BE1025638B1 - Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra - Google Patents

Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra Download PDF

Info

Publication number
BE1025638B1
BE1025638B1 BE2018/5202A BE201805202A BE1025638B1 BE 1025638 B1 BE1025638 B1 BE 1025638B1 BE 2018/5202 A BE2018/5202 A BE 2018/5202A BE 201805202 A BE201805202 A BE 201805202A BE 1025638 B1 BE1025638 B1 BE 1025638B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
copy
account holder
process identifier
image
image evaluation
Prior art date
Application number
BE2018/5202A
Other languages
English (en)
Inventor
Hoe Lieven Van
Original Assignee
Grain Ip Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Grain Ip Bvba filed Critical Grain Ip Bvba
Priority to BE2018/5202A priority Critical patent/BE1025638B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025638B1 publication Critical patent/BE1025638B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G16INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR SPECIFIC APPLICATION FIELDS
    • G16HHEALTHCARE INFORMATICS, i.e. INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR THE HANDLING OR PROCESSING OF MEDICAL OR HEALTHCARE DATA
    • G16H30/00ICT specially adapted for the handling or processing of medical images
    • G16H30/20ICT specially adapted for the handling or processing of medical images for handling medical images, e.g. DICOM, HL7 or PACS
    • GPHYSICS
    • G16INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR SPECIFIC APPLICATION FIELDS
    • G16HHEALTHCARE INFORMATICS, i.e. INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR THE HANDLING OR PROCESSING OF MEDICAL OR HEALTHCARE DATA
    • G16H10/00ICT specially adapted for the handling or processing of patient-related medical or healthcare data
    • G16H10/60ICT specially adapted for the handling or processing of patient-related medical or healthcare data for patient-specific data, e.g. for electronic patient records

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Primary Health Care (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Measuring And Recording Apparatus For Diagnosis (AREA)
  • Medical Treatment And Welfare Office Work (AREA)

Abstract

Verschaft wordt een methode voor het verbeteren van verwerving en evaluatie van een medisch beeld van een voorgedragen patiënt door het verschaffen van een database omvattende een bijwerkbare reeks patiëntdossiers, en een reeks procesidentificatorexemplaren, waarbij elk procesidentificatorexemplaar gekoppeld is aan een beeldverwervingsprotocolexemplaar en aan een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, en het aan de database toegang verlenen van accounthouders, van wie één een procesidentificatorexemplaar toewijst aan een aanvraag voor een beeldvormend onderzoek van de voorgedragen patiënt, van wie één toegang heeft tot een geassocieerd beeldverwervingsprotocolexemplaar en van wie één toegang heeft tot een geassocieerd beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar.

