BE1024991B1

BE1024991B1 - Sectionaalpoort

Info

Publication number: BE1024991B1
Application number: BE2017/5098A
Authority: BE
Inventors: Frene Joost Benjamin Renaat De; Elien Henriëtte Roger Delmotte; Kristof Gustaaf Vanluchene
Original assignee: Renson Sunprotection Projects Nv
Priority date: 2017-02-15
Filing date: 2017-02-15
Publication date: 2018-09-18
Also published as: DE202017103882U1; EP3363978A1; BE1024991A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een sectionaalpoort, omvattende minstens twee secties (1, 2) die onderling scharnierbaar zijn verbonden, en een veiligheidselement (3) dat minstens gedeeltelijk verplaatsbaar aan een eerste sectie (1) is bevestigd, opgesteld naar een tweede sectie (2) toe, en in de open stand van deze secties (1, 2) op een tussenafstand van de tweede sectie (2) is opgesteld, zodanig dat wanneer deze secties (1, 2) zich in hun open stand bevinden, bij aanbrengen van een vinger (16) tussen het veiligheidselement (3) en de tweede sectie (2) en bij scharnieren van de secties (1, 2) van hun open stand naar hun gesloten stand, het veiligheidselement (3) minstens gedeeltelijk verplaatst ten opzichte van de eerste sectie (1) om plaats vrij te maken om knellen van de vinger (16) te verhinderen. Deze uitvinding betreft verder een werkwijze voor het aanpassen van een bestaande sectionaalpoort tot een sectionaalpoort volgens deze uitvinding.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

RENSON SUNPROTECTION PROJECTS NV

8790, WAREGEM

België (72) Uitvinder(s) :

DE FRENE Joost Benjamin Renaat

8790 WAREGEM

België

DELMOTTE Elien Henriëtte Roger

8500 KORTRIJK

België

VANLUCHENE Kristof Gustaaf

9870 MACHELEN

België (54) SECTIONAALPOORT (57) Deze uitvinding betreff een sectionaalpoort, omvattende minstens twee secties (1, 2) die onderling scharnierbaar zijn Verbünden, en een veiligheidselement (3) dat minstens gedeeltelijk verplaatsbaar aan een eerste sectie (1) is bevestigd, opgesteld naar een tweede sectie (2) toe, en in de open stand van deze secties (1, 2) op een tussenafstand van de tweede sectie (2) is opgesteld, zodanig dat wanneer deze secties (1, 2) zieh in hun open stand bevinden, bij aanbrengen van een vinger (16) tussen het veiligheidselement (3) en de tweede sectie (2) en bij Scharnieren van de secties (1, 2) van hun open stand naar hun gesloten stand, het veiligheidselement (3) minstens gedeeltelijk verplaatst ten opzichte van de eerste sectie (1) om plaats vrij te maken om knellen van de vinger (16) te verhinderen. Deze uitvinding betreft verder een werkwijze voor het aanpassen van een bestaande sectionaalpoort tot een sectionaalpoort volgens deze uitvinding.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Publicatienummer: 1024991 Nummer van indiening: BE2017/5098

Internationale classificatie: E05D 15/24 Datum van verlening: 18/09/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 15/02/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

RENSON SUNPROTECTION PROJECTS NV, Maalbeekstraat 6, 8790 WAREGEM België;

vertegenwoordigd door

HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CARDOEN Annelies, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: SECTIONAALPOORT.

UITVINDER(S):

DE FRENE Joost Benjamin Renaat, Broekstraat 5, 8790, WAREGEM;

DELMOTTE Elien Henriëtte Roger, Burgemeester Mayeurlaan 56, 8500, KORTRIJK;

VANLUCHENE Kristof Gustaaf, Sparrenstraat 2A, 9870, MACHELEN;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 18/09/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5098

SECTIONAALPOORT

Deze uitvinding betreft een sectionaalpoort, omvattende minstens twee secties die onderling scharnierbaar zijn verbonden, scharnierbaar tussen een gesloten stand waarbij deze secties in elkaars verlengde zijn opgesteld en een open stand waarbij deze secties onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld;

en een veiligheidselement dat minstens gedeeltelijk verplaatsbaar aan een eerste genoemde sectie is bevestigd en opgesteld is naar een tweede aangrenzende genoemde sectie toe, om knellen van een vinger tussen de eerste sectie en de tweede sectie te verhinderen.

Daarnaast betreft deze uitvinding een werkwijze voor het aanpassen van een sectionaalpoort tot een dergelijke sectionaalpoort.

Om een dergelijke sectionaalpoort te openen, worden de secties scharnierend verplaatst van hun gesloten stand naar hun open stand. Om een dergelijke sectionaalpoort te sluiten, worden de secties scharnierend verplaatst van hun open stand naar hun gesloten stand. In standen tussen de open stand van de sectionaalpoort en de gesloten stand van de sectionaalpoort bevinden niet alle secties zieh in hun open stand of hun gesloten stand ten opzichte van elkaar.

