BE1025406B1 - Lamellenwand en werkwijze voor het inbraakwerend maken van een lamellenwand - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een lamelwand, omvattende een eerste draagprofiel en een tweede draagprofiel die zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een profielrichting uitstrekken, lameldragers voorzien aan de draagprofielen, welke lameldragers ten opzichte van de draagprofielen uitsteken en lamellen elk gedragen door ten minste een eerste lameldrager van het eerste draagprofiel en een tweede lameldrager van het tweede draagprofiel, welke lamellen zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een lamelrichting loodrecht op de profielrichting uitstrekken. De lamelwand omvat verder een netstructuur verbonden met ten minste het eerste draagprofiel en het tweede draagprofiel.

Description

De onderhavige uitvinding betreft een lamelwand, omvattende een eerste draagprofïel en een tweede draagprofïel die zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een profielrichting uitstrekken, lameldragers voorzien aan de draagprofïelen, welke lameldragers ten opzichte van de draagprofïelen uitsteken, en lamellen elk gedragen door ten minste een eerste lameldrager van het eerste draagprofïel en een tweede lameldrager van het tweede draagprofïel, welke lamellen zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een lamelrichting loodrecht op de profielrichting uitstrekken. De onderhavige uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het inbraakwerend maken van een lamellenwand.

Stand van de Techniek

Bekende lamellenwandsystemen worden opgebouwd uit lameldragers en lamellen, bijvoorbeeld roosterlamellen. Ten behoeve van de bevestiging van deze lameldragers moet in een dragende achterconstructie worden voorzien bestaande uit draagprofïelen die afhankelijk van de locatie en het lameltype verticaal worden geplaatst. Na het uitlijnen van de draagprofïelen worden de horizontale roosterlamellen bevestigd in de draagprofïelen.

Hoewel de lamellen stevig aan de lameldragers, en daarmee aan de draagprofïelen bevestigd zijn, is het niettemin mogelijk deze te forceren bij een inbraakpoging. De afwezigheid van inbraakwerende maatregelen leidt ertoe dat degelijke lamelwandsystemen slecht beveiligd zijn.

Doel van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het voorzien van een inbraakwerend lamellenwandsysteem. Een verder doel van de uitvinding is het inbraakwerend maken van bestaande lamellenwandsystemen.

2017/5508

BE2017/5508

Beschrijving van de uitvinding

Dit doel wordt bereikt doordat de lamellenwand een netstructuur verbonden met ten minste het eerste draagprofiel en het tweede draagprofiel omvat. Zelfs indien de lamellen verwijderd of vernield zouden worden, bemoeilijkt de aanwezigheid van de netstructuur tussen de draagprofielen nog steeds de doorgang tussen deze profielen. Aldus zal het bereiken van enig achterliggend object (achter de lamellenwand) belemmerd worden door de netstructuur en kan de netstructuur aangemerkt worden als inbraakwerende maatregel.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de lamellenwand strekt de netstructuur zich uit tussen ten minste het eerste draagprofiel en het tweede draagprofiel. Deze uitvoeringsvorm heeft als bijkomend voordeel dat alles vanaf de voorzijde kan worden aangebracht en dus na plaatsing van de draagprofielen tegen een achterliggende structuur, zoals een muur of kolom, kan worden voorzien.

Bij voorkeur is/zijn aan elk draagprofiel een of meerdere klauwen voorzien door middel waarvan de netstructuur aan de draagprofielen bevestigd is. Verder bij voorkeur is elk klauw voorzien van een afdekplaat door middel waarvan de netstructuur in de klauw opgesloten is. In het bijzonder is elke afdekplaat verbonden met de corresponderende klauw via een anti-inbraakschroef welke uitdraaien tegengaat. De antiinbraakschroef kan uitgevoerd zijn als een schroef waarvan de kop van de schroef wordt uitgeboord zodat deze nadien uitdraaien tegengaat of een ééntoerschroef.