Description

Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra
GEBIED VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op radiologie of klinische medische beeldvorming. Medische beeldvormingstechnieken worden vaak gebruikt voor diagnose en/of opvolging in de klinische geneeskunde. Voorbeelden van medische beeldvormingstechnieken omvatten röntgenstraling, CT (computertomografie), MRI (magnetische resonantie beeldvorming), mammografie, echografie, enz.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Door technologische ontwikkelingen, waaronder digitale beeldvorming en het gemak van gegevensoverdracht, maakt het gebied van radiologie een dramatische verandering door en blijft het evolueren. Dit is goed beschreven in het Imaging 3.0-initiatief van het American College of Radiology (ACR) (Boland et al. Delivery of Appropriateness, Quality, Safety, Efficiency and Patient Satisfaction. J Am Coll Radiol 2014). Een opkomende paradigmaverschuiving kan in een enkele en eenvoudige vraag samengevat worden: hoe kunnen we meer waarde aan patiënten leveren? Om daartoe te komen moet het werkproduct van de radioloog grondig opnieuw doordacht worden.
Om de diagnostische kwaliteit en dienstverlening aan patiënten te verbeteren, zijn alle stappen in het proces belangrijk. Momenteel is grote variatie inherent aan de medische praktijk. Er wordt beweerd dat de nummer één dodelijke ziekte in de VS niet kanker of hartziekte maar variabiliteit in zorg is (Rubin D. Measuring and Improving Quality in Radiology: Meeting the Challenge with Informatics. Radiographics 2011).
Standaardisatie en de aanname van op-feiten-gebaseerde zorg (‘best practice’-richtlijnen) zullen nodig zijn om een betekenisvoller gebruik van medische beeldvormingstechnologieën te bereiken.
BE2018/5202
Hoewel deze uitspraak in het algemeen geldt, is het verkrijgen van gestandaardiseerde zorg van hoge kwaliteit nog uitdagender in landen en gebieden waar er een tekort is aan goed opgeleide radiologen en radiologietechnici.
Variabiliteit kan op verschillende niveaus voorkomen. In wezen wordt de kwaliteit van de radiologie-werkstroom beïnvloed door menselijke beslissingen op ten minste drie niveaus zoals geïllustreerd in Figuur 1.
Op niveau 1 bevindt zich meestal de verwijzende arts, die moet beslissen welk onderzoek bij een bepaalde patiënt met een bepaald probleem moet worden aangevraagd.
Op niveau 2 bevindt zich de radiologietechnicus die moet beslissen hoe het onderzoek moet worden uitgevoerd. Deze taak wordt steeds ingewikkelder omdat moderne beeldvormingstechnologieën zoals CT en MRI selectie van meerdere beeldvormingsparameters bij elke individuele patiënt vereisen.
Ten slotte moet de radioloog op niveau 3 het medische beeld beoordelen en beslissen welke aspecten in de beelden moeten worden gecontroleerd. Idealiter ontving de radioloog voldoende klinische informatie over de patiënt om te kunnen zoeken naar abnormaliteiten die de symptomen van de patiënt kunnen verklaren. Weten naar welke abnormaliteiten moet worden gezocht, in staat zijn de abnormaliteiten (indien aanwezig) te detecteren en abnormaliteiten van anatomische varianten te onderscheiden, en ten slotte in staat zijn één of meer diagnoses voor te stellen op basis van geïntegreerde evaluatie van de klinische en beeldgerelateerde informatie is één van de uitdagingen voor de radioloog.
De uitvinders hebben onderkend dat een hoge kwaliteit in radiologie verkregen kan worden met deskundigheid aanwezig op Niveau 2 (radiologietechnicus) en Niveau 3 (radioloog). De onderhavige uitvinding beoogt een methode en systeem te verschaffen voor het bereiken van een consistente hoge kwaliteit in radiologiecentra en -afdelingen, die minder afhankelijk is van de aanwezigheid van lokale deskundigheid.
KORTE SAMENVATTING
BE2018/5202
Hierin verschaft wordt een methode voor het verbeteren van verwerving en evaluatie van een medisch beeld van een voorgedragen patiënt omvattende de stappen van:
(a) het verschaffen van een database omvattende een bijwerkbare reeks patiëntdossiers, en een reeks procesidentificatorexemplaren, waarbij elk procesidentificatorexemplaar gekoppeld is aan een beeldverwervingsprotocolexemplaar en aan een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, (b) het van een eerste accounthouder ontvangen van een invoer van een aanvraag voor een beeldvormend onderzoek van de voorgedragen patiënt, RISPP, het aan de RIS PP toevoegen van het voorgedragen patiëntdossier, waarbij het beeldvormende onderzoek van de voorgedragen patiënt, ISPP, stappen van beeldverwerving en beeldevaluatie omvat, (c) het voor een tweede accounthouder toegankelijk maken van het voorgedragen patiëntdossier in de database, (d) het van de tweede accounthouder ontvangen van een indicatie van een procesidentificatorexemplaar die van toepassing is op het ISPP - een ISPPprocesidentificatorexemplaar - gekozen uit de in stap (a) aangegeven reeks procesidentificatorexemplaren, (e) het voor een derde accounthouder toegankelijk maken van het voorgedragen patiëntdossier in de database, samen met het ISPP-procesidentificatorexemplaar corresponderende beeldverwervingsprotocolexemplaar, (e1) het eventueel van de derde accounthouder ontvangen van een indicatie van een ISPP-procesidentificatorexemplaar om het eerder door de tweede accounthouder toegewezen ISPP-procesidentificatorexemplaar te vervangen (en het bijwerken van het voorgedragen patiëntdossier in de database met de ISPP-procesidentificator van de derde accounthouder), (f) het voor een vierde accounthouder toegankelijk maken van het patiëntdossier, samen met volgens het beeldverwervingsprotocolexemplaar van stap (e) verworven medisch beeld, en het met de ISPP-procesidentificator corresponderende beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, waarbij het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar meerdere te controleren onderdelen bevat.
waarbij ten minste twee van de accounthouders zich op afstand van elkaar bevinden.
In stap (c) kan de RISPP toegankelijk voor een mobiele inrichting gemaakt worden.
BE2018/5202
Het ISPP-procesidentificatorexemplaar in stap (d) kan van een mobiele inrichting ontvangen worden.
Eén of meer van de accounthouders kan/kunnen op afstand met de methode verbonden zijn, bij voorkeur via internet.
De RISPP kan in stap (b) als een geschreven of een elektronische aanvraag ontvangen worden.
Het procesidentificatorexemplaar kan een exemplaar van een procesidentificator zijn met een structuur die meerdere aaneengeschakelde subidentificatoren omvat, eventueel gescheiden door ten minste één afstandskarakter, waarbij één subidentificator (i) een indicatie van een beeldvormende modaliteit is, een andere subidentificator (ii) een indicatie van een lichaamsdeel is, en eventueel een derde subidentificator (iii) een indicatie van een patiëntgerelateerd element is, zoals een klinisch probleem of klinische vraag.
De methode kan verder de stap omvatten van:
(g) het aanvullend voor een vijfde accounthouder toegankelijk maken van de RISPP, samen met volgens het beeldverwervingsprotocolexemplaar van stap (e) verworven medische beelden, en het met de ISPP-procesidentificator corresponderende beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar
Elk onderdeel van het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar dat correspondeert met het ISPPprocesidentificatorexemplaar is koppelbaar met invoer die met betrekking tot dat onderdeel ontvangen is van de vierde accounthouder, en van de vijfde accounthouder wanneer stap (g) aanwezig is.
Elk onderdeel van het met het ISPP-procesidentificatorexemplaar corresponderende beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar kan geassocieerd worden met ten minste één selecteerbare knop, en de invoer die met betrekking tot een onderdeel ontvangen is van de vierde accounthouder en van de vijfde accounthouder wanneer stap (g) aanwezig is, is van de ten minste ene selecteerbare knop.
BE2018/5202
De methode kan verder de stappen omvatten van:
(h) het van de vierde en vijfde accounthouders ontvangen en het opslaan van een met de selectie van de één of meer selecteerbare knoppen corresponderende invoer, en (i) het bepalen of de van beide accounthouders ontvangen invoer overeenkomt of niet overeenkomt.
Een zesde accounthouder kan op de hoogte gebracht worden wanneer een nietovereenkomst in stap (i) verkregen wordt.
Het voorgedragen patiëntdossier kan voor de zesde accounthouder toegankelijk gemaakt worden, samen met het medische beeld van stap (f) en de corresponderende beeldevaluatiecontrolelijst.
Een invoer kan van de zesde accounthouder ontvangen worden die correspondeert met de selectie van één of meer selecteerbare knoppen na evaluatie van de niet-overeenkomst.
Ten minste één van de accounthouders kan een gecomputeriseerd systeem zijn.
Een computerinrichting of -systeem of hoststation die/dat geconfigureerd is voor het uitvoeren van de methode zoals hierin beschreven kan worden verschaft.
Het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar en medische beeld van stap (f) en stap (g) waar aanwezig kunnen op hetzelfde weergavegebied op een enkel computerscherm weergegeven worden.
