BE1026297B1

BE1026297B1 - Skimmerzwembad

Info

Publication number: BE1026297B1
Application number: BE20185329A
Authority: BE
Inventors: Cock Marnix De
Original assignee: Jomarco
Priority date: 2018-05-23
Filing date: 2018-05-23
Publication date: 2019-12-23
Also published as: EP3572601B1; BE1026297A1; EP3572601A1

Abstract

Het zwembad bevat een in de grond plaatsbare voorgevormde kuip (1) waarin in één zijwand (5) ter hoogte van het water twee openingen voor een skimmer (12) voorzien zijn die tegen de buitenzijde van de kuip (1) aangebracht is. De skimmer (12) bevat een gesloten kanaal dat zich langsheen de buitenzijde van de kuip (1) uitstrekt over de breedte van de skimmeropening en verder over een afstand van ten minste 50 cm van deze opening. Op deze manier kunnen brede skimmeropeningen in het zwembad voorzien worden zonder dat de skimmer (12) ver van de zijwand (5) van de kuip komt uit te steken. De skimmer (12) kan aldus vooraf op de voorgevormde zwembadkuip (1) voorzien worden zonder verhoogd risico op beschadigingen tijdens het transport en het ingraven van het zwembad. De gebruikelijke skimmerkleppen kunnen eveneens weggelaten worden en om aldus het risico op beschadiging van de skimmerkleppen te vermijden.

Description

Skimmerzwembad

De huidige uitvinding heeft betrekking op een skimmerzwembad, in het bijzonder een monoblock zwembad, dat een in de grond plaatsbare voorgevormde kuip bevat. De kuip is voorzien om tot op een hoogte gelegen tussen een voorafbepaalde minimale en maximale hoogte met water gevuld te worden en heeft een bodem en zijwanden. In één van de zijwanden zijn op genoemde voorafbepaalde hoogte twee openingen voor een skimmer voor het afvoeren van op het water drijvend materiaal voorzien. De beide openingen bevinden zich op een voorafbepaalde afstand van elkaar en hebben een breedte en een hoogte.

Dergelijke monoblock zwembaden zijn uit de praktijk bekend. Ze kunnen hetzij in één stuk gevormd worden of ze kunnen modulair, door het aan elkaar lassen van platen, vervaardigd worden. De kuip kan uit kunststof of uit metaal, in het bijzonder uit roestvast staal, vervaardigd worden. Aan één zijde kan in de kuip een bak voorzien zijn voor een rolluik waarmee het wateroppervlak afgedekt kan worden. De bovenzijde van de bak vormt dan aan één zijde van het zwembad een ondiepe zone. Het is bekend om aan die zijde van het zwembad twee skimmers in de zijwand van het zwembad te voorzien zodanig dat bij het oprollen van het rolluik het daarop aanwezige vuil in de skimmers terecht komt. Een nadeel van de bekende skimmers is dat ze door middel van een flens op een waterdichte manier tegen de binnenzijde van de zijwand gemonteerd dienen te worden. Doordat de flenzen van de skimmers aan de binnenzijde van de zijwand uitsteken, en het rolluik langsheen deze binnenzijde afgerold wordt, kan het gebeuren dat het rolluik tegen deze

2018/5329 _2- BE2018/5329 flenzen bij het af rollen blijft vastzitten. Bij het verder draaien de rol waarop het rolluik opgerold is, komt het rolluik dan in de bak volledig in de war te zitten, waarbij het hele rolluiksysteem ontregeld is en waarbij het rolluik zelfs beschadigd kan worden.

Een verder nadeel van de bekende skimmers is dat de mondopening van de skimmers van een skimmerklep voorzien moet worden. Deze skimmerklep zorgt ervoor dat materiaal dat in de skimmer gedreven is bijvoorbeeld niet meer terug door de wind uit de skimmer kan waaien. Doordat skimmerkleppen moeten blijven drijven, dienen deze licht uitgevoerd te worden. Het nadeel daarvan is dat ze aldus snel beschadigd kunnen worden. In het bijzonder wanneer een zwemmer zijn voet in de skimmermond plaatst om uit het zwembad te stappen is het risico op beschadiging van de skimmerklep zeer reëel. Een nadeel van een skimmerklep is verder dat wanneer de skimmeropening breed uitgevoerd wordt, door het relatief groot drijvend vermogen van een brede skimmerklep, een relatief groot waterdebiet nodig is om het water voldoende over de skimmerklep in de skimmer te laten stromen.