De netstructuur kan diverse vormen aannemen. De netstructuur kan uitgevoerd zijn als een enkellaagse of meerlaagse structuur. Bij voorkeur zal het systeem uitgevoerd zijn met een meerlaagse structuur. De meerlaagse structuur kan gevormd zijn door middel van een structuur die gelaagd is in een dikterichting, waarbij de dikterichting is bepaald loodrecht op de profielrichting en de lamelrichting. De netstructuur kan verder slechts een of meerdere netelementen omvatten. Bij voorkeur is de netstructuur uitgevoerd als een geschrankte dubbele netlaag waarvan de netelementen elkaar ten hoogste gedeeltelijk overlappen. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm, omvat de netstructuur een buitenste netlaag van geschrankt geplaatst netelement, waarbij het geschrankt geplaatst netelement ten hoogste gedeeltelijk overlapt met netelementen van een zich in de dikterichting voor de buitenste netlaag bevindende netlaag.

2017/5508

BE2017/5508

De netelementen zijn bij voorkeur uitgevoerd als een of meerdere betonnetten. In het bijzonder hebben de netten een maaswijdte van 50 x 50 mm en een draaddiameter van 6 mm.

De uitvinding heeft verder betrekking op een lamellenwandsamenstel omvattende een of meerdere lamellenwanden zoals hiervoor beschreven.

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden.

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een lamellenwand;

Figuur 2 toont een schematische dwarsdoorsnede door een uitvoeringsvorm van de lamellenwand volgens figuur 1;

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een lamellenwandsamenstel omvattende een of meerdere lamellenwanden volgens een van de voorafgaande figuren;

Figuur 4 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een draagprofiel van een lamellenwand in een eerste stap van een werkwijze voor het inbraakwerend maken van de lamellenwand;

Figuren 5A, 5B en 5C tonen schematische aanzichten van het draagprofiel volgens figuur 4 in een tweede stap van de werkwijze respectievelijk in een aanzicht in perspectief en in een bovenaanzicht;

Figuren 6A en 6B tonen schematische aanzichten van het draagprofiel volgens figuur 4 in een derde stap van de werkwijze respectievelijk in een aanzicht in perspectief en in een vooraanzicht;

Figuren 7A en 7B tonen schematische aanzichten van het draagprofiel volgens figuur 4 in een vierde stap van de werkwijze respectievelijk in een aanzicht in perspectief en in een vooraanzicht; en

Figuur 8 toont in opengewerkt aanzicht een lamellenwandsamenstel, zonder lamellen en de bijhorende lamellendragers, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

2017/5508

BE2017/5508

Uitgebreide beschrijving van de figuren

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een lamellenwand 1. De lamellenwand 1 omvat een eerste draagprofïel 2’ en een tweede draagprofïel 2”, welke zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een profïelrichting P uitstrekken. Aan de draagprofïelen 2’, 2” zijn lameldragers 3’, 3” voorzien, welke lameldragers 3’, 3” ten opzichte van de draagprofïelen 2’, 2” uitsteken in een dikterichting D (zie figuur 2). De lamellenwand 1 omvat verder lamellen 4 elk gedragen door ten minste een eerste lameldrager 3’ verbonden met het eerste draagprofïel 2’ en een tweede lameldrager 3” verbonden met het tweede draagprofïel 2”. De lamellen 4 strekken zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een lamelrichting L loodrecht op de profïelrichting P en de dikterichting D (zie figuur 2) uit. De lamellenwand 1 omvat verder een netstructuur 5 verbonden met ten minste het eerste draagprofïel 2’ en het tweede draagprofïel 2” zoals hierna verder zal worden toegelicht. De netstructuur 5 strekt zich hoofdzakelijk in de lamelrichting L tussen het eerste draagprofïel 2’ en het tweede draagprofïel 2” uit.

Figuur 2 toont een schematische dwarsdoorsnede door een uitvoeringsvorm van de lamellenwand volgens figuur 1. De netstructuur 5 omvat meerdere netelementen 7, welke zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in de dikterichting D en/of in de profïelrichting P opvolgen. De netelementen 7 kunnen zich uitstrekken tussen het eerste draagprofïel 2’ en het tweede draagprofïel 2” in de lamelrichting F en in de profïelrichting P. Indien alle netelementen 7 zich ten hoogste uitstrekken tussen het eerste draagprofïel 2’ en het tweede draagprofïel 2”, dan zal ook de netstructuur 5 zich ten hoogste uitstrekt tussen het eerste draagprofïel 2’ en het tweede draagprofïel 2”.