Dergelijke sectionaalpoorten kunnen allerlei vormen aannemen en kunnen bijvoorbeeld ook als een deur uitgevoerd zijn. De secties bij dergelijke sectionaalpoorten strekken zieh typisch hoofdzakelijk horizontaal uit, waarbij ze in gesloten toestand van de sectionaalpoorten boven elkaar zijn opgesteld. Het is echter ook mogelijk om sectionaalpoorten te voorzien van secties die zieh hoofdzakelijk verticaal uitstrekken en in gesloten toestand van de sectionaalpoorten naast elkaar zijn opgesteld.

BE2017/5098

Bij dergelijke sectionaalpoorten bestaat het gevaar dat voorwerpen of lichaamsonderdelen zoals bijvoorbeeld vingers van een persoon die een dergelijke poort bedient, geklemd raken tussen verschillende secties die van hun open stand naar hun gesloten stand verplaatst worden. Bij klemmen van voorwerpen tussen de secties, kunnen deze secties en/of deze voorwerpen beschadigd raken. Bij klemmen van lichaamsonderdelen tussen de secties kan een persoon geblesseerd raken. Hierna spreken we voornamelijk over het beveiligen van de secties tegen klemmen van vingers tussen de secties, zonder de genoemde veiligheidselementen hiertoe onnodig te beperken. Even goed kunnen deze ook voorzien zijn om het klemmen van andere lichaamsdelen en/of voorwerpen in het algemeen te verhinderen.

Er zijn reeds verschillende soorten veiligheidselementen voor sectionaalpoorten gekend om knellen van vingers tussen verschillende secties van dergelijke sectionaalpoorten te verhinderen. Deze veiligheidselementen strekken zieh typisch over de volledige lengte van de betreffende secties uit, om op elke positie tussen twee secties de nodige vingerklemveiligheid te kunnen verzekeren. In elke stand van de secties probeert men hierbij de opening tussen twee secties minimaal te houden.

In de sectionaalpoorten zoals beschreven en afgebeeld in WO 02/095172 Al, EP 1 336 712 Al, EP 0 989 275 A2, NL 1 005 166 C, EP 0 394 691 A2, DE 103 10 628 Al en CA 2 270 614 Al is bij twee boven elkaar opgestelde secties de bovenste sectie voorzien van een holte en de onderste sectie van een corresponderend uitsteeksel dat in de holte aanbrengbaar is en een zodanige vorm heeft dat in elke stand van de secties een eventuele gevormde opening tussen beide secties afgeschermd wordt. In WO 2006/111059 Al is bijkomend tussen twee secties een ruimte voorzien die breder is dan een vinger, waarin een flexibele dichting is aangebracht.

In de sectionaalpoorten zoals beschreven en afgebeeld in NL 8 003 246 A, EP 0 661 185 Al, EP 0 702 124 Al en CH 690 336 A5 is een cilindervormig gebogen afdekonderdeel voorzien, dat verschuifbaar in een sectie of in twee aangrenzende secties is aangebracht en waarvan de as samenvalt met de scharnieras van deze secties.

BE2017/5098

In de praktijk worden sectionaalpoorten steeds vaker bekleed met behulp van allerlei bekledingselementen, waarbij de genoemde oplossingen moeilijk op een zodanige manier ten opzichte van de bekledingselementen gepositioneerd kunnen worden dat dit als een esthetische oplossing ervaren wordt.

Dergelijke sectionaalpoorten worden bijvoorbeeld steeds vaker bekleed met een lamellenbekleding, zodat deze in gesloten stand een lamellenwand vormen. Deze lamellenbekleding omvat daarbij typisch een drager waarop verschillende lamellen evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht. Deze lamellen kunnen verschillende vormen aannemen en uit hout, aluminium, kunststof, enz. vervaardigd zijn.

De meeste sectionaalpoorten met een lamellenbekleding worden momenteel in industriële toepassingen gebruikt, waar het probleem van knellen van vingers tussen verschillende secties zieh niet stelt. De vraag om dergelijke sectionaalpoorten met een lamellenbekleding in residentiële toepassingen te voorzien, stijgt echter. Bij dergelijke residentiële toepassingen ligt het kantelpunt van de secties lager dan

2,5 m. Volgens norm EN 12604 dient dan een veiligheidsafstand van minstens 25 mm voorzien te worden om verwondingen aan vingers te vermijden, dit gemeten in samengedrukte toestand. Bij de weinige gekende toepassingen van sectionaalpoorten met lamellenbekledingen waarbij het kantelpunt van de secties lager ligt dan 2,5 m worden de lamellen dan op een tussenafstand van minstens 25 mm van elkaar opgesteld. Dit wordt echter als minder esthetisch ervaren, zodat deze sectionaalpoorten - ondanks de vraag - slechts beperkt toepassing vinden.

Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een alternatieve vingerklemveiligheid voor sectionaalpoorten, die voor een grotere verscheidenheid aan sectionaalpoorten inzetbaar is en bijvoorbeeld ook op een esthetische manier toepassing kan vinden bij sectionaalpoorten met lamellenbekledingen.

