorkeur hoofdzakelijk vervaardigd uit kunststof. De bedekkingsstroken zijn verder bij voorkeur waterondoorlatend zodat regen zich niet doorheen de bedekkingsstroken kan begeven. De bedekkingsstroken kunnen éénlagig zijn opgebouwd, maar kunnen ook meerlagig zijn opgebouwd. Zo kunnen de bedekkingsstroken, indien deze een genoemd eerste buitenoppervlak en een tegenover het eerste buitenoppervlak gelegen tweede buitenoppervlak omvatten, drielagig zijn opgebouwd en een toplaag omvatten die het tweede buitenoppervlak vormt, een bodemlaag omvatten die het eerste buitenoppervlak vormt en een tussenlaag omvatten. De tussenlaag kan bijvoorbeeld een polyesterweefsel zijn. De stijfheid van de bedekkingsstrook kan bijvoorbeeld hoger zijn in de ene richting dan in een andere richting loodrecht op deze eerste richting. In gebruik is dan bij voorkeur, de stijfheid gezien volgens een richting loodrecht op de genoemde richting, hoger dan de stijfheid gezien volgens de genoemde richting. Op deze manier gaan de randdelen soepel uit elkaar ter hoogte van de positie van de afstortmodule, maar worden ze ook goed tegen elkaar geduwd in de andere posities.
Deze uitvinding betreft eveneens een transportinrichting omvattende een transportband, een afdekking die de bovenzijde van de transportband grotendeels afdekt en een afstortmodule, die zich van bovenaf uitstrekt doorheen de afdekking zodat bulkgoederen met behulp van de afstortmodule stortbaar zijn doorheen de afdekking op de transportband, waarbij de afdekking een eerste en tweede bedekkingsstrook omvat, waarbij deze bedekkingsstroken elk respectievelijk voorzien zijn om een deel van beide twee delen van de bovenzijde van de transportband grotendeels af te dekken en zo samen de bovenzijde van de transportband grotendeels af te dekken, waarbij de bedekkingsstroken aansluitbaar
BE2018/5546 zijn op elkaar over nagenoeg hun volledige lengte en hiervoor elk een randdeel omvatten dat zich uitstrekt volgens de lengterichting en over nagenoeg de volledige lengte van de respectievelijke bedekkingsstrook, en dat, in gebruik, de bedekkingsstroken zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting van de transportband en naast elkaar uitstrekken, de bedekkingsstroken zich aan weerszijden van de afstortmodule uitstrekken, ter hoogte van de positie van de afstortmodule, en ter hoogte van andere posities, de randdelen van de bedekkingsstroken nagenoeg volledig op elkaar aansluiten, en waarbij de afstortmodule verplaatsbaar is ten opzichte van de afdekking volgens nagenoeg de genoemde lengterichting en voorzien is om, tijdens zijn verplaatsing en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de genoemde randdelen vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen, ter aansluiting van de randdelen op elkaar.
Bij voorkeur vormen de afdekking en de afstortmodule een samenstel zoals hierboven weergegeven. Alle voordelen en voorkeurdragende uitvoeringsvormen van dit samenstel zijn dan ook van toepassing voor deze transportinrichting.
In de hiernavolgende beschrijving worden een samenstel en een transportinrichting volgens deze uitvinding in detail beschreven. De enige bedoeling van deze gedetailleerde beschrijving is aan te duiden hoe de uitvinding kan gerealiseerd worden en de bijzondere kenmerken van de uitvinding te illustreren en zo nodig nog meer te verduidelijken. Deze beschrijving kan dus niet aanzien worden als een beperking van de draagwijdte van deze octrooibescherming. Ook het toepassingsgebied van de uitvinding kan op basis van de hiernavolgende beschrijving niet beperkt worden.