Het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar van stap (f) en stap (g) waar aanwezig kan verzonden worden voor weergave op hetzelfde weergavegebied van een scherm als het medische beeld van stap (f) en stap (g) waar aanwezig.
Een standaardverklaring die een normale medische bevinding aangeeft kan gekoppeld worden aan elk onderdeel in de beeldevaluatiecontrolelijstexemplaren van stap (a), en kan vervangen worden door een door de gebruiker gegenereerde opmerking die ontvangen is van de vierde of vijfde accounthouder waar aanwezig.
De methode kan verder een stap omvatten van het genereren van een in onderdelen verdeeld medisch rapport vanuit het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, welk in onderdelen verdeeld medisch rapport één of meer onderdelen omvat van het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, de standaardverklaring die aan het corresponderende
BE2018/5202 onderdeel gekoppeld is of de door de gebruiker gegenereerde opmerking die de standaardverklaring vervangt.
In de methode:
- kan het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar van stap (f) en stap (g) waar aanwezig verzonden worden voor weergave op een eerste computerscherm of weergavegebied, en
- kan de RISPP weergegeven worden op een tweede computerscherm of een weergavegebied samen met het in onderdelen verdeelde medische rapport.
Een onderdeel in het in onderdelen verdeelde medische rapport kan bijgewerkt worden wanneer een nieuwe invoer gekoppeld aan een onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar van stap (f) en stap (g) waar aanwezig ontvangen wordt. Het in onderdelen verdeelde medische rapport kan bewerkbaar zijn.
BIJSCHRIFTEN VOOR DE FIGUREN
Figuur 1 geeft de interacties weer tussen drie niveaus (patiënt-arts / radiologietechnicus / radioloog) in de werkstroom van patiëntdiagnose op basis van medische beelden.
Figuur 2 toont een voorbeeld van een beeldverwervingsprotocol.
Figuur 3 toont een voorbeeld van een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar.
Figuur 4 toont een werkstroom volgens de uitvinding, die de interactie tussen verschillende accounthouders (P1-4) en de/het centrale database/computersysteem afbeeldt.
Figuur 5 toont een voorbeeld van een mobiele inrichting die gebruikt wordt voor het geven van een indicatie van een procesidentificatorexemplaar.
Figuur 6 toont het gebruik van de uitvinding in meerdere radiologiecentra (RC1, RC2, RC3). In deze uitvoeringsvorm zijn P1 (eerste accounthouder) en P3 (derde accounthouders) lokaal aanwezig in de geografisch verschillend gelegen centra, terwijl P2 (tweede accounthouder), P4 (vierde accounthouder), en P5 (vijfde accounthouder) zich geografisch ergens anders bevinden. P2, P4 en P5 kunnen subgespecialiseerde radiologen zijn die voor meerdere radiologiecentra werken.
Figuur 7 toont een voorbeeld van een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar (linkerkant van afbeelding) die twee selecteerbare knoppen (A en V) bevat die aan elk onderdeel gekoppeld zijn. Rechts wordt een medisch beeld getoond.
Figuur 8 toont een voorbeeld van een invoer die van twee verschillende accounthouders (bijvoorbeeld rapporterende radiologen) ontvangen is, corresponderend met de selectie van
BE2018/5202 één of meer selecteerbare knoppen. Zoals te zien is, zijn verschillende onderdelen geselecteerd (hersenstam versus basale cisternae en cerebraal parenchym), hetgeen wijst op een niet-overeenkomst.
Figuur 9: een medisch beeld (410) wordt weergegeven in een weergavegebied (400) van een weergave-eenheid van één enkele computer (100), zoals getoond. In hetzelfde weergavegebied (400) wordt een subgebied (200) getoond dat een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar (205) bevat dat specifiek is voor de één of meer beelden (410). Dit beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar (205) omvat een lijst (210) van selecteerbare onderdelen (210a', 210a, 210a', 210a), waarbij elk onderdeel een orgaan, structuur of abnormaliteit vertegenwoordigt dat/die door de gebruiker gecontroleerd moet worden. Gekoppeld aan elk onderdeel (210a', 210a, 210a', 210a) in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar is een standaardverklaring (510a') die een verklaring is die indicatief is voor de normaliteit van het onderdeel, dat wil zeggen een normale medische bevinding.
Figuur 10 toont een voorbeeld waarbij de radioloog twee computerschermen gebruikt, één computerscherm (rechts) om het medisch beeld en de controlelijst weer te geven, en een tweede computerscherm (links) om het bewerkbare, in onderdelen verdeelde medische rapport weer te geven.
UITGEBREIDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Voordat de onderhavige methode en systemen volgens de uitvinding worden beschreven, dient het duidelijk te zijn dat deze uitvinding niet beperkt is tot beschreven specifieke systemen en methoden of combinaties, aangezien dergelijke systemen en methoden en combinaties uiteraard kunnen variëren. Het dient ook duidelijk te zijn dat de terminologie die hierin gebruikt wordt niet beperkend bedoeld is, aangezien de reikwijdte van de onderhavige uitvinding alleen door de bijgevoegde conclusies zal worden beperkt.
Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvormen een, “ene” en de zowel enkelvoudige als meervoudige referenties, tenzij de context duidelijk anders voorschrijft.
De termen omvattende en omvat zoals hierin gebruikt zijn synoniem met inclusief, bevattende en bevat, en zijn inclusief of met open einde en sluiten geen extra, nietgenoemde leden, elementen of methodestappen uit. Het zal duidelijk zijn dat de termen
BE2018/5202 omvattende en omvat zoals hierin gebruikt de termen bestaande uit en bestaat uit omvatten.
De recitatie van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die binnen de respectieve bereiken ondergebracht zijn, evenals de genoemde eindpunten.
De term ongeveer of bij benadering, zoals hierin gebruikt, wanneer wordt verwezen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld variaties te omvatten van +/-10% of minder, bij voorkeur +/- 5% of minder, met meer voorkeur +/- 1% of minder, en met nog meer voorkeur +/- 0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om in de beschreven uitvinding uit te voeren. Het moet duidelijk zijn dat de waarde waarnaar de modificator ongeveer of bij benadering verwijst zelf ook specifiek, en bij voorkeur, beschreven is.
Terwijl de termen één of meer of ten minste één, zoals één of meer of ten minste één lid of leden van een groep leden, duidelijk zijn op zichzelf, omvat de term, door middel van verdere voorbeelden, onder andere: een verwijzing naar elk van genoemde leden, of naar twee of meer van genoemde leden, zoals bijvoorbeeld elke >3, >4, >5, >6 of >7 enz. van genoemde leden, en tot en met alle genoemde leden.
Alle referenties die worden geciteerd in de onderhavige specificatie worden hierbij in hun geheel door verwijzing opgenomen. In het bijzonder is de kennis van alle hierin specifiek genoemde referenties door verwijzing opgenomen.
Tenzij anderszins gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden bij het openbaren van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals algemeen wordt begrepen door een deskundige op het gebied waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere richtlijnen zijn termdefinities opgenomen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te waarderen.
In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding in meer detail gedefinieerd. Elk aspect dat zo wordt gedefinieerd, kan worden gecombineerd met elk ander aspect of andere aspecten, tenzij het tegendeel wordt aangegeven. In het bijzonder kan elk
BE2018/5202 kenmerk dat als voorkeur of voordelig is aangegeven worden gecombineerd met elk ander kenmerk of kenmerken waarvan is aangegeven dat deze de voorkeur hebben of voordelig zijn.
Verwijzing door deze specificatie heen naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een in samenhang met de uitvoeringsvorm beschreven specifiek(e) kenmerk, structuur of eigenschap omvat is in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Verschijningen van de omschrijvingen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op verschillende plaatsen in deze specificatie hoeven dus niet noodzakelijkerwijs allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te verwijzen, maar dat kan wel. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen op elke geschikte manier gecombineerd worden, zoals duidelijk zal zijn uit deze uiteenzetting voor een deskundige in deze techniek, in één of meer uitvoeringsvormen. Hoewel verder sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen enige maar niet andere kenmerken omvatten die zijn opgenomen in andere uitvoeringsvormen, worden combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen geacht binnen de reikwijdte van de uitvinding te liggen, en vormen ze verschillende uitvoeringsvormen, zoals door deskundigen op dit gebied zou worden begrepen. In de bijgevoegde conclusies kan elk van de geclaimde uitvoeringsvormen bijvoorbeeld in elke combinatie gebruikt worden.