Dit doel van de uitvinding wordt in de eerste plaats bereikt door te voorzien in een sectionaalpoort, omvattende

BE2017/5098 minstens twee secties die onderling scharnierbaar zijn verbonden, scharnierbaar tussen een gesloten stand waarbij deze secties in elkaars verlengde zijn opgesteld en een open stand waarbij deze secties onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld;

en een veiligheidselement dat minstens gedeeltelijk verplaatsbaar aan een eerste genoemde sectie is bevestigd en opgesteld is naar een tweede aangrenzende genoemde sectie toe, om knellen van een vinger tussen de eerste sectie en de tweede sectie te verhinderen;

waarbij het veiligheidselement nu in de open stand op een tussenafstand van de tweede sectie is opgesteld, en zodanig verplaatsbaar is opgesteld dat wanneer de eerste sectie en de tweede sectie zieh in hun open stand bevinden, bij aanbrengen van een vinger tussen het veiligheidselement en de tweede sectie en bij Scharnieren van de eerste sectie en de tweede sectie van hun open stand naar hun gesloten stand, het veiligheidselement zieh minstens gedeeltelijk verplaatst ten opzichte van van de eerste sectie om plaats vrij te maken om knellen van de vinger te verhinderen.

Met behulp van een dergelijk minstens gedeeltelijk verplaatsbaar veiligheidselement wordt voorzien in een vingerklemveiligheid die in heel wat sectionaalpoorten inzetbaar is, dit ook op een esthetische manier. Meer specifiek bij sectionaalpoorten met lamellenbekleding is het nu mogelijk om lamellen dichter op elkaar te laten aansluiten dan bij sectionaalpoorten voor residentiële toepassingen tot nu het geval was.

Om het veiligheidselement minstens gedeeltelijk verplaatsbaar te voorzien, kan deze bijvoorbeeld ook volledig losmaakbaar zijn, zodat dit veiligheidselement volledig loskomt wanneer men in open stand een vinger tussen twee secties aanbrengt en de secties verplaatst worden naar hun gesloten stand. Een dergelijk veiligheidselement dat volledig loskomt, zal echter neervallen en kan hierbij voor andere beschadigingen zorgen, waarbij een persoon die met een vinger tussen de secties komt, kwetsuren oploopt of waarbij de sectionaalpoort zelf beschadigd raakt. Bij voorkeur is een dergelijk veiligheidselement dan ook ni et volledig losmaakbaar, maar blijft deze ook

BE2017/5098 na gedeeltelijk verplaatsen ten opzichte van de eerste sectie, aan deze eerste sectie hangen. Het veiligheidselement verplaatst hierbij enkel in die mate dat een vinger niet tussen dit veiligheidselement en de tweede sectie geklemd kan raken.

Bij voorkeur is het veiligheidselement zodanig aan de eerste sectie bevestigd dat een terugbrengkracht op het veiligheidselement inwerkt en dat het veiligheidselement minstens gedeeltelijk verplaatsbaar is tegen deze terugbrengkracht in.

Met behulp van een dergelijke terugbrengkracht kan er eenvoudig voor gezorgd worden dat het risico dat het veiligheidselement om andere redenen verplaatst zou worden, beperkt wordt. Deze terugbrengkracht wordt dan zo gekozen dat het veiligheidselement wel met zekerheid minstens gedeeltelijk verplaatst wanneer een vinger tussen het veiligheidselement en de tweede sectie komt, wanneer de secties naar hun gesloten stand worden gebracht.

In een eerste specifieke uitvoeringsvorm kan het veiligheidselement hiertoe aan de eerste sectie bevestigd zijn met behulp van een magnetische koppeling, waarbij de magneetkracht van deze magnetische koppeling deel uitmaakt van de genoemde terugbrengkracht.

Alternatief of aanvullend kan het veiligheidselement aan de eerste sectie bevestigd zijn met behulp van een verend element, waarbij de veerkracht van dit verende element deel uitmaakt van de genoemde terugbrengkracht.

Bij voorkeur wordt slechts één van beide opties gekozen, waarbij de terugbrengkracht ofwel minstens gedeeltelijk gevormd wordt door een genoemde magneetkracht ofwel minstens gedeeltelijk door een genoemde veerkracht.

Nog alternatief of aanvullend kan ook gebruik gemaakt worden van de zwaartekracht als (deel van) de terugbrengkracht.

BE2017/5098

Een genoemde magnetische koppeling kan meer specifiek een magneet omvatten, die aan het veiligheidselement is voorzien. Deze magneet is bij voorkeur uitgevoerd als een permanente magneet.

In een dergelijke uitvoeringsvorm is de eerste sectie dan bij voorkeur voorzien van een magnetiseerbaar element.

Omgekeerd kan bijvoorbeeld ook een magneet voorzien worden aan de eerste sectie en een magnetiseerbaar element aan het veiligheidselement.