In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij
-Figuur 1 een zijaanzicht is van een transportinrichting volgens de uitvinding en een gedeelte van een schip ontlader;
BE2018/5546
-Figuur 2 een perspectiefvoorstelling is van de transportinrichting weergegeven in figuur 1;
-Figuur 3 een perspectiefvoorstelling is van de afstortmodule en het gedeelte van de schip ontlader weergegeven in figuur 1, waarbij niet alle onderdelen van de schip ontlader zijn weergegeven zodat de afstortmodule goed zichtbaar is;
-Figuur 4 een bovenaanzicht is van de transportinrichting en het gedeelte van de schip ontlader weergegeven figuur 1, waarbij niet alle onderdelen van de schip ontlader zijn weergegeven zodat de afstortmodule zichtbaar is;
-Figuur 5 een vooraanzicht is van de transportinrichting en het gedeelte van een schip ontlader weergegeven figuur 1;
-Figuur 6 een detailweergave is van figuur 5;
-Figuur 7 een detailweergave is van een doorsnede doorheen de afdekking;
-Figuur 8 een detailweergave is van een doorsnede doorheen figuur 1 volgens de lijn A-A;
-Figuur 9 een detailweergave is van een doorsnede doorheen figuur 1 volgens de lijn B-B;
-Figuur 10 een detailweergave is van een doorsnede doorheen figuur 1 volgens de lijn C-C;
-Figuur 11 een bovenaanzicht is van de afstortmodule;
-Figuur 12 een perspectiefvoorstelling is van de afstortmodule;
-Figuur 13 een perspectiefvoorstelling is van een alternatieve uitvoeringsvorm van een openhoudinrichting van de afstortmodule;
-Figuur 14 een bovenaanzicht is van de openhoudinrichting weergegeven in figuur 13.
De hier weergegeven transportinrichting omvat een transportband (2), een afdekking (1) en een afstortmodule (3). Hier wordt enkel het gedeelte van de transportband (2) weergegeven dat zich bevindt ter hoogte van de afstortmodule (3). De transportband
BE2018/5546 (2) is hier een langwerpige transportband (2) die voorzien is om opgesteld te worden op de kade en zich volgens een bepaalde richting (A) uit te strekken. Deze transportband (2) wordt gebruikt om bulkgoederen, die uit een schip geladen worden, te gaan transporteren naar de gewenste plaats. De transportband (2) omvat minstens één beweegbare band (20) die voorzien is om de bulkgoederen te transporteren naar het uiteinde van de transportband (2) gezien volgens de genoemde richting (A).
De afdekking (1) omvat twee buigzame bedekkingsstroken (1a, 1b). Deze twee bedekkingsstroken (1a, 1b) zijn langwerpig, rechthoekig van vorm en hebben nagenoeg dezelfde afmetingen. Deze bedekkingsstroken (1a, 1b) zijn voorzien om samen de bovenzijde van de transportband (2) te gaan afdekken zodat regen en/of vervuiling niet kan terechtkomen op de beweegbare band (20). De bedekkingsstroken (1a, 1b) hebben elk een eerste randdeel (13a, 13b) dat zich uitstrekt volgens de lengterichting van de respectievelijke bedekkingsstrook (1a, 1b) over nagenoeg de volledige lengte van de respectievelijke bedekkingsstrook (1a, 1b) en elk een tegenover het respectievelijk genoemde eerste randdeel (13a, 13b) gelegen tweede randdeel, waarbij de genoemde tweede randdelen aan weerszijden van de transportband (2), gezien volgens de genoemde richting (A), met de transportband (2) verbonden zijn. Verder strekken de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich zo uit volgens de genoemde richting (A), dat de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich aan weerszijden van de afstortmodule (3) uitstrekken en dus op een afstand van elkaar ter hoogte van de positie van de afstortmodule (3) en dat ter hoogte van de andere posities, de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich grotendeels naast elkaar uitstrekken en elk nagenoeg de helft van de bovenzijde van de transportband (2) bedekken en op elkaar aansluiten ter hoogte van hun eerste randdelen (13a, 13b) zodat de bedekkingsstroken (1a, 1b) samen een afdekkend geheel vormen voor de bovenzijde van de transportband (2). Dit alles is zeer goed zichtbaar in figuren 2 en 4.
