BE1025281A1

BE1025281A1 - Gewaselevator en maaidorse

Info

Publication number: BE1025281A1
Application number: BE20175398A
Authority: BE
Inventors: Bart M A Missotten; Matthias Baert; Eric E Veikle; Denver R Yoder
Original assignee: Cnh Ind Belgium Nv
Priority date: 2017-06-02
Filing date: 2017-06-02
Publication date: 2019-01-04
Also published as: BR112019025341B1; US11647695B2; WO2018219510A1; BE1025281B1; EP3629699A1; BE1025281B9; BR112019025341A2; EP3629699B1; CN111093358B; US20200084964A1; BE1025281A9; CN111093358A

Abstract

Er wordt een gewaselevator (200) voor een maaidorser beschreven. De gewaselevator bevat een stijgende sectie (250) en een dalende sectie (260) en een huis (210) dat de stijgende sectie (250) en de dalende sectie (260) omsluit. De elevator bevat verder een elevatorlus (230) die binnen het huis (210) is aangebracht, die een reeks schoepen (220) bevat om een geoogst gewas omhoog te bewegen. De elevator bevat ook een weegsysteem dat geconfigureerd is om een gewicht te bepalen van geoogst gewas dat zich op minstens één van de schoepen bevindt tijdens een stijgende beweging van de minstens één van de schoepen in de stijgende sectie (250). Het weegsysteem bevat een gewichtssensor (300) die geconfigureerd is om een gewichtssignaal af te geven dat representatief is voor het gewicht van het geoogste gewas. De stijgende sectie van de elevator bevat een meetsectie (255), waarbij het weegsysteem geconfigureerd is om het gewichtssignaal op te vragen wanneer de minstens één schoep zich in de meetsectie (255) van de elevator (200) bevindt, en waarbij een wrijving tussen de meetschoep en het huis in de meetsectie (255) lager is dan een wrijving tussen de meetschoep en het huis buiten de meetsectie (255).

Description

BE2017/5398

GEWASELEVATOR EN MAAIDORSER

TOEPASSINGSGEBIED VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van maaidorsers, en meer bepaald op gewaselevatoren die in zulke oogstmachines toegepast worden.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Deze uitvinding heeft betrekking op het gebied van maaidorsers, zoals ze bv. toegepast worden op te oogsten gewas zoals graan of dergelijke. Gewoonlijk bevat zo'n oogstmachine een maaibord voor het oogsten van een gewas en een transportsysteem voor het transporteren van het geoogst gewas naar een tank aan boord van de oogstmachine of naar een graankar of vrachtwagen die samen met de oogstmachine bewegen. Zulk een transportsysteem kan bv. een elevator bevatten met een onderste inlaatsectie voor het ontvangen van een stroom geoogst gewas en een bovenste uitlaatsectie voor het lossen van de stroom geoogst gewas. Gewoonlijk is een opbrengstdetector (sensor) in de buurt van de uitlaatsectie aangebracht, waarbij de opbrengstdetector gebruikt wordt om de hoeveelheid geoogst gewas aan te geven. In principe kan zulke sensor gekalibreerd worden door de hoeveelheid geoogst gewas zoals die gemeten wordt door de sensor te vergelijken met de effectieve hoeveelheid geoogst gewas, bv. verkregen door de hoeveelheid geoogst gewas met een weegschaal te wegen. In de praktijk kan zulke aanpak echter te omslachtig zijn, bv. ingeval meerdere oogstmachines geoogst gewas toegevoerd wordt aan een gemeenschappelijke graankar of vrachtwagen. Het is dan ook een doelstelling van deze uitvinding om een alternatieve manier te verschaffen om een opbrengstdetector van een maaidorser te kalibreren.

BE2017/5398

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Het zou wenselijk zijn om over een maaidorser te kunnen beschikken die in staat is om een opbrengst van het geoogste gewas nauwkeuriger te bepalen. Om deze kwestie beter aan te pakken, wordt in een eerste aspect van de uitvinding een gewaselevator verschaft voor een oogstmachine, bestaande uit:

- een stijgende sectie en een dalende sectie;

- een huis dat de stijgende sectie en de dalende sectie omsluit;

- een elevatorlus aangebracht binnen in het huis en bestaande uit een reeks schoepen om een geoogst gewas omhoog te bewegen;

- een weegsysteem dat geconfigureerd is om een gewicht te bepalen van het geoogste gewas dat aanwezig is op een meetschoep van de reeks schoepen tijdens een stijgende beweging van de meetschoep in de stijgende sectie, waarbij het weegsysteem bestaat uit een gewichtssensor die mechanisch gekoppeld is aan de meetschoep en geconfigureerd is om een gewichtssignaal af te geven dat representatief is voor het gewicht van het geoogste gewas;

waarbij de stijgende sectie een meetsectie bevat, waarbij het weegsysteem geconfigureerd is om het gewichtssignaal te bepalen wanneer de meetschoep zich in de meetsectie van de stijgende sectie bevindt, en waarbij een wrijving tussen de meetschoep en het huis in de meetsectie lager is dan een wrijving tussen de meetschoep en het huis buiten de meetsectie tijdens de stijgende beweging van de meetschoep in de stijgende sectie.