In een voordelige uitvoeringsvorm, waarbij de netstructuur 5 zich ten hoogste uitstrekt tussen het eerste draagprofïel 2’ en het tweede draagprofïel 2”, kan de netstructuur na plaatsing van de draagprofïelen aangebracht worden en kunnen de lamellen zonder problemen op de lameldragers 3 voorzien worden.

In de getoonde uitvoeringsvorm, is de netstructuur 5 uitgevoerd als een dubbele netlaag in de dikterichting D, welke dikterichting D loodrecht is gericht op de profïelrichting P en de lamelrichting F. Bij voorkeur is dit een geschrankte dubbele netlaag, waarvan de netelementen 7 elkaar ten hoogste gedeeltelijk overlappen.

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een lamellenwandsamenstel 10 omvattende twee lamellenwanden 1 volgens een van de voorafgaande figuren.

2017/5508

BE2017/5508

Het lamellenwandsamenstel 10 omvat een eerste draagprofiel 2’, een tweede draagprofiel 2” en een derde draagprofiel 2”’, welke zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een profïelrichting P uitstrekken. De lamellenwand 1 omvat verder een netstructuur 5 verbonden met ten minste het eerste draagprofiel 2’ en het tweede draagprofiel 2” en een netstructuur 5 verbonden met ten minste het tweede draagprofiel 2” en het derde draagprofiel 2”’. De lamellenwand 1 omvat verder lamellen 4 elk gedragen door lameldragers 3’, 3”, 3”’ verbonden met de draagprofielen 2’, 2”, 2”’.

Figuur 4 toont een schematisch aanzicht in perspectief van een draagprofiel 2 in een lamellenwand 1 volgens figuur 1 in een eerste stap van een werkwijze voor het inbraakwerend maken van de lamellenwand 1. In de eerste stap van de werkwijze wordt aan het draagprofiel 2 een of meerdere lameldragers 3 verbonden teneinde de lamellen 4 te dragen.

Het draagprofiel 2 is voorzien van lameldragers 3, welke lameldrager 3 zich ten opzichte van het draagprofiel 2 uitsteekt in de dikterichting D. Elke lameldrager 3 is ingericht voor het ontvangen van een lamel 4, welke lamel 4 zich ten opzichte van het draagprofiel 2 uitstrekt in de lamelrichting L.

Figuren 5A en 5B tonen schematische aanzichten in perspectief respectievelijk in dwarsdoorsnede van het draagprofiel 2 volgens figuur 4 in een tweede stap van de werkwijze. In de tweede stap van de werkwijze wordt aan het draagprofiel 3 een of meerdere klauwen 6 verbonden teneinde de netstructuur 5 aan het draagprofiel 2 te verbinden. De een of meerdere klauwen 6 worden met het draagprofiel 2 verbonden door middel van boutverbinding bestaande uit een bout 11, een sluitring 12 en een moer 13. Het draagprofiel 2 is voorzien van klauwen 6, welke klauwen 6 zich ten opzichte van het draagprofiel 2 uitsteekt in de lamelrichting E. Elke klauw 6 is ingericht voor het ontvangen van de netstructuur 5, welke netstructuur 5 zich uitstrekt in de richting van een tweede draagprofiel 2” (niet getoond).

Figuur 5C toont het draagprofiel volgens figuren 5A en 5B bevestigd aan een achterliggende structuur 14 met bevestigingsmiddelen 15.

Figuren 6A en 6B tonen schematische aanzichten van het draagprofiel volgens figuur 4 in een derde stap van de werkwijze respectievelijk in een aanzicht in perspectief en in een bovenaanzicht. In de derde stap van de werkwijze wordt in elke klauw 6 een of meerdere netelementen 7’, 7”, 7”’ van de netstructuur 5 aangebracht.

2017/5508

BE2017/5508

De netstructuur 5 is uitgevoerd als een structuur die gelaagd is in de dikterichting D, waarbij een eerste netlaag een of meerdere netelementen 7’, 7”’ omvat en een tweede netlaag een of meerdere netelementen 7” omvat. De netstructuur 5 is verder uitgevoerd als een geschrankte structuur waarvan de netelementen 7’, 7”, 7”’ in opeenvolgende netlagen elkaar ten hoogste gedeeltelijk overlappen.