De bedekkingsstroken (1a, 1b) omvatten elk een eerste buitenoppervlak dat voorzien is om gericht te zijn naar de beweegbare band (20) en een tegenover die eerste buitenoppervlak gelegen tweede buitenoppervlak. Het eerste randdeel (13a) van de
BE2018/5546 eerste bedekkingsstrook (1a) bevindt zich bovenop het eerste randdeel (13b) van de tweede bedekkingsstrook (1b) wanneer de eerste randdelen (13a, 13b) op elkaar aansluiten en de eerste bedekkingsstrook (1a) omvat een stuursnaar (9) ter hoogte van het eerste buitenoppervlak en het eerste randdeel (13a), waarbij deze stuursnaar (9) zich uitstrekt volgens de lengterichting van de eerste bedekkingsstrook (1a) over nagenoeg de volledige lengte van de eerste bedekkingsstrook (1a). De eerste bedekkingsstrook (1a) sluit aan op de tweede bedekkingsstrook (1b) met behulp van de stuursnaar (9). Dit is goed zichtbaar in figuur 7.
De afstortmodule (3) omvat onder andere een openhoudinrichting (4), een trechter (8) en geleidingselementen (11). De afstortmodule (3) is met behulp van connecteerelementen (14) verbindbaar met een schip ontlader (12).
De afstortmodule (3) wordt apart weergegeven in figuren 11 en 12. In figuren 13 en 14 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm van de openhoudinrichting (4) weergegeven. De openhoudinrichting (4) bij beide uitvoeringsvormen is langwerpig en strekt zich in gebruik uit volgens de genoemde richting (A). De openhoudinrichting (4) omvat een draagstructuur (6). In de figuren 11 en 12 omvat deze draagstructuur (6) meerdere balken. In figuren 13 en 14 is de draagstructuur (6) een draagbalk. Verder omvat de openhoudinrichting (4) een eerste set van openhoudelementen (5a) en een tweede set van openhoudelementen (5b) waarbij deze twee sets zich aan weerszijden van de draagstructuur (6) uitstrekken gezien volgens de bovenaanzichten weergegeven in figuur 11 en 14. Verder omvat de openhoudinrichting (4) afstandhouders (7), waarbij de afstandhouders (7) verbonden zijn met de draagstructuur (6). De afstandhouders (7) positioneren de sets van openhoudelementen (5a, 5b) op de gewenste afstand van de draagstructuur (6).
In gebruik strekt de afstortmodule (3) zich met zijn openhoudinrichting (4) zo uit tussen de bedekkingsstroken (1a, 1b), dat de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich aan weerszijden van de openhoudinrichting (4), zijnde links en rechts gezien volgens de genoemde bovenaanzichten, en dus op een afstand van elkaar ter hoogte van de
BE2018/5546 positie van de afstortmodule (3), uitstrekken. De eerste bedekkingsstrook (1a) leunt aan tegen de eerste set van openhoudelementen (5a) en de tweede bedekkingsstrook (1b) leunt aan tegen de tweede set van openhoudelementen (5b). Verder is de afstortmodule (3) verplaatsbaar ten opzichte van de afdekking (1) volgens nagenoeg de genoemde richting (A) en dit volgens beide zinnen en is de openhoudinrichting (4) voorzien om, tijdens zijn verplaatsing en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de genoemde eerste randdelen (13a, 13b) vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen, ter aansluiting van de eerste randdelen (13a, 13b) op elkaar. De vorm van de openhoudinrichting (4) is zo aangepast dat, tijdens het verplaatsen van de afstortmodule (3) en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de openhoudinrichting (4) vooraan eerst de eerste bedekkingsstrook (1a) naar buiten toe beweegt en daarna pas de tweede bedekkingsstrook (1b) naar buiten toe beweegt. Dit komt omdat vooraan en achteraan, de openhoudelementen (5a) van de eerste set van openhoudelementen (5a) sneller uit elkaar gaan gezien volgens de hoogterichting en zich ook sneller verder uitstrekken van de draagstructuur (6) in vergelijking met de openhoudelementen (5b) van de tweede set van openhoudelementen (5b). Dit is duidelijk zichtbaar in figuren 11 en 14. Hierdoor wordt tijdens de verplaatsing van de afstortmodule (3), de eerste bedekkingsstrook (1a) vooraan eerst naar buiten geduwd, waarna pas de tweede bedekkingsstrook (1b) naar buiten toe wordt geduwd. Verder is de openhoudinrichting (4) bij beide uitvoeringsvormen nagenoeg symmetrisch volgens een vlak loodrecht op de genoemde richting (A).