Als genoemd magnetiseerbaar element kan bijvoorbeeld een element uit ferromagnetisch materiaal gekozen worden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding omvat elke sectie een basiselement, één of meerdere dragers die op dit basiselement zijn aangebracht en één of meerdere bekledingselementen die op de één of meerdere dragers zijn aangebracht.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan men eenvoudig standaard basiselementen en dragers voorzien en de bekledingselementen naar wens van de klant aanpassen. Het veiligheidselement maakt dan bij voorkeur ook deel uit van de bekledingselementen, zodat dit samen met de overige bekledingselementen een esthetisch geheel vormt.

In een dergelijke uitvoeringsvorm waarbij het veiligheidselement met behulp van een magnetische koppeling met een magnetiseerbaar element aan de eerste sectie is bevestigd, is dit magnetiseerbaar element dan bij voorkeur aan een genoemde drager bevestigd. Alternatief of bijkomend kan minstens een deel van de één of meerdere dragers als magnetiseerbaar element uitgevoerd worden.

Bij uitvoeringsvormen met basiselementen, dragers en bekledingselementen omvat het basiselement van de eerste sectie bij voorkeur een holte, die naar de tweede sectie toe is gericht. Het basiselement van de tweede sectie omvat bij voorkeur een corresponderend uitsteeksel, dat in de gesloten stand in de holte aangrijpt en een

BE2017/5098 zodanige vorm heeft dat dit uitsteeksel in elke stand tussen de open stand en de gesloten stand grenst aan het basiselement van de eerste sectie en elke in deze standen gevormde opening tussen deze basiselementen afdicht.

Alternatief kan het basiselement van de tweede sectie een holte omvatten, die naar de eerste sectie toe is gericht en kan het basiselement van de eerste sectie een corresponderend uitsteeksel omvatten, dat in de gesloten stand in de holte aangrijpt en een zodanige vorm heeft dat dit uitsteeksel in elke stand tussen de open stand en de gesloten stand grenst aan het basiselement van de tweede sectie en elke in deze standen gevormde opening tussen deze basiselementen afdicht.

Deze gekende vingerklemveiligheden met corresponderende holies en uitsteeksels die de opening tussen de basiselementen in elke stand minimaliseren, kunnen gelijkaardig uitgevoerd worden als de bij de stand van de techniek opgesomde oplossingen. Deze oplossingen kunnen eenvoudiger in dergelijke basiselementen voorzien worden, zonder dat ze de sectionaalpoort esthetisch nadelig be'invloeden.

Bij boven elkaar opgestelde secties wordt de genoemde holte bij voorkeur in de bovenste sectie van de boven elkaar opgestelde secties voorzien en wordt het genoemde uitsteeksel bij voorkeur in de onderste sectie van de boven elkaar opgestelde secties voorzien. Op deze manier is het eenvoudiger om een dergelijke sectionaalpoort waterdicht uit te voeren.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding met genoemde bekledingselementen, vormen het veiligheidselement en de bekledingselementen in de gesloten stand samen een lamellenwand.

De eerste sectie van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur een veiligheidsholte die zieh achter het veiligheidselement uitstrekt.

Deze veiligheidsholte wordt hierbij zodanig gekozen dat een vinger zieh na verplaatsen van het veiligheidselement, in de gesloten stand van de secties, gedeeltelijk in deze veiligheidsholte kan uitstrekken.

Bij uitvoeringsvormen met genoemde dragers zullen deze dragers, die aan de eerste sectie bevestigd zijn, hierbij bij voorkeur in gesloten stand van de secties niet

BE2017/5098 doorlopen tot aan de tweede sectie om mee de genoemde veiligheidsholte te vormen, zodat een vinger ook niet geklemd kan raken tussen de dragers van de eerste sectie en de tweede sectie.

Dragers van opeenvolgende secties worden alternatief of bijkomend bij voorkeur ook verschoven ten opzichte van elkaar gemonteerd, om te verhinderen dat een vinger geklemd kan raken tussen de dragers van deze opeenvolgende secties.

Het veiligheidselement van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding is verder bij voorkeur scharnierbaar aan de eerste sectie bevestigd.

Het veiligheidselement kan hiertoe meer specifiek bijvoorbeeld scharnierbaar aan een genoemde drager bevestigd worden of scharnierbaar aan een genoemd bekledingselement bevestigd worden.

Alternatief zou het veiligheidselement bijvoorbeeld ook verschuifbaar aan de eerste sectie bevestigd kunnen worden.

Een sectionaalpoort volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur een borgelement, voor het borgen van het veiligheidselement zodat deze bij verplaatsen geborgd blijft ten opzichte van de eerste sectie.

Een dergelijk borgelement kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een Scharnier waarmee dit veiligheidselement scharnierbaar aan de eerste sectie is bevestigd. Alternatief of bijkomend kan bijvoorbeeld een borgveer als borgelement voorzien worden.

De eerste sectie en de tweede sectie van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding zijn bij voorkeur onderling scharnierbaar bevestigd met behulp van een scharnieras die aan één zijde van de eerste sectie en de tweede sectie is opgesteld. Het veiligheidselement is dan bij voorkeur aan de tegenovergestelde zijde van de eerste sectie bevestigd.

Bij uitvoeringsvormen met genoemde basiselementen, is de scharnieras bij voorkeur aan deze basiselementen voorzien.