Nog een verder nadeel van de bekende skimmers is dat de skimmermond hetzij een beperkte breedte heeft, en dus slechts over een beperkte afstand langs de zijwand drijvend vuil kan opvangen, of dat de skimmer anders van een grote trechtervormige mond voorzien dient te worden waardoor de skimmer volumineus wordt en relatief ver uit de kuip komt uit te steken. Verwezen kan bijvoorbeeld naar de skimmer weergegeven in WO 85/02643. Een nadeel van dergelijke volumineuze skimmers is dat deze weliswaar over een grotere breedte drijvend vuil kunnen opvangen maar dat deze niet vooraf voorzien kunnen worden op de voorgevormde kuip van het zwembad. Wanneer ze reeds vooraf op de zijwand van de zwembadkuip voorzien zouden worden, is het risico op beschadiging van de skimmer tijdens het transport of tijdens het in de grond plaatsen van de kuip zeer reëel doordat ze relatief ver uit de kuip uitsteken. Verder maken de uitstekende skimmers het zwembad langer

2018/5329 _3- BE2018/5329 waardoor het moeilijker getransporteerd kan worden. De bekende skimmers dienen dus op de zwembadkuip gemonteerd te worden wanneer deze reeds in de grond ingegraven is. Om deze montage mogelijk te maken, dienen de skimmers van een flens voorzien te worden waardoor ze eenvoudig, op een waterdichte manier met deze flens tegen de binnenzijde van de kuip gemonteerd kunnen worden. Zoals hierboven beschreven, is de aanwezigheid van een dergelijke flens op de voorzijde van de wand echter nadelig.

De uitvinding heeft dan ook tot doel een nieuw type van skimmerzwembad voor te stellen waarin brede skimmeropeningen in het zwembad voorzien kunnen worden zonder dat de skimmers ver van de zijwand van de kuip komen uit te steken zodanig dat de skimmers vooraf op de voorgevormde zwembadkuip voorzien kunnen worden zonder dat het risico op beschadiging van het zwembad tijdens het transport en het in de grond plaatsen van de kuip te groot wordt. Een verder doel van de uitvinding is dat het nieuw type skimmerzwembad toelaat om aan de nadelen gekoppeld aan de aanwezigheid van de skimmerkleppen in de skimmers te verhelpen.

Tot dit doel is het skimmerzwembad volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat elk van genoemde openingen een mond vormt van een skimmer die tegen de buitenzijde van de kuip aangebracht is, welke skimmer een gesloten kanaal bevat dat aansluit op de mond van de skimmer en dat een bovenzijde heeft die zich op een niveau hoger dan genoemde voorafbepaalde maximale hoogte bevindt, welk gesloten kanaal zich langsheen de buitenzijde van de kuip uitstrekt over de breedte van genoemde opening en verder over een afstand van ten minste 50 cm van genoemde opening zodanig dat het opgevangen drijvend materiaal tot op een afstand van 50 cm van genoemde opening doorheen genoemd kanaal kan drijven.

Doordat het kanaal van de skimmer zich langs de zijwand van de zwembadkuip uitstrekt, is het mogelijk de opening in de zijwand

2018/5329 _4- BE2018/5329 die de skimmermond vormt breder te maken zonder dat de skimmer verder van de wand dient uit te steken. Het skimmerkanaal kan verder eenvoudig langer gemaakt worden dan de breedte van de skimmermond zodanig dat het zich tot zo ver van de skimmermond uitstrekt dat het in de skimmer opgevangen drijvend materiaal niet meer terug uit het skimmerkanaal zal drijven. In de skimmer van het zwembad volgens de uitvinding zal het drijvend materiaal in het bijzonder tot op een afstand van ten minste 50 cm voorbij de opening in het skimmerkanaal kunnen drijven. Door deze relatief grote lengte van het skimmerkanaal, is het aldus niet meer nodig om nog een skimmerklep in de skimmermond aan te brengen. De skimmerklep kan dus eenvoudig weggelaten worden zodanig dat er geen risico meer bestaat op het beschadigen van de skimmerklep. Door de compacte bouw van de skimmer tegen de buitenwand van de zwembadkuip is er verder weinig risico op beschadiging van de skimmer tijdens het transport of het in de grond ingraven van de zwembadkuip en heeft de vooraf voorziene skimmer nagenoeg geen effect op de afmetingen van het zwembad. De skimmer kan aldus vooraf op de kuip voorzien worden, dus vóór het transport en het ingraven van de zwembadkuip. Hierdoor wordt het mogelijk om de skimmer bijvoorbeeld tegen de kuip vast te lassen zodanig dat deze niet van een flens voorzien dient te worden. Wanneer de zwembadkuip reeds in de grond ingegraven is, is het immers veel moeilijker om de skimmers daartegen vast te lassen om op een andere manier op een waterdichte, stevige manier tegen de buitenzijde van de kuip te bevestigen.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding heeft genoemd kanaal een uiteinde dat zich van genoemde opening weg bevindt, waarbij genoemd kanaal aan genoemd uiteinde in een buis uitmondt, waarbij ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal in genoemde buis een opvangmand voor het drijvend materiaal aangebracht is waarvan de bovenzijde zich op een niveau bevindt dat onder genoemde voorafbepaalde minimale hoogte gelegen is en waarbij

2018/5329 _5- BE2018/5329 verder ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal in de bovenzijde van genoemd kanaal een opening met een deksel voorzien is die toelaat om de opvangmand uit de skimmer weg te nemen.

Doordat het skimmerkanaal een bovenzijde heeft die zich op een hoger niveau bevindt dan het waterniveau in het zwembad, zal al het drijvend materiaal dat door de skimmer opgevangen wordt naar het uiteinde van het skimmerkanaal drijven en zal daar in de opvangmand terecht komen. Via de opening in het skimmerkanaal kan deze opvangmand eenvoudig regelmatig leeggemaakt worden waardoor het drijvend materiaal niet in de zwembadfilter terecht zal komen.