De transportinrichting, omvat ter hoogte van de afstortmodule (3) vooraan en achteraan, twee aanduwelementen (10) die op en neerwaarts pivoteerbaar zijn omheen een as die zich uitstrekt volgens de genoemde richting (A). Deze aanduwelementen (10) zijn hier verbonden met de ship ontlader (12). Deze aanduwelementen (10) duwen de eerste randdelen (13a, 13b) naar elkaar toe. Door de vormgeving van de openhoudinrichting (4) bewegen de eerste randdelen (13a, 13b) zich achteraan reeds naar elkaar toe, gezien de eerste buitenoppervlakken aanleunen tegen hun respectievelijke set van openhoudelementen (5a, 5b). Met
BE2018/5546 behulp van de aanduwelementen (10) worden de eerste randdelen (13a, 13b) nog extra naar elkaar toe bewogen zodat de eerste buitenoppervlakken zeker goed aanleunen tegen hun respectievelijke set van openhoudelementen (5a, 5b) en de eerste randdelen (13a, 13b) zeker terug op elkaar gaan aansluiten na het voorbijgaan van de afstortmodule (3).
De afstortmodule (3) omvat verder centraal nog een trechter (8) die is opgesteld tussen de twee genoemde sets van openhoudelementen (5a, 5b) zodat bulkgoederen met behulp van de trechter (8) stortbaar zijn tussen de twee genoemde sets van openhoudelementen (5a, 5b) en dus op de beweegbare band (20) stortbaar zijn. Aan weerszijden, gezien volgens de genoemde richting (A) en van bovenaf gezien, omvat de afstortmodule (3) twee geleidingselementen (11), waarbij deze geleidingselementen (11) zich onder de trechter (8) uitstrekken en voorzien zijn om de bulkgoederen die doorheen de trechter (8) worden afgestort, verder te geleiden naar de beweegbare band (20).
Bij voorkeur is deze schip ontlader (12) verrijdbaar volgens de genoemde richting (A). Door dan de schip ontlader (12) te verrijden volgens de genoemde richting (A), wordt dan de afstortmodule (3) volgens de genoemde richting (A) verplaatst.

Claims (15)

  1. CONCLUS I E S
    1. Samenstel van een afdekking (1), voor het grotendeels afdekken van de bovenzijde van een transportband (2), en een afstortmodule (3), waarbij, in gebruik, de afstortmodule (3) zich van bovenaf uitstrekt doorheen de afdekking (1) zodat bulkgoederen met behulp van de afstortmodule (3) stortbaar zijn doorheen de afdekking (1), met het kenmerk dat de afdekking (1) een eerste en een tweede buigzame langwerpige bedekkingsstrook (1a, 1b) omvat, waarbij deze bedekkingsstroken (1a, 1b) elk respectievelijk voorzien zijn om een deel van beide twee delen van de bovenzijde van een transportband (2) grotendeels af te dekken en zo samen de bovenzijde van een transportband (2) grotendeels af te dekken, waarbij de bedekkingsstroken (1a, 1b) aansluitbaar zijn op elkaar over nagenoeg hun volledige lengte en hiervoor elk een randdeel (13a, 13b) omvatten dat zich uitstrekt volgens de lengterichting en over nagenoeg de volledige lengte van de respectievelijke bedekkingsstrook (1a, 1b), en dat, in gebruik, de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich hoofdzakelijk volgens dezelfde richting (A) en naast elkaar uitstrekken, de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich aan weerszijden van de afstortmodule (3) uitstrekken, ter hoogte van de positie van de afstortmodule (3), en ter hoogte van andere posities, de randdelen (13a, 13b) van de bedekkingsstroken (1a, 1b) nagenoeg volledig op elkaar aansluiten, en waarbij de afstortmodule (3) verplaatsbaar is ten opzichte van de afdekking (1) volgens nagenoeg de genoemde richting (A) en voorzien is om, tijdens zijn verplaatsing en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de genoemde randdelen (13a, 13b) vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen, ter aansluiting van de randdelen (13a, 13b) op elkaar.