Het eerste netelement 7’ in de eerste netlaag overlapt gedeeltelijk met het tweede 7” in de tweede netlaag. Het derde netelement 7”’ in de eerste netlaag overlapt gedeeltelijk met het tweede 7 ” in de tweede netlaag. De netelementen 7 ’, 7 ”, 7 ” ’ worden in de klauw 6 aangebracht zodanig dat beide overlappende delen in de klauw opgesloten kunnen worden.

Figuren 7A en 7B tonen schematische aanzichten van het draagprofïel volgens figuur 4 in een vierde stap van de werkwijze respectievelijk in een aanzicht in perspectief en in een vooraanzicht. In de vierde stap van de werkwijze wordt elke klauw 6 afgesloten met een afdekplaat 8 teneinde het in de klauw aangebrachte deel van de netstructuur 5 op te sluiten in de klauw 6.

Elke afdekplaat 8 kan aan de corresponderende klauw 6 worden verbonden door middel van een anti-inbraakschroef 9 welke het uitdraaien tegengaat. De afdekplaat 8 wordt hoofdzakelijk evenwijdig aan de netstructuur 5 in de klauw 6 aangebracht. De afdekplaat 8 en de corresponderende klauw 6 sluiten de netstructuur 5 op in een ruimte gedefinieerd door de afdekplaat 8 en de klauw 6. Doordat de afdekplaat 8 verbonden is met de klauw 6 wordt een hechte eenheid gevormd, welke niet eenvoudig te verwijderen is omwille van de anti-inbraakschroef 9.

Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van een lamellenwand 1, niet getoond zijn de lamellendragers 3 en lamellen 4. In de getoonde uitvoeringsvorm, is de netstructuur 5 uitgevoerd als een structuur die gelaagd is in de dikterichting D, waarbij een eerste netlaag meerdere netelementen 7’ omvat en een tweede netlaag een gelijk aantal netelementen 7” omvat. De gelaagde structuur omvat verder een derde netlaag waarvan elk netelementen 7”’ met ten minste twee netelementen 7” van de tweede netlaag ten hoogste gedeeltelijk overlapt.

De netelementen 7’ van de eerste netlaag worden in klauwen 6 aangebracht zodanig dat deze in de klauw opgesloten kunnen worden. Elk netelementen 7” van de tweede netlaag heeft dezelfde grootte en vorm als een hiermee overlappend netelement 7’ van de eerste netlaag. In de profïelrichting P, zijn de uiterste netelementen 7” van de tweede netlaag

2017/5508 γ BE2017/5508 verbonden met een afdekplaat 8 om de uiterste klauwen 6 verbonden met de draagprofielen 2’, 2” af te sluiten. Hierdoor worden ook de eerste en tweede netlaag in de klauw opgesloten. De netelementen 7”’ worden geschrankt op de tweede netlaag aangebracht zodanig dat deze de met ten minste twee netelementen 7” van de tweede netlaag ten hoogste gedeeltelijk overlappen. De netelementen 7’” van de derde netlaag zijn verder voorzien van afdekplaten 8 om de resterende klauwen af te sluiten.

Eventueel kunnen er zich tussen de eerste netlaag en de tweede netlaag nog meerdere netlagen bevinden.

Claims (17)

1. Lamellenwand ( 1 ), omvattende :

een eerste draagprofiel (2’) en een tweede draagprofiel (2”) die zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een profielrichting (P) uitstrekken;

lameldragers (3, 3’, 3”) voorzien aan de draagprofïelen (2, 2’, 2”), welke lameldragers ten opzichte van de draagprofïelen (2, 2’, 2”) uitsteken; en lamellen (4) elk gedragen door ten minste een eerste lameldrager (3’) van het eerste draagprofiel (2’) en een tweede lameldrager (3”) van het tweede draagprofiel (2”), welke lamellen (4) zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een lamelrichting (L) loodrecht op de profielrichting (P) uitstrekken, met het kenmerk, dat de lamellenwand (1) een netstructuur (5) verbonden met ten minste het eerste draagprofiel (2’) en het tweede draagprofiel (2”) omvat.