BE2017/5098

Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van een sectionaalpoort, omvattende minstens twee secties die onderling scharnierbaar zijn verbonden, scharnierbaar tussen een gesloten stand waarbij deze secties in elkaars verlengde zijn opgesteld en een open stand waarbij deze secties onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij een veiligheidselement minstens gedeeltelijk verplaatsbaar aan één van deze secties wordt bevestigd, om een hierboven beschreven sectionaalpoort volgens deze uitvinding te vormen. Op deze manier kunnen bestaande sectionaalpoorten eenvoudig omgevormd worden tot een sectionaalpoort volgens deze uitvinding.

Bij voorkeur worden de secties hierbij voorzien van één of meerdere dragers en één of meerdere bekledingselementen die op de één of meerdere dragers worden aangebracht. Op deze manier is het ook eenvoudig om sectionaalpoorten uit standaard basiselementen te voorzien, die door toevoegen van aangepaste dragers, bekledingselementen en veiligheidselementen eenvoudig naar wens van de klant aangepast kunnen worden waarbij de nodige vingerklemveiligheid op een esthetische manier verzekerd kan worden.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende sectionaalpoorten en werkwijzen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus ni et geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in

Figuur 1 twee secties van een eerste uitvoeringsvorm van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding in zijaanzicht zijn weergegeven, met de secties in gesloten stand;

BE2017/5098

- Figuur 2 de twee secties uit figuur 1 in zijaanzicht zijn weergegeven, met de secties in een stand tussen de open stand en de gesloten stand, waarbij een persoon vingers tussen het veiligheidselement en de tweede sectie heeft aangebracht;

- Figuur 3 de twee secties uit figuur 1 in zijaanzicht zijn weergegeven, met de secties in gesloten stand, waarbij een persoon in open stand vingers tussen het veiligheidselement en de tweede sectie heeft aangebracht, zodat het veiligheidselement is verplaatst;

- Figuur 4 detail A uit figuur 1 in meer detail is weergegeven;

- Figuur 5 detail B uit figuur 2 in meer detail is weergegeven;

- Figuur 6 detail C uit figuur 3 in meer detail is weergegeven;

- Figuur 7 een deel van de secties uit figuur 1 in perspectief is weergegeven, met de secties in gesloten stand;

- Figuur 8 een deel van de secties uit figuur 1 in perspectief is, met de secties in gesloten stand en het veiligheidselement verplaatst.

- Figuur 9 een detail ter hoogte van twee secties van een tweede uitvoeringsvorm van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding in doorsnede is weergegeven, met de secties in gesloten stand;

- Figuur 10 een detail van de twee secties uit figuur 7 in doorsnede is weergegeven, met de secties in gesloten stand en het veiligheidselement verplaatst.

In de figuren zijn telkens slechts twee secties (1,2) van een sectionaalpoort volgens deze uitvinding afgebeeld. De sectionaalpoorten kunnen meerdere soortgelijke secties (1,2) omvatten, die per twee onderling met behulp van Scharnieren (14) zijn verbonden. Met behulp van deze Scharnieren (14) zijn deze secties (1, 2) telkens scharnierbaar tussen een gesloten stand, waarbij deze secties (1, 2) in elkaars verlengde zijn opgesteld en een open stand, waarbij deze secties (1, 2) onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

BE2017/5098

In de afgebeelde figuren strekken de secties (1, 2) zieh in hun lengterichting hoofdzakelijk horizontaal uit. Even goed kunnen volgens de uitvinding ook analoog sectionaalpoorten uitgewerkt worden met secties die zieh in hun lengterichting hoofdzakelijk verticaal uitstrekken.

Op plaatsen waar er een risico bestaat dat vingers (16) van personen tussen zieh sluitende secties (1, 2) zouden terecht kunnen komen, zijn deze sectionaalpoorten volgens de uitvinding voorzien van een veiligheidselement (3) dat minstens gedeeltelijk verplaatsbaar is bevestigd aan één van beide aangrenzende secties (1,2). Op plaatsen waar dit risico zieh ni et voordoet, kan men de secties (1, 2) van een dergelijke sectionaalpoort ook zonder dergelijk veiligheidselement (3) op elkaar laten aansluiten.

In de afgebeelde uitvoeringsvormen omvatten de secties (1, 2) telkens een basiselement (6), waarop dragers (7) zijn aangebracht, waarop op hun beurt bekledingselementen (8, 9) zijn aangebracht. De bekledingselementen (8, 9) omvatten in de afgebeelde uitvoeringsvorm lamellenhouders (8), waarop lamellen (9) op een tussenafstand van elkaar en hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht. De lamellenhouders (8) zijn aan de dragers (7) bevestigd.