  2. 2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de bedekkingsstroken (1a, 1b) elk een eerste buitenoppervlak omvatten, waarbij de eerste buitenoppervlakken voorzien zijn om gericht te zijn naar de transportband
    BE2018/5546 (2), en dat in gebruik, de eerste buitenoppervlakken tegenaan de afstortmodule (3) leunen.
  3. 3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de afstortmodule (3) een openhoudinrichting (4) omvat om tijdens de verplaatsing van de afstortmodule (3) en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de genoemde randdelen (13a, 13b) vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen, waarbij deze openhoudinrichting (4) langwerpig is en voorzien is om zich uit te strekken volgens nagenoeg de genoemde richting (A) en waarbij de openhoudinrichting (4), een eerste set van één of meerdere openhoudelementen (5a) omvat en een tweede set van één of meerdere openhoudelementen (5b) omvat, waarbij het eerste buitenoppervlak van de eerste bedekkingsstrook (1a) voorzien is om tegenaan de genoemde eerste set te leunen en het eerste buitenoppervlak van de tweede bedekkingsstrook (1b) voorzien is om tegenaan de genoemde tweede set te leunen, waarbij de afstand tussen de eerste set en de tweede set eerst toeneemt en dan terug afneemt, gezien volgens de genoemde richting (A), zodat gezien volgens de genoemde richting (A) en ter hoogte van de afstortmodule (3), de afstand tussen de randdelen (13a, 13b) eerst toeneemt en dan terug afneemt.
  4. 4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de openhoudelementen (5a, 5b) staafvormige elementen zijn.
  5. 5. Samenstel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat een genoemde set van één of meerdere openhoudelementen (5 a, 5b) minstens twee openhoudelementen (5a, 5b) omvat waarbij deze openhoudelementen (5a, 5b) zich, in gebruik, boven elkaar uitstrekken en zich hoofdzakelijk op een afstand van elkaar uitstrekken.
  6. 6. Samenstel volgens één van de conclusies 3 tot 5, met het kenmerk dat de openhoudinrichting (4) een draagstructuur (6) omvat die zich uitstrekt tussen de genoemde sets van één of meerdere openhoudelementen (5a, 5b) en dat de
    BE2018/5546 openhoudinrichting (4) één of meerdere afstandhouders (7) omvat, waarbij de één of meerdere afstandhouders (7) verbonden zijn met de draagstructuur (6) en waarbij de één of meerdere afstandhouders (7) de sets van één of meerdere openhoudelementen (5a, 5b) minstens gedeeltelijk op een afstand van de draagstructuur (6) positioneren.
  7. 7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de afstortmodule (3) een trechter (8) omvat waardoorheen bulkgoederen stortbaar zijn en dat de trechter (8) opgesteld is ter hoogte van minstens een genoemde afstandhouder (7) zodat bulkgoederen stortbaar zijn tussen de genoemde sets van één of meerdere openhoudelementen (5a, 5b).
  8. 8. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het genoemde randdeel (13a) van de eerste bedekkingsstrook (1a) zich bovenaan het genoemde randdeel (13b) van de tweede bedekkingsstrook (1b) uitstrekt wanneer de genoemde randdelen (13a, 13b) op elkaar aansluiten.
  9. 9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de vorm van de afstortmodule (3) zo aangepast is dat, tijdens het verplaatsen van de afstortmodule (3) en gezien volgens de zin van de verplaatsing, de afstortmodule (3) eerst het randdeel (13a) van de eerste bedekkingsstrook (1a) beweegt.