In overeenstemming met deze uitvinding wordt een gewaselevator verschaft om een stroom geoogst gewas omhoog te bewegen. De gewaselevator bestaat uit een elevatorlus die uitgerust is met een reeks schoepen die door een stijgende en een dalende sectie van de elevator bewegen. Daarbij zijn de stijgende sectie en de dalende sectie omsloten door een huis.

BE2017/5398

In een uitvoeringsvorm heeft de gewaselevator volgens deze uitvinding een inlaatsectie die in de buurt van een bodemgedeelte van de elevatorlus geplaatst is en geconfigureerd is om een stroom geoogst gewas te ontvangen, en een uitlaatsectie die in de buurt van een bovenste gedeelte van de elevatorlus geplaatst is en geconfigureerd is om de stroom geoogst gewas te lossen. In zulke uitvoeringsvorm wordt de stroom geoogst gewas die ontvangen wordt door de inlaatsectie verdeeld over de schoepen en omhoog getransporteerd door de stijgende sectie.

In overeenstemming met deze uitvinding bevat de gewaselevator verder een weegsysteem voor het wegen van de hoeveelheid geoogst gewas op de schoepen. Zulk weegsysteem kan bv. één of meer weegsensors bevatten die geconfigureerd zijn om een gewichtssignaal af te geven dat representatief is voor het gewicht van het geoogste gewas dat op één of meer schoepen ligt, hier meetschoep of meetschoepen genoemd, tijdens het opwaartse transport. Hier wordt verondersteld dat weegsensors voor het wegen van het geoogste gewas in gewaselevatoren bekend zijn. Gekende opstellingen staan er echter voor bekend dat ze geen betrouwbare meetresultaten verschaffen, wegens de aanwezigheid van wrijving tussen de meetschoep of -schoepen en de elevator, d.w.z. het binnenvlak van het deel van het huis dat de stijgende sectie omgeeft. In dit opzicht kan opgemerkt worden dat, om morsen van het geoogste gewas langs de schoepen te vermijden, slechts een smalle spleet toegestaan kan worden tussen de schoepen en het huis. Als gevolg daarvan kunnen de schoepen occasioneel contact maken met het huis van de elevator, wat ongunstig is voor de betrouwbaarheid van de weegresultaten. Om dit effect te matigen, is de gewaselevator volgens deze uitvinding uitgerust met een meetsectie, waarbij de meetsectie een deel is of een gedeelte van de stijgende sectie van de elevator, waarbij het weegsysteem geconfigureerd is om het gewichtssignaal van de één of meer gewichtssensors op te vragen wanneer de één of meer meetschoepen

BE2017/5398 zich in de meetsectie van de elevator bevinden. Verder worden, in overeenstemming met deze uitvinding wrijvingsbeperkende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat een wrijving tussen een meetschoep of meetschoepen en het huis in de meetsectie lager is dan een wrijving tussen de meetschoep of meetschoepen en het huis buiten de meetsectie. Daardoor kan een doorgang van de één of meer meetschoepen door de meetsectie met een verminderde wrijving verlopen, in vergelijking met een doorgang van de meetschoep of meetschoepen door de rest van de stijgende sectie. Als gevolg daarvan kan een nauwkeuriger en betrouwbaarder weging van het geoogste gewas op de meetschoep of meetschoepen verwezenlijkt worden.

In een uitvoeringsvorm van deze uitvinding is een dwarsdoorsnede van de meetsectie groter dan een nominale dwarsdoorsnede van de stijgende sectie. Daardoor kan een contact tussen de schoepen en het huis van de elevator tijdens het wegen vermeden worden. Daar deze vergrote dwarsdoorsnede alleen aangebracht is in de meetsectie van de elevator, zal het morsen van het geoogste gewas via de spleet tussen de schoepen en het huis relatief beperkt blijven, zodat het rendement van het hefproces niet beïnvloed wordt.