De afgebeelde lamellen (9) zijn geëxtrudeerde aluminium pro fielen. Even goed zouden echter bijvoorbeeld ook kunststof of houten lamellen op dergelijke lamellenhouders (8) aangebracht kunnen worden. In plaats van lamellenhouders (8) en lamellen (9) zouden ook andere bekledingselementen op dergelijke dragers (7) aangebracht kunnen worden. Ook is het mogelijk om andere bekledingselementen rechtstreeks op dergelijke basiselementen (6) aan te brengen. Met behulp van dergelijke basiselementen (6) is het eenvoudig om een sectionaalpoort grotendeels uit standaard onderdelen op te bouwen, waarbij enkel de bekleding met eventuele dragers (7) en bekledingselementen (8, 9) naar wens van de klant aangepast kan worden. Voor de uitvinding is het echter ni et strikt noodzakelijk om met dergelijke basiselementen (6) en verdere bekledingselementen (8, 9) en eventuele dragers (7) te

BE2017/5098 werken. Varianten op de verder beschreven veiligheidselementen (3) kunnen even goed aan anders opgebouwde secties voorzien worden.

De afgebeelde basiselementen (6) omvatten aan hun onderzijde een holte (10) en aan hun bovenzijde een corresponderend uitsteeksel (11), zodat in de gesloten stand bij aangrenzende secties (1,2) het uitsteeksel (11) van de onderste sectie (2) aangrijpt in de holte (10) van de bovenste sectie (1). Deze holte (10) en dit uitsteeksel (11) hebben daarbij een zodanige vorm dat het uitsteeksel (11) in elke stand tussen de open stand en de gesloten stand grenst aan het basiselement (6) van de bovenste sectie (1) en elke in deze standen gevormde opening (15) tussen deze basiselementen (6) afdicht. Grenzend aan de genoemde holte (10) is in het basiselement (6) een aanbrengopening (17) voorzien, waarin een dichting kan aangebracht worden.

De veiligheidselementen (3) zijn telkens aan de bovenste afgebeelde sectie (1) bevestigd, naar de onderste sectie (2) toe. Deze veiligheidselementen (3) zijn hierbij verplaatsbaar. In de open stand van de corresponderende secties (1, 2) bevindt het veiligheidselement (3) zieh op een tussenafstand van de onderste sectie (2). Wanneer de secties (1, 2) zieh in hun open stand bevinden en een vinger (16) tussen het veiligheidselement (3) en de onderste sectie (2) raakt, op een moment dat de secties (1, 2) naar hun gesloten stand verplaatst worden, dan verplaatst dit veiligheidselement (3) zieh ten opzichte van de bovenste sectie (1) om plaats vrij te maken om knellen van de vinger (16) te verhinderen.

In beide uitvoeringsvormen omvat het veiligheidselement (3) meerdere op een tussenafstand van elkaar opgestelde lamellenhouders (8) en een hierop aangebrachte lamel (9) om een esthetisch geheel te vormen met de overige lamellenbekleding (8, 9) op de secties (1, 2). Wanneer de secties (1, 2) op een andere manier afgewerkt zijn, worden de veiligheidselementen (3) bij voorkeur ook afgewerkt met een soortgelijke afwerking als de secties (1, 2).

BE2017/5098

Aan de achterzijde van de lamellenhouders (8) van de afgebeelde veiligheidselementen (3) is telkens een permanente magneet (4) bevestigd. Aan de bovenste sectie (1) is per magneet (4) een corresponderend element (5) uit ferromagnetisch materiaal bevestigd, zodat de magneet (4) tegen dit magnetiseerbare element (5) aangetrokken wordt en het veiligheidselement (3) hier tegen aan houdt. In plaats van een magnetiseerbaar element (5) per magneet (4) zou ook één enkel magnetiseerbaar element voor alle magneten (4) voorzien kunnen worden.

Wanneer een vinger (16) tussen het veiligheidselement (3) en de onderste sectie (2) komt, wordt het veiligheidselement (3) tegen de magneetkracht van de magneet (4) in verplaatst. Dankzij deze magnetische koppeling met magneet (4) en magnetiseerbaar element (5) is de kans dat het veiligheidselement (3) per ongeluk verplaatst wordt klein. Gezien het veiligheidselement (3) in de afgebeelde uitvoeringsvormen (3) niet volledig los kan körnen, kan het veiligheidselement (3) hierdoor ook automatisch in zijn gewenste positie terugkomen wanneer dit veiligheidselement (3) verplaatst is om te verhinderen dat een vinger (16) gekneld zou raken.

In de eerste afgebeelde uitvoeringsvorm zijn de dragers (7) niet over de volledige hoogte van de bovenste sectie (1) aangebracht, maar strekken deze zieh tot op een zekere afstand van de onderste sectie (2) uit. Onderaan deze dragers (7) is telkens een montagestuk (5) uit plaatmateriaal bevestigd. Dit montagestuk (5) is uit ferromagnetisch metaal vervaardigd om zo dienst te doen als genoemd magnetiseerbaar element (5).

In de tweede uitvoeringsvorm is onderaan de dragers (7) aan de bovenste sectie (1) een montagestuk (5) bevestigd, dat uit ferromagnetisch materiaal is vervaardigd. Elke magneet (4) is met behulp van een schroef (21) aan de corresponderende lamellenhouder (8) van het veiligheidselement (3) bevestigd. Het montagestuk (5) is voorzien van een aanbrengholte (22) waarin de kop van deze schroef (21) aangebracht kan worden om het veiligheidselement (3) ten opzichte van dit montagestuk (5) te positioneren.