Het skimmerzwembad volgens de uitvinding kan voor elk van genoemde openingen met een aparte skimmer, met de hierboven beschreven kenmerken, uitgerust worden.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding is genoemde skimmer echter gemeenschappelijk voor beide openingen, waarbij genoemd gesloten kanaal zich langsheen de buitenzijde van de kuip uitstrekt over de afstand tussen beide openingen, over de breedte van beide openingen en verder vanaf elke opening over een afstand van ten minste 50 cm van de respectievelijke opening zodanig dat het opgevangen drijvend materiaal tot op een afstand van 50 cm van de respectievelijke opening doorheen genoemd kanaal kan drijven.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat er door de wind been drijvend materiaal in één van beide skimmeropeningen kan blijven drijven. Het drijvend materiaal dat door de wind in één skimmeropening verhinderd wordt om naar de opvangmand te drijven, zal immers door diezelfde wind via het kanaal dat beide skimmeropeningen verbindt naar de andere skimmeropening geblazen worden en zal dan verder naar de opvangmand van die skimmeropening drijven.

2018/5329 _θ_ BE2018/5329

Bij voorkeur heeft genoemd kanaal twee uiteinden die zich van genoemde openingen weg bevinden, waarbij genoemd kanaal aan genoemd uiteinden in een buis uitmondt, waarbij ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal in genoemde buis aan beide uiteinden van het kanaal een opvangmand aangebracht is op een niveau dat zich onder genoemde voorafbepaalde minimale hoogte bevindt en waarbij ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal in genoemde buis verder aan beide uiteinden van het kanaal een opening in de bovenzijde van genoemd kanaal een opening met een deksel voorzien is die toelaat om beide opvangmanden uit de skimmer weg te nemen.

Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het drijvend materiaal dat door beide skimmeropeningen opgevangen wordt door middel van de opvangmanden eenvoudig uit de skimmer verwijderd kan worden.

Eveneens bij voorkeur is genoemd kanaal tussen beide openingen voorzien van een vulopening voor het bijvullen van water in het zwembad, welke vulopening bij voorkeur op een niveau in genoemd kanaal uitmondt dat zich onder genoemde voorafbepaalde minimale hoogte bevindt.

In geval van een windstille periode, is het mogelijk dat er zich eventueel drijvend materiaal in het kanaal tussen beide skimmeropeningen verzameld. Dit materiaal wordt dan echter tijdens het bijvullen van het zwembad uit het skimmerkanaal gespoeld. Het bijvullen van het zwembad maakt hierbij geen storend geluid doordat het water onder water bijgevuld wordt en er dus geen water bovenop het water dat in het kanaal aanwezig is gespoten wordt.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding hebben de skimmeropeningen een breedte van ten minste 30 cm, bij voorkeur van ten minste 40 cm en meer bij voorkeur van ten minste 45 cm.

2018/5329 _7- BE2018/5329

Zoals hierboven beschreven laat de uitvinding toe om met een niet ver uitstekende skimmer toch een brede skimmeropening te voorzien. Het voordeel van de brede skimmeropeningen is dat het drijvend materiaal over een grotere afstand, en dus op een efficiëntere manier, opgevangen kan worden.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding hebben de skimmeropeningen een hoogte van ten minste 2 cm, bij voorkeur van ten minste 3 cm en meer bij voorkeur van ten minste 4 cm, welke hoogte kleiner is dan 15 cm, bij voorkeur kleiner dan 10 cm en meer bij voorkeur kleiner dan 7 cm.

Het voordeel van dergelijke hoogtes van de skimmeropeningen is dat het waterniveau van het zwembad over enkele centimeter mag variëren zonder de effectiviteit van de skimmer nadelig te beïnvloeden. De hoogte van het water in de skimmeropeningen zelf bedraagt immers bij voorkeur minimaal 1 cm om een voldoende waterdebiet mogelijk te maken zonder dat het waterniveau in het skimmerkanaal zou dalen en de filterpomp droog zou kunnen draaien. De hoogte van het water in de skimmeropeningen is bij voorkeur verder niet te groot opdat, voor het debiet van de filterpomp, de stroomsnelheid van het water voldoende zou zijn om het drijvend materiaal in het skimmerkanaal te doen drijven.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding zijn de skimmeropeningen nagenoeg rechthoekig.

Het voordeel van rechthoekige skimmeropeningen is dat de hoogte van het water in de skimmeropeningen over de volledige breedte van de skimmeropening hetzelfde is en het drijvend materiaal dus over de volledige breedte van de skimmeropening op eenzelfde efficiënte manier in de skimmer aangezogen kan worden.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding wordt het skimmerkanaal gevormd door plaatmateriaal dat tegen de buitenzijde van genoemde zijwand vastgelast is, waarbij bij

2018/5329 _g_ BE2018/5329 voorkeur het skimmerkanaal gedeeltelijk gevormd wordt door de buitenzijde van genoemde zijwand.