In de onderhavige beschrijving van de uitvinding wordt verwezen naar de bijgaande tekeningen die een deel hiervan vormen, en waarin slechts bij wijze van illustratie specifieke uitvoeringsvormen worden getoond waarin de uitvinding kan worden toegepast. Verwijzingscijfers tussen haakjes of vetgedrukt die aan respectieve elementen gekoppeld zijn illustreren slechts de elementen bij wijze van voorbeeld, waarmee niet bedoeld is de respectieve elementen te beperken. Het dient begrepen te worden dat andere uitvoeringsvormen gebruikt kunnen worden en structurele of logische veranderingen aangebracht kunnen worden zonder af te wijken van de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. De volgende uitgebreide beschrijving moet daarom niet in een beperkende zin opgevat worden, en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.
#Algemene intro
BE2018/5202
De uitvinding heeft betrekking op een methode die verwijzende artsen, radiologietechnici en radiologen verbindt door gebruik te maken van een communicatienetwerk zoals het internet, teneinde consistente praktijk naar alle drie niveaus van werking te brengen. De uitvinding heeft betrekking op een methode die verschillende accounthouders verbindt waarvan sommige zich op afstand kunnen bevinden. Een accounthouder wordt meestal bediend door een medische professional, zoals verwijzende arts (hierin eerste accounthouder genoemd), radiologietechnicus (hierin derde accounthouder genoemd) of radioloog (hierin vierde accounthouder genoemd). Een accounthouder kan echter door een computer worden bediend, bijvoorbeeld het geval van een geautomatiseerde (computer) radioloog (vierde accounthouder) die getraind is met behulp van machinaal leren. De methode is onder voorwaarden toegankelijk voor meerdere accounthouders. Voor toegang tot de methode moet elke accounthouder doorgaans gebruikersreferenties invoeren (bijvoorbeeld gebruikersnaam en bijbehorend wachtwoord).
De uitvinding heeft ook betrekking op een systeem dat de methode implementeert. Het systeem kan een computer omvatten die een processor en geheugen en opslag omvat. Gewoonlijk is de computer verbonden met een communicatienetwerk zoals het internet of andere soorten netwerken zoals LAN, MAN, WAN en dergelijke. De opslag is typisch opslag op de harde schijf waarop een database wordt bewaard die hieronder wordt beschreven. Het computersysteem kan bekend zijn als een hoststation of een hostcomputer. De database kan bekend zijn als databaseserver. Het hoststation wisselt typisch gegevens uit met de database- of databaseserver en accounthouders, zoals hieronder wordt beschreven.
De methode kan worden benaderd vanuit meer dan één geografische locatie met een computer met een geschikte internetverbinding en geschikte toegangsrechten tot de methode.
De methode biedt richtlijnen op de drie niveaus van de radiologie-werkstroom zoals hierboven beschreven.
De hierin beschreven methode is voor het verbeteren van verwerving en evaluatie van een medisch beeld van een voorgedragen patiënt.
BE2018/5202
Een eerste stap (a) omvat het verschaffen van een database omvattende een bijwerkbare reeks patiëntdossiers, en een reeks procesidentificatorexemplaren, waarbij elk procesidentificatorexemplaar gekoppeld is aan een beeldverwervingsprotocolexemplaar en aan een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, die onder voorwaarden toegankelijk is voor meerdere accounthouders.
Een volgende stap (b) omvat het van een eerste accounthouder ontvangen van een invoer van een aanvraag voor een beeldvormend onderzoek van de voorgedragen patiënt, RISPP, het aan de RISPP toevoegen van het voorgedragen patiëntdossier, waarbij het beeldvormende onderzoek van de voorgedragen patiënt, ISPP, stappen omvat van beeldverwerving en beeldevaluatie.
Een volgende stap (c) omvat het voor een tweede accounthouder toegankelijk maken van het voorgedragen patiëntdossier in de database.
Een volgende stap (d) omvat het van de tweede accounthouder ontvangen van een indicatie van een procesidentificatorexemplaar dat van toepassing is op het ISPP - een ISPPprocesidentificatorexemplaar - geselecteerd uit de verzameling van in stap (a) aangegeven procesidentificatorexemplaren.
Een volgende stap (e) omvat het voor een derde accounthouder toegankelijk maken van het voorgedragen patiëntdossier in de database, samen met het ISPPprocesidentificatorexemplaar corresponderende beeldverwervingsprotocolexemplaar.
Een volgende optionele stap (e1) omvat het eventueel van de derde accounthouder ontvangen van een indicatie van een ISPP-procesidentificatorexemplaar om het eerder door de tweede accounthouder toegewezen ISPP-procesidentificatorexemplaar te vervangen (en het bijwerken van het voorgedragen patiëntdossier in de database met de ISPPprocesidentificator van de derde accounthouder).
Een volgende stap (g) omvat het voor een vierde accounthouder toegankelijk maken van het voorgedragen patiëntdossier, samen met volgens het beeldverwervingsprotocol van stap (e) verworven medisch beeld, en het met de ISPP-procesidentificator corresponderende
BE2018/5202 beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, waarbij het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar meerdere te controleren onderdelen bevat.
Medisch beeld verwijst naar één beeld, maar het zal door de deskundige begrepen worden dat de verwerving meerdere beelden kan omvatten. Ten minste 1, bij voorkeur ten minste 2 van de accounthouders kunnen zich op afstand bevinden. Ten minste 1, bij voorkeur ten minste 2 van de accounthouders kunnen met de methode of het systeem dat de methode implementeert via internet verbonden zijn.
# beeldvormend onderzoek van de voorgedragen patiënt (ISPP) en aanvraag daarvoor (RISPP)
De methode ontvangt een invoer van een aanvraag voor een beeldvormend onderzoek van de voorgedragen patiënt, RISPP, van de eerste accounthouder, gewoonlijk de verwijzende arts. De RISPP bevat informatie die relevant is voor het uit te voeren ISPP, zoals modaliteit (bijvoorbeeld MRI, CT), lichamelijke locatie (bijvoorbeeld hersenen, rug, long), probleem van de patiënt (bijvoorbeeld hoofdpijn). Het beeldvormende onderzoek van de voorgedragen patiënt, ISPP, omvat stappen van beeldverwerving uitgevoerd door een radiologietechnicus en beeldevaluatie uitgevoerd door een radioloog of rapporterende radioloog. De RISPP kan aan het voorgedragen patiëntdossier toegevoegd worden.
#Voorgedragen patiëntdossier
Het voorgedragen patiëntdossier bevat medische informatie die relevant is voor de voorgedragen patiënt. Het kan al dan niet een bestaand patiëntdossier zijn. Het kan voor de eerste keer door de RISPP worden gecreëerd. Het kan al dan niet historische patiëntinformatie bevatten, bijvoorbeeld resultaten van eerdere beeldvormende onderzoeken en/of andere medische activiteiten.
#beeldverwervingsptotocol
Het beeldverwervingsprotocol is een reeks instructies voor de radiologietechnicus die specifiek zijn voor de patiënt. De instructies kunnen aanwijzingen bevatten voor de voorbereiding van de patiënt, en scannerparameters. Een voorbeeld van een beeldverwervingsprotocol wordt getoond in Figuur 2 en beschrijft hoe de medische beelden moeten worden verkregen. Het beeldverwervingsprotocol kan algemeen zijn of kan veel
BE2018/5202 technische details bevatten. In het geval van een MRI-onderzoek van de hersenen kan het protocol bijvoorbeeld bestaan uit een beschrijving van de soorten beelden die gegenereerd moeten worden (T1-gewogen beelden, T2-gewogen beelden, ..), inclusief specificaties van technische parameters zoals de segmentdikte, ruimtelijke resolutie, verwervingstijd, segmentoriëntatie, etc.
De database bevat een reeks beeldverwervingsprotocolexemplaren, waarbij een exemplaar van een verwervingsprotocolexemplaar een specifieke lijst bevat van instructies die specifiek zijn voor het lichaamsdeel, de modaliteit van verwerving en de patiëntgegevens. Figuur 2 is een exemplaar van een beeldverwervingsprotocol.
#beeldevaluatiecontrolelijst
Een beeldevaluatiecontrolelijst is een lijst met onderdelen die specifiek zijn voor de te controleren patiënt in het medische beeld dat door de radiologietechnicus verworven is. De beeldevaluatiecontrolelijst kan een lijst met kenmerken (onderdelen) bevatten die in het medische beeld gecontroleerd moeten worden en welke kenmerken een indicatie van normaliteit of abnormaliteit door de rapporterende radioloog vereisen. De beeldevaluatiecontrolelijst kan toegankelijk gemaakt worden voor de rapporterende radioloog. De beeldevaluatiecontrolelijst kan beschikbaar gemaakt worden voortoegang door de vierde en eventueel vijfde accounthouder. Een voorbeeld van een beeldevaluatiecontrolelijst wordt gegeven in Figuur 3 en geeft een lijst met onderdelen weer die tijdens beeldanalyse gecontroleerd moeten worden, meestal door een arts. Voor een MRI-onderzoek van de hersenen kan de controlelijst bijvoorbeeld bestaan uit een aantal te controleren anatomische structuren, zoals het hersenparenchym, de kleine hersenen, hersenstam, ventrikels, enz.
De database bevat een reeks van beeldevaluatiecontrolelijstexemplaren, waarbij een exemplaar van een beeldevaluatiecontrolelijst een specifieke lijst bevat van onderdelen die specifiek voor de voorgedragen patiënt gecontroleerd moeten worden. Figuur 3 is een exemplaar van een beeldevaluatiecontrolelijst.