In plaats van de magneten (4) aan het veiligheidselement (3) te voorzien, zoals bij de afgebeelde uitvoeringsvormen, is het omgekeerd ook mogelijk om één of meerdere

BE2017/5098 magneten (4) vast aan de sectie (1) te voorzien en het veiligheidselement (3) te voorzien van magnetiseerbaar materiaal.

In plaats van het veiligheidselement (3) met behulp van een dergelijke magnetische koppeling (4, 5) te voorzien aan de bovenste sectie (1), of bijkomend aan deze magnetische koppeling (4, 5) is het ook mogelijk om het veiligheidselement (3) bijvoorbeeld met behulp van verende elementen aan deze bovenste sectie (1) te voorzien, zodanig dat het veiligheidselement (3) verplaatsbaar is tegen deze terugbrengkracht in.

In de afgebeelde uitvoeringsvormen zijn de veiligheidselementen (3) zo voorzien dat ze niet volledig loskomen wanneer een vinger tussen het veiligheidselement (3) en de onderste sectie (2) wordt aangebracht.

In de eerste uitvoeringsvorm is elke lamellenhouder (8) van het veiligheidselement (3) hiertoe met behulp van een Scharnier (13) aan een corresponderende lamellenhouder (8) aan de eerste sectie (1) bevestigd. Wanneer de secties (1,2) zieh in hun open stand bevinden en een vinger (16) tussen het veiligheidselement (3) en de onderste sectie (2) raakt, op een moment dat de secties (1,2) volgens pijl (R) in figuur 5 naar hun gesloten stand gescharnierd worden, dan zal het veiligheidselement (3) Scharnieren volgens pijl (S) in figuur 6 om plaats vrij te maken om knellen van de vinger (16) te verhinderen. Het Scharnier (13) kan in principe ook hoger liggen, zodat het veiligheidselement (3) niet voorzien is van twee lamellen (9), zoals in de afgebeelde uitvoeringsvorm, maar van meerdere lamellen (9), tot zelfs alle lamellen (9) van de betreffende sectie (1), zodat alle lamellen (9) van deze sectie (1) samen verplaatsbaar zijn met het veiligheidselement (3).

In de tweede uitvoeringsvorm is elke lamellenhouder (8) van het veiligheidselement (3) voorzien van een haak (20). Telkens is een haak (19) aan een corresponderende lamellenhouder (8) aan de eerste sectie (1) bevestigd, waaraan de haak (20) van de lamellenhouder (8) van het veiligheidselement (3) gehaakt is. Deze haken (19, 20) laten een scharnierbeweging van het veiligheidselement (3) ten opzichte van de lamellenhouder (8) toe, zoals te zien is in de figuren 9 en 10.

BE2017/5098

In plaats van met behulp van dergelijke haken (19, 20), zou het veiligheidselement bijvoorbeeld ook met behulp van een veer aan de lamellenhouder (8) bevestigd kunnen worden, die voor een (deel van) een terugbrengkracht zorgt.

In de eerste afgebeelde uitvoeringsvorm is achter het veiligheidselement (3) een veiligheidsholte (12) voorzien, zodat een vinger (16) zieh na loskomen van het veiligheidselement (3), in de gesloten stand van de secties (1,2), gedeeltelijk in deze veiligheidsholte (12) kan uitstrekken, zoals te zien is in figuur 6.

In de tweede uitvoeringsvorm zijn de dragers (7) van opeenvolgende secties (1, 2) verschoven ten opzichte van elkaar gemonteerd, zoals te zien is in de figuren 9 en 10, om te verhinderen dat een vinger (16) geklemd kan raken tussen de dragers (7) van deze opeenvolgende secties (1,2).

Bestaande sectionaalpoorten kunnen eenvoudig aangepast worden tot sectionaalpoorten volgens deze uitvinding, door deze bijvoorbeeld te voorzien van dragers (7), bekledingselementen (8, 9) en veiligheidselementen (3) die bijvoorbeeld analoog kunnen uitgevoerd worden als de afgebeelde dragers (7), bekledingselementen (8, 9) en veiligheidselementen (3).

BE2017/5098

Claims

CONCLUSIES

1. Sectionaalpoort, omvattende

- minstens twee secties (1, 2) die onderling scharnierbaar zijn verbonden, scharnierbaar tussen een gesloten stand waarbij deze secties (1, 2) in elkaars verlengde zijn opgesteld en een open stand waarbij deze secties (1,2) onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld;