Als alternatief of daarnaast kunnen andere wrijvingsbeperkende maatregelen genomen worden om een nauwkeuriger gewichtsmeting te verzekeren. Zulke maatregelen kunnen bv. het gebruik zijn van een specifieke deklaag, bv. een deklaag met een lage wrijvingscoëfficiënt zoals polytetrafluorethyleen (PTFE), in de meetsectie, of de toepassing van een lager tussen het huis en de één of meer schoepen in de meetsectie. Bij wijze van voorbeeld kan een luchtlager aangebracht worden tussen het huis in de meetsectie en een ernaar gekeerd oppervlak van de meetschoep of -schoepen, om ervoor te zorgen dat er tijdens het wegen geen contact is tussen het huis en de meetschoep of -schoepen.

BE2017/5398

Als nog een ander voorbeeld van een wrijvingsbeperkende maatregel, kan een dunner huis of een huis gemaakt van een verschillend materiaal in de meetsectie toegepast worden, zodat een grotere flexibiliteit verkregen wordt van het gedeelte van het huis dat de meetsectie omsluit en/of een grotere spleet tussen het huis en de schoepen die erdoor passeren.

In overeenstemming met deze uitvinding bevat het weegsysteem één of meer gewichtssensors om een gewichtssignaal op te wekken dat representatief is voor het gewicht van het geoogste gewas. Als een eerste voorbeeld van zulke sensors kunnen de één of meer schoepen die gebruikt worden voor het wegen bv. uitgerust worden met kracht- of druksensors, bv. weegcellen, die aangebracht zijn op, of ingebouwd zijn in, een bovenvlak van de schoepen.

Als tweede voorbeeld kunnen spanningsmeters, bv. aangebracht op de riem of ketting waarmee de schoepen verbonden zijn, gebruikt worden om het gewicht te bepalen van de één of meer schoepen en het geoogste gewas dat er op rust.

In een uitvoeringsvorm kunnen de één of meer gewichtssignalen van de één of meer gewichtssensors toegevoerd worden aan een processor van het weegsysteem, waarbij de processor geconfigureerd is om het gewichtssignaal of de gewichtssignalen te ontvangen en het gewicht van het geoogste gewas te bepalen, op basis van het/de ontvangen gewichtssignaal of -signalen.

In een uitvoeringsvorm bevat het weegsysteem verder een naderingssensor die geconfigureerd is om een naderingssignaal af te geven dat representatief is voor een positie van de meetschoep of -schoepen. Zulke naderingssensor kan bv. een inductieve of capacitieve sensor zijn die op een onderkant van de meetsectie is aangebracht. Zodoende kan de naderingssensor gebruikt worden om de aankomst te detecteren van de meetschoep of

BE2017/5398 schoepen in de meetsectie, en dus aan te geven wanneer het gewichtssignaal of de gewichtssignalen verwerkt moeten worden.

In een uitvoeringsvorm kan de gewaselevator volgens deze uitvinding toegepast worden in een maaidorser volgens deze uitvinding. Zulke oogstmachine kan bv. uitgerust worden met een opbrengstdetector die geconfigureerd is om een opbrengstsignaal af te geven dat representatief is voor een stroom geoogst gewas dat door de gewaselevator wordt gelost. In zulke uitvoeringsvorm kan het gewicht van het geoogste gewas op de meetschoep of schoepen dat bepaald werd door het weegsysteem gebruikt worden om de opbrengstdetector te kalibreren.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen gemakkelijker gewaardeerd worden als de uitvinding beter begrepen wordt door te verwijzen naar de volgende gedetailleerde beschrijving en als ze beschouwd wordt samen met de bijbehorende tekeningen waarin soortgelijke referentiesymbolen soortgelijke onderdelen aanduiden.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Figuur 1 stelt een dwarsdoorsnede voor van een gewaselevator zoals bekend volgens de stand van de techniek.

Figuur 2 stelt een dwarsdoorsnede voor van een gewaselevator volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

Figuren 3 en 4 geven gedetailleerde doorsneden weer van een meetsectie van gewaselevatoren volgens uitvoeringsvormen van deze uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN

BE2017/5398

Figuur 1 stelt een dwarsdoorsnede voor van een gewaselevator 100 zoals bekend volgens de stand van de techniek. De gewaselevator 100 bevat een elevatorlus die binnen een huis 110 van de gewaselevator 100 is aangebracht, waarbij de elevatorlus uit een reeks schoepen 120 bestaat die aangebracht zijn op een ketting of riem 130 van de elevatorlus. Door de elevatorlus aan te drijven zoals aangeduid door de pijlen 140, zullen de schoepen aan de linkerkant, zoals te zien in het aanzicht van Figuur 1, van de ketting of riem 130 omhoog bewegen terwijl de schoepen op de rechterkant van de ketting of riem 130 naar beneden bewegen. Het gedeelte van de gewaselevator waar de schoepen omhoog bewegen wordt verder de stijgende sectie 150 van de elevator 100 genoemd, terwijl het gedeelte van de gewaselevator waar de schoepen omlaag bewegen verder de dalende sectie 160 van de elevator 100 genoemd wordt. De gewaselevator 100 zoals getoond bevat verder een inlaatsectie 170 die geconfigureerd is om een stroom geoogst gewas 180 te ontvangen, bv. graan, waarbij de gewasstroom 180 ontvangen wordt door de schoepen 120 en omhoog getransporteerd wordt in de stijgende sectie. In de getoonde opstelling wordt de stroom geoogst gewas 180 toegevoerd aan de inlaatsectie 170 door middel van een vijzel 190, waarbij de vijzel 190 zich in de Y-richting uitstrekt, loodrecht op het XZ-vlak van de tekening. De gewaselevator 100 zoals getoond bevat verder een uitlaatsectie 195 voor het lossen van de stroom geoogst gewas 180 op een hoger niveau. Het aanbrengen in zulke elevator van een weegsysteem (niet weergegeven) is bekend om de hoeveelheid geoogst gewas op de schoepen in de stijgende sectie te bepalen. Door het toepassen van een relatief kleine spleet tussen de schoepen 120 en het huis 110, is het echter mogelijk dat de weegresultaten die in zulke opstelling verkregen worden niet nauwkeurig zijn.

Om de meetnauwkeurigheid van het weegproces te verbeteren, wordt daarom een gewijzigde gewaselevator voorgesteld. Figuur 2 toont schematisch

BE2017/5398 een gewaselevator 200 volgens een eerste uitvoeringsvorm van deze uitvinding. De gewaselevator 200 bevat een elevatorlus die binnen een huis 210 van de gewaselevator 200 is aangebracht, waarbij de elevatorlus een reeks schoepen 220 bevat, die aangebracht zijn op een ketting of riem 230 van de elevatorlus. Door de elevatorlus aan te drijven zoals aangeduid door de pijlen 240, zullen de schoepen aan de linkerkant van de ketting of riem 130 omhoog bewegen in de stijgende sectie 250 van de elevator, terwijl de schoepen aan de rechterkant van de ketting of riem 130 omlaag zullen bewegen in de dalende sectie 260 van de elevator 20. In de weergegeven uitvoeringsvorm bevat de gewaselevator 200 zoals getoond verder een inlaatsectie 270 die geconfigureerd is om een stroom geoogst gewas 280 te ontvangen, bv. graan, waarbij de gewasstroom 280 ontvangen wordt door de schoepen 220 en in de stijgende sectie omhoog getransporteerd wordt. In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de stroom geoogst gewas 280 toegevoerd aan de inlaatsectie 270 door middel van een vijzel 290, waarbij de vijzel 290 zich in de Y-richting uitstrekt, loodrecht op het XZ-vlak van de tekening. De gewaselevator 200 zoals getoond bevat verder een uitlaatsectie 295 voor het lossen van de stroom geoogst gewas 280 op een hoger niveau. In overeenstemming met deze uitvinding bevat de gewaselevator 200 verder een weegsysteem dat geconfigureerd is om een gewicht te bepalen van geoogst gewas 280 dat zich op minstens één van de schoepen 220 bevindt tijdens een stijgende beweging van de minstens één van de schoepen in de stijgende sectie. In de weergegeven uitvoeringsvorm bevat het weegsysteem een gewichtssensor 300 die geconfigureerd is om een gewichtssignaal af te geven dat representatief is voor het gewicht van het geoogste gewas dat door één of meer van de schoepen getransporteerd wordt. Zo'n gewichtssensor 300 kan bv. een weegcel bevatten die aangebracht is op of ingebouwd is in een bovenvlak van een schoep van de reeks schoepen 220. Verder is het weegsysteem in overeenstemming met deze uitvinding geconfigureerd om het weegproces uit te

BE2017/5398 voeren wanneer de te wegen schoep of schoepen zich in een specifieke sectie van de stijgende sectie van de elevator bevinden, waarbij deze specifieke sectie de meetsectie 255 van de elevator 200 genoemd wordt. In overeenstemming met deze uitvinding is de meetsectie 255 zoals die toegepast is in de gewaselevator zo geconfigureerd dat een wrijving tussen een schoep die door de meetsectie passeert waarbij deze schoep een meetschoep genoemd wordt, en het huis lager is dan een wrijving tussen de meetschoep en het huis buiten de meetsectie, d.w.z. tussen de meetschoep en het huis wanneer de meetschoep in de stijgende sectie buiten de meetsectie omhoog beweegt. In overeenstemming met deze uitvinding kunnen verscheidene wrijvingsbeperkende maatregelen genomen worden om een doorgang met verminderde wrijving van de meetschoep of schoepen door de meetsectie 255 van de stijgende sectie 250 mogelijk te maken.