Het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar kan meerdere onderdelen bevatten, waarbij elk onderdeel koppelbaar is met invoer die van de vierde en eventueel vijfde accounthouder ontvangen wordt. Sommige of alle onderdelen kunnen aldus koppelbaar zijn. Ten minste één
BE2018/5202 selecteerbare knop kan gekoppeld worden aan ten minste één, bij voorkeur alle onderdelen in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar.
übeeldevaluatiecontrolelijst die gebruikt wordt om medisch rapport te genereren
Een beeldevaluatiecontrolelijst kan er één zijn zoals beschreven in WO 2017/186699, waarbij een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar gebruikt wordt om een in onderdelen verdeeld medisch rapport voor de voorgedragen patiënt te genereren. Gekoppeld aan elk onderdeel (Figuur 9, 210a', 210a, 210a', 210a) in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar is een standaardverklaring (Figuur 9, 510a') die een verklaring is die indicatief is voor de normaliteit van het onderdeel, dat wil zeggen een normale medische bevinding. Deze is een standaard medische bevinding (van normaliteit) die geen verdere annotaties of uitleg door de gebruiker (meestal vierde of vijfde accounthouder) nodig heeft. Deze is een vooraf bereide verklaring. De standaardverklaring wordt opgeslagen in de database. Alle of een meerderheid van de beeldevaluatiecontrolelijstexemplaren in de database kunnen onderdelen bevatten die zijn gekoppeld aan een standaardverklaring die een normale medische bevinding aangeeft. De standaardverklaring (Figuur 9, 510a') wordt standaard niet getoond als onderdeel van de controlelijst (205). De standaardverklaring (Figuur 9, 510a') is zichtbaar in een bewerkbaar in onderdelen verdeeld medisch rapport dat uiteindelijk vanuit het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar gegenereerd wordt. Het is duidelijk dat als een onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar niet door de gebruiker geselecteerd is voor het verschaffen van een opmerking, de standaardverklaring (Figuur 9, 510a') bedoeld is om in het bewerkbare in onderdelen verdeelde medische rapport te verschijnen.
Dienovereenkomstig kan het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar dat wordt verschaft aan ten minste de vierde accounthouder (P4) gebruikt worden om een in onderdelen verdeeld medisch rapport te genereren door het vervangen van één of meer standaardverklaringen door opmerkingen die door de gebruiker gegenereerd worden.
üdatabase
De methode verschaft een database die onder voorwaarden toegankelijk is voor een groot aantal accounthouders via de methode. De database bevat een bijwerkbare reeks patiëntdossiers. Met bijwerkbaar wordt bedoeld dat elk patiëntdossier bijgewerkt kan worden, dat wil zeggen gegevens toegevoegd, gewijzigd of verwijderd kunnen worden. Het betekent
BE2018/5202 ook dat patiëntdossiers aan de database toegevoegd kunnen worden voor een nieuwe voorgedragen patiënt.
De database bevat ook een reeks procesidentificatorexemplaren, waarbij elk procesidentificatorexemplaar gekoppeld is aan een beeldverwervingsprotocolexemplaar en aan een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar. Een procesidentificator is een code die toewijsbaar is aan een voorgedragen patiënt in overeenstemming met de aanvraag voor een beeldvormend onderzoek van een voorgedragen patiënt (RISPP), en elke andere informatie in het patiëntdossier (bijvoorbeeld medische geschiedenis, eerdere onderzoeken, allergieinformatie). Een exemplaar van een procesidentificator is een bepaalde procesidentificator (bijvoorbeeld 1.1.1.5). De reeks procesidentificatorexemplaren kan toegankelijk zijn voor een accounthouder (bijvoorbeeld een tweede accounthouder), en een exemplaar daarin dat door een accounthouder (bijvoorbeeld een tweede accounthouder) selecteerbaar is.
De procesidentificator kan een structuur hebben die meerdere aaneengeschakelde subidentificatoren omvat, eventueel gescheiden door ten minste één afstandskarakter. Eén subidentificator kan (i) een indicatie van een beeldvormende modaliteit zijn, en een andere subidentificator kan (ii) een indicatie van een lichaamsdeel zijn en eventueel een derde subidentificator kan (iii) een indicatie van een patiëntgerelateerd element zijn, zoals een klinisch probleem of klinische vraag. In het procesidentificatorexemplaar 1.1.1.5 kan bijvoorbeeld de eerste positie 1 verwijzen naar een MRI-modaliteit, kan de tweede positie 1 verwijzen naar een structuur die neurologisch is, kan de derde positie 1 verwijzen naar het lichaamsdeel dat hersenen is, en kan de vierde positie 5 verwijzen naar een bepaalde verwervingsvoorwaarde (bijvoorbeeld hoofdpijnprotocol). De subidentificatoren worden gescheiden door het afstandskarakter De kenmerken van de subidentificatoren kunnen alle zijn, bijvoorbeeld numeriek, alfanumeriek.
#Methode
De methode wordt geïllustreerd in Figuur 4, die weergeeft hoe verschillende accounthouders volgens de methode verbonden kunnen worden met de centrale database en het computersysteem. Een eerste accounthouder (P1, menselijke gebruiker zoals een verwijzende arts, of een computersysteem) verschaft invoer van een nieuwe aanvraag voor een beeldvormend onderzoek van een voorgedragen patiënt (RISPP). Een dergelijke
BE2018/5202 aanvraag kan de naam bevatten van de voorgedragen patiënt, in het algemeen met informatie over de patiënt, zoals geslacht en leeftijd, het type aangevraagd onderzoek (bijvoorbeeld MRI van de hersenen), en relevante klinische informatie en/of specifieke vragen (bijvoorbeeld de patiënt heeft hoofdpijn, is er een intracraniale bloeding?). De RISPP kan via internet ontvangen worden, eventueel vanaf een locatie op afstand.
De methode ontvangt de RISPP en kan deze toevoegen aan het voorgedragen patiëntdossier. Als de voorgedragen patiënt nieuw is, creëert de methode een nieuw voorgedragen patiëntdossier en voegt daaraan de RISPP toe. Het voorgedragen patiëntdossier en/of de RISPP wordt beschikbaar gesteld aan de tweede accounthouder (P2, menselijke gebruiker zoals een radioloog, een opgeleide specialist, of een computersysteem). Een kennisgeving kan aan de tweede accounthouder worden gestuurd dat een nieuwe RISPP is ontvangen om de houder te waarschuwen om toegang tot het voorgedragen patiëntdossier te verkrijgen.
De reeks procesidentificatorexemplaren wordt ook beschikbaar gesteld aan de tweede accounthouder (P2), en een exemplaar daarin is selecteerbaar door de tweede accounthouder. Een invoer wordt ontvangen van een door de tweede accounthouder geselecteerd procesidentificatorexemplaar. Bij een voorgedragen patiënt met hoofdpijn kan de tweede accounthouder een procesidentificatorexemplaar van 1.1.1.5 selecteren. Het beeldverwervingsprotocol en een beeldevaluatiecontrolelijst die aan procesidentificatorexemplaar 1.1.1.5 gekoppeld zijn kunnen geoptimaliseerd worden voor evaluatie van een patiënt met hoofdpijn die een MRI-scan van de hersenen ondergaat. Het procesidentificatorexemplaar wordt door de methode ontvangen. Het kan worden opgeslagen. Het kan gekoppeld zijn aan de RISPP. Het corresponderende beeldverwervingsprotocolexemplaar en beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar worden opgezocht uit de database. De selectie van procesidentificatorexemplaar kan ontvangen worden via internet, eventueel vanaf een locatie op afstand.
Als een volgende stap in de methode wordt de RISPP toegankelijk gemaakt voor een derde accounthouder (P3), samen met het beeldverwervingsprotocolexemplaar dat correspondeert met het in de vorige stap ontvangen procesidentificatorexemplaar. Als zodanig ontvangt de derde accounthouder (P3) instructies hoe de beeldverwerving uit te voeren. Het
BE2018/5202 beeldverwervingsprotocolexemplaar kan via internet verzonden worden, eventueel naar een locatie op afstand.
De medische beelden worden van de voorgedragen patiënt gemaakt, en in een database opgeslagen - de database kan de database van de onderhavige methode of een andere database zijn. Een koppeling tussen de RISPP en de medische beelden wordt zodanig verschaft dat één of meer accounthouders die toegang hebben tot de onderhavige methode en de RSIPP de medisch beelden kunnen bekijken.
De methode kan eventueel een indicatie ontvangen dat de beeldverwervingsstap voor de voorgedragen patiënt voltooid is volgens het met het ISPP-procesidentificatorexemplaar corresponderende beeldverwervingsprotocolexemplaar. De indicatie kan ontvangen worden van de derde accounthouder (P3). De indicatie kan via internet ontvangen worden, eventueel vanaf een locatie op afstand.
Een volgende stap in de methode omvat het toegankelijk maken van de RISPP voor een vierde accounthouder (P4, menselijke gebruiker zoals een rapporterende radioloog, of computersysteem), samen met (1) de medische beelden die gegenereerd zijn volgens het in de vorige stap genoemde beeldverwervingsprotocolexemplaar en (2) het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar corresponderend met het van de tweede accounthouder (P2) ontvangen procesidentificatorexemplaar. De gegevens kunnen benaderbaar zijn via internet, eventueel vanaf een locatie op afstand.