- en een veiligheidselement (3) dat minstens gedeeltelijk verplaatsbaar aan een eerste genoemde sectie (1) is bevestigd en opgesteld is naar een tweede aangrenzende genoemde sectie (2) toe, om knellen van een vinger (16) tussen de eerste sectie (1) en de tweede sectie (2) te verhinderen;

met het kenmerk dat het veiligheidselement (3) in de open stand op een tussenafstand van de tweede sectie (2) is opgesteld en zodanig verplaatsbaar is opgesteld dat wanneer de eerste sectie (1) en de tweede sectie (2) zieh in hun open stand bevinden, bij aanbrengen van een vinger (16) tussen het veiligheidselement (3) en de tweede sectie (2) en bij Scharnieren van de eerste sectie (1) en de tweede sectie (2) van hun open stand naar hun gesloten stand, het veiligheidselement (3) zieh minstens gedeeltelijk verplaatst ten opzichte van de eerste sectie (1) om plaats vrij te maken om knellen van de vinger (16) te verhinderen.
2. Sectionaalpoort volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het veiligheidselement (3) zodanig aan de eerste sectie (1) is bevestigd dat een terugbrengkracht op het veiligheidselement (3) inwerkt en dat het veiligheidselement (3) minstens gedeeltelijk verplaatsbaar is tegen deze terugbrengkracht in.

BE2017/5098
3. Sectionaalpoort volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het veiligheidselement (3) aan de eerste sectie (1) is bevestigd met behulp van een magnetische koppeling (4, 5), waarbij de magneetkracht van deze magnetische koppeling (4, 5) deel uitmaakt van de genoemde terugbrengkracht.
4. Sectionaalpoort volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat het veiligheidselement (3) aan de eerste sectie (1) is bevestigd met behulp van een verend element, waarbij de veerkracht van dit verende element deel uitmaakt van de genoemde terugbrengkracht.
5. Sectionaalpoort volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de magnetische koppeling (4, 5) een magneet (4) omvat, die aan het veiligheidselement (3) is voorzien.
6. Sectionaalpoort volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de eerste sectie (1) voorzien is van een magnetiseerbaar element (5).
7. Sectionaalpoort volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke sectie (1,2) een basiselement (6) omvat, één of meerdere dragers (7) die op dit basiselement (6) zijn aangebracht en één of meerdere bekledingselementen (8, 9) die op de één of meerdere dragers (7) zijn aangebracht.
8. Sectionaalpoort volgens conclusie 6 en 7, met het kenmerk dat het magnetiseerbaar element (5) aan een genoemde drager (7) is bevestigd en/of dat minstens een deel van de één of meerdere dragers (7) als magnetiseerbaar element (5) is uitgevoerd.
9. Sectionaalpoort volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat het basiselement (6) van de eerste sectie (1) een holte (10) omvat die naar de

BE2017/5098 tweede sectie (2) toe is gericht en dat het basiselement (6) van de tweede sectie (2) een corresponderend uitsteeksel (11) omvat dat in de gesloten stand in de holte (10) aangrijpt en een zodanige vorm heeft dat dit uitsteeksel (11) in elke stand tussen de open stand en de gesloten stand grenst aan het basiselement (6) van de eerste sectie (1) en elke in deze standen gevormde opening (15) tussen deze basiselementen (6) afdicht of dat het basiselement (6) van de tweede sectie (2) een holte omvat die naar de eerste sectie (1) toe is gericht en dat het basiselement (6) van de eerste sectie (1) een corresponderend uitsteeksel omvat dat in de gesloten stand in de holte aangrijpt en een zodanige vorm heeft dat dit uitsteeksel in elke stand tussen de open stand en de gesloten stand grenst aan het basiselement (6) van de tweede sectie (2) en elke in deze standen gevormde opening tussen deze basiselementen (6) afdicht.
10. Sectionaalpoort volgens één van de conclusies 7 tot 9, met het kenmerk dat het veiligheidselement (3) en de bekledingselementen (8, 9) in de gesloten stand samen een lamellenwand vormen.
11. Sectionaalpoort volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste sectie (1) een veiligheidsholte (12) omvat die zieh achter het veiligheidselement (3) uitstrekt.
12. Sectionaalpoort volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het veiligheidselement (3) scharnierbaar aan de eerste sectie (1) is bevestigd.
13. Sectionaalpoort volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de sectionaalpoort een borgelement omvat, voor het borgen van het veiligheidselement (3) zodat deze bij loskomen geborgd blijft ten opzichte van de eerste sectie (1).

BE2017/5098
14. Sectionaalpoort volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste sectie (1) en de tweede sectie (2) onderling scharnierbaar zijn bevestigd met behulp van een scharnieras (14) die aan één zijde van de eerste sectie (1) en de tweede sectie (2) is opgesteld en dat het veiligheidselement

5 (3) aan de tegenovergestelde zijde van de eerste sectie (1) is bevestigd.
15. Werkwijze voor het aanpassen van een sectionaalpoort, omvattende minstens twee secties (1, 2) die onderling scharnierbaar zijn verbonden, scharnierbaar tussen een gesloten stand waarbij deze secties (1, 2) in elkaars verlengde zijn

10 opgesteld en een open stand waarbij deze secties (1, 2) onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, met het kenmerk dat een veiligheidselement (3) minstens gedeeltelijk verplaatsbaar aan één van deze secties (1, 2) wordt bevestigd, om een sectionaalpoort volgens één van de voorgaande conclusies te vormen.

BE2017/5098