In de weergegeven uitvoeringsvorm is een dwarsdoorsnede van het gedeelte van het huis dat de meetsectie omsluit groter dan een nominale dwarsdoorsnede van het huis dat de stijgende sectie omsluit. Zoals te zien is, is de breedte W van de stijgende sectie ter hoogte niveau van de meetsectie 255, vergroot, t.o.v. een nominale breedte Wn van de stijgende sectie buiten de meetsectie. Dezelfde verbreding of verwijding kan ook in de Y-richting toegepast worden. Als gevolg daarvan, zal een meetschoep die in de meetsectie 255 aankomt niet langer contact maken met het huis 210, wegens de vergrote dwarsdoorsnede. Dit zal het weegsysteem in staat stellen de te wegen schoep of schoepen nauwkeuriger te wegen.

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de hoogte Zm van de meetsectie en de afstand tussen twee opeenvolgende schoepen van de schoepen 220 zo dat slechts één meetschoep zich terzelfder tijd ter hoogte van de meetsectie zal bevinden. Door de hoogte Zm van de meetsectie te vergroten, kan zich echter meer dan één schoep in de meetsectie bevinden, d.w.z. meer dan één meetschoep, bv. twee of drie. Wanneer elke meetschoep uitgerust is met een

BE2017/5398 sensor of, zoals hieronder meer in detail zal worden uitgelegd, als een paar spanningsmeters gebruikt wordt, kan het totaalgewicht van de meetschoepen bepaald worden.

In de weergegeven uitvoeringsvorm bevat het weegsysteem verder een verwerkingssysteem 310 dat geconfigureerd is voor het ontvangen, op een ingangsklem 312, van het gewichtssignaal van de één of meer gewichtssensors 300 en dat geconfigureerd is om het gewicht van het geoogste gewas te bepalen op basis van het ontvangen gewichtssignaal. Zulk een verwerkingssysteem 310 kan bv. belichaamd zijn als een microprocessor, een microcontroller een computer of dergelijke. In een uitvoeringsvorm kan het bepaalde gewicht en/of kunnen de ontvangen gewichtssignalen bv. opgeslagen worden in een geheugeneenheid van de verwerkingseenheid. In de weergegeven uitvoeringsvorm bevat de verwerkingseenheid 310 verder een uitgangsklem 314 waarop een signaal beschikbaar is dat representatief is voor het bepaalde gewicht.

In de weergegeven uitvoeringsvorm is te zien dat het gedeelte van het huis van de meetsectie 255 een onderste gedeelte 212 bevat met een breedte die toeneemt van de nominale breedte Wn naar de vergrote breedte W en een bovenste gedeelte 214 met een breedte die vanaf de vergrote breedte afneemt. Zoals begrepen zal worden, kunnen alternatieve manieren om in een specifieke sectie van een huis een vergrote dwarsdoorsnede aan te brengen, ook overwogen worden.

In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de gewaselevator 200 een uitlaatsectie 295 voor het lossen van de stroom geoogst gewas 280 op een verhoogd niveau. De gewaselevator 200 bevat verder een opbrengstdetector 296, die geconfigureerd is om een opbrengstsignaal af te geven dat representatief is voor de gewasstroom die gelost wordt via de uitlaatsectie 295. Zulke opbrengstdetector kan bv. een opbrengstdetector zijn zoals bekend

BE2017/5398 volgens de stand van de techniek. Gewoonlijk is er een kalibratie van een opbrengstdetector nodig om een nauwkeurige overeenkomst te verzekeren tussen de hoeveelheid geoogst gewas zoals bepaald op basis van metingen gedaan door de opbrengstdetector en een meting van de hoeveelheid geoogst gewas met een weegschaal op de boerderij waar het geoogste gewas wordt verzameld.

In een uitvoeringsvorm van deze uitvinding kan een opbrengstdetector 296 zoals toegepast in een gewaselevator gekalibreerd worden op basis van het gewichtssignaal van het weegsysteem, bv. een gewichtssignaal dat verkregen wordt van de gewichtssensor 300.