De vierde accounthouder (P4) ontvangt dus een patiënt- en verwervingsspecifiek beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar dat gekoppeld is aan het procesidentificatorexemplaar dat toegewezen is door de tweede accounthouder (P2), dat het specifieke klinische probleem van de patiënt weergeeft. Bovendien is het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar gekoppeld aan het beeldverwervingsprotocolexemplaar dat in deze specifieke patiënt gebruikt is. Als zodanig maakt de methode optimalisatie van beeldverwerving en beeldevaluatie bij individuele patiënten mogelijk.
#mobiele inrichting
BE2018/5202
De methode verzendt bij voorkeur gegevens naar en ontvangt gegevens van ten minste één van de accounthouders die een mobiele inrichting bedienen. Dat wil zeggen dat gegevens verzonden kunnen worden naar of ontvangen kunnen worden van een mobiele inrichting. De mobiele inrichting kan elke zijn, bijvoorbeeld een smartphone, tablet of laptop of andere autonome computerinrichting. De RISPP kan op een mobiele inrichting voor de tweede accounthouder (P2) toegankelijk worden gemaakt. De methode kan van de door de tweede accounthouder (P2) gebruikte mobiele inrichting een indicatie van het procesidentificatorexemplaar ontvangen. Figuur 5 beeldt een mobiele inrichting af die een smartphone is, die een deel van de RISPP weergeeft en van de tweede accounthouder (P2) invoer vraagt van het procesidentificatorexemplaar.
#Toegang op afstand en voordelen
Ten minste 1, bij voorkeur ten minste 2 van de accounthouders kunnen zich op afstand van elkaar bevinden. Ten minste 1, bij voorkeur ten minste 2 van de accounthouders kunnen met de methode of het systeem dat de methode implementeert via internet verbonden zijn. Als ten minste twee accounthouders zich op afstand van elkaar bevinden, kunnen ze zich allemaal op verschillende geografische locaties bevinden.
De hierin beschreven methode en het systeem kunnen gebruikt worden voor het verbeteren van verwerving en evaluatie van medische beelden door gebruik te maken van middelen van twee of meer radiologiecentra of -afdelingen, ongeacht hun locatie. In dat geval is de eerste accounthouder (P1) meestal een verwijzende arts of administratief medewerker in een radiologiecentrum, kan de tweede accounthouder (P2) een gespecialiseerde radioloog zijn die in het centrum of ergens anders werkt (en mogelijk voor meerdere centra werkt), kan de derde accounthouder (P3) een radiologietechnicus zijn die in een radiologiecentrum werkt, en kan de vierde accounthouder (P4) een teleradioloog zijn die thuis werkt, Figuur 6, die het medisch rapport opstelt. De methode kan op een server geïmplementeerd worden, bijvoorbeeld in België, en P1 kan zich in Saoedi-Arabië, P2 in België, P3 in Saoedi-Arabië en P4 in België bevinden.
Omdat de invoer die wordt verschaft door de tweede (P2) en vierde (P4) accounthouders het mogelijk maakt om de twee meest kritische en moeilijke taken in de radiologiewerkstroom uit te voeren (beslissen hoe een verwerving uit te voeren en een medisch rapport te maken),
BE2018/5202 biedt de uitvinding een methode voor het verschaffen van radiologiediensten van hoge kwaliteit in meerdere centra zonder de noodzaak van aanwezigheid van lokale deskundigheid.
P1 en P3 kunnen zich in hetzelfde land bevinden, P2 en P4 (en P5, P6, enz.) kunnen zich in hetzelfde land bevinden.
#correctie van procesidentificatorexemplaar
De derde accounthouder (P3) kan aangeven dat het procesidentificatorexemplaar dat door de tweede accounthouder in stap (d) aangegeven is in een extra stap door de derde gebruiker gewijzigd is. In een dergelijk geval is een nieuw procesidentificatorexemplaar door de derde gebruiker ingediend. Dientengevolge zal de derde accounthouder een bijgewerkt ander beeldverwervingsprotocolexemplaar ontvangen en zal de vierde accounthouder een bijgewerkte andere beeldevaluatiecontrolelijst ontvangen. Dit weerspiegelt de situatie waarin patiëntgerelateerde factoren aangeven dat het beeldverwervingsprotocol moet worden aangepast op het moment van de beeldverwerving. Een voorbeeld kan de situatie zijn waarbij het initiële beeldverwervingsprotocol de noodzaak voor contrastinjectie aangeeft, maar dit technisch onmogelijk blijkt. In dat geval kan de derde accounthouder (P3) beslissen om een beeldverwervingsprotocol te gebruiken, waarbij de noodzaak voor contrastinjectie vermeden wordt, en om het overeenkomstige procesidentificatorexemplaar bij te werken. In dergelijke gevallen staat de methode een automatische bijwerking van de beeldevaluatiecontrolelijst toe.
#vergelijkende radiologen P4 en P5
Het is een aspect dat, in de laatste stap van de RISPP, medisch beeld, en beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar niet beschikbaar gemaakt zijn voor slechts één accounthouder (vierde accounthouder P4), maar voor meer dan één accounthouder (vierde accounthouder P4 en vijfde accounthouder P5).
Het is een verder aspect dat het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar dat beschikbaar gemaakt is voor meer dan één accounthouder (bijvoorbeeld de vierde accounthouder P4 en de vijfde accounthouder P5) ten minste één selecteerbare knop bevat die gekoppeld is aan één of meer, bij voorkeur aan elk onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar. De knop geeft een keuze aan.
BE2018/5202
Een voorbeeld wordt getoond in Figuur 7, waarbij elke accounthouder een keuze kan maken uit knop A (abnormaliteit) of V (variant) die gekoppeld is aan elk onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar.
Een ander voorbeeld wordt getoond in Figuur 8, waarbij elke accounthouder een radioknop kan selecteren die gekoppeld is aan elk onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar.
De methode maakt het mogelijk om van elke accounthouder (bijvoorbeeld vierde accounthouder P4 en vijfde accounthouder P5) een invoer te ontvangen die correspondeert met de selectie van de één of meer selecteerbare knoppen. Deze kan bepalen of de van de accounthouders ontvangen invoer overeenkomt of niet overeenkomt. Dit wordt geïllustreerd in Figuur 8 waarbij de linker schermafbeelding een selectie door een accounthouder (bijvoorbeeld vierde accounthouder P4) van Hersenstam aangeeft, en de rechter schermafbeelding een selectie van een andere accounthouder (bijvoorbeeld vijfde accounthouder P5) van Basale cisternae en Cerebraal parenchym aangeeft.
Daar waar er een verschil is tussen de status van de selecteerbare knoppen tussen verschillende accounthouders, kan een zesde accounthouder (menselijke gebruiker zoals een rapporterende radioloog, of een computersysteem) op de hoogte worden gebracht.
De methode kan verder een stap omvatten van het bepalen of de van beide accounthouders ontvangen invoer overeenkomt of niet overeenkomt. De niet-overeenkomst kan zijn wanneer slechts één van de vierde of vijfde accounthouders een selecteerbare knop geselecteerd heeft, bijvoorbeeld die een onderdeel van de beeldevaluatiecontrolelijst als abnormaal aangeeft.
#zelfde weergave
Het is een aspect dat het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar en aan de accounthouder (bijvoorbeeld vierde en eventueel vijfde accounthouder) beschikbaar gestelde beelden weergegeven worden op hetzelfde weergavegebied op één enkel computerscherm zoals bijvoorbeeld getoond in Figuur 9.
BE2018/5202
Het is een aspect dat een onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar bijgewerkt kan worden wanneer een nieuwe invoer die gekoppeld is aan een onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar ontvangen wordt.
Het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar en de patiëntbeelden kunnen op een eerste computerscherm of weergavegebied weergegeven worden en de aanvraag voor een beeldvormend onderzoek kan op een tweede computerscherm of weergavegebied weergegeven worden, samen met het in onderdelen verdeelde medische rapport zoals beschreven in WO 2017/186699 en hierin getoond in Figuur 10.
Het is een aspect dat een onderdeel in het in onderdelen verdeelde medische rapport bijgewerkt kan worden wanneer een nieuwe invoer die gekoppeld is aan een onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar ontvangen wordt.
Een computerinrichting of -systeem of een hoststation wordt ook verschaft die/dat geconfigureerd is voor het uitvoeren van de methode zoals hierin beschreven. Het systeem omvat schakelingen die geconfigureerd zijn voor het uitvoeren van de methode zoals hierin beschreven. Typisch omvatten de schakelingen een processor en een geheugen.
Een computerprogramma of computerprogrammaproduct wordt ook verschaft met instructies die, wanneer uitgevoerd door een computerinrichting of -systeem of hoststation, er voor zorgen dat de computerinrichting of het -systeem de methode zoals hierin beschreven uitvoert.
Een door een computer leesbaar medium wordt ook verschaft met daarop opgeslagen een computerprogramma zoals hierin beschreven.
Een gegevensstroom die representatief is voor een computerprogramma of een computerprogrammaproduct wordt ook verschaft.