  10. 10. Samenstel volgens conclusie 6 en 9, met het kenmerk dat gezien volgens de genoemde richting (A) ter hoogte van de voorzijde en de achterzijde van de draagstructuur (6), de maximale afstand van de eerste set van één of meerdere openhoudelementen (5a) tot de draagstructuur (6), groter is dan de maximale afstand van de tweede set van één of meerdere openhoudelementen (5b) tot de draagstructuur (6).
  11. 11. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bedekkingsstroken (1a, 1b) elk een eerste buitenoppervlak omvatten, waarbij
    BE2018/5546 de eerste buitenoppervlakken voorzien zijn om gericht te zijn naar de transportband (2), en het randdeel (13a) van de eerste bedekkingsstrook (1a), ter hoogte van het eerste buitenoppervlak, een uitstekend element (9) omvat dat voorzien is om aan te grijpen op de tweede bedekkingsstrook (1b) ter aansluiting van de eerste bedekkingsstrook (1a) op de tweede bedekkingsstrook (1b).
  12. 12. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het samenstel, gezien volgens de zin van de verplaatsing, vooraan en achteraan de afstortmodule (3) één of meerdere aanduwelementen (10) omvat voor het terug naar elkaar toe brengen van de randdelen (13a, 13b).
  13. 13. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afstortmodule (3) een trechter (8) omvat waardoorheen bulkgoederen stortbaar zijn en dat de afstortmodule (3) aan weerszijden gezien volgens de genoemde richting (A), één of meerdere geleidingselementen (11) omvat, waarbij deze geleidingselementen (11) aan de onderzijde van de trechter (8) zijn opgesteld en voorzien zijn om de gestorte bulkgoederen verder te geleiden.
  14. 14. Transportinrichting omvattende een transportband (2), een afdekking (1) die de bovenzijde van de transportband (2) grotendeels afdekt en een afstortmodule (3), die zich van bovenaf uitstrekt doorheen de afdekking (1) zodat bulkgoederen met behulp van de afstortmodule (3) stortbaar zijn doorheen de afdekking (1) op de transportband (2), met het kenmerk dat de afdekking (1) een eerste en tweede bedekkingsstrook (1a, 1b) omvat, waarbij deze bedekkingsstroken (1a, 1b) elk respectievelijk voorzien zijn om een deel van beide twee delen van de bovenzijde van de transportband (2) grotendeels af te dekken en zo samen de bovenzijde van de transportband (2) grotendeels af te dekken, waarbij de bedekkingsstroken (1a, 1b) aansluitbaar zijn op elkaar over nagenoeg hun volledige lengte en hiervoor elk een randdeel (13a, 13b) omvatten dat zich uitstrekt volgens de lengterichting en over nagenoeg
    BE2018/5546 de volledige lengte van de respectievelijke bedekkingsstrook (1a, 1b), en dat, in gebruik, de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich hoofdzakelijk volgens de lengterichting (A) van de transportband (2) en naast elkaar uitstrekken, de bedekkingsstroken (1a, 1b) zich aan weerszijden van de afstortmodule (3) 5 uitstrekken, ter hoogte van de positie van de afstortmodule (3), en ter hoogte van andere posities, de randdelen (13a, 13b) van de bedekkingsstroken (1a,
    1b) nagenoeg volledig op elkaar aansluiten, en waarbij de afstortmodule (3) verplaatsbaar is ten opzichte van de afdekking (1) volgens nagenoeg de genoemde lengterichting (A) en voorzien is om, tijdens zijn verplaatsing en 10 gezien volgens de zin van de verplaatsing, de genoemde randdelen (13 a, 13b) vooraan uit elkaar te bewegen en achteraan terug naar elkaar toe te bewegen, ter aansluiting van de randdelen (13a, 13b) op elkaar.
  15. 15. Transportinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de afdekking 15 (1) en de afstortmodule (3) deel uitmaken van een samenstel volgens één van de conclusies 1 tot 13.