Door het vastlassen van het kunststofplaatmateriaal wordt een stevige en waterdichte verbinding bekomen zonder dat dichtingen voorzien dienen te worden en zonder dat doorheen de zijwand van de zwembadkuip bijvoorbeeld bouten dienen aangebracht te worden.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding heeft het skimmerkanaal een breedte van ten minste 10 cm, bij voorkeur van ten minste 15 cm en meer bij voorkeur van ten minste 18 cm.

Met een dergelijke breedte van het skimmerkanaal kunnen bijvoorbeeld ook grotere bladeren die in het zwembad gevallen zijn, af gevoerd worden.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding hebben de skimmeropeningen een onderste rand die zich op een niveau lager dan genoemde vooraf bepaalde minimale hoogte bevindt, in het bijzonder op een niveau dat ten minste 1 cm lager is dan genoemde voorafbepaalde minimale hoogte.

Doordat de onderste rand van de skimmeropeningen zich onder het waterniveau in het zwembad bevinden, zal het water van het zwembad in het skimmerkanaal kunnen stromen waardoor het water in het skimmerkanaal zich op nagenoeg dezelfde hoogte dan het water in het zwembad zal bevinden waardoor het drijvend materiaal dat door de skimmer opgevangen wordt eenvoudig doorheen de skimmeropening in het skimmerkanaal kan drijven. Om het drijvend materiaal in de skimmer terecht te doen komen, is aldus geen groot waterdebiet doorheen de skimmer nodig, of zijn er ook geen golfbewegingen van het water in het zwembad nodig zoals bij een overloopzwembad.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding is het skimmerkanaal dan ook voorzien om gevuld te blijven

2018/5329 .g. BE2018/5329 met water, waarbij het water in het skimmerkanaal steeds nagenoeg op hetzelfde niveau blijft als het water in het zwembad.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding hebben de skimmeropeningen een breedte die kleiner is dan 150 cm, bij voorkeur kleiner dan 100 cm en meer bij voorkeur kleiner dan 75 cm.

Door de beperkte breedte van de skimmeropeningen is er geen groot waterdebiet nodig, of zijn er ook geen golfbewegingen van het water in het zwembad nodig zoals bij een overloopzwembad, om het drijvend materiaal doorheen de skimmeropeningen in de skimmer te doen drijven.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding is het zwembad voorzien van een rolluik dat langs genoemde zijwand en langs de daarin aangebrachte openingen op- en afgerold kan worden, waarbij rond genoemde openingen aan de binnenzijde van genoemde zijwand geen uitstekende delen aanwezig zijn die een hindernis kunnen vormen voor het afrollen van genoemd rolluik.

Doordat de skimmeropeningen zich aan dezelfde zijde van het zwembad bevinden dan het opgerolde rolluik, zal drijvend materiaal dat op de gesloten rolluik gewaaid is, bij het terug oprollen van het rolluik, mee naar de skimmeropeningen getransporteerd worden en zal aldus in de skimmeropeningen terecht komen.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding zijn de skimmeropeningen steeds open en zijn ze in het bijzonder niet van een skimmerklep voorzien.

Doordat het drijvend materiaal door de lengte van het skimmerkanaal in de skimmer zal blijven, ten minste totdat het in de opvangmand opgevangen is, zijn er geen skimmerkleppen nodig en worden deze dan ook bij voorkeur weggelaten om beschadiging daarvan te vermijden. Door de afwezigheid van een skimmerklep kan verder het debiet doorheen de skimmeropening beperkt gehouden worden

2018/5329

-10- BE2018/5329 aangezien er geen minimale waterstroming nodig is om het water over de skimmerklep te doen.

In een uitvoeringsvorm van het skimmerzwembad volgens de uitvinding dat is genoemde kuip uit kunststof of uit metaal vervaardigd, bij voorkeur uit polypropyleen of uit roestvast staal.

Verdere bijzonderheden en voordelen van het skimmerzwembad volgens de uitvinding zullen blijken uit de hieronder gegeven beschrijving van enkele bijzondere uitvoeringsvormen van het zwembad volgens de uitvinding. De daarin aangegeven verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgevoegde tekeningen waarin:

Figuur 1 schematisch een bovenaanzicht weergeeft op een skimmerzwembad volgens de uitvinding;

Figuur 2 een doorsnede weergeeft doorheen dit skimmerzwembad volgens lijn ll-ll in figuur 1 ;

Figuur 3, op grotere schaal, een dwarsdoorsnede volgens lijn lll-lll in figuur 1, weergeeft ter hoogte van de skimmer van het zwembad, waarbij het zwembad in de grond ingegraven is en op de rand daarvan overstekende tegels aangebracht zijn; en

Figuur 4, eveneens op grotere schaal en met aanduiding van de tegels, een langsdoorsnede volgens lijn IV-IV in figuur 1, weergeeft ter hoogte van een uiteinde van de skimmer van het zwembad.

Het skimmerzwembad zoals weergegeven in de figuren bevat een in de grond plaatsbare, voorgevormde kuip 1. Deze kuip 1 wordt vooraf vervaardigd en wordt dan naar de plaats getransporteerd waar hij in de grond ingegraven moet worden.