Figuur 3 toont schematisch een gedetailleerder aanzicht in dwarsdoorsnede van een meetsectie 455 van een gewaselevator volgens deze uitvinding. Figuur 3 toont schematisch een deel van een elevatorlus 430, waarbij de beweging van de elevatorlus 430 aangeduid is door de pijlen 435, en een meetschoep 420, waarop een hoeveelheid geoogst gewas 480 aanwezig is, die verbonden is met de elevatorlus 430. Figuur 3 toont verder schematisch een deel van het huis 410 van de gewaselevator. Zoals te zien is, neemt de breedte Wn van het huis in de weergegeven uitvoeringsvorm toe naar een vergrote breedte W in de meetsectie 455. Als gevolg van de vergrote breedte van het huis, wordt een spleet δ gecreëerd tussen de meetschoep 420 en het huis 410. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de spleet op zijn grootst aan het onderste uiteinde van de meetsectie 455 en vermindert opwaarts in de meetsectie geleidelijk aan, tot hij in wezen nul wordt. Door de spleet δ aan te brengen tussen de meetschoep 420 en het huis 410, wordt de wrijving tussen de meetschoep 420 en het huis 410 verminderd, tenminste zolang de meetschoep 420 zich binnen de meetsectie 455 bevindt. Zodoende wordt deze doorgang door de meetsectie 455, in overeenstemming met deze uitvinding, gebruikt om het gewicht te bepalen van de hoeveelheid geoogst gewas 480 op de

BE2017/5398 meetschoep 420. Om de hoeveelheid gewas op de meetschoep 420 te wegen, kan de meetschoep 420 uitgerust worden met een weegcel of een druksensor 490, waarbij zulke weegcel of druksensor dus een voorbeeld kan zijn van een gewichtssensor die toegepast kan worden in een weegsysteem van de gewaselevator volgens deze uitvinding. Als alternatief voor de toepassing van een weegcel aangebracht op of ingebouwd in een oppervlak van de meetschoep 420, kunnen een paar spanningsmeters 492 toegepast worden om het gewicht te bepalen van het geoogste gewas 280 op de meetschoep 420. Zoals te zien is, is één spanningsmeter 492 van het paar spanningsmeters 492 aangebracht op de elevatorlus 430 boven de schoep 420 terwijl de andere spanningsmeter 492 van het paar spanningsmeters 492 onder de schoep is aangebracht. Het verschil tussen de door de sensor 492 gemeten spanning kan beschouwd worden als een maat voor het gewicht van de elevatorsectie tussen de sensors, plus het gewicht van de schoep, plus het gewicht van het geoogste gewas 480. Door middel van een kalibratie in de fabriek kan het gewicht van de elevatorsectie tussen de sensors, plus het gewicht van de schoep 420 op voorhand bepaald worden, en gebruikt worden om het gewicht te berekenen van het geoogste gewas 480 dat zich op de schoep 420 bevindt. Als alternatief of daarnaast kan het gewicht van de elevatorsectie tussen de sensors, plus het gewicht van de schoep 420 ook tijdens de werking bepaald worden, meer bepaald wanneer de schoep 420 en de sensors 492 naar beneden bewegen in de dalende sectie van de elevator. Noteer dat in de dalende sectie de relatieve positie in de verticale richting van de sensors omgekeerd is. In zulke opstelling d.w.z. waarbij het gewicht van de elevatorsectie tussen de sensors plus het gewicht van de schoep 420 bepaald worden tijdens de werking, kan het de moeite zijn om ook een meetsectie te hebben in de dalende sectie, aangezien de doorgang van de schoepen door de dalende sectie ook van wrijving te lijden kan hebben.

BE2017/5398

Figuur 3 toont verder schematisch een naderingssensor 494 die op het huis 410 onder de meetsectie 455 is aangebracht. Zulke sensor 494, bv. een capacitieve, inductieve of optische sensor, kan een signaal opwekken dat een indicatie geeft van de aanwezigheid van de meetschoep 420. Zodoende kan in de weergegeven uitvoeringsvorm zo'n signaal aangeven dat de meetschoep 420 op het punt staat aan te komen in de meetsectie 455 en dat de gewichtsmeting kan starten.

In de weergegeven uitvoeringsvorm is de meetsectie 455, meer bepaald het gedeelte van het huis van de meetsector breder dan een gedeelte van het huis onder of boven de meetsectie. Zoals begrepen zal worden, kan dezelfde of vergelijkbare verbreding toegepast worden in een richting loodrecht op de tekening, d.w.z. in de Y-richting loodrecht op het XZ-vlak van de tekening, en daarbij de wrijving tussen een schoep 420 die door de meetsectie 455 passeert verder verkleinen.