BE20185546A 2018-07-30 2018-07-30 Samenstel van een afstortmodule en een afdekking voor een transportband BE1026498B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185546A BE1026498B1 (nl) 2018-07-30 2018-07-30 Samenstel van een afstortmodule en een afdekking voor een transportband
EP19188775.1A EP3604179A1 (en) 2018-07-30 2019-07-29 Assembly of a discharge module and a cover for a conveyor belt

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185546A BE1026498B1 (nl) 2018-07-30 2018-07-30 Samenstel van een afstortmodule en een afdekking voor een transportband

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026498A1 true BE1026498A1 (nl) 2020-02-21
BE1026498B1 BE1026498B1 (nl) 2020-02-26

Family

ID=63165124

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185546A BE1026498B1 (nl) 2018-07-30 2018-07-30 Samenstel van een afstortmodule en een afdekking voor een transportband

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3604179A1 (nl)
BE (1) BE1026498B1 (nl)

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS59142235U (ja) * 1983-03-15 1984-09-22 石川島播磨重工業株式会社 ベルトコンベアの防塵装置
JP3049541B2 (ja) * 1995-12-22 2000-06-05 開発電気株式会社 包み込み型ベルトコンベヤ
KR100848532B1 (ko) * 2008-01-11 2008-07-25 주식회사 만보중공업 하역장비의 연료 및 원료 수송용 컨베이어 커버장치
KR20100101731A (ko) * 2009-03-10 2010-09-20 박태진 벨트 컨베이어용 커버장치
KR20110047038A (ko) * 2009-10-29 2011-05-06 현대제철 주식회사 연속하역기용 하역장치
KR20120047091A (ko) * 2010-11-03 2012-05-11 주식회사 포스코 벨트 컨베이어 상부 커버링 장치
WO2013033887A1 (zh) * 2011-09-05 2013-03-14 长沙中联重工科技发展股份有限公司 连续转运系统及其受料装置
KR101424469B1 (ko) * 2012-10-29 2014-08-04 현대제철 주식회사 연속하역기용 하역장치
JP2016003090A (ja) * 2014-06-13 2016-01-12 袴田ベルト工業株式会社 コンベア用カバー

Also Published As

Publication number Publication date
EP3604179A1 (en) 2020-02-05
BE1026498B1 (nl) 2020-02-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5131524A (en) Conveyor system with movable partitions
NL1035292C2 (nl) Sorteerinrichting.
DK0659624T3 (da) Et transportsystem
ATE406331T1 (de) Vorrichtung zum sortieren von produkten
EP2435344B1 (en) Radiographic inspection system with conveyor chain
BE1026498A1 (nl) Samenstel van een afstortmodule en een afdekking voor een transportband
HRP20120855T1 (hr) Vozilo za prijevoz rasutog tereta
NL1024034C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van producten.
US3300068A (en) Tail gate attachment
NL1024194C2 (nl) Transportinrichting.
US20090050449A1 (en) Conveying system
DK2945889T3 (en) SUPPLY TO PRODUCT SUPPORT TRANSPORT
NL1034369C2 (nl) Bloemverwerkingsinrichting.
KR102351194B1 (ko) 벌크 재료 적하용 왜건
NL7900392A (nl) Kettingtransporteur.
NL8902994A (nl) Werkwijze alsmede inrichting voor het in rekfolie verpakken van voorwerpen.
NL1024440C2 (nl) Inrichting voor het stapelen van producten in kisten of containers, meer in het bijzonder voor het stapelen van kwetsbare producten zoals koolproducten in kisten of containers.
JP2015221714A (ja) ヤード積付量の増加装置
ITMI972364A1 (it) Dispositivo per il convogliamento e lo smistamento laterale di oggetti scatolari
US709723A (en) Chute-wagon.
US730539A (en) Conveyer.
SE0202973D0 (sv) Container för bulkgods och transportsystem innefattande sådan
JPH0734874Y2 (ja) バラ物等の投入用シュート
JP2006052049A (ja) フライトコンベヤ
EP2149288B1 (en) Grain tank seal

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200226