De kuip 1 kan uit metaal vervaardigd worden, in het bijzonder uit plaatstaal, meer bepaald uit roestvast plaatstaal. De kuip 1 kan tevens uit kunststof vervaardigd worden zoals uit polyester, polyethyleen of polypropyleen. De voorkeur wordt hierbij gegeven aan polypropyleen.

2018/5329 _11_ BE2018/5329

De kunststofkuip 1 kan in een vorm vervaardigd worden, bij voorbeeld door spuitgieten, waardoor het eenvoudig is om zwembaden met onregelmatige vormen te produceren. Grotere zwembaden, in het bijzonder rechthoekige zwembaden, kunnen echter eenvoudiger op maat gemaakt worden door de kuip modulair te vervaardigen door het aan elkaar lassen van platen. Deze platen kunnen zowel uit kunststof als uit metaal bestaan.

De kuip 1 van het rechthoekige zwembad weergegeven in de figuren heeft een bodem 2, twee langse zijwanden 3, 4 en twee kopse zijwanden 5, 6. De bodem 1 is opgebouwd uit kunststofplaten met een lengte van bijvoorbeeld 4 m die zijdelings tegen elkaar gelast zijn. Op een 15-tal cm van de rand gevormd door deze kunststofplaten zijn verticale kunststofplaten op de bodem gelast en aan elkaar vastgelast ter vorming van de langse en de kopse zijwanden. Aan de buitenzijde zijn tegen deze verticale platen steunen 7 vastgelast, die eveneens uit eenzelfde plaatmateriaal vervaardigd zijn. Het zwembad weergegeven in de figuren heeft een inwendige breedte van ongeveer 370 cm. De lengte kan bijvoorbeeld 8 m bedragen, maar deze is eenvoudig aan te passen door voor de bodem 2 meer of minder platen met hun langszijden tegen elkaar te lassen.

Langsheen de kopse zijwand 5 bevindt zich in de kuip 1 een gesloten bak 8 waarin het rolluik 9 waarmee het zwembad afgedekt kan worden opgerold kan worden. Deze bak 8 kan uit hetzelfde plaatmateriaal als de bodem en de zijwanden vervaardigd worden. Ter hoogte van de aansluiting tussen de bak 8 en de kopse zijwand 5 is een open spleet 10 voorzien waardoor het rolluik 9 op - en afgerold kan worden. Boven deze spleet 10 zijn in de kopse zijwand 5 twee openingen 11 die de twee monden van een skimmer 12 vormen voorzien. De skimmermonden of -openingen 11 zijn rechthoekig en hebben een breedte b en een hoogte h. De breedte b van de skimmeropeningen 11 bedraagt bij voorkeur ten minste 30 cm, meer bij voorkeur ten minste

2018/5329 .12- BE2018/5329 cm en liefst ten minste 45 cm en is bij voorkeur kleiner dan 150 cm, meer bij voorkeur kleiner dan 100 cm en liefst kleiner dan 75 cm. De hoogte h van de skimmeropeningen 11 hebben bij voorkeur een hoogte van ten minste 2 cm, meer bij voorkeur van ten minste 3 cm en liefst van ten minste 4 cm. De hoogte h is bij voorkeur kleiner dan dan 15 cm, meer bij voorkeur kleiner dan 10 cm en liefst kleiner dan 7 cm. In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren hebben de skimmeropeningen een breedte b van 50 cm en een hoogte h van 5 cm.

De skimmer 12 van het zwembad weergegeven in de figuren is een skimmer 12 die gemeenschappelijk is voor de beide skimmeropeningen 11. De skimmer 12 bevat meer bepaald een gesloten kanaal 13 dat zich langsheen de buitenzijde van de kuip 1 uitstrekt, meer bepaald langsheen de kopse zijwand 5. Het gesloten kanaal 13 strekt zich langsheen de volledige kopse zijwand 5 uit, meer bepaald tot voorbij beide uiteinden van de kopse zijwand 5, en is aan beide uiteinden voorzien van een opvangmand 14. Voor het ledigen en reinigen van de opvangmanden 14 is boven de opvangmand 14 in de bovenzijde van het gesloten kanaal 13 telkens een opening 15 voorzien, die met deksel 16 afgesloten is en waarlangs de opvangmand 14 uit de skimmer 12 verwijderd kan worden.

Onder de opvangmanden 14 mondt het gesloten kanaal 13 van de skimmer 12 uit in een buis 17, 18 waarop een circulatiepomp 19 aangesloten is. Deze pomp 19 pompt het water vanuit de skimmer 12 doorheen een filter 20, bijvoorbeeld een zand- of een glasfilter 20, via een buis 21 terug in het zwembad, meer bepaald in de kopse zijwand 6 die tegenover de zijwand 5 met de skimmer 12 gelegen is.