Claims (21)

  1. CONCLUSIES (hertypt)
    1. Methode voor het verbeteren van verwerving en evaluatie van een medisch beeld van een voorgedragen patiënt, omvattende:
    (a) het verschaffen van een database omvattende een bijwerkbare reeks patiëntdossiers, en een reeks procesidentificatorexemplaren, waarbij elk procesidentificatorexemplaar gekoppeld is aan een beeldverwervingsprotocolexemplaar en aan een beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, (b) het van een eerste accounthouder ontvangen van een invoer van een aanvraag voor een beeldvormend onderzoek van de voorgedragen patiënt, RISPP, het aan de RIS PP toevoegen van het voorgedragen patiëntdossier, waarbij het beeldvormende onderzoek van de voorgedragen patiënt, ISPP, stappen van beeldverwerving en beeldevaluatie omvat, (c) het voor een tweede accounthouder toegankelijk maken van het voorgedragen patiëntdossier in de database, (d) het van de tweede accounthouder ontvangen van een indicatie van een procesidentificatorexemplaar die van toepassing is op het ISPP - een ISPPprocesidentificatorexemplaar - gekozen uit de in stap (a) aangegeven reeks procesidentificatorexemplaren, (e) het voor een derde accounthouder toegankelijk maken van het voorgedragen patiëntdossier in de database, samen met het ISPP-procesidentificatorexemplaar corresponderende beeldverwervingsprotocolexemplaar, (e1 ) het eventueel van de derde accounthouder ontvangen van een indicatie van een ISPP-procesidentificatorexemplaar om het eerder door de tweede accounthouder toegewezen ISPP-procesidentificatorexemplaar te vervangen (en het bijwerken van het voorgedragen patiëntdossier in de database met de ISPP-procesidentificator van de derde accounthouder), (f) het voor een vierde accounthouder toegankelijk maken van het patiëntdossier, samen met volgens het beeldverwervingsprotocolexemplaar van stap (e) verworven medisch beeld, en het met de ISPP-procesidentificator corresponderende beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, waarbij het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar meerdere te controleren onderdelen bevat.
    waarbij ten minste twee van de accounthouders zich op afstand van elkaar bevinden;
    BE2018/5202 en waarbij het procesidentificatorexemplaar een exemplaar is van een procesidentificator met een structuur omvattende meerdere aaneengeschakelde subidentificatoren, eventueel gescheiden door ten minste één afstandskarakter, waarbij één subidentificator (i) een indicatie van een beeldvormende modaliteit is, een andere subidentificator (ii) een indicatie van een lichaamsdeel is, en eventueel een derde subidentificator (iii) een indicatie van een patiënt-gerelateerd element is, zoals een klinisch probleem of klinische vraag..
  2. 2. Methode volgens conclusie 1, waarbij in stap (c) de RISPP voor een mobiele inrichting toegankelijk gemaakt wordt.
  3. 3. Methode volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ISPP-procesidentificatorexemplaar in stap (d) van een mobiele inrichting ontvangen wordt.
  4. 4. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 3, waarbij één of meer van de accounthouders op afstand met de methode verbonden zijn, bij voorkeur via het internet.
  5. 5. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 4, waarbij de RISPP in stap (b) als een geschreven of een elektronische aanvraag ontvangen wordt.
  6. 6. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 5, verder omvattende de stap van:
    (g) het aanvullend voor een vijfde accounthouder toegankelijk maken van de RISPP, samen met volgens het beeldverwervingsprotocolexemplaar van stap (e) verworven medische beelden, en het met de ISPP-procesidentificator corresponderende beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar.
  7. 7. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 6, waarbij elk onderdeel van het met het ISPP-procesidentificatorexemplaar corresponderende beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar koppelbaar is met invoer die met betrekking tot dat onderdeel ontvangen is van de vierde accounthouder, en van de vijfde accounthouder wanneer stap (g) aanwezig is.
  8. 8. Methode volgens conclusie 7, waarbij elk onderdeel van het met het ISPPprocesidentificatorexemplaar corresponderende beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar met ten minste één selecteerbare knop geassocieerd is, en de invoer die met betrekking tot een
    BE2018/5202 onderdeel ontvangen is van de vierde accounthouder en van de vijfde accounthouder wanneer stap (g) aanwezig is, van de ten minste ene selecteerbare knop is.
  9. 9. Methode volgens conclusie 8, verder omvattende de stappen van:
    (h) het van de vierde en vijfde accounthouders ontvangen en opslaan van een met de selectie van de één of meer selecteerbare knoppen corresponderende invoer, en (i) het bepalen of de van beide accounthouders ontvangen invoer overeenkomt of niet overeenkomt.
  10. 10. Methode volgens conclusie 9, waarbij een zesde accounthouder geïnformeerd wordt wanneer een niet-overeenkomst in stap (i) verkregen wordt.
  11. 11. Methode volgens conclusie 10, waarbij ook het voorgedragen patiëntdossier voor de zesde accounthouder toegankelijk gemaakt wordt, samen met het medische beeld van stap (f) en de corresponderende beeldevaluatiecontrolelijst.
  12. 12. Methode volgens conclusie 11, waarbij een invoer van de zesde accounthouder ontvangen wordt die correspondeert met de selectie van één of meer selecteerbare knoppen na evaluatie van de niet-overeenkomst.
  13. 13. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 12, waarbij ten minste één van de accounthouders een gecomputeriseerd systeem is.
  14. 14. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 13, waarbij het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar en het medische beeld van stap (f) en stap (g) waar aanwezig op hetzelfde weergavegebied op een enkel computerscherm weergegeven worden.
  15. 15. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 14, waarbij het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar van stap (f) en stap (g) waar aanwezig voor weergave op hetzelfde weergavegebied van een scherm als het medische beeld van stap ( f) en stap (g) waar aanwezig verzonden wordt.
    BE2018/5202
  16. 16. Methode volgens één van de conclusies 1 tot 15, waarbij een standaardverklaring die een normale medische bevinding aangeeft gekoppeld is aan elk onderdeel in de beeldevaluatiecontrolelijstexemplaren van stap (a), en vervangbaar is door een door de gebruiker gegenereerde opmerking die van de vierde of vijfde accounthouder indien aanwezig ontvangen is.
  17. 17. Methode volgens conclusie 16, verder omvattende een stap van het genereren van een in onderdelen verdeeld medisch rapport vanuit het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, waarbij het in onderdelen verdeelde medische rapport één of meer onderdelen omvat van het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar, de standaardverklaring die aan het corresponderende onderdeel gekoppeld is of de door de gebruiker gegenereerde opmerking die de standaardverklaring vervangt.
  18. 18. Methode volgens conclusie 17, waarbij:
    - het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar van stap (f) en stap (g) waar aanwezig voor weergave op een eerste computerscherm of weergavegebied verzonden wordt, en
    - de RISPP op een tweede computerscherm of weergavegebied samen met het in onderdelen verdeelde medische rapport weergegeven wordt.
  19. 19. Methode volgens conclusie 18, waarbij een onderdeel in het in onderdelen verdeelde medische rapport bijgewerkt wordt wanneer een nieuwe invoer die gekoppeld is aan een onderdeel in het beeldevaluatiecontrolelijstexemplaar van stap (f) en stap (g) waar aanwezig ontvangen wordt.
  20. 20. Methode volgens conclusie 19, waarbij het in onderdelen verdeelde medische rapport bewerkbaar is.
  21. 21. Computerinrichting of -systeem of hoststation die/dat geconfigureerd is voor het uitvoeren van de methode volgens één van de conclusies 1 tot 20.
BE2018/5202A 2018-03-26 2018-03-26 Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra BE1025638B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5202A BE1025638B1 (nl) 2018-03-26 2018-03-26 Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5202A BE1025638B1 (nl) 2018-03-26 2018-03-26 Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1025638B1 true BE1025638B1 (nl) 2019-05-10