Figuur 4 toont schematisch een alternatieve manier om de wrijving tussen een meetschoep 420 en een gedeelte 510 van het huis van een gewaselevator volgens deze uitvinding te verminderen. Figuur 4 toont schematisch, net als in Figuur 3, een deel van een elevatorlus 430, waarbij de beweging van de elevatorlus 430 aangeduid is door de pijlen 435, en een meetschoep 420, waarop een hoeveelheid geoogst gewas 480 aanwezig is, die verbonden is met de elevatorlus 430. Figuur 4 toont verder schematisch een deel van het huis 510 van de gewaselevator, waarbij het gedeelte 510 van het huis een opening heeft met een hoogte H overeenkomstig de hoogte van de meetsectie 455. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de opening afgedekt met een deksel 520 dat aangebracht is op een buitenoppervlak 510.1 van het huis. Zodoende neemt de breedte Wn van het huis 510 toe tot een vergrote breedte W in de meetsectie 455. In de weergegeven uitvoeringsvorm komt de breedte W overeen met de breedte Wn + de dikte van het huis 510 in de X-richting. Als gevolg van de

BE2017/5398 vergrote breedte W in de meetsectie 455 is er een spleet δ tussen de meetschoep 420 en het deksel 520. Als gevolg daarvan, zal een meetschoep 420 die langs de meetsectie 455 beweegt een verminderde wrijving ervaren.

In een uitvoeringsvorm van deze uitvinding kan het deksel 520, zoals dit hier toegepast is, om de opening van het huis af te dekken dunner gemaakt worden en/of van een materiaal gemaakt zijn dat buigzamer is dan het voor het huis gebruikte materiaal. Zodoende zal de wrijving tussen de meetschoep 420 en het deksel 520 verder verminderd worden.

In een uitvoeringsvorm kan het gedeelte van het huis dat de meetsectie omsluit, i.p.v. dan een opening te maken in het huis en dit af te dekken, dunner gemaakt worden dan andere delen van het huis. Zodoende kan de wrijving tussen de schoep die door de meetsectie en het huis passeert ook verminderd worden.

De gewaselevator volgens deze uitvinding maakt mogelijk om, door het gebruik van een meetsectie die een verminderde wrijving heeft, nauwkeuriger de hoeveelheid geoogst gewas dat omhoog getransporteerd wordt vast te stellen. Dit weegresultaat kan bv. gebruikt worden om een opbrengstdetector te kalibreren die gewoonlijk aangebracht is op of in de buurt van een uitlaatsectie van de oogstmachine.

Zoals vereist, worden hierin gedetailleerde uitvoeringsvormen van deze uitvinding onthuld; het is echter wel te verstaan dat de onthulde uitvoeringsvormen louter bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvormen zijn van de uitvinding, die in verschillende vormen belichaamd kan worden. Zodoende mogen de specifieke structurele en functionele details die hierin onthuld werden, niet geïnterpreteerd worden als beperkend, maar louter als basis voor de conclusies en als representatieve basis om aan iemand die op de hoogte is van de techniek aan te tonen hoe deze uitvinding verschillend kan

BE2017/5398 worden gebruikt in praktisch elke passend gedetailleerde structuur. Verder zijn de hier gebruikte termen en zinnen niet als beperkend bedoeld, maar veeleer om een begrijpelijke beschrijving van de uitvinding te verschaffen.

De term een, zoals hij hierin gebruikt wordt, is gedefinieerd als één of meer dan één. De term reeks, als hij hierin gebruikt wordt, is gedefinieerd als twee of meer dan twee. De term (een) ander(e), als hij hierin gebruikt wordt, is gedefinieerd als minstens een tweede of meer. De termen met inbegrip van en/of met en/of bevat(ten) en/of bestaan uit en/of bestaat uit, als ze hierin gebruikt worden, zijn gedefinieerd als bevattende (d.w.z., open taal, waarbij andere elementen of stappen niet uitgesloten zijn). Geen enkel verwijzingsteken in de conclusies mag geïnterpreteerd worden als zijnde beperkend voor de reikwijdte van de conclusies.

Het loutere feit dat bepaalde maatregelen aangehaald worden in onderling verschillende vervolgconclusies geeft niet aan dat een combinatie van 15 deze maatregelen niet voordelig kan worden gebruikt.

De term gekoppeld, als hij hierin gebruikt wordt, is gedefinieerd als verbonden, hoewel niet noodzakelijk rechtstreeks, en niet noodzakelijk mechanisch.