Zoals weergegeven in figuur 3 wordt het gesloten kanaal 13 van de skimmer 12 gevormd door plaatmateriaal dat tegen de buitenzijde van de kopse zijwand 5 vastgelast is. Doordat de skimmer tegen de buitenzijde van de kopse zijwand 5 vastgelast is, zijn er aan de binnenzijde van de kopse zijwand 5 geen uitstekende delen die een

2018/5329

-13- BE2018/5329 hindernis kunnen vormen voor het afrollen van het rolluik 9. Het skimmerkanaal 13 wordt gevormd door vier stroken plaatmateriaal 22-24 die in de hoeken van het door deze stroken gevormd vierkant kanaal aan elkaar gelast zijn. Eventueel kan het plaatmateriaal in een aantal van de hoeken geplooid in plaats van gelast zijn. Eén van de verticale stroken 24 vormt de achterwand van het kanaal terwijl de daartegenover liggende strook 22 de voorwand van het skimmerkanaal 13 vormt. In de voorwand is een opening 26 voorzien die zich over een groot deel van de lengte van de kopse zijwand 5 uitstrekt, en dit in het bijzonder over een zone waarin zich beide skimmeropeningen 11 bevinden. Het plaatmateriaal van het gesloten skimmerkanaal 13 is boven- en onderaan via twee lasnaden 27 aan de buitenzijde van de kopse zijwand 5 vastgelast. Doordat de opening 26 groter is dan de skimmeropeningen 11 wordt een deel van het gesloten kanaal 13 gevormd door de buitenzijde van de kopse zijwand 5. In de in de grond ingegraven toestand van het zwembad worden, zoals weergegeven in figuren 3 en 4, tegels 28 langs de rand van het zwembad voorzien. Deze tegels worden bovenop de rand gemetst en steken over om de rand van het zwembad aan het zicht te onttrekken. De randtegels 28 zijn voorzien van een naar beneden uitstekende neus om de afstand tussen het niveau van het water in het zwembad en de onderzijde van de randtegels 28 te verkleinen.

Het skimmerzwembad is voorzien om tot op een voorafbepaalde hoogte H met water gevuld te worden. Deze hoogte is begrepen tussen een voorafbepaalde maximale hoogte H_max en een voorafbepaalde minimale hoogte H_min . De voorafbepaalde maximale hoogte H_max van het water in het zwembad is zodanig bepaald dat de bovenzijden van de beide skimmeropeningen 11 zich boven deze maximale hoogte bevinden, in het bijzonder ten minste 1 cm boven deze maximale hoogte. De voorafbepaalde minimale hoogte H_min van het water in het zwembad is zodanig bepaald dat de onderzijden van de beide

2018/5329

-14- BE2018/5329 skimmeropeningen 11 zich onder deze minimale hoogte bevinden, in het bijzonder ten minste 1 cm onder deze minimale hoogte.

Voor de werking van de skimmer 12 is het nodig dat er voldoende water in het zwembad aanwezig is. Meer bepaald is de voorafbepaalde minimale hoogte H_min van het water in het zwembad zodanig groot gekozen dat het water in het skimmerkanaal 13 zich nagenoeg op hetzelfde niveau bevindt als het water in het zwembad. Hierdoor kan het materiaal dat in het zwembad drijft eenvoudig in de skimmer drijven. De vooraf bepaalde maximale hoogte H_max is op zijn beurt zodanig klein gekozen dat het materiaal dat in het zwembad drijft eenvoudig onder de bovenzijde van de skimmeropeningen 11 in de skimmer 12 kan drijven.

Verder is de voorafbepaalde maximale hoogte H_max zodanig klein gekozen dat het gesloten skimmerkanaal 13 een bovenzijde heeft, gevormd door de bovenste plaatstrook 23, die zich boven deze voorafbepaalde maximale hoogte H_max bevindt zodanig dat het drijvend materiaal ook eenvoudig doorheen het skimmerkanaal 13 tot aan het uiteinde daarvan kan drijven. Uiteraard dient de voorafbepaalde maximale hoogte H_max hierbij groter te zijn dan de voorafbepaalde minimale hoogte H_minj waarbij de voorafbepaalde maximale hoogte H_maxbij voorkeur ten minste 1 cm, meer bij voorkeur ten minste 2 cm, groter is dan de voorafbepaalde minimale hoogte Hm_in. Hierdoor kan het waterniveau in het zwembad eenvoudiger tussen deze voorafbepaalde minimale en maximale hoogtes gehouden worden, ook wanneer het open afrollen respectievelijk een stijging en een daling van het waterniveau met zich meebrengt. In de praktijk gaat het hier om een verschil in waterniveau van 7 à 8 mm.

Opdat het opgevangen materiaal gemakkelijk door het gesloten skimmerkanaal 13 zou kunnen drijven, heeft dit bij voorkeur een breedte B van ten minste 10 cm, meer bij voorkeur van ten minste 15 cm en liefst van ten minste 18 cm. Het gesloten kanaal heeft bijvoorbeeld

2018/5329

-15BE2018/5329 een inwendige breedte B van 20 cm en een inwendige hoogte die eveneens 20 cm bedraagt.