Family

ID=62783963

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5202A BE1025638B1 (nl) 2018-03-26 2018-03-26 Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1025638B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20150081315A1 (en) * 2013-09-13 2015-03-19 Radiology Resources International, Llc Method for selecting medical imaging protocols
WO2017186699A1 (en) * 2016-04-26 2017-11-02 Grain Ip Method and system for radiology reporting
WO2017216055A1 (en) * 2016-06-14 2017-12-21 Grain Ip Method and system for standardizing radiology workflow

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20150081315A1 (en) * 2013-09-13 2015-03-19 Radiology Resources International, Llc Method for selecting medical imaging protocols
WO2017186699A1 (en) * 2016-04-26 2017-11-02 Grain Ip Method and system for radiology reporting
WO2017216055A1 (en) * 2016-06-14 2017-12-21 Grain Ip Method and system for standardizing radiology workflow

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8554480B2 (en) Treatment data processing and planning system
JP6053749B2 (ja) 画像捕捉及び/又は画像関連パラメータの推薦装置
JP5744877B2 (ja) 臨床判断支援のためのシステム及びその方法
US20060155579A1 (en) Medical image viewing management and status system
US8200507B2 (en) Examination information management apparatus
US20140310584A1 (en) Medical care information display control apparatus, medical care information display control method, and medical care information display control program
US20160217269A1 (en) Data system for the identification of radiology datasets
JP5732015B2 (ja) グラフ作成装置およびグラフ作成方法並びにグラフ作成プログラム
US20140081650A1 (en) Systems and methods for delivering analysis tools in a clinical practice
JP5203627B2 (ja) 検査予約システム及びプログラム
TW201513033A (zh) 用以最佳化網路環境中臨床流程及運行效率之系統及方法
US20150081333A1 (en) Medical Care Information Display Control Apparatus, Method, and Medium with Medical Care Information Display Control Program Recorded Thereon
Michel-Verkerke et al. The six P’s of the next step in electronic patient records in the Netherlands
BE1025638B1 (nl) Systeem en methode voor het bekomen en evalueren van een medisch beeld voor meerdere radiologiecentra
BE1023750B1 (nl) Methode en systeem voor standaardisering van radiologie werkstroom
Lee et al. Developing and testing a chart abstraction tool for ICU quality measurement
KR102130098B1 (ko) 의료 영상과 관련된 장치들 간에 송수신되는 의료 데이터를 생성하는 방법 및 장치.
Pitman et al. The Royal Australian and New Zealand College of Radiologists (RANZCR) relative value unit workload model, its limitations and the evolution to a safety, quality and performance framework
US20150161333A1 (en) Clinical information display apparatus, method and program
Klasky et al. Process mining in healthcare-a case study for the corporate data warehouse of the veterans affairs office
CN109427416B (zh) 用于比较医学成像过程中的参考值的方法、系统
Doll et al. Percutaneous coronary intervention operator profiles and associations with in-hospital mortality
US20200160516A1 (en) Priority judgement device, method, and program
JP2021068188A (ja) 診断支援方法および診断支援システム
JP2020098515A (ja) 管理装置及び管理システム

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190510