Claims

CONCLUSIES

1. Gewaselevator (200) voor een oogstmachine, bestaande uit:

- een stijgende sectie (250) en een dalende sectie (260)

- een huis (210) dat de stijgende sectie (250) en de dalende sectie (260) omsluit;

- een elevatorlus (230) die aangebracht is binnen in het huis (210) en bestaande uit een reeks schoepen (220) om een geoogst gewas omhoog te bewegen;

- een weegsysteem dat geconfigureerd is om een gewicht te bepalen van het geoogste gewas dat aanwezig is op een meetschoep (420) van de reeks schoepen (220) tijdens een stijgende beweging van de meetschoep (420) in de stijgende sectie (250), waarbij het weegsysteem bestaat uit een gewichtssensor (300) die mechanisch gekoppeld is aan de meetschoep (420) en geconfigureerd is om een gewichtssignaal af te geven dat representatief is voor het gewicht van het geoogste gewas;

waarbij de stijgende sectie (250) een meetsectie (255) bevat, waarbij het weegsysteem geconfigureerd is om het gewichtssignaal te bepalen wanneer de meetschoep (420) zich in de meetsectie (255) van de stijgende sectie (250) bevindt, en waarbij een wrijving tussen de meetschoep (420) en het huis (210) in de meetsectie (255) lager is dan een wrijving tussen de meetschoep (420) en het huis (210) buiten de meetsectie (255), tijdens de stijgende beweging van de meetschoep (420) in de stijgende sectie (250).
2. Gewaselevator volgens conclusie 1, waarbij een dwarsdoorsnede van een gedeelte van het huis (210) dat de meetsectie (255) omsluit groter is dan een

BE2017/5398 nominale dwarsdoorsnede van het huis (210) dat de stijgende sectie (250) omsluit.
3. Gewaselevator volgens conclusie 1, waarbij een spleet tussen de meetschoep en het huis (210) in de meetsectie (255) groter is dan een spleet tussen de meetschoep en het huis (210) in de stijgende sectie (250) buiten de meetsectie (255),
4. Gewaselevator volgens conclusie 1, waarbij een binnenste oppervlak van een gedeelte van het huis (210) dat de meetsectie (255) omsluit een deklaag met een lage wrijvingscoëfficiënt bevat.
5. Gewaselevator volgens conclusie 1, waarbij een gedeelte van het huis (210) dat de meetsectie (255) omsluit een verminderd dikte heeft.
6. Gewaselevator volgens een of meerdere van de vorige conclusies, waarbij de weegsensor (300) een weegcel bevat die op de meetschoep is aangebracht.
7. Gewaselevator volgens een of meerdere van de vorige conclusies, waarbij de gewichtssensor (300) een spanningsmeter bevat die op de elevatorlus is (230) is aangebracht.
8. Gewaselevator volgens een of meerdere van de vorige conclusies, waarbij het weegsysteem verder een processor (320) bevat de geconfigureerd is om het

BE2017/5398 signaal van de gewichtssensor te ontvangen en het gewicht van het geoogste gewas te bepalen, op basis van het ontvangen signaal van de gewichtssensor.
9. Gewaselevator volgens een of meerdere van de vorige conclusies, die verder een naderingssensor (494) bevat die geconfigureerd is om een naderingssignaal af te geven dat representatief is voor een positie van de meetschoep.
10. Gewaselevator volgens een of meerdere van de vorige conclusies, die verder het volgende bevat:

- een inlaatsectie (270) die in de buurt van een bodemgedeelte van de elevatorlus (230) geplaatst is en geconfigureerd is om een stroom geoogst gewas te ontvangen; en

- een uitlaatsectie (295) die in de buurt van een bovenste gedeelte van de elevatorlus (230) geplaatst is en geconfigureerd is om de stroom geoogst gewas te lossen.
11. Gewaselevator volgens een of meerdere van de vorige conclusies, waarbij de dalende sectie een verdere meetsectie bevat en waarbij het weegsysteem geconfigureerd is om een verder gewichtssignaal te bepalen wanneer de meetschoep (420) zich in de verdere meetsectie bevindt.
12. Maaidorser bestaande uit een gewaselevator volgens een of meerdere van de vorige conclusies.

BE2017/5398
13. Maaidorser volgens conclusie 12, die verder een opbrengstdetector (296) bevat die aangebracht is op een bovenste gedeelte van de gewaselevator en geconfigureerd is om een opbrengstsignaal af te geven dat representatief is voor een stroom geoogst gewas dat door de gewaselevator wordt gelost.
14. Maaidorser volgens conclusie 13, waarbij het weegsysteem geconfigureerd is om het opbrengstsignaal te ontvangen en een opbrengst van het geoogste gewas te bepalen op basis van het opbrengstsignaal en het gewichtssignaal.