Over de ganse lengte van het skimmerkanaal 13 is de bovenzijde daarvan boven de voorafbepaalde maximale hoogte H_max van het water in het zwembad gelegen. Aan beide uiteinden van het skimmerkanaal 13 stopt dit kanaal doordat de onderzijde daarvan op een buis 17, 18 aangesloten is. Het water stroomt dus aan de uiteinden van het skimmerkanaal 13 naar beneden. De opvangmanden 14 zijn in deze neerwaartse waterstroming aangebracht om het drijvend materiaal, dat ter plaatse van de uiteinden van het skimmerkanaal mee naar onder gezogen wordt, op te vangen.

Het gemeenschappelijke skimmerkanaal 13 strekt zich in de uitvoeringsvorm volgens de figuren uit over de afstand tussen de beide skimmeropeningen 11, over de breedte b van beide skimmeropeningen 11 en verder tot net voorbij de beide uiteinden van de kopse zijwand 5. De afstand tussen de skimmeropeningen 11 bedraagt hierbij 135 cm terwijl beide skimmeropeningen 11 een breedte b van 50 cm hebben. Doordat de totale lengte van de skimmer 12 ongeveer 4m bedraagt, waardoor deze ook uit de 4 m plaat vervaardigd kan worden, strekt het gesloten skimmerkanaal 13 zich aan beide zijden van de skimmer 12 tot ongeveer 80 cm voorbij de beide skimmeropeningen 11 uit. Hierdoor wordt vermeden dat het drijvend materiaal dat tot aan de uiteinden van het gesloten kanaal 13 in de skimmer 12 gezogen werd, opnieuw uit de skimmer geblazen zou kunnen worden zonder dat hiertoe een skimmerklep in beide skimmeropeningen 11 voorzien dient te worden. Algemeen bedraagt hiertoe de afstand waarover het skimmerkanaal zich voorbij de skimmeropeningen uitstrekt ten minste 50 cm, bij voorkeur ten minste 60 cm en meer bij voorkeur ten minste 70 cm. Eventueel kan deze afstand nog groter gemaakt worden door het gesloten kanaal 13 aan de uiteinden van de kopse zijwand 5 een hoek te laten maken zodanig dat het langs de langse zijwanden 3, 4 nog verder kan lopen.

2018/5329

-Iß. BE2018/5329

Het zwembad wordt bij voorkeur voorzien van een al dan niet automatische vulinrichting voor het bijvullen van het water in het zwembad. Tevens is het zwembad bij voorkeur van een overloop 30 voorzien die ervoor zorgt dat de voorafbepaalde maximale waterhoogte niet overschreden wordt. De vulinrichting bevat bij voorkeur een vulopening 29 die tussen de beide skimmeropeningen 11 in het skimmerkanaal 13 uitmondt, dit bij voorkeur op een niveau dat zich onder genoemde voorafbepaalde minimale hoogte H^n bevindt. Tijdens het bijvullen kan het deel van het gesloten kanaal 13 dat zich tussen beide skimmeropeningen 11 bevindt aldus gespoeld worden. Verder gebeurt het bijvullen geruisloos doordat het vulwater onder het waterniveau in het gesloten kanaal 13 gespoten wordt.

In plaats van een gemeenschappelijke skimmer 12 is het ook mogelijk om twee skimmers op de kuip 1 te voorzien. Hiertoe kan de skimmer 12 weergegeven in de figuren tussen de beide skimmeropeningen 11 in twee gedeeld worden.

Claims

1. Skimmerzwembad dat een in de grond plaatsbare voorgevormde kuip (1) bevat die voorzien is om tot op een hoogte (H) gelegen tussen een voorafbepaalde minimale (Hm_in) en maximale hoogte (Umax) met water gevuld te worden, welke kuip (1) een bodem (2) heeft en zijwanden (3-6), waarbij in één van de zijwanden (5) op genoemde voorafbepaalde hoogte (H) twee openingen (11) voor een skimmer (12) voor het afvoeren van op het water drijvend materiaal voorzien zijn, welke openingen (11 ) zich op een voorafbepaalde afstand van elkaar bevinden en een breedte (b) en een hoogte (h) hebben, daardoor gekenmerkt dat elk van genoemde openingen (11) een mond vormt van een skimmer (12) die tegen de buitenzijde van de kuip (1) aangebracht is, welke skimmer (12) een gesloten kanaal (13) bevat dat aansluit op de mond van de skimmer (12) en dat een bovenzijde heeft die zich op een niveau hoger dan genoemde voorafbepaalde maximale hoogte (H_max) bevindt, welk gesloten kanaal (13) zich langsheen de buitenzijde van de kuip (1) uitstrekt over de breedte (b) van genoemde opening (11 ) en verder over een afstand van ten minste 50 cm van genoemde opening (11) zodanig dat het opgevangen drijvend materiaal tot op een afstand van 50 cm van genoemde opening (11) doorheen genoemd kanaal (13) kan drijven.

2. Skimmerzwembad volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat genoemd kanaal (13) een uiteinde heeft dat zich van genoemde opening (11) weg bevindt, waarbij genoemd kanaal (13) aan genoemd uiteinde in een buis (17, 18) uitmondt, waarbij ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal (13) in genoemde buis (17, 18) een opvangmand (14) aangebracht is waarvan de bovenzijde zich op een niveau bevindt dat onder genoemde voorafbepaalde minimale hoogte (Hmin) gelegen is en waarbij verder ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal (13) in de bovenzijde van genoemd kanaal (13) een

2018/5329 _-|g_ BE2018/5329 opening (15) met een deksel (16) voorzien is die toelaat om de opvangmand (14) uit de skimmer (12) weg te nemen.