2. Lamellenwand (1) volgens conclusie 1, waarbij de netstructuur (5) meerdere netelementen (7’, 7”, 7”’) omvat.

3. Lamellenwand (1) volgens conclusie 2, waarbij de netstructuur (5) een netelement (7’; 7”; 7”’) omvat dat zich ten hoogste uitstrekt tussen het eerste draagprofiel (2’) en het tweede draagprofiel (2”).

4. Lamellenwand (1) volgens conclusie 3, waarbij de netstructuur (5) zich ten hoogste uitstrekt tussen het eerste draagprofiel (2’) en het tweede draagprofiel (2”).

5. Lamellenwand (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan elk draagprofiel (3, 3’, 3”) een of meerdere klauwen (6) voorzien is/zijn door middel waarvan de netstructuur (5) aan de draagprofïelen (2’, 2”) bevestigd is.

6. Lamellenwand (1) volgens conclusie 5, waarbij elk klauw (6) voorzien is van een afdekplaat (8) door middel waarvan de netstructuur (5) in de klauw (6) is opgesloten.

7. Lamellenwand (1) volgens conclusie 6, waarbij elke afdekplaat (8) verbonden is met de corresponderende klauw (6) via een anti-inbraakschroef (9) welke uitdraaien tegengaat.

2017/5508

9 BE2017/5508

8. Lamellenwand (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een dikterichting (D) is bepaald loodrecht op de profielrichting (P) en de lamelrichting (L) en de netstructuur (5) uitgevoerd is als een structuur die gelaagd is in de dikterichting (D).

9. Lamellenwand (1) volgens conclusie 2 en conclusie 8, waarbij de netstructuur (5) uitgevoerd is als een geschrankte dubbele netlaag waarvan de netelementen (7’, 7”, 7” ’) elkaar ten hoogste gedeeltelijk overlappen.

10. Lamellenwand (1) volgens conclusie 2 en conclusie 8, waarbij een buitenste netlaag van de netstructuur (5) een geschrankt geplaatst netelement (7”’) omvat, waarbij het geschrankt geplaatst netelement (7’”) ten hoogste gedeeltelijk overlapt met netelementen (7’, 7”) van een zich in de dikterichting (D) voor de buitenste netlaag bevindende netlaag.

11. Lamellenwand (1) volgens een van de conclusies 2-10, waarbij de netelementen (7’, 7”, 7”’) uitgevoerd zijn als betonnetten.

12. Lamellenwand (1) volgens een van de conclusies 2-11, waarbij de netelementen (7’, 7”, 7’”) een maaswijdte hebben van 50 x 50 mm en een draaddiameter van 6 mm.

13. Lamellensamenstel (10) omvattende een of meerdere lamellenwanden (1) volgens een van de voorafgaande conclusies.

14. Werkwijze voor het vervaardigen van een lamellenwand (1), omvattende de stappen van:

het voorzien van een eerste draagprofïel (2’) en een tweede draagprofïel (2”), die zich hoofdzakelijk evenwijdig in een profielrichting (P) uitstrekken, het voorzien van lameldragers (3) voorzien aan de draagprofielen (2, 2’, 2”), welke lameldragers ten opzichte van de draagprofielen (2, 2’, 2”) uitsteken, en het voorzien van lamellen (4) elk gedragen door ten minste een eerste lameldrager (3’) van het eerste draagprofïel (2’) en een tweede lameldrager (3”) van het tweede

2017/5508

10 BE2017/5508 draagprofiel (2”), welke lamellen (4) zich hoofdzakelijk onderling evenwijdig in een lamelrichting (L) loodrecht op de profielrichting (P) uitstrekken, gekenmerkt door, het verbinden van een netstructuur (5) met ten minste het eerste draagprofiel (2’) en het tweede draagprofiel (2”).

15. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de netstructuur (5) aan de draagprofïelen (2, 2’, 2”) worden verbonden door middel van een of meerdere klauwen (6) aan elk draagprofiel (3, 3’, 3”).

10

16. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de netstructuur (5) in elke klauw (6) wordt opgesloten door middel van een afdekplaat (8).

17. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij elke afdekplaat (8) aan de corresponderende klauw (6) wordt verbonden door middel van een anti-inbraakschroef

15 (9) welke niet meer uitgedraaid kan worden.