3. Skimmerzwembad volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat genoemde skimmer (12) gemeenschappelijk is voor beide openingen (11), waarbij genoemd gesloten kanaal (13) zich langsheen de buitenzijde van de kuip (1) uitstrekt over de afstand tussen beide openingen (11), over de breedte (b) van beide openingen (11) en verder vanaf elke opening (11 ) over een afstand van ten minste 50 cm van de respectievelijke opening (11) zodanig dat het opgevangen drijvend materiaal tot op een afstand van 50 cm van de respectievelijke opening (11) doorheen genoemd kanaal (13)kan drijven.

4. Skimmerzwembad volgens conclusie 2 en 3, daardoor gekenmerkt dat genoemd kanaal (13) twee uiteinden heeft die zich van genoemde openingen (11) weg bevinden, waarbij genoemd kanaal (13) aan genoemd uiteinden in een buis (17, 18) uitmondt, waarbij ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal (13) in genoemde buis (17, 18) aan beide uiteinden van het kanaal (13) een opvangmand (14) aangebracht is waarvan de bovenzijde zich op een niveau bevindt dat onder genoemde voorafbepaalde minimale hoogte (H_min) gelegen is en waarbij ter plaatse van de uitmonding van genoemd kanaal (13) in genoemde buis (17,18) verder aan beide uiteinden van het kanaal (13) in de bovenzijde van genoemd kanaal (13) een opening (15) met een deksel (16) voorzien is die toelaat om beide opvangmanden (14) uit de skimmer (12) weg te nemen.

5. Skimmerzwembad volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat genoemd kanaal (13) tussen beide openingen (11) voorzien is van een vulopening (29) voor het bijvullen van water in het zwembad, welke vulopening (29) bij voorkeur op een niveau in genoemd kanaal (13) uitmondt dat zich onder genoemde voorafbepaalde minimale hoogte (H_min) bevindt.

2018/5329

-19- BE2018/5329

6. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat genoemde openingen (11) een breedte (b) hebben van ten minste 30 cm, bij voorkeur van ten minste 40 cm en meer bij voorkeur van ten minste 45 cm.

7. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat genoemde openingen (11) een hoogte (h) hebben van ten minste 2 cm, bij voorkeur van ten minste 3 cm en meer bij voorkeur van ten minste 4 cm, welke hoogte (h) kleiner is dan 15 cm, bij voorkeur kleiner dan 10 cm en meer bij voorkeur kleiner dan 7 cm.

8. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat genoemde openingen (11) nagenoeg rechthoekig zijn.

9. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat genoemd kanaal (13) gevormd wordt door plaatmateriaal dat tegen de buitenzijde van genoemde zijwand (5) vastgelast is, in het bijzonder nagenoeg over de volledige lengte van genoemd kanaal (13) en/of van genoemde zijwand (5).

10. Skimmerzwembad volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat genoemd kanaal (13) gedeeltelijk gevormd wordt door de buitenzijde van genoemde zijwand (5).

11. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat genoemd kanaal (13) een breedte (B) heeft van ten minste 10 cm, bij voorkeur van ten minste 15 cm en meer bij voorkeur van ten minste 18 cm.

12. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat genoemde openingen (11 ) een onderste rand hebben die zich op een niveau lager dan genoemde voorafbepaalde minimale hoogte (H_min) bevindt, in het bijzonder op een niveau dat ten minste 1 cm lager is dan genoemde voorafbepaalde minimale hoogte (H_min).

2018/5329

-20- BE2018/5329

13. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat genoemd kanaal (13) voorzien is om gevuld te blijven met water, waarbij het water in genoemd kanaal (13) steeds nagenoeg op hetzelfde niveau blijft als het water in het zwembad.

14. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de zijwand (5) waarin genoemde openingen (11 ) aangebracht zijn twee uiteinden heeft, waarbij genoemd kanaal (13) zich tot voorbij genoemde uiteinden uitstrekt.

15. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat genoemde openingen (11) een breedte (b) hebben die kleiner is dan 150 cm, bij voorkeur kleiner dan 100 cm en meer bij voorkeur kleiner dan 75 cm.

16. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 15, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van een rolluik (9) dat langs genoemde zijwand (5) en langs de daarin aangebrachte openingen (11) op- en afgerold kan worden, waarbij rond genoemde openingen (11) aan de binnenzijde van genoemde zijwand (5) geen uitstekende delen aanwezig zijn die een hindernis kunnen vormen voor het afrollen van genoemd rolluik (9).

17. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 16, daardoor gekenmerkt dat genoemde openingen (11) steeds open zijn en in het bijzonder niet van een skimmerklep voorzien zijn.

18. Skimmerzwembad volgens één van de conclusies 1 tot 17, daardoor gekenmerkt dat genoemde kuip (1) uit kunststof of uit metaal vervaardigd is, bij voorkeur uit polypropyleen of uit roestvast staal.